Ik vraag me af hoe het litteken er zal uitzien. Of althans, hoe ik eruit zal zien zonder borst. Zou het een groot en lelijk litteken zijn? Zal het mettertijd vervagen? Zal ik er ooit aan wennen?xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Het is wel een groot litteken hoor, mevrouw vertrouwt de verpleegster me toe. We hebben uw ganse borst moeten afzetten. We hebben niets van uw borst kunnen sparen. Het is een volledige borstamputatie geworden.
Amputatie of afzetten zijn zon vreselijke woorden. Ik griezel ervan. Het doet me denken aan die trieste oorlogsfilms, waar bij jonge soldaten kapotgeschoten ledematen worden afgezet tot er enkel een stomp overblijft. Dat vind ik zo verschrikkelijk. Het idee dat die jonge mensen een arm of een been moesten afgeven, gewoon om in leven te blijven. Het is zo brutaal, zo ingrijpend, zo verminkend.
Nu wordt door sommigen hier hetzelfde griezelwoord gebruikt om aan te geven wat er met mijn borst is gebeurd. Bah! Ik krijg er koude rillingen van.
De arts die de ingreep bij mij heeft uitgevoerd, sprak heel voorzichtig over de borst die ze hadden moeten wegnemen. Hoeveel zachter, hoeveel menslievender klinkt dat woordje wegnemen. Ik heb het echt getroffen met die arts. Uit de wijze waarop hij over de ingreep spreekt, klinkt zijn spijt en medeleven door dat het zover is moeten komen. Ik heb nadien nog met hem gesproken over dat brutale woordgebruik, en hij vertelde dat hij ervoor zou zorgen dat amputatie in de toekomst zou vermeden worden bij al het ziekenhuispersoneel.
Korte tijd na de ingreep mag het knelverband eraf en wordt de wonde afgedekt met zon doorzichtige kleefpleister. De verpleegster vraagt me bezorgd of ik het litteken wil zien. Natuurlijk antwoord ik. Eindelijk zal ik weten hoe mijn lichaam er in de toekomst uit zal zien. We gaan naar de badkamer zodat ik kan meekijken in de spiegel.
Wat ik zie is echt een positieve ervaring. Het litteken is wel enorm lang. Het loopt van aan het borstbeen, over de ganse breedte van de borstkas, helemaal naar de oksel toe en nog een stukje verderdoor in de bovenarm. Ik ben opgelucht dat het slechts een dunne streep is, die er helemaal niet griezelig uitziet. De arts had de wonde met zorg onderhuids genaaid, zodat ik vrijwaard zou blijven van die lelijke dwarse streepjes die de klassieke littekens op een grove rits doen lijken. Ik weet niet wat ik precies verwacht had, maar het resultaat is meer dan bevredigend. Er is geen rond gat, geen griezelige roze vleeswond, zoals je bij een amputatie zou verwachten. Het is gewoon een lange dunne streep, onder een plastiek doorschijnend folietje. Helemaal niks griezeligs!
Aan één kant vrouw, aan de andere kant een man. Ben ik nu bisexueel?
Ik buig wat dichter naar de spiegel toe en ik zie ongeveer in het midden van het litteken een klein bruin huidvlekje. Opeens begin ik onbedaarlijk te lachen. Kijk, er begint al een nieuw tepeltje te groeien zeg ik tegen de verpleegkundige, terwijl ik naar het bruine vlekje wijs. Ik kan er niet aan doen, maar ik schater het uit en het lachen doet me ongelooflijk deugd.
De verpleegkundige kan de humor van mijn opmerking absoluut niet inzien. Ze maakt zich zelfs boos en vraagt op verwijtende toon of ik wel goed besef wat er met me aan de hand is. Of ik de ernst van mijn toestand wel inzie? Komaan zeg! Moet ik dan in tranen uitbarsten? Daar wordt je pas goed triestig van. Maar ze kan geen begrip opbrengen voor de wijze waarop ik mijn miserie probeer te verwerken en beent boos weg. Ze zal de dokter op de hoogte brengen, zegt ze nog op de toon die een schooljuffrouw gebruikt tegen een stout kind.
Even later staat er inderdaad een dokter in mijn kamer met de vraag wat er aan de hand is. Ik licht het voorval kort toe en verweer me door te stellen dat humor mijn manier is om mijn leed te verwerken. Hij begrijpt het, zegt hij, maar vraagt me toch wat meer begrip te hebben voor het personeel, want die zijn een dergelijke aanpak niet gewoon! Ach zo, de patiënt moet hier begrip opbrengen voor het personeel?
Ik zal er dus voor moeten zorgen dat ik mijn verdriet voortaan verwerk op de manier die op de afdeling gangbaar is, zodat ik niemand tegen de borst stoot?
Naast dat incident kan ik echt niets aanmerken op het verplegend personeel, want ze zijn allen uitermate vriendelijk en bezorgd. Maar die ene vrouw heeft blijkbaar geen greintje gevoel voor humor en voelt zich duidelijk meer op haar gemak als zij wenende patiënten kan troosten.
karlijn
|