xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" /> Deze dagen vieren Stefaan De Baere en Maria Polfliet met hun vier kinderen, familie en vrienden het feit dat de familie De Baere al 100 jaar boert op de Sint-Janshoeve in de Spitaalstraat in Nieuwenhove. Vandaag wordt naar aanleiding daarvan ook de Dag van de Landbouw daar georganiseerd. De Sint-Janshoeve zelf behoort door haar rijke ontstaansgeschiedenis tot één van de belangrijkste hoeves van Zuid-West-Vlaanderen. We vernemen hierover meer uit een boeiende historische nota van Sari De Baere, de 22-jarige dochter van de huidige uitbaters. De nota is doorspekt met sprokkels uit de memoires van Omer De Baere, de in 1920 op de hoeve geboren en nonkel-paster van Stefaan die het hof verliet toen hij in 1945 priester werd.
De geschiedenis van het Goed te Sint-Jan gaat minstens terug tot in de tijd van de kruistochten. De beide benamingen Sint-Jan en Spitaal(straat) zijn overblijfsel van een rijke en machtige orde uit die periode. De Tempelorde, gesticht in 1119 ter bescherming van de pelgrims, hadden een groot landbezit geldvermogen. In 1307 werd de orde door de Franse koning buiten de wet gesteld en de tempelgoederen werden overgedragen aan de orde van het Hospitaal van Sint-Jan. De orde kreeg de taak de kruisvaarders te ontvangen, te verzorgen en te huisvesten. Noodgedwongen namen beide orden geleidelijk elkaars functie over. Na een zwerftocht door Europa strandde de orde van het hospitaal van Sint-Jan uiteindelijk in 1530 op het eiland Malta en sprak men voortaan van de orde van Malta.
Over de oudste geschiedenis van het Goed te Sint-Jan blijven de bronnen stom, maar vermoedelijk behoorde ze reeds vóór de opheffing van de Tempeliers in 1307 tot de Hospitaalridders. Tijdens de vijftiende eeuw was het Goed de belangrijkste hofstede van Waregem en zijn pachter, Pieter de Meester, veruit de meeste welstellende man in Waregem. Met de radicale hervormingen kort na het midden van de zestiende eeuw van het Kapittel der Groot-Priorij van Frankrijk, onder wiens bevoegdheid Waregem lag, kwam Waregem en het Goed te Sint-Jan onder de bevoegdheid te liggen van de nieuwe commanderij van Caestre.
De eerstvolgende decennia lagen onze contreien er verwoest bij als gevolg van de opstand tegen Spanje en het over- en weertrekken van staats- en koningsgezinden. In 1644 werd het Goed te Sint-Jan getroffen door de inval van de Fransen, die onze streken plunderden en kerken en hoeven platbrandden. Van de verschillende gebouwen uit de tijd van de commanderij staan er momenteel maar twee meer overeind. Het woonhuis, opgetrokken op oude funderingen en gedragen door een houten gebinte, dateert in zijn huidige toestand uit de achttiende eeuw. Daarnaast staat alleen de poort er nog, waarvan nu enkel een bakstenen peiler rest. De pijler, met daarin het wapenschild van de commanderij van Caestre, herinnert aan het verdwenen poortgebouw.
Aan het statuut van kerkelijk goed kwam na 1794 een einde. Wegens het niet betalen van de gigantische belasting werd het hele goed aangeslagen en verkocht ten voordele van de Franse staat. Zo werd de Sint-Janshoeve privaat bezit in handen van grootgrondbezitters, tot 1986 nog van de familie Claeys, en werd uitgebaat door een resem van opeenvolgende pachters. Op kerstdag 1906 namen Napoleon De Baere en Mathilde Bekaert hun intrek als pachter op de boerderij. Begin 1914 werd de taak overgenomen door hun zoon Oktaaf De Baere, bij zijn huwelijk met Hedwige Coppens. Een van hun zonen was Napoleon De Baere en die huwde in 1946 met Maria Veys en deze werden de volgende boeren op het Sint-Janshof. Zij kregen zeven kinderen en daarvan nam Stefaan de hoeve over in 1979 als vierde generatie De Baere. In 1986 kwam de Sint-Janshoeve uiteindelijk in handen van Stefaan en Maria De Baere-Polfliet.
|