De vroegere uurwerken van Eeklo
Deze uurwerken behoren nu tot onze KVVV-collectie!
Een overzicht: 'Uurwerken met een apart verhaal'

Wijzerplaat watertorenuurwerk: In het begin van de twintigste eeuw sloeg de bouwwoede toe bij de zusters Van Liefde aan de Zuidmoerstraat te Eeklo. Terwijl metselaars en timmerlieden koortsachtig werkten aan het ene complex, lagen de plannen voor een ander project al kant en klaar op de tafel. In 1901 startte de bouw van de nieuwe lagere school tegenover de Kaaistraat. In 1902 begon men in de tuin met de bouw van een watertoren voor interne waterdistributie. Door zijn hoogte en door zijn kuip met horloge werd dit bouwwerk een ware blikvanger voor de hele omgeving. Wanneer in 1967 het bovengedeelte van de watertoren werd gesloopt verdween de uurwerkklok uit het stadsbeeld. Eén van de vier wijzerplaten kwam in 1987 door tussenkomst van Antoine De Boever aan de buitenmuur te hangen van het Heemmuseum in het provinciaal domein Het Leen.
 Stadshorloge Op 1 juli 1878 werd begonnen met de afbraak van de oude St.-Vincentiuskerk. Hierdoor kwamen de bewoners van Eeklo zonder officiële stadshorloge te zitten. Horlogemaker Seraphien Minne kreeg dan ook de opdracht van het Eekloos stadsbestuur om een horloge te plaatsen in het driehoekig fronton van de stadhuisgevel. De wijzerplaat werd vervaardigd uit glas waarachter gasverlichting werd aangebracht. Nu kon men ook 's avonds zien hoe laat het was. Bij de grote uitbreiding van het stadhuis in 1931-32 verdween het stadsuurwerk uit de gevel en werd zorgvuldig bewaard door de familie Minne en later geschonken aan het Heemmuseum van Eeklo.

Slingeruurwerk Polydoor Lippens Eeklonaar Polydoor Lippens woonde te Brussel in de Kruisvaartenstraat 31. Lippens was verbonden aan het ministerie van verkeerswezen. Hij was aangenomen als elektricien en werktuigkundige. Toen in 1835 de eerste trein reed op het vasteland van Brussel naar Mechelen was onze stadsgenoot bij de notabelen die deze eerste treinreis meemaakten. Van 1850 tot 1886 werkte hij voor de Belgische spoorwegen. Jarenlang werden de vertrekuren van de treinen in het Noordstation te Brussel geregeld bij hem thuis. Hij had namelijk een uurwerk gemaakt dat heel minitieus werkte en waarop de spoorwegklok in het station werd afgestemd. Deze moederklok van de Eeklose uitvinder en wetenschapper werd later geschonken aan het Eekloos Heemmuseum door Mevrouw Marie-Louise Vermast, achternicht van Polydoor Lippens.

De Galletklok Charles-Joseph Gallet was afkomstig uit Moustier-sur-Sambre en vestigde zich na zijn huwelijk in een woning aan de Markt in Eeklo. Hij woonde daar vanaf 1885 tot hij in 1914 zijn intrek nam in een huis in de Brugsestraat. Daarna ging hij zijn geluk beproeven in de Boelare. Uiteindelijk kwam hij in de Molenstraat terecht. In 1922 besloot hij, met de hulp van zijn zonen Lucien en Georges een gigantische horlogecarillon te vervaardigen. Vader en zonen Gallet gebruikten daarvoor afgedankt oorlogsmateriaal. Elke vrije maandag werd er met koortsachtige ijver gewerkt om een uniek en monumentaal slingeruurwerk te maken. In 1926 was alles klaar. Georges zorgde voor de geschilderde versieringen. Lucien stierf vroegtijdig in 1930. In april van dat zelfde crisisjaar exposeerde Gallet zijn pronkstuk in de wereldtentoonstelling van Antwerpen. Een of ander fantast wou toen 100.000fr betalen om het uurwerk in zijn bezit te krijgen, doch de maker wou van geen verkoop weten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het koperen uurwerk veiligheidshalve verborgen achter het werkhuis van vader Gallet in de Molenstraat. Charles-Joseph stierf in 1942 en na de oorlog plaatste men het uurwerk in de winkel van zijn kleinzoon Karel op de hoek van de Kaaistraat en de Stationsstraat, tot deze uurwerkzaak opgedoekt werd. Daarna was het beroemde uurwerk een hele zwerftocht beschoren, tot het uiteindelijk in 1990 door VVV-Eeklo met hulp van het stadsbestuur (een renteloze lening van 5 jaar) kon aangekocht worden.
(door Jan Martens)
|