Ik ben Everaert Albert, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Awbeir (Eeklo's voor Albert).
Ik ben een man en woon in Eeklo (Belgiƫ) en mijn beroep is ...bloggen.
Ik ben geboren op 11/02/1948 en ben nu dus 77 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: mijn blog, foto's, computer, fietsen...
De vrachtwagen staat klaar om met een levering te vertrekken aan de textielfabriek van Van Damme's in 1929. Hier had men van "delivery on time" nog niet gehoord
en van platte banden hadden ze ook geen last want de
Op het Canadaplein staat er een gedenkteken van De soldaat en het meisje.
Misschien zijn er mensen die zich afvragen welk verhaal daar achter zit.
Hier volgt dan de beschrijving.
Valeer Geirnaert en Alma Lecomte, de soldaat en het meisje
Op 10 mei 1980 werd in het Prinsenhofparkje, sinds kort Canadaplein, het beeld "De soldaat en het meisje" onthuld. Dit witmarmeren standbeeld van Leo De Buysere werd door George E. Spittael geschonken en betaald met de opbrengst van "Duel aan het Schipdonkkanaal", de Visser-Neerlandiaprijs en een persoonlijke bijdrage. Het beeld, opgedragen aan alle (zowel burgerlijke als militaire) oorlogsslachtoffers van Eeklo en straks officieel Canadees oorlogsmonument, toont een stervende soldaat die ten hemel wordt gedragen door een jong meisje. Het verhaal van de soldaat en het meisje is een waargebeurd verhaal, en vertelt de lotgevallen van de vijfentwintigjarige Valeer Geirnaert en de veertienjarige Alma Lecomte, allebei uit het Sterrestraatje.
DE SOLDAAT...
Valeer Geirnaert, zoon van twee hardwerkende mensen uit het smalle Sterrestraatje, was 25 toen hij werd gemobilizeerd bij het 23ste Infanterie Regiment. Valeer vocht in mei 1940 langsheen het Albertkanaal en kwam eind mei met zijn regiment naar het Schipdonkkanaal, op enkele kilometers van zijn geboortestad Eeklo. Daar hoorde hij op 23 mei dat het centrum van Eeklo, en ook de vlakbijgelegen Sterrestraat, zwaar was gebombardeerd. Onzeker over het lot van zijn familie, was hij vastberaden om de Duitse bezetters tot de laatste snik te bekampen. 's Anderendaags braken de Duitse troepen door in zijn sektor en Valeers geschut werd omringd. Hoe hij ook van zich afbeet, hij werd overmeesterd en zwaargewond. Zijn kameraden droegen hem over het Schipdonkkanaal naar een oude hoeve (pittig detail: deze hoeve werd later gekocht door kunstenaar Leo De Buysere die er het standbeeld "De soldaat en het meisje" ontwierp !) waar hem de eerste zorgen werden toegediend. Later bracht een Duitse ambulance hem naar een veldhospitaal in Nieuwkerken-Waas, vlakbij Sint-Niklaas. Daar overleed hij op 29 mei 1940 en hij werd er begraven als "onbekend", omdat zijn vrienden niet alleen zijn bebloede kleren, maar ook zijn identiteitspapieren hadden verwijderd en achtergelaten op het slagveld. Die papieren werden kort nadien op de plaats van het onheil teruggevonden en de familie in Eeklo werd verwittigd. Maar die meenden dat Valeer ergens gewond was ondergebracht. De familie Geirnaert bleef acht maand in het ongewisse omtrent het lot van Valeer, tot een berichtje uit Nieuwkerken-Waas arriveerde: daar lag een niet-geïdentificeerde soldaat begraven die aan de persoonsbeschrijving van Valeer Geirnaert beantwoordde. Valeers broers trokken naar Nieuwkerken-Waas, waar ze het lichaam van hun onfortuinlijke broer identificeerden.
...EN HET MEISJE
Valeer Geirnaert had zich die 23ste mei 1940 onterecht ongerust gemaakt: toen rond 13 uur de sirene een nieuwe Duitse luchtaanval in Eeklo aankondigde, was de familie Geirnaert uit de Sterrestraat gevlucht om elders onderdak te zoeken. Maurice Lecomte, een timmerman uit hetzelfde straatje, was op dat ogenblik grafkruisjes voor acht Franse soldaten aan het maken in zijn atelier. Bij het horen van de snerpende sirene, vluchtte hij zijn woning binnen om samen met zijn vrouw Josephine, zijn schoonvader en zijn twee dochters Irene en Alma in de kelder te schuilen. Net op tijd, want enkele ogenblikken later werd Eeklo-centrum gebombardeerd. Drie huizen in de Sterrestraat werden volledig vernietigd, twee ervan (waaronder dat van de familie Geirnaert) waren leeg, in het derde (het huis in het midden) zat de familie Lecomte nagenoeg onbereikbaar in de kelder op hulp te wachten. En die hulp liet lang op zich wachten, omdat het smalle straatje volledig geblokkeerd was door puin, wat de redding fel belemmerde. Toen de hulpdiensten de ontruiming van het huis Lecomte begonnen, haalden ze eerst de 77-jarige schoonvader van onder het puin. De arme man zou vier dagen later in Gent aan zijn verwondingen overlijden. Rond 17 uur, dus vier uur nà het bombardement, werd de eveneens zwaar getroffen Josephine gered en een half uur later vond men Maurice en zijn dochter Irene. Zij waren niet zozeer gekwetst, maar wel in shocktoestand. Uiteindelijk, rond 19 uur, werd het laatste gezinslid van de Lecomtes gevonden: de zieltogende veertienjarige Alma die 's anderendaags zou bezwijken.
Het is een wet waar niet aan te ontkomen valt: wat veel gebruikt wordt slijt.
In een archief is het probleem dat veel bewaarde stukken uniek zijn. Die worden gelukkig niet permanent gehanteerd, maar in de loop van de decennia stapelen vlekjes, vouwen en scheurtjes zich wel op.
Doordat in de meeste archieven negentig procent van de bezoekers genealogisch geïnteresseerd is, hebben vooral de personenregisters te lijden: het GHO-trio (geboorten, huwelijken & overlijdens), maar ook de tienjaarlijkse tellingen en vooral de klappers daarop.
Vóór de ontwikkeling van de digitaliseringstechnieken pakte het Eeklose Stadsarchief dit aan op twee manieren. In eerste instantie werden alle gegevens uit deze bronnen gebundeld in tabellen en registers. Een flinke stap vooruit, omdat veel genealogen alleen uit zijn op namen en data. Voor de minderheid die ook een foto van het origineel wil, maakte het archiefteam al in de jaren negentig hoogwaardige fotokopieën, die in stevige boekbanden ter beschikking werden gesteld. De waardevolle banden uit het Ancien Regime komen dus nog nauwelijks uit de kast.
Maar voor de recentere periode speelt de omvang van de collecties parten. De GHO-reeks van Burgerzaken (1796-1910) is meer dan elf meter breed, en bevat ruw geschat zo'n tachtigduizend akten. Met de oude technieken goed voor evenveel vellen papier, een paar duizend uur werk én een reeks kopieertoestellen. Onbegonnen werk, waar dan ook niet aan begonnen werd ...
Met de komst van scanners op groot formaat veranderde de rekening: die gaan lang mee, kopiëren twee pagina's tegelijk en verbruiken geen papier. Maar de stad of gemeente die zo'n digitaliseringsopdracht aan een professionele firma toevertrouwt, is nog een smak geld aan werkuren kwijt. Vrijwilligers doen dan dan weer gratis. Met hun hulp hebben een paar Meetjeslandse gemeenten de niet te onderschatten taak al aangevat. Eeklo is gevolgd, maar met de handicap van het hierboven geciteerde grote aantal akten.
Over de verwerking wordt nog nagedacht. Koppeling aan de digitale gegevensindex is praktisch en handig, maar leidt voor Eeklo tot onhandelbare mastodontbestanden. Een tweede mogelijkheid is de bundeling per tien, vijftien of twintig jaar op dvd's. Omdat de pc die fotoscans automatisch alfabetisch rangschikt, is terugvinden een kwestie van slechts enkele seconden. Voor de uiterst kwetsbare 19de-eeuwse registers is het project alvast een goede zaak: de meer dan 300 ruggen op groot formaat slijten snel, en herstellingen van minder dan 75 euro zijn een uitzondering geworden.