Ik ben Everaert Albert, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Awbeir (Eeklo's voor Albert).
Ik ben een man en woon in Eeklo (Belgiƫ) en mijn beroep is ...bloggen.
Ik ben geboren op 11/02/1948 en ben nu dus 77 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: mijn blog, foto's, computer, fietsen...
Karel werd naar de stadsschool gestuurd. Daar leerde hij een buurjongen, Simon Pauwels (de latere brandweerman), kennen, het werd een levenslange vriendschap. Dagelijks deden ze de afstand te voet van Raverschootbrug naar de stadsschool in de Garenstraat, dat was 10 km heen en terug iedere dag, ook de zaterdag.
Als kind was Karel gebiologeerd door de Eeklose varkensmarkt op donderdag morgen: die krijsende biggen, de varkensmanden, de boeren, de veehandelaars met hun vrachtwagens, het transport, Gust Carreau en anderen.
Iedere donderdagmorgen ging Karel ernaartoe en blauwde hij de school. Dikwijls werd hij er zwaar voor gestraft op school en thuis door zijn moeder (zonder eten naar bed!), maar niets hielp, hij kon het niet laten. De varkensboeren kenden de curieuze jongen op de duur zo goed dat hij op een goede donderdag een viggen (big) cadeau kreeg. Hij was zo fier toen hij er mee thuis kwam en ook zijn moeder was er gelukkig mee, want hij heeft nadien nooit nog straf gekregen.
Vooral met Raverschootkermis was er veel ambiance in de drie cafés op Raverschoot. Over de brug hield Jules Schoonackers het Stadhuis van Raverschoot open, bekend voor zijn mooie bolbanen. In ’t Schippershuis, café en winkel, uitgebaat door bakker August Houwenhuyse en zijn ndrie dochters Clara, Aline en Germaine. Daar werd gedanst op de muziek van een fonograaf en was het altijd vollen bak. In de herberg bij Kamielken stond een orgel te spelen en was er altijd plezier. Tot in de vroege uurtjes speelde accordeonist Henrietjen Aers ten dans en na afloop werd er rondgegaan voor de speelman.
Bij Schoonackers was er prijsbolling en bij Houwenhuyse boogschieting. Karel mocht pijlen rapen en kreeg daar wat speelgeld voor. Toen renners zoals Rik Van Steenbergen, de witte Meersschaut, Fiele De Vlaeminck of André Van Heule in de omtrek koersten, kwamen ze altijd een goeie dag zeggen op Raverschoot.
Vandaag eindigt onze drie weken durende sensibilisatie om geweld tegen vrouwen te stoppen, maar het engagement van de Soroptimisten Meetjesland-Eeklo gaat elke dag verder!
Ze zijn toch nog een 'statie' hoger gegaan in de Zuidmoerstraat op de India Jute site. Tegenwoordig gaat het allemaal wel vlug met die betonnen panelen.
Eerst dacht ik dat het bij een gelijkvloers ging blijven maar men zet er nog een verdiep bij. Zo zal men toch heel wat plaats bij hebben en zal het confortabeler worden.
Karel Naudts werd in Adegem geboren op 28 mei 1921 als tweede zoon van Kamiel Naudts en Martha Van Hulle. Zijn vader had tijdens de eerste wereldoorlog als Belgisch soldaat vier jaar achter de IJzer gelegen en had in november 1918 Eeklo helpen bevrijden. Hij kreeg daarvoor de schitterende medaille van de Vuurkruisen, die Karel uit piëteit voor zijn vader als een familiestuk bewaart.
Kamiel had geen werkzekerheid en hij kon als dagloner na de oorlog maar onregelmatig werken. Hij verhuisde enkele keren in het Meetjesland en besloot in de Noord-Franse steenbakkerijen zijn geluk te beproeven. Kamiel werkte daar als eerste steenzetter.
Uit zijn Franse tijd herinnert Karel zich de genezing van zijn broer Firmin door het water van de fontein van Saint-Josse-sur-Mer. Firmin had een huidziekte die de dokter niet kon genezen. In gezelschap van de pastoor trok het gezin naar het bos van Saint-Josse-sur-Mer. waar de jongen werd ingewreven met het water van de bron, dat bekend stond om zijn geneeskrachtige werking. Na enkele malen waren de huidvlekken verdwenen en was broer Firmin genezen.
Toen ook het werk in de Noord-Franse steenbakkerijen stilviel, keerde Kamiel Naudts in december 1931 met zijn familie naar Eeklo terug.
In Eeklo nam het gezin zijn intrek in de Raverschootstraat 175, het café van Marina Roelands, de weduwe van Leonard Claeys, het derde laatste huis aan de linkerkant voor Raverschootsbrug. Kamiel vond werk bij Standaerts op Balgerhoeke en zijn vrouw baatte de herberg Bij Kamielken uit. Daar rechtover op de rechterkant van de Raverschootstraat stond ’t Schippershuis het café van August Houwenhuyse.
Gisteren betoogden de landbouwers in het ganse land maar in 1974 was er in Eeklo een grote boerenbetoging zoals dat hier gezegd werd. Hier komen de tractoren uit de Boelare en rijden richting Markt.
Hier de laatste auto's van de betoging bij het verlaten van Eeklo.
Het nieuwe appartement op het K. Astridplein ligt bijna 'in het droge' zoals in de volksmond wel eens gezegd wordt. Men is volop aan de dakwerken bezig en zoals het weer de laatste tijd is zal het wel best zijn dat al het regenwater niet meer naar binnen kan.
Op verschillende plaatsen in het land betoogden vandaag de landbouwers. In Eeklo verzamelden zij met hun tractoren op de parking aan het Sportpark om vandaar in colonne allemaal naar Gent te rijden.
Ze waren met velen en alles verliep rustig maar ging toch niet onopgemerkt voorbij.
Nu de hekkens ver weg zijn krijgt men een mooier zicht op de residentie Ridder Karel op de hoek van de Molenstraat en de H. Grafstraat. Men is nu bezig met het groen rond het gebouw aan te leggen.
Woensdag 10 november om 9.30 uur kwam minister Diependaele naar Eeklo om de toekenning van de premie restauratie stadhuis in de bloemetjes te zetten. De restauratiepremie zal een belangrijke boost zijn om de renovatie en restauratie van het stadhuis grondig aan te pakken.
Zowel het exterieur als het interieur van het stadhuis worden gerestaureerd. Aan de buitenkant worden de daken gerestaureerd net als de bekroning van het belfort. Ook de gevels worden nagekeken en hersteld waar nodig. In het stadhuis worden de ruimtes heringericht zodat deze flexibel en multifunctioneel gebruikt kunnen worden. Het stadhuis bewaart haar functie als huis voor de burger, maar bijkomend worden verschillende lokalen ter beschikking gesteld aan verenigingen, waaronder vergaderzalen en tentoonstellingsruimtes. Om warmteverliezen te beperken worden voor de ramen voorzetbeglazing geplaatst. Door het plaatsen van een lift zal het gebouw integraal toegankelijk zijn voor iedereen.
Voor deze restauratiewerken voorziet de Vlaamse overheid een restauratiepremie van 1.110.975,98 euro. Met de toekenning van deze subsidie wenst het stadsbestuur zo snel mogelijk aan het werk te gaan met de renovatie. In eerste instantie zullen de plannen die dateren van 2013, aangepast worden naar de moderne noden en vragen naar duurzaamheid.
De premie van Vlaanderen biedt een bijzondere stimulans om het eeuwenoude stadhuis en het Belfort, dat erkend is als Unesco-erfgoed, een nieuwe invulling te geven. Daarbij wil de stad het gebouw een betere toegankelijkheid en het gebruikscomfort ervan aanzienlijk verhogen.
Het stadhuis van Eeklo staat al meer dan zeven eeuwen op dezelfde plaats. Zoals het monument er nu uitziet is het resultaat van minstens vijf grote verbouwingen. Het oudste overblijvende deel is de 15de-eeuwse kelder. In 1943 werd het stadhuis beschermd als monument. In 1999 werd het samen met 23 belforten in Vlaanderen en 6 in Wallonië ingeschreven op de lijst van het Werelderfgoed van UNESCO.
Samen met de renovatie van de Markt wordt het stadhuis, in de schaduw van de monumentale Neogotische Vincentiuskerk, de visitekaart van onze stad. http://www.eeklo.be/stadhuis
Herinneringen aan de achttiendaagse veldtocht in Eeklo (vervolg)
Rechtover onze herberg stond het huis bewoond door burgemeester Lionel Van Damme en zijn echtgenote. Zo zag ik de laatste dagen voor de inval van de Duitsers in Eeklo, veel hoge Belgische officieren deze woning binnengaan om na enkele tijd te vertrekken richting Veldekens. Vele jonge Eeklose mannelijke Eeklonaren besluiten per fiets de biezen te nemen naar Frankrijk.
In de nacht van vrijdag 24 mei hoorden we een heel grote ontploffing in de verte. Ze hadden de brug van Balgerhoeke in de lucht doen vliegen. Gedurende die nacht werd er weinig geslapen, veel paternosters gebeden, vooral door twee oude tantes die zelfs beiden een kussen op het hoofd hadden gelegd. In al onze miserie lachten mijn moeder en ik daarmee. Op zondag 26 mei 1940 maakten we ons klaar om al die ellende te ontvluchten. Vers ondergoed, boter, kaas, zeep en handdoeken verzamelde moeder, terwijl vader een groot stuk uit de gerookte hesp sneed, die hij in een propere schotelhanddoek wikkelde. Het spaargeld werd tussen mijn moeder en mijn vader verdeeld en beiden staken de bankbiljetten in twee gelijke oude brieventassen en staken ze onder hun klederen op de borst. Onze vluchtreis ging naar Blommekens, langs de Rabautswegele en dan naar de Roze. Vandaar door de Peperstraat waar we een grote kolonne Duitse soldaten te paard tegen kwamen die ons amper een blik gunden. Uiteindelijk konden we slapen in een grote hoeve te Bassevelde. De boerin bakte eieren met boerenbrood en boter en ook koffie werd voor ons gezet. Ondertussen liep de droeve mare dat er zelfs vier burgers door de Duitsers waren doodgeschoten aan het stadhuis van Eeklo.
Dinsdagmorgen 28 mei 1940. We vernemen dat Koning Leopold III gekapituleerd heeft en deze oorlog in Eeklo gedurende die achttien dagen ten einde is. We mogen allen terug naar Eeklo. Ganse slierten Eeklose vluchtelingen zagen we uit alle straten die tot de weg naar Eeklo leidden, komen en de ene familie op de andere volgde langsheen de Vrombautstraat. Bij het passeren aan de Gouden Leeuw was de rolluik gedeeltelijk vernield doordat de Duitsers er binnen waren gedrongen en was ook de juwelierszaak Minne opengebroken.Onze herberg en huis had enkel vernietigde ruiten en gaten in de rolluiken door de stukken schrapnels. Toen de herbergdeur geopend werd, kwamen een tweetal Duitse soldaten binnen die me een stuk chocolade gaven, die ik echter van mijn vader niet mocht opeten, daar er vergif zou kunnen inzitten. De definitieve bezetting van de Eeklose bevolking begon en duurde tot vrijdag 15 september 1944, toen Eeklo rond de middag door de Canadezen werd bevrijd.
Sinds de oprichting van het archiefteam bijna 25 jaar geleden zijn ruim 200 banden en bandjes in de Eeklose Bibliotheek verschenen: klappers, syntheses, tekstuitgaven, atlassen e.d., vanzelfsprekend allemaal ook digitaal beschikbaar. De laatste jaren groeit ook het aantal documenten op de website 'Zoeken in het Rijksarchief' snel aan. De technische evolutie verloopt zo snel, dat volledig digitaal toegankelijke archieven geen utopie meer zijn.
Positief natuurlijk, alle documenten van achter jouw bureau raadpleegbaar. De vraag is wel hoe een archief zich aan die ontwikkeling zal moeten aanpassen.
Een eerste duidelijke verandering is dat het aantal archiefbezoekers daalt. Studenten werken tegenwoordig vooral op hun pc, en de genealogen die zich beperken tot namen en data vinden hun gading ruimschoots op het Internet.
Voor ons Stadsarchief met zijn vrijwilligersteam stelt dit geen problemen, maar in de grotere centra met een ruim personeelsbestand zal de verleiding groot zijn om daarin (verder) te snoeien. En ook de openingstijden komen natuurlijk in het vizier.
De "gevorderde" bezoekers hoeven zich nog niet onmiddellijk zorgen te maken. Massa's andere documenten hebben in de digitale wereld nog geen aandacht gekregen: wettelijke passeringen, landboeken, ommestellinglijsten, quoteboeken, ..., en voor de raadpleging daarvan is archiefpersoneel nog altijd onmisbaar.
Deels ook door de verzuringsproblemen en de papierslijtage zal dit personeel zich wel moeten toespitsen op het digitaliseren van zoveel mogelijk documenten. Die komen dan slechts bij uitzondering op het Internet, maar staan via computers in de leeszaal ter beschikking. Het verzorgen van de authentieke stukken wordt dan de taak van een klein groepje zeer gespecialiseerde technische medewerkers.
In een klein archief als het onze is gespecialiseerde zorg voor de oude stukken niet haalbaar. Onze oudste zijn weliswaar bijna 500 jaar oud, maar alleen voor de lokale geschiedenis van belang. Restauraties van duizenden euro's zijn dan ook moeilijk te verdedigen, al begint voor de boeken met waterschade stilaan de alarmbel te rinkelen.