Op de Putsesteenweg te Mechelen aan de Kroon kwamen twee wagens in aanrijding. De eerste werd bestuurd door mevr. wed. Pateet-Rombouts uit Bonheiden, de tweede wagen door mevr. Menz-Van den Brande uit Leest. De dames werden gekwetst en naar het O.L.Vrouwgasthuis overgebracht.
1961 – 26 december : Soldaat Milicien Herman SOMERS vanuit Kassel
“Hier eindelijk wat nieuws uit Kassel . Ik ben op 3 november in Turnhout binnen gegaan, maar na 5 dagen zijn we reeds naar Duitsland verhuisd. Het is hier ver van slecht, en het is alleen maar de koude die ons af en toe eens wat minder aangename dagen bezorgd. Langs deze weg wens ik aan alle Leestenaren nog een zalig en gelukkig Nieuwjaar en in het bijzonder aan al de soldaten van Leest.”
-Herman Somers vanuit Kassel (niet gedateerd) : “Hier eindelijk nog wat nieuws uit de verste kazerne van Duitsland, die door Belgische militairen bezet wordt. Eerst en vooral moet ik de redactie danken voor De Band, het Parochieblad en de Zondagsvriend welke ik hier regelmatig ontvangen heb. Nog acht dagen en mijn jaarke soldatenleven is achter de rug. Ik ben in Turnhout aan mijn militaire dienst begonnen, na vijf dagen werd ik al verplaatst naar Kassel, waar ik nu nog mijn vaderland dien bij de genie-troepen. Alvorens te sluiten, dank ik Milac nog voor de geschenken die ik ontvangen heb, alsook nogmaals voor de tijdschriften. Nog de beste groeten aan de redactie en langs De Band de beste wensen aan alle soldaten en vrienden van Leest.” (“DB”, december 1962, hier stond als auteur van deze brief : “Somers F.)
Meester Constant Huysmans putte soms uit zijn verzameling opstellen om ze in “De Band” te publiceren, via zijn rubriek “Leestenaars traden zo uit de oude doos”. In september 1983 was het de beurt aan Herman Somers met een opstel van 12 november 1953 :
Het Zegevierend Haasje
Nota vooraf : Deze mooie vertelling voor kinderen : ‘Het zegevierend haasje’, geschreven door Felix Timmermans, is verschenen in zijn boek ‘Pijp en Toebak’. De leerlingen van het 7de leerjaar hadden die vertelling ter stil-lezing gekregen. Kwam daarna de opdracht : vertel zelf dit verhaal 1. Vrij en 2. Bondig. Hierna dan het opstel van Herman : “
De grote dieren streden tegen malkander, altijd grote ruzie en oorlog. Tot op zekere dag de vos zegde dat ze malkanders schoon geslacht aan ’t uitmoorden waren, en dat de KLEINE dieren daardoor weldra meester zouden worden over hen. Daarom besloten ze eindelijk tot vrede. Maar voor de kleine dieren brak er dan een erg droevige tijd aan. Op zekere dag nu was het bij de vos in ’t kasteel feest, en terwijl konden de kleine dieren toch weer eens gerust wat buiten komen. Het eekhoorntje en de haas waren ook bijeen geraakt en zouden weleens graag naar dat grote feest gaan kijken. Het eekhoorntje stelde voor de hoge muren van het kasteel te beklimmen en de haas zou den aan zijn staart mogen hangen om mee te kunnen zien. ‘En als het verraad is, en we moeten gaan lopen, moogt gij op mijn rug zitten,’ zei de haas. Ze hadden al de knagers en al de zagers en al de vijlers van de kleine dieren bijeengeroepen, die de houten brug over de wal van ’t kasteel bijna, ja bijna, moesten doorknagen. Dan wierp het eekhoorntje een steen door het venster, goed gemikt juist op de vos zijn neus. Toen kwamen de grote dieren, kwaad en brullend buiten gelopen om de kleine ‘deugnieten’ te grijpen en ze sprongen allen met hun volgevreten lijven, wild en lomp, op de brug, die in tweeën doorbrak en alle grote dieren verdronken vreselijk of stikten in ’t slijk.”
De schrijver : Herman Somers. -Tijdens het schooljaar 1953-’54 leerling in het 7de leerjaar. -Geboren te Leest op 20-10-1942. -Tweede zoon van Viktor Somers (+) en van Van Steenwinkel Cecile, Kouter 36 (gezin met vier kinderen) -Gehuwd met CHRISTIAENS Josee (Blaasveld), verpleegster in het St. Elisabeth ziekenhuis te Mechelen. -Wonende Maalderijstraat 15 te Willebroek. -Beroep : bediende-verkoper in Handelszaak Radio-, TV- en Elektrische toestellen Eltra te Wilrijk. -Kinderen : Gunter (13) en Kurt (12). -Studies na de 4de graad : elektriciteit, Technische Scholen Melaan Mechelen. 3 jaar dagschool, 1 jaar avondonderwijs B2, 3 jaar avondonderwijs voor B2 (getuigschrift). -Hobby’s : geen, ja, wat klein knutselwerk in huis en tuin. Zeker geen straffe hobby, neen. Gaan sommigen haast niet ten onder aan een overdreven hobby ? Voor mij niet nodig, zegt Herman, gewoon mezelf zijn, zorgen voor zon in huis, en mekaar veilig geborgen weten. De huiselijke warmte als een streling voelen, als ge me begrijpt. Ik reserveer graag en breed mijn vrije tijd voor de mens in mijn gezin. Nooit bekeken, Herman, menselijke warmte is belangrijker dan veel ander kunnen. Ieder gelukkig echtpaar heeft een eigen recept voor hun geslaagd huwelijk. Dit recept cultiveren is zeker de mooiste hobby waard. Hier hebt gij ’t beste deel verkozen. Herman heeft nog goede herinneringen aan het klasleven 7de leerjaar en aan Raymond De Prins, Willy Van den Heuvel, Herman Verhoeven e.a., bijzonder aan Andre Moons, echt zijn schaduw toen, haast altijd bij elkaar, die hem dagelijks, langs binnendoor, thuis kwam afhalen voor de school en hem dan ook weer terug thuis bracht (weer die omweg), en zij maar praten dan, overleggen en plannen maken, of gewoon wat lachen onderwege…Ja-ja, Leest trekt me nog wel aan, zegt Herman, maar eens gehuwd, en uit Leest verspreid, het leven in gegooid, ieder met zijn job, komt er onvermijdelijk een kloof tussen, alsmaar breder en dieper met de jaren…maar de goeie herinnering blijft gegrift…O, die mooie tijd van toen… Stan Huysmans.
Foto’s :
-De Noordvaartkazerne in Kassel, toen het verst verwijderde garnizoen van het 6de Geniebataljon, gestationeerd op zo’n 35 km van de toenmalige Oost-Duitse grens, het “IJzeren Gordijn”. -De ouderlijke woning van de familie Somers in de Kouterweg. -Meester Constant Huysmans.
1961 – 12 december : Soldaat Julien DE PRINS vanuit Schaffen
“Hier ben ik dan eindelijk met een klein briefje van uit Schaffen. Met mij gaat alles goed en ik hoop hetzelfde voor al de soldaten van Leest. Ik ben nu al 6 maanden binnen en het ergste is voorbij, we hebben wel wat afgezien maar dat was van het minste. Ik ben binnen gegaan in …(onleesbaar) en vandaar zijn we naar Flawinne gegaan omdat de kazerne ongeschikt is. We zijn al in Marche-les-Dames geweest voor ons kamp en in Schaffen waar we zijn om te springen; tot nu toe is alles goed verlopen en ik hoop dat het zo zal mogen verder gaan. Meer nieuws weet ik niet en ga nu sluiten met een Zalig Kerstmis en Gelukkig Nieuwjaar aan al de lezers van De Band en zeker aan al de soldaten van Leest.”
Vanuit Kigali 1/3/1962 : “Hier ben ik dan met mijn tweede briefje, dat komt van 6.000 km van het goede België. Met mij alles ok, en denk ook hetzelfde van al de andere soldaten van Leest. Het is hier juist wat te warm en ik denk dat wat hier te veel is er wat van op te sturen want het moet in België niet te best zijn heb ik vernomen. Het eten is niet te best hier maar toch zullen we er niet van sterven en het drinken dat gaat want een fles van ½ liter kost 20 fr en hij is 2 maal zo sterk als in België, ge moet niet vragen. Het werk dat we hier doen is niet te dik, juist maar wat bewaken, ook het vliegveld en tevens de verblijfplaats waar we zijn, want ze gaan van hier naar daar en als we een huis zien leegstaan dan wordt dat onze verblijfplaats, en van het ene naar het andere is niet zoals in België, van Leest naar Mechelen, maar wel 30 maal zo ver. De wegen zijn hier allen zo goed als in de Battelse bergen en dan nog erger. Ik denk toch nog van naar Leest terug te komen, want ze zijn hier allemaal te zw…(onleesbaar) dat dan tot binnen zes maanden. Ik hoop van De Band hier te ontvangen, en zo weet ik wat nieuws van Leest en andere soldaten.”
1961 – 17 december : Teerfeest “Arbeid Adelt”
Naar jaarlijkse gewoonte vond het teerfeest van de K.F. Arbeid Adelt plaats. Het werd voorafgegaan door een muzikale optocht door het dorp. (DB)
1961 – 19 december : Broeder Romanus (Karel De Laet) vanuit Huberdeau, Argenteuil
“Beste vrienden, ‘k denk nog dikwijls aan die dagen vol genot en zoete vreugd. Woorden van een oud lied die ik nog dikwijls herhaal hier in Canada, na mijn bezoek te Leest, verleden zomer. Nog altijd het gerust dorp met zijn brave, christelijke mensen. De deur staat wagenwijd open voor de verre bezoeker en de glimlach op de lippen duidt aan dat het hart rapper klopt. Dank u allemaal. We hebben reeds een voorsmaak van de winter, reeds 25 onder nul gehad. Nog niet veel sneeuw waar de houthakkers naar wachten om de bomen gemakkelijker naar de wegen in de bossen te slepen. We zitten hier geplaagd met de razernij tussen de vossen. Moesten ze zich kapot maken onder hun, ware dat een goede zaak maar ze vallen het vee aan. In vollen dag kwam er een de groep van 15 grote zeugen bijten. We moesten die slachten binnen de acht dagen om nog het vlees te kunnen gebruiken. Een onzer bedienden kon de razende vos doden met hem te overrijden met een vrachtwagen tijdens de klopjacht die volgde. Gelukkig waren de koeien in de stal anders waren we er nog erger aan toe geweest. Ik bid de goede God dat hij u allen zegene gedurende het nieuwe jaar en u behoede ten allen tijd. Uw gans toegenegen oude Leestenaar Broeder Romanus (Charel De Laet).”
En we geven graag het ons toegezonden gedicht :
“Ik ging de vreugde zoeken, Geen moeite werd gespaard. Ik zocht in alle hoeken, ’t geheim was goed bewaard. Maar op een mooie morgen, Stond ze naast mij te koop. Ze had zich goed verborgen In ’t kleedje van de hoop.
Ik heb de hoop bekeken, En dan gezegd : “Kom in”. ’t Verdriet is dan geweken. Ik steun op mijn vriendin. We zingen een mooi wijsje, Al gaande hand in hand. God zegent vast dat reisje, Naar het Beloofde Land.
De hoop is in het leven, Als ene warme zon ; Dat alles doet herleven, Een echte vreugdebron. Ik lach als nooit tevoren, Ik voel geen hartepijn. Ik werd zo juist herboren ; Wat is het leven fijn !” (DB, januari 1962)
1961 – 24 december : Kinderkerstfeest Sint Cecilia
Op zondag 24/12/1961 werd aan de kinderen van de Sint Cecilialeden een groot Kerstfeest aangeboden. Ruim 100 kinderen werden vergast op een mooi geschenk, lekkernijen en speelgoed. Ettelijke smaakvolle nummertjes werden opgevoerd, ze werden aangeleerd door de Juffers Godelieve en Paula Bradt. De jongens stonden onder de leiding van meester Hendrickx.
Foto’s :
-Karel De Laet (Broeder Romanus). -Godelieve Bradt anno 2022. -Paula Bradt in 1961. -Aloïs Hendrickx in 1983.
Zondag kampioen Van Kerrebroeck in de internationale veldrit te Leest.
“Zondag a.s. beleven de Gebr. Piessens hun zoveelste veldrit. We herinneren ons nog heel goed, de grote fiasco die zij verleden jaar te incasseren kregen, toen welgeteld 157 toeschouwers kwamen opdagen voor hun internationale veldrit, waarin o.m. wereldkampioen Wolfshohl van start ging. Ondanks al die tegenslagen weten Jan en Julien (foto’s onderaan) van geen afgeven en verwachten zondag opnieuw de grote massa voor hun jaarlijkse veldrit. Benevens al de crossers uit het Mechelse, wisten zij de nationale kampioen Firmin Van Kerrebroeck (foto onderaan) onder de vertrekkers te krijgen, nevens Roger De Clercq en André Tempelaere, nieuwe aanwinst in de nationale veldritstal. Start van deze cyclo-cross te 15 uur in het Dorp, terwijl er 9 ronden dienen afgelegd.”
Het vertrek was bepaald om 14u30, de afstand bedroeg 27 km en er was voor 10.000 frank aan prijzen voorzien. De inschrijving en de uitdeling der rugnummers : Frans De Laet, Dorp, te Leest van 13u15 tot 14u15.
In dezelfde krant van 4 december verscheen een verslag van de koers en de uitslag :
Daniël Van Damme afgescheiden te Leest
“De veldrit te Leest kende ondanks het koude weder een betrekkelijk grote belangstelling. De omloop lag goed, hoewel zwaar, doch de aanhoudende regenvlagen van de laatste dagen hadden geen grote invloed uitgeoefend. 51 renners boden zich aan voor de negen ronden, een totale afstand van 24 km. Zeer vroeg reeds zou de beslissing worden uitgelokt toen Van Damme reeds in de eerste ronde tot de aanval overging en 10” nam op De Rey en Scheirs. Uit de achtergrond kwamen dan Matheusen en Verschueren opdagen om tot op 30” te naderen, terwijl Matheussen in de derde rond tot 5” oprukte en bij de volgende doortocht Van Damme aan de leiding vervoegde. Lang duurde het echter niet voordat Van Damme de uiteindelijke beslissing zou uitlokken en met een scherpe demarrage spoedig tot 20” uitliep op Matheussen, terwijl De Rey en Scheirs op 1 minuut en meer volgden… In de laatste ronden kwam er geen wijziging meer in deze stand, alleen dan dat Van Damme zijn voorsprong tot 1’10” opdreef en Scheirs in de voorlaatste ronde bij De Rey aaanpikte om deze in de spurt voor de derde plaats te kloppen. Firmin Van Kerrebroeck die te Meerbeke een zware val deed kon wegens een inwendige bloedstorting niet starten.
De Uitslag : 1.Van Damme Daniël, de 24 km in 1u13’. 2. Jos Matheussen op 1’10”, 3.Scheirs, 4.René De Rey, 5. René Verschueren, 6. Viktor Philips, 7. Loyen, 8. René Vermaelen, 9. Henri Simoens, 10. Lode Vandenbosch, 11.Rik Harinckx, 12. Sol, 13.André Tempelaere, 14. J.B. Blavier, 15. Jos Heylen, 16. René Vanhoecke…
1961 – 6 december – G.v.M. : Verkeersongeval.
Op de Antwerpsesteenweg te Mechelen had een verkeersongeval plaats tussen de personenwagens van P. Peeters van Lepecq, van Frans De Clercq uit Antwerpen en de vrachtauto van Fr. Sollie uit Leest.
1961 – Zondag 10 december : “De Luxe-Duif” vierde haar veertigjarig bestaan
Deze viering stond in het teken van de opening van de 36ste tentoonstelling met een plechtige ontvangst door schepen Neefs in het Mechelse stadhuis. Het toenmalige voorzitterschap van deze vereniging werd waargenomen door de Leestenaar Alfons “Meester” Hellemans. In zijn welkomstwoord dankte deze laatste alle genodigden en inzonderheid de genodigden van het Ministerie van Landbouw en de stad Mechelen voor de steun waarop de inrichters mochten rekenen. Namens de stad Mechelen feliciteerde schepen Cornelis de onderscheidene bestuursleden. Hij zei fier te wezen op een zo actieve club als de “Luxe-Duif”, welke Mechelen binnen haar poorten kent. Na een rondgang door de mooi versierde feestzaal, waar niet minder dan 700 sierduiven stonden tentoongesteld, werd de erewijn geschonken. Vervolgens schetste de voorzitter de stichting en de opkomst van zijn vereniging welke 6 verschillende voorzitters heeft gekend en hij drukte zijn genoegen uit dat de “Luxe-Duif” de consideraties wegdraagt van de hogere instanties en besloot met de hoop zijn vereniging eerlang bevorderd te zien tot Koninklijke Vereniging. Tot slot nam dhr Neefs het woord en reikte aan voorzitter Hellemans de zilveren herinneringsmedaille van de stad Mechelen over waarvoor deze laatste zijn dank betuigde. (Samengevat uit een verslag in G.v.M. van 11 december)
Foto’s :
-De broers Jan en Juliaan Piessens organiseerden opnieuw een veldrit te Leest.
-Firmin Van Kerrebroeck nam uiteindelijk niet deel aan de wedstrijd, hij zat met een kwetsuur na een zware val in Meerbeke.
-Daniël Van Damme won afgescheiden te Leest.
-De voorzitter van “De Luxe-Duif”, Leestenaar meester Alfons Hellemans.
“Wie is er ’s morgens vrij ? Kleine DAGBLADRONDE over te nemen. Leest en Tisselt. Inlichtingen Agentschap Leemans & De Rycke, Willem Geetsstraat 2 Mechelen. Tel.12619.”
1961 – 23 november : Verkeersongeval
Op de Gentsesteenweg te Mechelen had een aanrijding plaats tussen de wielrijder Jan Hendrickx uit Tisselt en de personenauto van Petrus Van Asch uit Leest. Hendrickx werd licht gewond.
1961 – 25 en 26 november : Teerfeest K. Fanfare Sint Cecilia
Dit jaar ook opgeluisterd met een familiebal met het orkest van Dany Rivers. (“DB”, december ’61)
1961 – 28 november : Zuster Maria Dominika (Melanie DE WIT) vanuit Coquilhatville (thans Mbandaka).
“…Valt er nu over Kongo nog veel te vertellen ? Er is wellicht nog nooit zoveel over Kongo gezegd en geschreven geweest als nu dit laatste jaar in radio en dagblad. Moest ‘met praten en plan trekken’ de toestand te redden zijn, dan was iedere Kongolees daartoe in staat, want achter woorden moet een neger niet zoeken. En zijn plan trekken kan die beter dan wie ook, zelfs aan de kinderen is dat ingeboren. Hier een klein staaltje : een lief, leergierig meisje wou de eerste zijn om haar les goed te kennen. Maar ja in de klas gaan voor de bel gaat, om rap de les af te schrijven dat mag niet. Tafel of bank buiten om haar boek op te leggen is er niet. En met het boek in de hand schrijven voor een kind van het eerste studiejaar ging al evenmin. Dan er maar wat anders op gevonden. Ze ging een ander meisje zoeken die heel bereidwillig wou helpen en gebukt ging staan zodat de andere met alle gemak haar schrijfboek op de rug kon leggen even goed en gemakkelijk als in de klas op haar lessenaar. Zo door het open venster had ze een beste gelegenheid om netjes de nieuwe les van het bord af te schrijven. Wie doet dit na ? Jammer genoeg zijn niet allen even leergierig en heb ik onder mijn 42 leerlingen ook een paar waar niets in te krijgen is. Als ik hen dan in het Vlaams eens zeg ‘Kom hier mijn dommerikske’ dan hebben de anderen al heel wat plezier. Zelfs al verstaan ze niet wat er gezegd wordt toch voelen ze heel goed aan dat het nu wel precies geen complimentje is. Al zijn ze niet allen even slim toch beleef ik nog veel vreugde aan die kinderen. En laat ons hopen, dat zij die de toekomst van Kongo zijn, mogen helpen aan de heropleving van dat schone en zonnige land. Zuster M.Dominika (Melanie De Wit).” (DB, januari 1962)
1961 – 29 november : Bromfiets gestolen
De bromfiets van Fr. Van Riet uit Leest die geparkeerd stond aan de herberg Kreiss in de D. Boucherystraat werd door een onbekende gestolen.
1961 – Decembernummer “De Band” : Nieuws van de K.W.B.
“Beste mensen, het heeft er gespannen in de KWB, beter gezegd, hoog gespannen ; dat was best te bespeuren dat het er spannen zou aan hen die naar het jaarlijkse teerfeest kwamen, feest dat een aanvang nam met een vertraging van ¾ uur ; spijtig ’t was te veel ! De beentjes werden onder tafel gezet en de spanning kwam dan maar eerst goed zichtbaar tot uiting wanneer de warme en lekkere soep werd opgediend. Het plantaardig mensenvoedsel, alias patatten, kwam aan de beurt, met het daarbij horende vlees en saus en tussen beiden in gaf de Voorzitter een klein pleidooi ten beste, en dan wel inzonderheid wat de studiekringen aanging met de reeds aangekondigde onderwerpen : a) de wegcode, b) de televisie en onze kinderen (zeer waarschijnlijk door Liesje Moerlandt). Wat dan gebeurde was wel zeer interessant voor de deelnemers, nl. de kennisgeving over de krotwoningen te Leest enz. Wat niet zo “krot” was, was wel de kip die bijzonderlijk in de smaak viel en dan zo piekfijn bereid door de kooksters. En hoe zou een “souper” beter besloten worden dan met een “pateeke” overgoten met een sauske, ja maar…pas op…met een sauske te dezer gelegenheid bereid en opgediend door de E.H. Proost, die als onderwerp voorzeker geen betere keuze kon doen dan te spreken over de “NAASTENLIEFDE” en meteen allen overwonnen en gewonnen had door de zaakrijke en klare behandeling ervan. Of dat er de oorzaak van geweest is, kan moeilijk achterhaald of ontsluierd worden, maar één ding staat vast, dat nog menig glaasje werd geschonken, geklonken en gedronken en met een ferme dans en een gulle lach werd deze welgeslaagde feestavond besloten even voor een nieuwe dag was aangebroken. Het was voor de zoveelste maal een uitdrukking van samenhorigheid, kenmerk van de KWB. E.P.”
1961 – Vrijdag 1 en zaterdag 2 december : Sinterklaas bezocht de kinderen van Leest
Door de zorgen van de KWB bracht Sinter Klaas een bezoek aan de Leestse kinderen. (DB)
1961 – 3 december : Toneel Rust Roest. Opvoering van “Sloep zonder Visser”
Een stuk in drie bedrijven van Alejandro Casona. Met gastoptreden van de Mechelse Berta Willems. Regie : Alfons Hellemans. Gazet van Mechelen (van 8/12/1961) : “…De toneelkring “Rust Roest” dient geluk gewenst met de keuze van dit stuk en voor de wijze waarop het werd opgevoerd. Regisseur A. Hellemans had zijn medewerkers stevig in de hand. Aan de flinke leiding te danken dat een hoogst voortreffelijk geheel bekomen werd. De grootmoeder (Berta Willems) was het gedroomde type. Haar dictie, haar mimiek, haar stijlvolle doch volkse houding maakten een diepe indruk. Beschouwen we dan in één adem de gezusters Frieda (Agnes Polfliet) en Stella (Lutgarde Hellemans). Beiden brachten het er niet slecht vanaf met hun zware opgave. Van Stella hadden wij ietwat meer gevoel en charge gewild doch allebei dienen geprezen om hun vertolking die belooft voor de toekomst. De zakenman Richard Jordan (Leo Hellemans) was de geknipte figuur voor deze rol. Zijn mimiek en stijlvolle interpretatie waren daarvan getuige. Prachtige dictie. Marko, de echtgenoot van Frieda (Fr. Van Neck) was het zeer geslaagde type van de ruwe zeeman…Vlot spel. Als procuratiehouder zagen wij hem minder graag als type. De heer in ’t zwart (Eddy Beterams), goed getypeerd. Vlot type en prachtige dictie. Noemen wij dan nog de directeur van de bank (Hubert Selleslagh), Henriette (Denise Leukemans) en Jean (Frans Teughels), die door hun bijdrage geen mis figuur sloegen bij deze zeer geslaagde opvoering. Het decor in het eerste bedrijf vonden wij te simplistisch, in 2 en 3 daarentegen was het ten zeerste verantwoord. De belichting was wel het zwakste punt in deze opvoering en dient beter verzorgd. Wij wensen “Rust Roest” veel succes in de toekomst, daartoe zijn zij in staat. (R.N.)”
Afbeeldingen :
-Zuster Maria Dominika (Melanie De Wit) schreef vanuit Coquilhatville (Kongo).
-De bezetting van “Sloep zonder visser”, v.l.n.r. : Eddy Beterams, Hubert Selleslagh, Lutgard Hellemans, Frans Van Neck, Frans Teughels, Alfons Hellemans, Agnes Polfliet, Rafaël Selleslagh en Denise Leukemans. Onder : Leo Hellemans.
“Lenteparade”, deze kleurenfilm werd vertoond in “Ons Parochiehuis” om 19u30. Korte inhoud : “Stanzi komt te Wenen werken in de bakkerij van haar tante. Zij wordt verliefd op een van de muzikanten van het korps Grenadiers. Hij componeert voor haar een heerlijke melodie en Stanzi legt het manuscript ervan tussen een van de broodjes die haar tante aan de keizer levert. De Keizer is voor de zaak gewonnen, de jonge toondichter wordt aan hem voorgesteld en zal zijn geliefde huwen…” (DB, november ’61)
1961 – 1 november : Dodenhulde
Woensdag 1 november had naar jaarlijkse gewoonte de dodenhulde plaats. Onder het spelen van een treurmars, dit jaar door de Koninklijke fanfare Sint Cecilia, ging het naar het gemeentekerkhof alwaar een redevoering werd gehouden door een afgevaardigde van de Oudstrijders. De dodenhulde werd door een talrijk publiek bijgewoond, evenals het lof. (DB)
1961 – 4 november : Chinees Bal van St.-Cecilia
Op zaterdag 4/11/61 organiseerde de Koninklijke Fanfare Sint Cecilia in de zaal bij de weduwe Huybrechts een Chinees Bal. Toegangsprijs : 50 fr. Het orkest “Bavaria” zorgde voor de leute.
In openbare zitting vergaderde de gemeenteraad van Heffen onder voorzitterschap van burgemeester Arthur Huys. Goedkeuring kwam er voor het ontwerp verbouwing steenweg op Leest. Dit ontwerp beoogde de verbreding en rechttrekking van de steenweg op Leest. De werken zijn gemeenschappelijk uit te voeren met de gemeente Leest. Heffen zal de leiding van de werken op zich nemen.
1961 – 11 november : Diefstal draadaanspanners voor weideafsluiting
Langs het spruitenveld in de Hertstraat van landbouwer Ludovicus Polspoel (°Heffen,10/6/1908, wonende Blaasveldstraat 1) waren 10 draadaanspanners voor zijn weideafsluiting gestolen, alle doorgeknipt en verdwenen. Ze hadden een waarde van 32,5 frank per stuk. (VVH)
1961 – 11 november : Soldaat Paul POLSPOEL vanuit Euskirchen
“Ik ben dus in Transit op 3 november in Turnhout binnengekomen, dit betekent dat we na een dag verlof thuis op 8 november naar Duitsland vertrokken zijn. Ik lig hier dus bij de schoolbatterij van de Artillerie in Euskirchen. Tot nu toe hebben we van niets te klagen, zeker niet van het eten. De slaapgelegenheid is wat minder omdat we met 40 man in een zaal liggen, maar het is toch gezellig. We zitten hier voor het ogenblik met een stijve rug en schouders, wegens de 2 eerste pikuren, die we vanmorgen ontvingen. De kazerne is zeer modern ingericht. In de meeste kamers staan maar zes bedden. Onze zaal is maar iets voorlopig, tot er een deel afzwaaien. De beste groeten aan Milac, alle kennissen en Leestse soldaten”.
-Paul Polspoel vanuit Euskirchen, 6/3/1962 : “Eerst en vooral wil ik Milac danken voor het zeer nuttige geschenk dat ik mocht in ontvangst nemen. Wat heeft een soldaat al weer meer nodig dan papier, omslagen en een stylo (geld buiten beschouwing gelaten natuurlijk). Na het verstrijken van twee maanden opleiding ben ik terecht gekomen bij de Batterij Commandant als batterijbediende. Terwijl de anderen buiten op oefening zijn in sneeuw, regen en vrieskou zit ik hier achter mijn schrijftafel, soms te werken, maar meestal niets te doen. Maar gezegd zoals het is, bij het leger is er toch nog geen enkele gestorven van hard werken geloof ik. Ik heb hier dus van niets te klagen. Ik zit hier goed warm, het eten is uitstekend en van vervelende wachtmeesters en ander ongedierte heb ik geen last. Wat moet ge nog meer hebben. Ik neem nu afscheid met mijn beste groeten aan heel het Milac bestuur en aan al mijn Leestse vrienden.”
-Paul Polspoel (DB, december ’62) : “Langs deze weg bedank ik voor de laatste keer “Milac” voor de tijdschriften en het Parochieblad dat ik regelmatig ontving tijdens dit afgelopen jaar. Mijn legerdienst is de 27ste oktober versleten, het burgerleven zal dan nu beginnen. Nogmaals een hartelijk dankwoord.”
Paul Polspoel is een zoon van Frans en van Stefanie Maes uit de Vinkstraat en een broer van de schepene Edmond. Hij werd te Leest geboren op 24 september 1941 en huwde met Victoire Maes. Paul overleed onverwacht thuis te Leest op 17 november 2020.
1961 – 15 september : Overlijden van Lodewijk Maria BETERAMS
Hij was te Mechelen geboren op 5 maart 1871 en de weduwnaar van Maria-Elisa Wolf. Hij overleed te Leest op 15 september 1961. De plechtige koorlijkdienst vond plaats op maandag 18 september te 10 uur in de parochiekerk van Leest. De begrafenis op het stedelijk kerkhof van Mechelen. Vereniging aan het sterfhuis, Dorpstraat 34 Leest te 09u30. (Advertentie in GvM, 18/9)
1961 – 19 september – G.V.M. : Auto geslipt
“In de tunnel op de Leuvensesteenweg te Mechelen slipte de auto van Van den Broeck, wonende Juniorslaan, Leest, en kwam tegen een afsluiting terecht. De voerder werd met kwetsuren aan de schouders naar het O.L. Vrouwhospitaal overgebracht.”
1961 – 23 september – G.V.M. : Het Mechelse goed voorzien van veldritten
“De B.W.B. maakte een eerste lijst bekend van de veldritten voor het seizoen 1961-1962. Wat de crossen met internationale deelname betreft werd Leest vermeld waar de gebroeders Piessens, ondanks het zware financiële verlies van vorig jaar (herinner u maar het noodweer van verleden jaar, toen er welgeteld 400 betalende toeschouwers René De Rey zagen winnen tegen wereldkampioen Rolf Wolfshohl) dit jaar opnieuw met de ’internationalen’ spelen en dit op 3 december.”
1961 – 24 september : Pastoor J.K. Peeters overleden en begraven te Leest
Pastoor Emeritus Jozef K. Peeters van Melsbroek overleed op 24 september te Mechelen. Hij was aldaar geboren op 28 april 1883. De plechtige uitvaartmis -met gelegenheid tot communiceren en gevolgd van de bijzetting op het kerkhof van Leest- werd gecelebreerd in de metropolitaankerk van Sint-Rombouts te Mechelen op donderdag 28 september 1961 te 11 uur. Bijeenkomst in de kerk Lange Schipstraat 47 Mechelen. (Advertentie GvM, 26/9)
Zijn vader, Joannes Peeters x Joanna Catharina De Maeyer, was een broer van Anna Francisca x Joannes Franciscus Van Moer uit het Brughuis in Leest.
1961 – 3 oktober : Grote Vee- en Paardenjaarmarkt te Mechelen
De stad Mechelen steunde deze jaarmarkt met bekers, medailles en voor 35.000 frank aan prijzen. Onder de juryleden vonden we de naam terug van Victor De Laet uit Leest. (Foto onderaan) In de 4de categorie stieren met tanden was er een eerste prijs weggelegd met zilveren eremetaal voor V. Schaerlaeckens uit Leest. (Eveneens foto onderaan) V. Schaerlaeckens won ook de ereprijs van de stad Mechelen voor de schoonste stier in de categorieën 5 en 6. (G.v.M., 4/10)
1961 – 4 oktober – G.v.M. : Inbreker verjaagd
Tijdens een der vorige nachten poogde een onbekende zich toegang te verschaffen tot de woning van Jan De Boeck, Winkelstraat 8 te Leest. De dader werd in zijn bezigheid gestoord en moest onverrichterzake de vlucht nemen.
1961 – 15 oktober : Kleine Landeigendom
Op zondag 15/10/1961 had om 10u30 een vergadering plaats in de zaal St.-Cecilia. Deze bijeenkomst werd belegd met het doel alle belangstellenden op de hoogte te brengen inzake “opruiming” krotwoningen, “bouwen of kopen” van kleine landeigendommen, “bouwpremiën” e.a. en ook de “drinkwatervoorziening” in de gemeente. Het initiatief was genomen door het gemeentebestuur. (GA)
1961 – 26 oktober – G.v.M. : Erg werkongeval te Battel
“Een werkongeval dat ten slotte nog tamelijk goed afliep had gisteren even voor de middag plaats op de bouwwerf bij de firma Teughels aan de Battelberg waar momenteel vergrotingswerken aan de gang zijn. Op zeker ogenblik begaf de stelling waarop 3 mannen hadden post gevat. Het betreft hier Maurits Teughels zoon van de uitbater, Marcel Spinnael uit Leest en Alfons Huys uit Hemiksem. Alle drie stortten met de stelling naar beneden en liepen kwetsuren op. Zij werden ter verpleging naar het O.L. Vrouwgasthuis overgebracht vanwaar ze echter na een eerste verzorging huiswaarts keerden.”
1961 – 29 oktober : Viering Kristus Koning
“Naar jaarlijkse gewoonte viert de Chiro het Feest van Kristus-Koning. Terzelfdertijd wordt het ook het Oudersfeest, want op die dag nadat openlijk hulde wordt gebracht aan de Koning der koningen, worden de ouders uitgenodigd om een verbroederingsfeest bij te wonen. Door deze praktische contactname met de ORGANISATIE ZELF, zullen zij kunnen vaststellen wat de Chiro voor hun jongens te betekenen heeft, en meteen het stilzwijgend antwoord vinden op de vraag die door onwetenden-misschien-zo-vaak gesteld wordt “waarom zouden w’er onze jongens er heen sturen” en meteen zelf uitmaken dat de Chiro de enige, werkelijke jeugdbeweging op onze gemeente is, waaraan de jongens met gerust gemoed mogen toevertrouwd worden. Het heeft heel wat inspanning gevraagd om van dat feest, want dat is het dan toch, gestalte te geven en zo aangenaam mogelijk te maken, en zulks met de dikwijls beperkte middelen waarover kan beschikt worden. De verzekering kan echter gegeven worden dat men achteraf zal terugdenken aan wat in een minimum van tijd verwezenlijkt geworden is, en dat dan ook, dank zij eenieders medewerking. Voor elk der afdelingen Chirojongens is een taak opgelegd, en ieder van hen zal er fier op gaan eens te hebben mogen bewijzen wat kan bereikt worden, in een beweging waar allen één zijn. Ouders en Chirojongens zullen ook het innerlijke wat kunnen versterken, ook daarvoor is gezorgd, en wie de gelukkige winnaars van de voorhanden zijnde prijzen zullen worden, kan slechts overgelaten worden aan de nummertrekking van de tombola-biljetten, want ja, zonder tombola zou het alleszins niet gaan,…en de prijzen moeten weg. De Chiroleiding en uw jongens verwachten u allen op hun Kristus-Koningsfeest op zondag 29 oktober a.s., feest dat doorgaat in het “Parochiaal huis”. Viert allen mee het Kristus-Koningsfeest, de Koning van het Heelal ! Wij zijn een zingend volk ! Wij zijn een Vlaams volk, maar wij zijn boven alles een KRISTEN VOLK ! L.V.”
Het verslag verscheen in “De Band” van november : “Op zondag 29 oktober kwamen alle bestaande organisaties samen aan het kapelleke van de Juniorslaan en begaven zich in optocht langs de Dorpstraat en het Dorp naar de kerk. Voorafgegaan door de Oudstrijders met vaandel en de Koninklijke Fanfare Sint Cecilia volgden dan de kinderen van de gemeenteschool, de B.J.B., K.W.B., Kruistochters, Landelijke Jeugd, Vrouwengilde en Chiro om de stoet te laten besluiten door de Koninklijke Fanfare Arbeid Adelt. Tijdens de optocht werden om beurten marsen uitgevoerd door beide muziekkorpsen. Onder het lof had de toewijding aan Kristus Koning plaats en werd door de Chiro een feestnamiddag gegeven in het parochiehuis.”
Foto’s :
-Gewezen burgemeester Victor De Laet was jurylid op de grote Vee- en Paardenjaarmarkt te Mechelen.
-Twee prijzen waren er weggelegd voor Victor Schaerlaeckens.
1961 – 14 september : Overlijden van Johanna DIDDENS begijntje uit Leest
Johanna Diddens was te Leest geboren op 8 oktober 1872 als dochter van Joannes Franciscus (°1825, +1906) en van Joanna Catharina De Maeyer (°1942 +1916) uit de Kleine Heide. Ze had een zus, Melanie Diddens (°Leest 21/8/1868, +Leest 21/10/1907) die gehuwd was met Charel Van Praet (eerste echtgenote). Ze trad in ’t Convent St.-Sophia op 29 mei 1919, werd gekleed op 7 juni 1920 en gesteed op 16 januari 1921 in het Groot Begijnhof van Sint-Amandsberg. “Ik heb U gezocht, o Heer, en ik ontmoete U in alles wat U me schonk : Het leven, mijn roeping, uw genade en uw liefde en uw verblijf in mijn ziel vooral door de H. Communie. Ik verlang het besef en behoud van dit alles, tot Gij me roepen zult”. Dit was de bede van onze duurbare Zuster-Begijntje Diedens. Dit was de uitdrukking van haar stemming tegenover haar Jezus. Ook Onze Lieve Vrouwke was haar bestendige bron van hulp en troost. Ze was in de loop van haar gezond leven steeds blijmoedig, eenvoudig, wel geaard en was aldus een goede zuster midden haar medezusters. Ze leefde oprecht voor God en het welzijn van velen. Indien de ziekte der laatste tijden haar niet altijd toeliet juist te oordelen over ’t vergankelijke van dit tijdelijk leven, bleef ze toch immer ten volle aan haar God, aan wie ze alles had geofferd. Met het overlijden van deze duurbare Zuster verliezen we weer een goed begijntje dat ons evenwel niet verlaat, vermits ze voortdurend bij God voor ons zal bidden uit dankbaarheid voor alles wat we voor haar hebben gedaan.Vergeten we haar ook niet in onze gebeden. H. Hart van Jezus en van Maria schenk haar de Eeuwige Vrede der kinderen Gods. (Uit haar gedachtenisprentje)
Het Groot Begijnhof van Sint-Amandsberg Het Groot Begijnhof van Sint-Amandsberg is een begijnhof in de gelijknamige gemeente nabij de stad Gent. Het begijnhof werd net buiten het centrum opgetrokken in 1873-74 toen het Oud Groot Begijnhof Sint-Elisabeth in het centrum van Gent werd verlaten. Moeilijkheden met de stedelijke overheid lagen aan de basis. Hertog Engelbert August van Arenberg kocht een terrein op de Sint-Baafskouter waar men in 1873 begon met de bouw van een volledig nieuw begijnhof. Het werd volledig planmatig aangelegd, ontworpen door architect Arthur Verhaegen en baron Jean-Baptiste de Bethune ontwierp de begijnhofkerk. In een tijdspanne van twee jaar werd het begijnhof opgetrokken. Het is het enige neogotische begijnhof in Vlaanderen. Het totaalbeeld doet denken aan een middeleeuws stadje. Achttien ondernemers en 600 arbeiders werkten er gelijktijdig aan. Op 29 september 1874 werd het begijnhof met een groots feest in gebruik genomen. De kerk was klaar op 28 september 1875 en werd de volgende jaren verder ingericht. Ongeveer 600 begijnen en een honderdtal dames namen er hun intrek. Het begijnhof werd aangelegd op een terrein van acht hectare. Het telde drie pleinen met er rond acht straten waarlangs tachtig huizen en veertien conventen werden gebouwd. Daarnaast bezat het begijnhof nog een groothuis, een infirmerie, een kapel gewijd aan Sint-Antonius van Padua en centraal een grote neogotische driebeukige kerk, gewijd aan de Heilige Elisabeth, Heilige Michael en de Heilige Engelen. Het begijnhof was ommuurd en had twee toegangspoorten. Alle huizen en conventen, met uitzondering van het groothuis, beschikten over een voortuin en waren omsloten door een muur. In nissen boven of naast de poortjes in deze tuinmuren stonden heiligenbeelden. Vanaf de oprichting in 1234 in Gent tot in 1796 was de begijnengemeenschap eigenares van het Hof. Daarna kwam het in handen van de commissie van Burgerlijke Godshuizen. Na de verhuizing naar Sint-Amandsberg in 1874 werden de hertogen van Arenberg, als belangrijkste geldschieters, de nieuwe eigenaars tot na de eerste wereldoorlog, toen de staat al hun Belgische goederen in beslag nam. Op 15 januari 1924 werd de vzw Begijnhof Sinte-Elisabeth opgericht voor Charles Van Goethem, notaris te Sint-Amandsberg. De oprichters waren de pater Désiré-Joseph Boen, dominicaan en directeur van het Groot Begijnhof en samen met hem achttien begijnen waaronder Juffrouw Constancia-Philomena Raes, de toenmalige Grootjuffer van het Begijnhof. De negentien stichtende leden formuleerden het doel van de vereniging als volgt: -het betrachten en beoefenen der christelijke volmaaktheid door het gemeenschappelijk of afzonderlijk leven volgens de statuten en gebruiken van het Groot Begijnhof; -het uitoefenen van alle werken van barmhartigheid binnen of buiten het Begijnhof; -binnen en volgens de gewoonten van het Begijnhof goedkope woning of inwoning bezorgen aan christelijke vrouwspersonen. De vzw werd in 1925, een jaar na de oprichting, eigenares van het Groot Begijnhof. Dat is ze tot vandaag gebleven ook al zijn er geen begijnen meer die in de raad van bestuur zetelen of lid zijn van de algemene vergadering. Vanaf de jaren 1930 begon het aantal begijnen sterk terug te lopen. In 1950 trad Margriet Schaeck in, ze zal de laatste zijn. In 1965 waren er nog 75 begijnen, in 1972 waren ze met 45 en in 1987 restten er nog 10. De laatste Grootjuffrouw trok zich op 1 november 2002, na 40 jaar aan de leiding, terug in een home, ze stierf op 20 januari 2003. De allerlaatste begijn van het Hof, Alice Maenhout, verbleef al geruime tijd in een rusthuis en stierf er op 25 augustus 2003. In 1994 werd het begijnhof als monument en als stadsgezicht beschermd en in 1998 werd het een van de begijnhoven van Vlaanderen op de werelderfgoedlijst van Unesco. Nadat de laatste begijnen gestorven waren kregen de gebouwen geleidelijk aan andere functies bij particulieren. Zo vinden er thans ook diverse verenigingen en instellingen, vooral uit de maatschappelijke sector, een onderkomen.
Iets over Begijnen
De novice begon haar opleiding met de opname in een convent; de minimumleeftijd was 16 jaar. Ze droeg een novicekleed (in ‘tswaerte). De novicemeesteres zorgde samen met de conventoverste voor het aanleren van de Regel van de Begijnen: een geest van gebed en naastenliefde, nederigheid, versterving en werkzaamheid. Na minstens één jaar kon de novice toestemming vragen tot het “Kleedsel”. Tijdens een plechtigheid in haar convent ontving ze het begijnenkleed. Zes maand later kon ze tot het “Steedsel” aanvaard worden. De Grootjuffrouw had hierin altijd de beslissende stem. Bij het Steedsel, te vergelijken met de ‘professie’ van een religieuze, beloofde zij de Regel en de Gebruiken van het Hof te onderhouden. Het Steedsel gaf haar het recht om te wonen in het Hof (haar ‘stad’). Nu was ze pas volledig begijn. Bij deze plechtige viering, eerst in de kapittelzaal van het Groothuis, gevolgd door een dienst in de kerk, droeg de begijn een steedselkroon. Een begijn legde een gelofte van gehoorzaamheid aan de Regel en Gebruiken van het Hof af, tegenover de Grootjuffer. De bevraging van de kandidaat begijn luidde als volgt : Grootjuffer: “ gij verzoekt dus de gunst in dit Hof als begijn te leven. Weet dus dochter dat wij u aanvaarden tot de steding in dit Hof, mits de volgende voorwaarden : wees stipt gehoorzaam, leeft in maagdelijke zuiverheid; blijf getrouw aan Regel en gebruiken van ons Begijnhof. Dochter zeg mij of gij voornemens zijt zoolang gij van de steding in dit Hof geniet, dit alles getrouw te onderhouden Antwoord: “ Ja Grootjuffer met Gods genade “. In tegenstelling tot kloosterlingen legden ze geen eeuwige gelofte af, enkel de gelofte van gehoorzaamheid en zuiverheid, niet van armoede want het leven van een begijn was “kerken en werken”. Mits toestemming van de Grootjuffer kon iedere begijn na minstens zes jaar in een convent gewoond te hebben een huis huren of kopen en vaak bracht ze daar haar hele leven door. Toen er nog uitsluitend begijnen en vrome dames het Hof bewoonden, was er reeds een beperkte Hofgids in omloop deels getypt, deels handgeschreven. Elk huis had twee tot vier bewoonsters met welomschreven taken voor het onderhoud. Het algemeen reglement was erg streng wat het uitzicht van de woningen betrof, stipuleerde dat elkeen in huis bleef na 21 uur en waarschuwde de wereldlijke bewoonsters tegen het gevaar van manspersonen. Na 21 uur werden de Begijnhofpoorten op nachtslot gedaan. Na dit uur ging niemand meer buiten noch binnen. Hoe de Leestse Johanna Diddens daar is terechtgekomen blijft voorlopig een raadsel. Nog meer raadsels rijzen er op na het lezen van haar gedachtenisprentje. (Bronnen : de officiële site van het Grootbegijnhof Sint Amandsberg, Wikipedia en Lieve Huysmans.)
Bijgevoegd : -Het gedachtenisprentje van de Leestse begijn Johanna Diedens. -Het groot Begijnhof van Sint-Amandsberg op een oude postkaart. -Recenter beeld van het Begijnhof van Sint-Amandsberg. -Een Begijnhofreglement.
1961 – 29 augustus : Dronken bestuurder bedreigt garde met mes
Midden in de Kouter versperde rond 22u30 een lichte vrachtwagen alle verkeer. De bijgeroepen veldwachter, Victor Van Hoof, vond de bestuurder dronken en ruggelings uitgestrekt op de bank in zijn onverlichte voertuig. De bestuurder weigerde zijn voertuig te verlaten en toen de garde hem wou dwingen greep hij naar een mes, onderwijl bedreigingen uitend. De garde riep de hulp in van zijn collega Mampaey uit Heffen en samen slaagden ze er in hem naar de “gemeentelijke veiligheidskamer” over te brengen. De man, een opkoper van oude metalen uit Willebroek, weigerde de bijgeroepen dokter Stuyck bloed te laten afnemen. Hij bleef een nachtje ontnuchteren in “den amigo”. Zijn voertuig werd door garagehouder Ceuppens naar het gemeenteplein overgebracht, zijn (zak)mes in beslag genomen en proces verbaal opgemaakt. (VVH) ( Foto’s onderaan)
1961 – 29 augustus – G.v.M. : Leest zendt zijn zonen en dochters uit
“Op vrijdag 25 augustus ll. vertrok onze dorpsgenoot Jan Verbruggen naar het noviciaat van Witte Paters van Afrika te Varsenare bij Brugge. Eerw. Zuster Marie Rombout reist, na een kort verlof, voor de tweede maal af naar haar Kongomissies op dinsdag 29 augustus a.s. Te dier gelegenheid deed zij een omhaling in de kerk, die de schone som van 12.045 frank opbracht. Donderdag 31 augustus a.s. vertrekt eerw. broeder Romain, geboren te Leest en vergrijsd in de missies, in zijn 65ste levensjaar opnieuw naar zijn missiegebied in Canada. Op 8 sept. a.s. doet een andere dorpsgenote, nl. Georgette Daelemans, haar intrede in het klooster van de Eerw. Zusters Norbertinessen te Duffel. Hierbij mogen we nog vermelden dat onze parochie ook een kandidaat heeft voor het St.-Jozefsseminarie, die hoopt op 15 sept. a.s. te kunnen binnengaan. Leest is fier op die vijf door God uitverkozenen evenals op de 17 andere priesters en zusters van onze parochie die op verschillende terreinen zich gans wegschenken aan God en de zielen. Aan eerw. zuster Marie-Rombout en Eerw. Broeder Romain, wensen wij een voorspoedige reis en een rijkgezegend en vruchtbaar apostolaat. Aan onze drie dorpsgenoten die nu hun intrede doen, wensen wij een moedig begin en een trouwe volharding op de heilige levensweg die zij gaan betreden. Aan alle 22, de besten onder ons, zeggen wij heel oprecht de steun toe van een vurig gebed en we durven hen ook vragen, dat zij af en toe, in hun gebed en offer, ook eens aan ons dorp zouden denken om te bidden opdat Leest altijd zijn schoonste kinderen waardig zou blijven, zodag het nog veel de zieken zou mogen schenken.” (Foto’s onderaan)
1961 – September – “De Band” : Nieuws van de Landelijke Jeugd
“Met het nieuwe schooljaar, beste lezers, werd ook in de jeugdbeweging een nieuw werkjaar ingezet. Het vorige is afgesloten, het kamp was er een bekroning van. En als we alles eens goed overwegen, dan werd er in de loop van dat jaar zeker goed gewerkt aan het jonge boompje van twee lentes dat “Landelijke Jeugd” gedoopt werd. Maar wat zijn we met een stijlvolle groep, met prachtige lokalen en kostelijke spelen, als we op het einde van zo’n jaar niet allemaal een beetje meer mens zijn geworden, een beetje beter van hart en schoner naar ziel; meer bekommerd om het geluk van anderen, en meer bewust van onze grootse taak in katholieke actie ? En we vragen ons nu af, hebben we ook dàt bereikt ? Hebben onze Zonnebloempjes en Madeliefjes gesnapt waar we naartoe willen, en hebben ze er allemaal, in alle eerlijkheid hun best voor gedaan ? …Misschien wel, maar waarschijnlijk niet genoeg, en daarom wordt het deze maand weer een moedige start naar hogere toppen. Doch alleen gaat het niet, met weinigen ook niet, maar SAMEN zullen we heel veel bereiken. Samen hebben we deze maand voor nieuwe leden gezorgd en samen hebben we onze hartelijkste welkomstgroet gezongen. Samen zijn we op tocht gegaan. Waar naartoe ? Naar de bloemenstoet te Mechelen. De beklimming van de St. Romboutstoren kwam er tenslotte ook bij te pas. Hemeltje, meer dan 500 trappen, was dat corvé. Maar het loonde werkelijk de moeite. Het panorama beneden ons werd een grappig zoekprentje. Ja, u kunt het geloven of niet, maar we vonden echt de toren van Leest, en heel ver, zelfs het atomium. Heerlijk was het daarboven hé mannen ! Maar kom, we moeten weer naar beneden, want naast ontspanning, is er eveneens de inspanning. Je weet wel, er is de zang van de Jeugdcommuniebond die moet ingeoefend worden en ons lokaal heeft een duchtige schrobbing nodig, en nog meer van die karweitjes. Zeg, gaan we dat eens dapper aanpakken ? Natuurlijk. WIJ DOEN HET SAMEN !! H.S.”
Foto’s : -Veldwachter Vic Van Hoof werd bedreigd met een mes. -De garde van Leest (rechts vooraan) met zijn Heffense collega Staf Mampaey (links vooraan) die hem ter hulp schoot. -Zuster Marie-Rombout (Marie Verbruggen) vertrok weer naar Kongo. -Broeder Romain (Karel De Laet) vertrok naar zijn missiegebied in Canada. -Zuster Karisia (Georgette Daelemans) deed haar intrede bij de Norbertinessen in Duffel.
Via Leest, Mechelen, Leuven, Tienen, St Truiden, Loncin, Luik, Herve, Aken, Eupen, Verviers, Pepinster, Chaudfontaine… (DB, juni ’61) Het verslag verscheen in De Band nr. 7 : “Begunstigd door een grijze overtrokken hemel werd precies om 4u55, met al de reislustigen, de motor aangezet en weg was de autobus, waarin ook een radioreporter had plaats genomen, speaker bereidwillig afgestaan door de gewestelijke zender “Winkelrois”. Pas een 10-tal minuten op weg werd door deze commentator een beeld opgehangen van de mooie landschappen, de weelderige bossen die een tapijt vormen over bergen en langs de dalen heen. Doorheen dit afwisselend natuurschoon ging het dan over de wiegende kasseien der “Battelse bergen” naar Mechelen toe. De stad van het “Pallieterbier” werd alras bereikt en het ging door Tienen –la ville sucréé-naar de fruitstad St Truiden waar de eerste halte werd gehouden om het innerlijke te bevoorraden, het was 6u40. Er werd dus afgestapt aan het “Café In de Safir” waar voor het vertrek het aldaar te bewonderen “Zandtapijt” kon bezichtigd worden. Of het interessant was, luister even : daar bevonden zich wandtapijten voorstellende “O.L.Vrouw en Bernadette”, “Genoveva van Brabant in het Woud”, “Prinses Josephine Charlotte”, “de H. Christoffel” en op de grond in groot formaat “Het Doopsel van Christus”, dat alles met kleurenzand vervaardigd, in één woord, buitengewoon, als men dan daarbij weet dat de maakster van het grondtapijt vier weken werkt om het klaar te krijgen en ze deze stiel reeds 30 jaar doet ! 7u25 naar Luik, over Loncin waar men nog de resten van het bekende Fort kan zien, en hoe dichter men Luik benadert kan men reeds de koolmijnen ontwaren met in de onmiddellijke omgeving de koolmijnwerkers-huizen, allen in dezelfde trant gebouwd; en ja, men bereikte Luik langs de Place St Lambert, om dan bergaf te gaan met voor zich een uitzonderlijk panorama, rondom in de hoogte gelegen en zo naar de Maas toe en de Ourthe waar deze laatste in de Maas vloeit. Volgende bestemming CHAUDFONTAINE langsheen het woud van “DE DODE PIJP”benaming ontstaan aan het feit dat destijds slachtoffers vielen door giftige uitwasemingen veroorzaakt door het wassen van wol ; verder op naar Verviers en dan ging het naar de “Afdamming van de Vesdre”, bezienswaardig, maar evenwel tijdsgebrek om de verschillende mooie wandelingen te kunnen maken gans beneden tussen beboste wegen. Steeds maar de baan 258 volgen en dwars door de eenmaal beroemde Siegfriedlinie-de anti-tankversperring, waarvan men vele resten ziet staan…naar Monchau !! (Foto onderaan) Een der schoonste natuurplekjes die men te bewonderen krijgt ! Gans in de diepte verheft zich boven de ingesloten huisjes, het kerktorentje, gesticht door de Paters Minderbroeders, en het interieur zelf enig, sober en overweldigend aan schoonheid met de kansel vlak boven een klein altaar. Monchau, het bijzonder druk bezochte stadje in het dal aan de Ruhr, ontzettend druk aan auto’s, autobussen en anderen die soms het verkeer voor lange tijd hinderen. De huisjes hebben grauwe daken ; ook bevindt er zich een kasteelruïne ; bossen stijgen uit de z.g. Haller uit en men ziet er een vervallen wachttoren en oude patriciërshuizen. Wat op te merken valt is, dat sommige huizen in de Laufenstrasse, uiterlijk de indruk verwekken dat de gevel scheef staat, maar zulks komt omdat de rechthoekige vlakken schuins af geverfd werden. Hier werd een ferme halt gehouden van 11u45 tot 14u30, eten en de ogen konden zich aan van alles gretig verzadigen ; hieraan moet ook een einde komen en het ging langs de baan naar Aken toe waar respijt gegeven werd tot 16u45. Aken is de meest westelijke stad van Duitsland. Zij is een kuurplaats met zwavelbronnen, en zij was de meest geliefde stad van Karel de Grote, die er in 814 stierf. De monumenten liggen er dicht bijeen. Op de Marktplaats staat het Stadhuis, gebouwd in de 14de eeuw. Nevens de Granusturm heeft men het restaurant “De Postkoets”. Langs de Krämerstrasse bereikte men de Domkerk waarvan het binnenste uit een koorgedeelte in gotische stijl bestaat alsmede een koepelgebouw voltooid in 805. Het binnenste van het koepelgebouw bestaat uit vier verdiepingen. Buiten de kerkschat heeft men de prachtige Karelschrijn ; het is een der beste werken van edelsmeedkunst. De rondgang der kerk was verboden daar er biecht werd gehoord en men kon slechts een vluchtige blik werpen in de “Scahtkamer” waarin men schrijnen zag staan. In groep ging het dan naar ja, ja…raad eens ? Naar de “Postkoets” langs draaiende trappen naar boven, en op die tweede verdieping werd een welverdiende “pot” gepakt, onder de strenge ogen van een stroeve kelner die wel onbehaaglijk aandeed, maar met de tijd wat soepeler begon te worden en al een “bitte schön” kon zeggen. En dan naar de afreis begonnen naar Luik toe, met een halte op de “Place du Marché” niet lang echter en direct naar St Truiden tot aan “De Sportwereld” als “interlude” en ja, ’t moest er van komen, over Leuven om een laatste verfrissing te nemen in “het Witte Huis” waar de laatste nieuwigheid kon aanhoord worden, maar dat alles belette niet dat tijdig de aftocht geblazen werd naar Leest, waar de doodvermoeide reporter iedereen dankte voor de geschonken aandacht tijdens zijn reportages gegeven..” 1961 – Zondag 6 augustus : N.C.M.V.-afdeling Tisselt-Leest ging op reis. Per autocar ging het naar de Kempen via Lier, Zandhoven, Westmalle, Turnhout, Retie, Mol (met noenmaal aan het Zilvermeer), Leopoldstad (door de koolmijnstreek), Beringen, Zonhoven, Bokrijk (domein), Hasselt, Diest, Scherpenheuvel, Averbode, Westerlo, Heist-op-den-Bergv en Mechelen. De prijs per persoon bedroeg 100 frank. (GvM, 8/7/1961)
Wij beperken ons tot die uit Leest : “1792 in ’t dorp ‘Den Keizer’, ‘Den Rooselaer’ en ‘Het Hoefijzer’, 1802 ‘Sint Sebastiaan’, 1892 ‘De Drij Koningen’ op de Heide.”
1961 – Zondag 27 augustus : Reis K. Fanfare Ste Cecilia naar Virelle
Verslag uit “De Band” van september 1961 : “Wanneer de mensen ter kerke togen, stonden groepjes deelnemers-sters vertrekkensklaar aan de dorpskom, wachtende op hen die door andere autobussen werden opgehaald om dan de vier genummerden in karavaan te plaatsen en de reis aan te vatten. ’t Was 7 u 10 en het ging naar Battel, eerst de Marcel (Noot : Verschuren, foto onderaan) en vrouw opgepikt, en weg over Mechelen naar Leuven. Op de weg alles stil, niet veel te noteren en van Leuven, na de afdaling van de beroemde Bullenberg rechts af naar Namen. Eens in de nabijheid van de hoofdstad der provincie Namen kon men vaststellen en aanvoelen dat men zijn intrede deed in hoog België, en de wonderen van de natuur zich meer en meer openbaarden aan ’s mensen oog, en dat ging mooier en mooier tot Dinant en daar was het “halt stoppen chauffeur”. ’t Was tijd ook, want, bij sommigen was er een innerlijk onweer hoorbaar, zodat verdere uitbarstingen moesten vermeden worden, en menig hapje werd verzet…en dan opgemonterd naar MAREDSOUS of reeds een afstand van plus minus 120 km van de Zenne ! Iedereen had hier de gelegenheid om de H. Mis bij te wonen, wat ook gedaan werd. De Hoogmis had plaats in de Abdijkerk der Paters Franciscanen, een groots gebouw met als ingang een ietwat Middeleeuwse stenen poort, en links op de koer een enorme Abdij. Over de kerk zelf is wel wat merkwaardigs te zeggen : vooreerst achteraan in de kerk stond een tafel overdekt met een witte doek, en daar stonden een paar rieten mandjes en een zilveren schotel, op deze laatste lagen hosties, en dan een aanduiding “leg uw hostie daarin”. Op dat ogenblik kon niet meer uitleg gegeven worden, maar zulks zou nadien wel tot iedereen doordringen. Na de Nutting werden deze hosties naar voren gebracht en voor de Priester op het Altaar neergelegd, zij werden gewijd en dan werden zij uitgereikt als Communie aan hen die hun hostie in het rieten mandje hadden gereserveerd. Anderzijds was er nog wat anders. In de kerken die wij tot nog toe bezochten stond de priester bij het H. Misoffer met de rug naar de aanwezigen ; hier stond hij met het aangezicht naar de gelovigen en nog meer, het altaar, gans in arduin, stond vooraan op het koor en daarachter het gestoelte waar de kloosterlingen hadden plaats genomen. Na deze kerkelijke dienst heeft men kunnen vaststellen hoe sociaalvoelend die mensen daar zijn ten overstaan van noodlijdenden, hoe spontaan zij hun penning toewierpen aan een noodlijdende die hen zeer dankbaar zal geweest zijn ! Bij het doorrijden der onderscheiden Waalse gemeenten wuifden de landslieden ons vriendelijk toe, alsof zij wilden zeggen “goede reis”. Zelfs de koeien genoten van een zalige rust in de weide en ’t werkte zo intens op het menselijk gemoed dat een reizigster aan de ontboezeming niet kon weerstaan en overtuigend zegde : “ik wou dat ik mij bij die koeien kon gaan neervleien !” De tijd stond niet stil en dan weer verder “non stop, recht door” naar Virelle doel der reis. Een brede ingang door een dreef met links het “meer”, een weinig bergop, rechts bossen…en dan een plein met in de achtergrond een “kiosk” en in rotsen heel in de hoogte een restaurant. Daar werd in samenwerking met het Gemengde Zangkoor een concert gegeven dat de meeste bijval mocht genieten van al de toeristen die daar van het heerlijke zonnetje kwamen genieten. Na het muzikale gedeelte was er vrijaf tot 18 uur. Het “MEER” waarvan hoger sprake is een plasje water dat amper “122 hectaren” oppervlakte heeft. Motor-, zeil- en roeiboten kruisten er door mekaar en weldra was de Leestse gemeente bezitster geworden van deze watervlek ! (Foto onderaan) Om er wat pracht bij te zetten bracht Antoine er een unieke serenade met zijn koperen pierement ; het klonk werkelijk schoon, het was of de tonen over het water gleden en de oren streelden, en alsmaar door wemelden de Leestenaren rond in de wiegende deining van hun bootje ! Spijtig…18 uur en het ging terug de baan op naar…Charleroi en dan de richting Waterlo…maar…te Gosselies, heel onverwacht, stapte men er af om daar de dansende “Gilles” te kunnen bewonderen en zo werd de aftocht geblazen om 20u15 naar Waterlo toe waar een verfrissing werd genomen, en waar de Juul en de Frans hun beste taalkennis ten beste gaven. Daar kon men nog nauwelijks de Leeuw van Waterlo door de duisternis ontwaren. Met weemoed verliet iedereen de grote plek van het café en in weinig tijd kwamen we terug toe in de Battelse bergen, waar ons de bus voorbijreed van andere dorpsgenoten, eveneens het einde van hun reis, zodat Leest terug compleet op het appel kon verschijnen, na een rit van plus minus 300 km. En wat nu over de reis zelve : heel eenvoudig, het was een schone reis, zij die iets wilden zien, hadden daartoe gelegenheid te over, en dat voorzeker de inrichters mogen gefeliciteerd worden voor het genomen initiatief. Vergeten we Armand Pien niet, die zorgde voor het goede weer, en werd als beloning benoemd tot…bestendig weermaker voor toekomstige reizen.”
Foto’s -Een blik op het prachtige Monchau. -Marcel Verschuren en zijn echtgenote Maria Van den Branden waren ook van de partij op de reis van de fanfare. -“Het meer van Virelle”.
1961 – 29 juli – G.v.M. : Maurits Van Camp staakt met koersen
“De eens zo beloftevolle nieuweling uit Leest, Maurits Van Camp, (alias Dourlens) die voor enige tijd, o.i. veel te vroeg overstapte naar de liefhebberscategorie, heeft er het bijltje bij neergelegd en is momenteel werkzaam in een metaalfabriek te Willebroek. Good-luck Maurits !”
1961 – 29 juli : Advertentie Gazet van Antwerpen
“V.W. luxe ’53 te koop. Bevragen Peeters Frans Vinkstraat 7 Leest of ruiling voor Opel Kapt.”
1961 – 31 juli : Overlijden van Gaston Emilius BUSSCHOT (foto onderaan)
Gaston Emilius Busschot was medestichter en erelid van de fanfare “Sint-Cecilia Leest”. Hij werd geboren te Leest op 21 november 1881 en overleed te Tisselt op 31 juli 1961. “De Band” van augustus : “De teraardebestelling van wijlen Gaston Busschot, sedert enkele tijd woonachtig te Tisselt werd door een zeer talrijke schare onzer gemeente bijgewoond. Door de K. Fanfare Sint Cecilia werd een reuzenkrans op zijn graf neergelegd, daar deze medestichter was van deze maatschappij en nog steeds ere-bestuurslid.” Zijn bidprentje : “Hij was een vrome christen en een toonbeeld van godsvrucht. Hij was tevens overbezorgd voor ons allen, hij, die zo gaarne zich zelf vergat, om in stille en nederige liefde zich aan het belang van ons allen te wijden. Hij stierf zoals hij had geleefd. Rustig bracht hij het offer van zijn leven. Zonder beperking aanvaardde hij Gods wil. Geen enkele klacht kwam over zijn lippen. Zijn dood scheen hem als een gebeurtenis die hij reeds lang met God had geregeld. Hij stierf in een gelukkige ouderdom, gekomen tot de volheid van zijn dagen. Onverdroten heeft hij zijn taak vervuld hier op aarde. Rechtvaardigheid en eerlijkheid stelde hij boven aardse goederen. Zijn aandenken blijft ons duurbaar. Dierbare kinderen en kleinkinderen, als kristen mensen weet u dat de dood voor ons allen slechts de overgang is naar een beter leven, ik zeg u niet vaarwel maar tot wederziens in het Vaderhuis. Leeft in vriendschap samen. Ik dank u allen voor uw genegenheid. We gaan voor elkaar bidden met de hoop op een gelukkig wederzien. Vaarwel.”
1961 – Augustusnummer “De Band” : Nieuws van de Koninklijke Fanfare Sint Cecilia
“De activiteit voor deze maatschappij gaat steeds voort. Te Weert bij Bornem heeft zij de kroning van de Visserskoning moeten opluisteren om daarna een wandelconcert te geven te Strombeek. Op zondag 27 augustus wed deze Fanfare uitgenodigd te Virelle, zulks in samenwerking met haar Gemengd Zangkoor.”
1961 – Augustusnummer “De Band” : Ongeval
“Het mistig weder was oorzaak van een ongeval dat één onzer dorpsgenoten overkwam. Door de mist misleid kwam Jan Spinnael (foto onderaan) uit de Dorpstraat in een gracht terecht en liep verschillende verwondingen op, zodat geneeskundige zorgen dringend nodig waren. Alhoewel alles zich bepaalde tot diepe vleeswonden was hij er zeer erg aan toe. Aan de sympathieke jongen kunnen wij slechts toewensen dat hij vlug en algeheel moge herstellen.”
Jan Spinnael werd te Leest geboren op 7 juni 1934 als zoon van Georges Spinnael en van Maria L. Verbruggen. Jan overleed in zijn huiskring op 19 juli 2004. Hij was gehuwd met Fransine Van Eekel die hem twee dochters schonk : Marina en Maggy Spinnael.
“Zijn leven was werken, trots en tevreden. Zijn einde was lijden, moedig en waardig. Eenvoudig en stil heeft hij geleefd. Hij kon zo dankbaar zijn voor de nabijheid en vriendschap van de medemensen. Hij was een braaf en goed mens. Wij zijn hem dankbaar om al de liefde, om zoveel bezorgdheid, om zoveel belangloze inzet, om zijn aanwezigheid, om duizenden dingen. Laat ons proberen de herinnering aan de goede man te blijven bewaren, om hem te laten voorleven in ons hart.” (Uit zijn gedachtenisprentje)
“Wij danken Maria Lauwens (foto onderaan) voor het toezenden van een zichtkaart vanuit Parijs, alsmede de Landelijke Jeugd voor een zichtkaart vanuit het Bivak-Centrum Sint Pieters Rode.”
(Noot : Maria Lauwens daarover in juni 2016 : “Ik had in het derde middelbaar meegedaan aan een kwis van een Franstalig maandblad FUSEE. Er waren twee soorten kwissen : eentje voor zestien plussers en eentje voor jongeren. De prijs was een helikoptervlucht naar Lille maar omdat ik nog geen 16 was mocht ik niet met de helikopter mee en toen hebben ze mij laten meevliegen naar Parijs met de ouderen. Ik herinner me dat nog zeer goed. We vlogen toen op Le Bourget en dat was toen nog een klein uur vliegen. Het was tevens mijn luchtdoop."
Maria Lauwens (°1946) is de jongste dochter van Jan en Mathilleke De Bruyn. Ze huwde met Willy De Roover (°Rijmenam 2/6/1946, +Hofstade 3/6/2020) uit Hofstade.
1961 – 3 augustus – G.v.M. : Ongeval op de Battelsesteenweg
Op de Battelsesteenweg te Mechelen gebeurde een ongeval tussen de bromfietser Karel Van der Sande uit Mechelen en de fietser uit Leest René Geets. Beiden werden hierbij licht gewond.
Foto’s :
-De medestichter en erelid van de fanfare Sint-Cecilia Gaston Busschot speelde er ook bugel.