“Sinds verleden jaar bestaat er in onze gemeente weer een flinke groep aangesloten CVP-leden. Dit jaar hebben enkele nieuwe leden onze rangen komen vervoegen. Aan allen een welgemeende dank vanwege de partijleiding. Hun lidmaatschap is immers een materiële en morele steun aan de enige politieke groep in ons land die in staat is de belangen van de christelijke gemeenschap op de meest rechtvaardige wijze te verdedigen. In de CVP overheerst thans de geest van de jeugd en van de vernieuwing, het is daarom ook de partij van de toekomst. Waarop heeft een CVP-lid recht ?
1) op medezeggenschap bij de verkiezingen van plaatselijke, arrondissementele en nationale partijbesturen;
2) op medezeggenschap bij de samenstelling van alle kandidatenlijsten van de CVP;
3) op alle mogelijke raad en hulp van de CVP-mandatarissen en partij-instanties;
4) op het maandelijks ledenblad : “De Stem van het Volk”.
Voor een goede groepswerking en om de leefbaarheid op lokaal plan te bestendigen moeten wij echter dringend zorgen voor een goed bestuur, gekozen tussen de leden en door de leden, met eerbiediging van alle democratische wetten. Alle leden zullen tijdig op ’n algemene vergadering worden uitgenodigd. De niet-leden zullen nog de kans krijgen om lid te worden (40 frank voor gezinshoofd of 1e lid en 20 frank voor de overige leden).(A.D.V.)”
De oprichting van de C.V.P., afdeling Leest
De exacte initiële oprichtingsdatum hebben we niet kunnen achterhalen. Sommigen beweren 1971, anderen in de jaren ’60. Volgens Machteld Verbruggen werd deze C.V.P.-afdeling opgericht en beklonken in de Kouter nr. 29, in de woning van haar ouders Jeroom Verbruggen en Paula Bradt. Zij staafde dit met de eerste twee onderstaande foto’s.
Een tweede start in 1996
Na de breuk in de Mechelse CVP en de oprichting van de nieuwe partij CDV, in 1996, waartoe ook de belangrijkste Leestse politicus Gust Emmeregs was toegetreden, stond de werking van de CVP te Leest op een laag pitje. Op 26 maart 1996 werd er in het parochiehuis een nieuwe stichtingsvergadering georganiseerd in aanwezigheid van talrijke Mechelse CVP-mandatarissen. Het nieuwe bestuur van CVP-Leest werd voorgesteld met Ward Leemans als voorzitter en Maurice De Wit als secretaris.
1959 – Juninummer “De Band” : VERHOOG UW STANDING MET DE LOTTO.
“Leestenaren, verhoogt uw standing in uw huishouden, met u wekelijks LOTTO-kaarten aan te schaffen aan de prijs van 10, 20 en 5 frank. Met LOTTO kunt ge : 100.000, 15.000, 5.000, 1.500, 500 of 150 frank winnen. Als u niets gewonnen heeft, dan heeft u niets verloren : LOTTO behoudt zijn aankoopwaarde van 20, 10 en 5 frank en dit gedurende twee jaar na datum van uitgifte. DAAROM, LEESTENAREN SPEELT VOORTAAN L O T T O SPEELT ZEKER. Plaatselijk verdeler : APERS Frans, Scheerstraat 13 b Leest.” (Advertentie in DB)
1959 – Juninummer “De Band” : Landbouwtelling.
“Het gemeentebestuur deelt mede : alle inwoners die vanaf 1 are grond verbouwen (zelfs moestuinen voor eigen gebruik) dienen hiervan verplichtend aangifte te doen op het gemeentehuis. De achterblijvers dienen zich onverwijld in regel te stellen.”
Foto’s :
-Oprichting van de C.V.P.-afdeling Leest met v.l.n.r. : Herman Bradt, Karel Duysburgh, Fons Verbruggen en Jeroom Verbruggen.
-V.l.n.r.: Jeroom Verbruggen, Fons Verbruggen, Herman Bradt, Georges De Laet en vooraan met masker Paul Bradt.
-Nationaal CVP-Voorzitter Tindemans bezocht de Leestse afdeling in mei 1981. Hij was eerste minister van twee regeringen en recordhouder van het aantal voorkeurstemmen in 1979.
-De nieuwe ploeg in 1996 : voorzitter Ward Leemans, secretaris Maurice De Wit, penningmeester Alfons Leemans en de leden Simonne Moerenhout en Jan Emmeregs, hier in gezelschap van de Mechelse” delegatie met schepen Nobels, CVP-voorzitter Mariën en OCMW-voorzitster Lieve Keuleers.
1959 – Juninummer “De Band” : Jaarverslag van de vereniging voor Rundertuberculosebestrijding
"Het is altijd goed, op het einde van een werkjaar, even terug te kunnen blikken op de bekomen uitslagen en het is voorwaar verheugend te kunnen zeggen : “het was goed”. – Wij hebben de wind in de zeilen. De ouderen zullen zich wel herinneren hoe de gezondheidstoestand van onze veestapel was voor 20 jaar. Aan de hand van cijfers zal men nu kunnen oordelen over de bekomen uitslagen van een, in organisatorisch verband, gevoerde strijd voor de uitroeiing van de rundertuberculose. De huidige toestand is het resultaat van 20 jaar werking, van 20 jaar strijd, moeilijkheden, zware financiële offers die tal van boeren zich hebben getroost, niet alleen voor zichzelf maar ook voor het welzijn van gans de gemeenschap. Ook deze laatste zou dit niet mogen vergeten.
Hoe is de verdeling van de veeestapel op onze bedrijven ?
-minder dan 5 dieren 58 -van 5 tot 10 dieren : 58 = 71% -van 11 tot 15 dieren : 27 -van 16 tot 20 dieren : 12 = 24% -meer dan 20 dieren : 9 = 5%.
Besluit : Nu sinds verleden jaar de verplichte tuberculosebestrijding bij het vee in gans het land werd ingevoerd, is het aantal positief reagerende dieren van de totale veestapel gekend. De laatste cijfers van voorbije winter wijzen te LEEST op een daling van 50 à 60 stuks, wat het aantal reageerders op ongeveer 100 zou brengen. Vier jaar geleden hadden wij nog 20% reagerende dieren ; verleden jaar nog 11% en nu staan wij waarschijnlijk op een percentage van 8%. Wanneer de uitzuiveringen blijven doorgaan in het tempo zoals wij dit sinds verleden jaar kennen, dan is het bijna zeker dat binnen 1 à 2 jaar gans de veestapel van Leest vrij zal zijn van t.b.c. Het tot op heden bereikte resultaat is niettemin schitterend te noemen ; het is het zoveelste bewijs van de vooruitstrevende geest die de overgrote meerderheid onzer boeren bezielt.
VERENIGING DER RUNDERTUBERCULOSEBESTRIJDING LEEST
De voorzitter A. Van den Brande. De ondervoorzitter Victor Schaerlaecken. De secretaris Alfons Verbruggen. Bestuursleden : Felix Van der Hasselt en Egied Selleslagh.
1959 – Juninummer “De Band” : Victor De Laet verkozen tot afgevaardigde Hoge Landbouwraad.
“Victor De Laet sr, werd door de “Provinciale Landbouwkamer van Antwerpen” als afgevaardigde bij de HOGE LANDBOUWRAAD gekozen. Wij wensen hem van harte proficiat met deze eervolle benoeming en hopen dat hij nog vele jaren als lid van die hoge adviserende vergadering de landbouwbelangen zou mogen dienen.”
“De nieuwe samenstelling van de C.O.O. ziet er uit als volgt : -Polspoel Frans, voorzitter. -Van den Brande Albert, Verwerft Frans, De Decker Frans en Piessens Leopold.
Plaatsvervangers : -Polspoel Benedikt, Huys Bert, De Smedt Jan, De Prins August en Geens Juul. -Secretaris : Louis Verbruggen. -Ontvanger : Alfons Hellemans.
Gemeentehuis
Na de verbouwings- en herstellingswerken heeft ook het interieur van ons gemeentehuis een fris en fraai uitzicht gekregen. We mogen er fier op gaan dat wij nu, naast een mooie kerk, ook een mooi gemeentehuis hebben. Zodra de hopeloos verouderde meubilering door een moderne zal zijn vervangen, zal Leest over een gemeentehuis beschikken dat zijn gelijke niet vindt in de omliggende gemeenten.
Foto’s :
-Oud-Burgemeester Victor De Laet werd afgevaardigde van de Hoge Landbouwraad.
-C.O.O.-Voorzitter Frans Polspoel met zijn echtgenote Stefanie Maes.
1959 – 17 mei : Soldaat Roger LAUWERS vanuit Aken.
“We zijn juist terug van een kampperiode in Den Helder (Holland). Denkelijk kom ik de 7de juni naar huis. De goede dag aan al de mensen van Leest en in het bijzonder aan Milac.” (“DB”, juni ’59)
-Roger Lauwers vanuit Aken, 7/7/59 : “Donderdag doen we een oefening van één dag op de Botrangeberg. Te Elzenborn zullen soldaten zijn van Soest, Kassel, Düren, Westhoven en uit België. Ik wens het allerbeste aan deze Leestenaren en in ’t bijzonder aan de Milac die voor onze soldaten zo goed is.”
-Roger Lauwers uit Aken, 17/8/59 : “Ik ben blij dat de Milac een bezoek brengt aan de B.S.D. We zijn volop in voorbereiding van de bataljonsfeesten, op 12 en 13 september. Hartelijke groeten aan allen.”
-Roger Lauwers uit Aken, 18/1/1960 : “Hier kom ik dan weer met een briefje; met mij is alles heel goed. Nu volgende week, de 25ste januari, word ik overgeplaatst naar een andere kazerne in Keulen, dit komt omdat ik nu als NATO één jaar dienst achter de rug heb en ik hoop maar dat ginder alles net zo goed zal gaan zoals het hier is gegaan, want hier in Aken hebben we geen klagen gehad van oefeningen. Als ik in Keulen zal zijn ben ik ook niet ver meer van mijn broeder Willy die in Westhoven gekazerneerd is. Ik eindig dan maar mijn briefje met de beste groeten van Roger Lauwers.”
-Roger Lauwers vanuit Longerich, 6/3/60 : “Hier ben ik dan met een paar woordjes. Ik ben dus uit Aken weggegaan en ben naar hier in Longerich gemoeten bij Keulen. Ik ben het hier ook al heel goed gewoon geworden. Oefeningen hebben we hier maar weinig, maar de wacht kloppen dat is wat anders, dan heb ik het liever omgekeerd. Het weder is hier nu ook heel goed geworden en echt winter hebben we nu dit jaar in West-Duitsland niet gekend. Ik sluit dan maar met de beste groeten aan al de mensen van Leest en bijzonder aan Milac.”
-Roger Lauwers vanuit Keulen, 22/5/60 : “Hier kom ik dan weer met een briefje en eerst en vooral bedank ik Milac voor de lekkere sigaartjes die ik heb ontvangen. Met mij gaat hier alles opperbest. Er is nu ook sprake dat we tegen de 1ste augustus voor goed naar België komen, naar Leopoldsburg of Tienen, er is maar één of twee bataljons die uit Duitsland naar België terug komen en onze kazerne zal dan worden ingenomen door de Duitsers. Tegenwoordig heb ik hier mijn volle werk aan het repareren van auto’s, want tegen als we terug naar België komen moet alles piekfijn in orde zijn, en de 9de juli zijn het dan ook de bataljon feesten. Ik eindig dan maar weer met de beste groeten aan alle Leestenaren en bijzonder aan Milac.”
-Roger Lauwers vanuit Siegen, 9/4/1961 : “Hier kom ik dan met wat nieuws uit Siegen. Na 16 maanden gedaan te hebben in Duitsland, ben ik dan voor 7 maanden in België geweest en dan heb ik nu ook weer mijn verplaatsing gekregen naar Siegen. Ik ben hier nu twee dagen in het bataljon bevrijding maar het ziet er toch niet zo goed uit als in de vorige kazernes waar ik geweest ben. Het eten : daarover is het hier geen klagen en oefeningen zijn er toch ook niet te veel maar de grote strengheid die hier is, is wat anders en toch moet ik mij daar ook weer voor aanpassen. Ook nog een goede dag aan al onze soldaten van Leest.”
1959 – 18 mei : De Leestse Boerenkapel op de radio.
“Maandag 18 mei van 11 tot 11u15 en van 11u45 tot 12 uur werd door het N.I.R., in uitgesteld relais, van uit de parochiezaal te Leest, een optreden uitgezonden van de Boerenkapel van Leest o.l.v. Theo Fierens. Volgende stukken werden uitgevoerd : Liechtensteiner Pölka, In de Rozentuin (wals), De Postkoets, Gloria (Rheinlander), Boemel Petrus, Heimliche Liebe, Anthonie-mars, Regina wals, Der Schönste Strauss, Bloempolka, In de Meitijd (Tirolerwals), Casino-polka, Groet aan Marieken wals en Kadettenmars. De uitvoering, die werkelijk op een hoog peil stond, vond een grote weerklank bij de muziekliefhebbers en sympathisanten.” (DB, juni ’59)
1959 – 20 mei : Lourdesbedevaart van de Vrouwengilde.
Bertha D’Hollander, winnares van de gratis reis naar Lourdes, uitgeloot door de Parochiale Vrouwenbond, en Frans Verbruggen, idem maar dan van de B.J.B.- jongens, waren samen met de onderpastoor van de partij. De bedevaart duurde een week. (DB, april ‘59)
1959 – Donderdag 21 mei : Aloïs Hendrickx vast benoemd.
In de gemeenteraadszitting van die dag werd Aloïs Hendrickx uit (Peulis) Rijmenam, sinds 1 september 1958 d.d. onderwijzer aan de gemeentelijke jongensschool, benoemd in vast verband. (G.v.M., 23/5)
“De Band” van december 1958 : “Zoals wij vroeger meldden, is sinds het begin van het schooljaar 1958 de Heer Hendrickx van Peulis titularis van het eerste en tweede studiejaar. Naar ons wordt verzekerd is deze jonge kracht niet alleen een flink onderwijzer maar ook een flink opvoeder. In een korte tijd heeft hij de harten weten te winnen van zijn jonge leerlingen en zeker die van de ouders die trouwens voor hem een hoge achting koesteren. Unaniem zijn de ouders van mening dat het Gemeentebestuur aan het onderwijs te Leest een zeer grote dienst zou bewijzen, door de Heer Hendrickx vast te benoemen. Samen met de ouders wensen wij dat deze flinke kracht te Leest in dienst zou blijven..”.
Jaren later zou hij overgaan naar de Vrije Basisschool (de zogenaamde meisjesschool) om daar in 1986 de afscheidnemende directrice Paula Bradt op te volgen.
Hij was gehuwd met Maria Teughels (°Leest 22/2/1937, +Mechelen 3/5/2024) die hem twee kinderen schonk. Aloïs Hendrickx was te Rijmenam geboren op 1 april 1937 en hij overleed te Mechelen in het A.Z. Sint-Maarten op 7 mei 2008.
1959 – 22 mei : Retraite van de toekomstige soldaten.
1959 – 26 mei : Uitstap van de Vrouwengilde naar de Vlaamse Ardennen en de kust.
1959 – 27 mei : Gouden Jubileum Elektriciteitsmaatschappij.
Op 27 mei vierde de Elektriciteitsmaatschappij van Noord-België te Mechelen haar gouden jubileum. Een 300 genodigden zaten aan voor het jubileummaal : Mgr. Schoenmackers, Minister Segers, de gouverneurs van Antwerpen en Brabant, senatoren en volksvertegenwoordigers en vele andere personaliteiten, ook de burgemeesters uit het omliggende, onder wie Miel Verschueren, burgemeester van Leest. (DB)
1959 – 31 mei : KWB op bedevaart naar Bornem
Foto’s :
-De programmatie van de radio-uitzendingen van 18 mei met de vermelding van het optreden van de Boerenkapel van Leest.
-Meester Aloïs Hendrickx met één van zijn vele klassen.
-De meester met het team van de Vrije Basisschool waarbij de afscheidnemende directrice Paula Bradt uiterst links. Aloïs Hendrickx staat tweede van rechts.
1959 – 14 mei : Soldatenbrieven van Maurits DE PRINS.
“Ik ben van Turnhout naar het hospitaal te Berchem gegaan. Volgens ze zeggen zal het maar voor enkele dagen zijn.”(DB, juni 1959)
-Maurits De Prins vanuit Turnhout, 24/6/59 : “Ik ben van het militair hospitaal te Berchem teruggekeerd naar Turnhout. Ik moet er alles binnenleveren. Dan ga ik naar huis voor zes maanden. Het spijt me, ik deed liever mijn term voort dan nu uitstel te bekomen. Vele groeten aan de Milac !“
-Maurits De Prins, uit Turnhout, 1/7/59 : “Ik had geschreven dat ik voor 6 maand naar huis kwam…Het is nu het geval niet. Die “paar” dagen dat ik in Turnhout nog moest zijn, zijn al een week geworden. Beste groeten.”
-Maurits De Prins vanuit Bevekom, 31/7/59 : “Het gaat hier met mij zeer goed. We lopen hier gelijk “echte” voddeventen. De eerste dag dat ik hier was, was er een vliegtuig naar beneden gestort : bij het doorbreken van de geluidsmuur was de motor ontploft en langs één kant brak de vleugel af. Ik doe de complimenten aan de K. Fanfare “St-Cecilia” en de Chef.”
-Maurits De Prins, vanuit Leopoldsburg, 10/2/1960 : “Ik heb vroeger niet geschreven en dat spijt me. Het gaat hier met mij zeer goed. De dagen gaan hier zo snel voorbij. Het werk dat men hier moet doen is nog altijd niet veel of niets. Over een week of drie heb ik hier moeten snoeien, wel interessant maar het duurde wat lang. Na het snoeien een lokaaltje schilderen wat ik nog nooit gedaan had, maar ik deed het zo goed ik kon. Met de rol ging het beter, dat is werken dat men hier doet. Ik dank Milac voor alles wat voor mij is gedaan, en nog 91 dagen en dan ben ik terug thuis.”
-Maurits De Prins, vanuit Leopoldsburg, 28/4/1960 : “Ik dank eerst en vooral Milac voor dat pakje dat ik gekregen heb en vooral wat voor mij gedaan werd tijdens mijnen term. Het gaat hier met mij zeer goed. De laatste dagen zijn in aantocht, nog 16 dagen en ik ben er voor goed van af. Ik doe de beste groeten aan de K.F. Ste Cecilia en de Chef Rik De Bruyn.”
1959 – 15 mei : Algemene landbouwtelling te Leest.
De oudste vermelding van Sinksen-kermis vonden we terug in 1599. “...betaelt aen den maeltheyd des maendags in de Sinxerdagen, wesende onse kermisdag, voor den pastor en de andere priesters die den dienst in de kerck helpen doen, met den coster en andere sangers, kerckmeesters en meijer en over 26 potten bier alsdan gedroncken...”
Buiten Sinksen-kermis waren er nog de kermissen met Pasen en Sint-Niklaas. Van wanneer de St Niklaaskermis dateert hebben we tot dusver nog niet kunnen achterhalen. In de lijst van de “vrije dagen” (voor de school) geeft men op de gemeenteraadsvergadering van 31/7/1915 aan: “...maandag en dinsdag van de kermissen Sinksen en St-Niklaas,...” De kermis op Paasdag schijnt te bestaan van 1933. Op de raadsvergadering van 6 maart 1933 werd er voor gestemd : 5 stemmen voor en 4 tegen...
1959 – 17 mei : Huwelijk Antoon Lauwens-Agnes Piessens.
Die dag vond het huwelijk plaats van Antoon Lauwens en Agnes Piessens. Zij kregen twee kinderen : Bart en Ilse. Antoon was één van de negen kinderen van Jan en Mathilleke Lauwens De Bruyn. Agnes was het jongste kind van Frans “Den Blokmaker” Piesssens en Melanie “Melle” Robijns.
Foto’s :
-Antoon en Agnes in het gemeentehuis tijdens hun huwelijk. Links de getuige van de bruid : Jan Piesssens (een broer van Agnes). Rechts de getuige van de bruidegom : Rik Lauwens (een broer van Antoon).(Foto : Hugo Lauwens)
1959 – 10 mei : Soldaat Alfons ABSILLIS vanuit Leopoldsburg.
“Donderdag ben ik met de bus meegeweest naar SCHERPENHEUVEL. Aalmoezenier Marcelis die in Leest op de laatste Milac-avond gesproken heeft, was er met de soldaten van Antwerpen : 56 km te voet. Met mij is alles goed en ik hoop dat het in Leest met u allen hetzelfde is. De opleiding in dit warm weder is niet van de poes…In de dag lijden we veel dorst maar na 18 uur betert het ! Beste groeten aan alle soldaten en…rekruten van Leest.”
-Alfons Absillis uit Leopoldsburg, 21/5/59 : “Eten en slapen zijn hier uitstekend. Alhoewel ik nog een bleu ben, begin ik stilaan de trukken te kennen. Op 5 augustus vertrekken we naar Werl in Duitsland. Ik hoop er de “schippers” Ture en Paul te ontmoeten. Beste groeten aan alle soldaten en rekruten van Leest.”
-Alfons Absillis uit Leopoldsburg, 3/6/59 : “Vooreerst hartelijk dank voor “De Band” die ik hier gisteren reeds in ontvangst mocht nemen met blijdschap. Ik moet de Koninklijke Fanfare “Ste-Cecilia” ook gelukwensen met de prestatie in Londerzeel ; ik vergeet ook de Chef (foto onderaan) niet. Ik heb veel kans binnenkort bij Paul Van Beersel en Ture Mertens te vallen : ik ben bij de 4de Lansiers en moet naar Werl. Beste complimenten aan de soldaten van Leest en in ’t bijzonder aan de lichting 1 juni.”
-Alfons Absillis uit Leopoldsburg, 1/7/59 : “Ik dank u hartelijk voor de gazet die ik dagelijks ontvang : dat is weer een zoveelste schone geste van Milac. Op 5 augustus vertrek ik naar Duitsland. Aan Frans De Kock, die hier mijn plaats komt innemen, zeg ik : het is hier ver van slecht. Beste groeten aan Milac, soldaten en rekruten van Leest en aan Johnny Van Riet die ik het beste toewens in het burgerleven.”
-Alfons Absillis vanuit Leopoldsburg, 21/7/59 : “Nog 8 dagen, dan nog 5 dagen verlof en dan naar…Duitsland. Deze voormiddag hebben we deelgenomen aan het défilé; deze namiddag zijn we op bedevaart gegaan naar het kapelletje van O.L. Vrouw van Koersel, op 5 km van hier ; we waren met tien man en de aalmoezenier. De vergaderingen van Milac worden gevolgd door een 20 man op de…2.000 : dat is niet blinkend. Ik sluit met de beste groeten aan de Koninklijke Fanfare “St-Cecilia”, aan alle soldaten van Leest en aan Milac.”
-Alfons Absillis uit Werl, 8/8/59 : “Een bleu schrijft u dat hij het genoegen heeft gehad hier de “TWEE SCHIPPERS” ontmoet te hebben : Paul Van Beersel en Arthur Mertens liggen in dezelfde blok als ik ; ze waren trouwens ook rap om mij te komen bezoeken. Ik stel het hier goed ; echter veel piket en karwei moet er gedaan worden. Voor mijn vertrek uit Leopoldsburg heb ik er gezocht naar Frans De Kock, doch zonder resultaat. Beste groeten aan alle anciens en rekruten van Leest !”
-Alfons Absillis uit Werl, 30/8/59 : “Alhoewel we hier veel piket en karwei hebben stel ik het goed. Langs deze weg doe ik de beste groeten aan de K. Fanfare “Ste-Cecilia” en aan de Chef : beste gelukwensen voor de uitslag in Pulle.”
-Alfons Absillis vanuit Werl, 20/9/59 : “Ik heb van Jan Vloebergh een briefje gekregen : hij maakt zich klaar om af te zwaaien. Ik zal nog veel bouletten achter zijne tap eten, dat kan ik hem verzekeren, net als Ferdinand Put die zich ook niet doodgezweet heeft bij de troep.”
-Alfons Absillis uit Werl, 29/10/59 : “Vandaag defileerden we te Soest voor de Koning. Langs deze weg wens ik Ferdinand Put en Jan Vloebergh het beste in het burgerleven. Beste groeten aan alle soldaten van Leest, ook aan K.F.S.C. en de Chef. Nen dikken bleu Alfons.”
-Alfons Absillis uit Werl, 22/12/59 : “Vandaag heb ik de Band ontvangen daarvoor hartelijk dank. Ik houd er aan de Band en medewerkers een voorspoedig nieuwjaar toe te sturen, geldt ook voor de Leestenaren, soldaten, K.F.S.C. Er kan niet genoeg gezegd worden welk genoegen een soldaat heeft aan een blad zoals de Band ; men moet soldaat geweest zijn om te begrijpen wat er moet voor gedaan worden. De Band geeft nieuws van huis en ook andere jongens lopen om hem te lezen (uit het kleine Leest). Nog een goeden dag aan allen en we drinken een glaasje en nog…94 dagen.”
-Alfons Absillis uit Werl, 28/1/1960 : “Hier kom ik van mij nog eens iets te laten horen. Ik stel het hier opperbest, maar de troep begint zowat mijn voeten uit te hangen, maar laat alles maar draaien binnen 2 maand is ’t mijn toer om af te zwaaien. Verder voel ik mij hier nog altijd n’en dikken bleu. Van het eten heb ik hier niet te klagen, en drinken dat doe ik wel, en de “Gerard” ook wel een pintje, maar met mate, je bent barman of niet. Ik ga nu maar sluiten, met de beste groeten aan de K.F.Ste Cecilia en de Chef en in ’t bijzonder aan alle soldaten van Leest.”
-Alfons Absillis uit Werl, 18/2/60 : “Ik stel het goed. Het is hier zowat winter en verder hetzelfde, alleen dat verschil dat we met een dag seffens beginnen af te korten, nog 36 dagen vandaag. Beste groeten langs deze weg aan de K.F. Ste Cecilia en aan alle soldaten van Leest.”
1959 – 13 mei : De Kruistochters vierden feest te Averbode.
'Alle Kruistochters van het Vlaamse land vierden feest te Averbode. Ook die van Leest waren er bij ! Te 7u10 vertrok de autocar met twee zusters, twee onderwijzeressen en een 50-tal leerlingen. Te Scherpenheuvel werd de Heilige Mis bijgewoond. Het was mooi weer ! Van alle kanten kwamen de autobussen naar Averbode gebold : duizenden kinderen kwamen er hun dank betuigen aan “Nonkel Fons” (E.P. De Kesel) die zou worden gevierd. “ZONNELAND” en “ZONNEKIND” waren zijn werk. Thans zijn het de twee meest verspreide kinderbladen van het Vlaamse land. Vijfentwintig jaar werkt Nonkel Fons reeds aan deze kindermagazines. Te 11 uur werd een plechtige H. Mis gecelebreerd door Hoogeerwaarde Heer Prelaat van Averbodes Abdij. Zijne Excellentie Monseigneur Forni, Pauselijk Nuntius woonde de mis bij. ’s Namiddags werd een revue opgevoerd door de Toneelkring van Savenberg : de voornaamste personages uit “Zonneland” en “Zonnekind” werden er in uitgebeeld. Aan Nonkel Fons werd een gouden kelk overhandigd en verschillende sprekers huldigden de Jubilaris. Na 4 uur trok het jonge volkje de mooie bossen in om nog wat te joelen en te spelen. Een echt mooie en onvergetelijke dag. (DB)
Daniël Omer De Kesel, beter bekend als “Nonkel Fons” (°Adegem 19/1/1912, +Averbode 14/6/1996) was norbertijn, uitgever en schrijver van jeugdboeken bij de Uitgeverij Averbode van de gelijknamige abdij. Ongeveer 40 jaar zou hij zijn stempel drukken op deze uitgeverij die in 1919 gestart was met de uitgave van het tijdschrift Zonneland. Samen met Zonnekind waren die wekelijkse uitgaven zeer populair. Later startte hij ook de reeks “Vlaamse Filmpjes” op, hierbij kon hij rekenen op de medewerking van bekende auteurs zoals John Flanders. Nonkel Fons was een neef van de bisschoppen Leo en Jozef De Kesel, die eveneens uit Adegem afkomstig waren.
Foto’s :
-De “Chef” van soldaat Fons Absillis was de dirigent van de Koninklijke Fanfare Sint-Cecilia Henri “Rik” De Bruyn.
Wijzigingen - Aanvullingen- Vervolg Jan Van Rompaey - zijn briefwisseling met Leest.
-Jan Van Rompaey vanuit Aarlen, 10/5/1959 : “De kazerne OLT Callemeyn voor opleiding van onderofficieren is hier prachtig gelegen. Alles is juist geverfd en de vloeren blinken als spiegels. Natuurlijk vraagt dit een zorgvuldig onderhoud : ieder dag karwei. We liggen op de kamer met acht. Er zijn er van Antwerpen, Gent en Moorsele. Nu we onze uitrusting gekregen hebben en we gisteren werden ingeënt tegen typhus en tetanos, voelen we ons reeds ingeburgerd. Verleden dinsdag zagen we hier in Aarlen een défilé van Amerikaanse, Schotse, Nederlandse en Franse troepen. Canadese, Franse en Amerikaanse gevechtsvliegtuigen scheerden boven de stad. Tijdens de 7 dagen die we hier al “mochten” doorbrengen, kregen we reeds 4 dagen verlof. Maar vanaf volgende week zal de opleiding ernstig beginnen te worden. Niettegenstaande die verlofdagen hebben we hier toch ons werk met al het koper te kuisen en allerhande stukken ineen te steken. Een goede dag aan alle militairen uit Leest en aan alle vrienden.” (DB, juni ’59)
-Jan Van Rompaey vanuit Aarlen, 15/6/1959 : “Wanneer men zo 200 km van huis gelogeerd is, dan VOELT GE U TOCH NOG DICHTBIJ ALS GE WAT NIEUWS OVER UW DORP KUNT LEZEN IN DE BAND. De opleiding is nu volop aan gang. Af en toe wordt het ons toegestaan een wandelingetje te maken van enkele kilometers. Om wat afwisseling te bekomen geven ze dan wat drill, kruipen of springen. Tijdens de lesuren hebben we wat…rust (af en toe valt er iemand in slaap). De beste groeten aan alle vrienden en kennissen uit Leest.”
-Jan Van Rompaey vanuit Aarlen, 12/7/59 : “Eerst en vooral moet ik de Milac bedanken voor de gazet die ik dagelijks ontving tijdens de Ronde van Frankrijk. De jongens op de Kamer begrijpen niet hoe u het aan boord legt om aan 20 soldaten gedurende 22 dagen een dagblad te versturen. Wegens de geweldige hitte werd onze gewone dagorde veranderd. Om 4 uur worden we reeds uit ons bed gehaald en tijdens de middaguren is er dan verplichte rust. De beste groeten aan alle soldaten en vrienden uit Leest, bijzonder aan Edmond Jacobs die ook de smaak der soep in de kazerne al wel zal kennen !”
-Jan Van Rompaey uit Aarlen, 15/8/59 :“De examens voor korporaal zijn achter de rug en onze fysische proeven zijn afgelegd. De geslaagden zijn in de 4de compagnie gebleven. Het tweede deel van onze sessie is nu begonnen en schijnt nog zwaarder te zijn dan de eerste. We hebben nu veel tactiek, nachtmarsen en droppings. Beste groeten aan vrienden en soldaten uit Leest.”
-Jan Van Rompaey uit Aarlen, 27/9/59 : “Op 3 oktober zijn het hier de Infanteriefeesten. Nog vier weken zal ik hier mijn “vrije tijd” mogen doorbrengen. Binnen twee weken volgt een bivak van 6 dagen. De Milac-vergaderingen kennen hier veel bijval. Beste groeten aan soldaten en vrienden uit Leest.”
-Jan Van Rompaey uit Soest, 1/11/59 : “Na de examens en testen ben ik sergeant benoemd op 28 oktober 1959. Spijtig dat bij het 5de Linie geen Leestenaren liggen. Elke morgen wordt hier 5 km gecrosst. Beste groeten aan alle soldaten uit Leest en aan al mijn vrienden.”
-Jan Van Rompaey vanuit Soest, 10/1/1960 : “Vooreerst bedank ik u van harte voor uw nieuwjaarswensen en bied ze u wederkerig aan. Verder gaat hier alles zijn normale gang. Sinds de kompagnie is afgezwaaid wordt er hier niet hard meer gewerkt. De onderofficieren krijgen nu al 2 weken lessen van de kapper om hun “geestelijk” peil wat hoger te brengen. Morgen komt er een ganse kompagnie “wederopgeroepenen” binnen. Er staat ons dus weer een harde maand te wachten. Op het einde van die maand komen er “bleukens”. Dan zitten we dus met twee kompagnie’s bijeen. Hoe ze daaruit gaan wijs geraken weet ik niet. Maar ja…dat zullen de grote bollen wel opknappen ; daar bestaat zo een spreuk die zegt “en ze zaten als haringen in een kastje”. Wel ik geloof dat ze dat gaan toepassen. Nu zal het lang duren voor ik nog naar Leest kom. De beste groeten aan al de soldaten van Leest en aan al mijn vrienden.”
-Jan Van Rompaey uit Soest, 16/2/1960 : “Buiten het koude weder alles opperbest. Vorige maand hebben wij hier nog wat les gegeven aan wederopgeroepenen. De “bleukens” zijn op 5 februari aangekomen, dat betekent veel werk voor mij. Een rekrutenopleiding is niet van de poes ; ganse avonden lessen voorbereiden en lesfichen maken. De “griep..” heeft hier in ’t bataljon ook haar woordje geplaceerd. Gedurende twee weken was hier ongeveer 20% ziek. Nu waren het geen “karottentrekkers” die de dokter onder handen kreeg. Een goeden dag aan al mijn vrienden uit Leest. Nog 70 dagen.”
-Jan Van Rompaey uit Soest, 20/3/60 : “Hier volgt dan weer wat nieuws uit het 5de linie. Na een verlof van een week ben ik hier weer met veel “moed” (lees moeT) teruggekeerd. Eigenlijk was er wel een beetje moed bij want het begint zo stilaan op zijn laatste benen te lopen. Nu begint men zich eigenlijk een “ancien” te voelen. Na de strenge koude zijn er hier al enige mooie dagen geweest. Men zou zich in ’t midden van de lente gewaand hebben. Vanaf de eerste maart is gans het bataljon overgegaan naar de 16de Pantserdivisie, wat wil zeggen dat wij de laatste elite zullen zijn die 60 km en meer te voet aflegden. De “nieuwelingen” zullen in full- en half tracks vervoerd worden. Verder doe ik nog de beste groeten aan alle vrienden, bijzonder aan de gebroeders Roger en Willy Lauwers, E. Jacobs en A. Absillis die ik het beste wens in ’t burgerleven.”
-Jan Van Rompaey uit Soest, 25/4/60 : “Hier volgt dan mijn laatste briefje uit Duitsland. Er is wel een spreuk die zegt : “Veni, Vidi, Vici”. Volgens mij zouden ze in ’t leger beter een andere spreuk gebruiken : “Ik kwam, ik zag, maar ik ging gaarne terug”. Hiermede wil ik dan ook Milac bedanken voor alles wat zij voor mij gedaan heeft : brieven, parochieblad, de Band. Ook kreeg ik nog regelmatig tijdens de Ronde van Frankrijk de gazet. Eveneens moet ik bedanken voor het prachtige paasgeschenk. Mijn vurige wens is dat Milac nog lang mag blijven bestaan, daar het een grote steun is voor de soldaten, zeker als ze zo ver van huis zijn. Ik wens u slechts één zaak “veel succes” en vooral : dank.”
Foto’s :
-De OLT Callemeyn kazerne in Aarlen waar Jan zijn opleiding genoot.
1959 – 9 mei : Gouden Bruiloft Ferdinand Van Praet - Philomena Fierens.
“Nante” werd te Leest geboren op 8 februari 1884 en “Meen” op 25 oktober 1885. Pastoor Beuckelaers huwde het echtpaar op 9 mei 1909. Ze kregen 10 kinderen. De buren hadden niets onverlet gelaten om de woningen te versieren. Boven de deur van de jubilarissen hadden ze volgende tekst aangebracht : DAT NANTE NOG MENIG JAAR ZIJN MEEN BESTURE(N) DAT ZIJN DE OPRECHTE WENSEN VAN UW GEBUREN ! Om 10 uur was er een dankmis opgedragen door pastoor Coosemans en geassisteerd door E.H. Shaw (onderpastoor van Battel) en E.P. Marinus. Nadien kregen de gevierden een officiële ontvangst op het gemeentehuis alwaar hun twee clubzetels werden overhandigd. (DB)
“Nante” was een gepensioneerde van de NMBS alwaar hij de job uitoefende van machinearbeider. Uit een verslag in Gazet van Mechelen van 11 mei 1959 : “Dat Nante een braaf en graaggeziene mens is, weet men niet alleen te Leest, maar men moet het eens vragen aan E.P. Matheus, van de Minderbroeders te Mechelen waarmee hij jaarlijks in de gemeente de omhaling doet. Meen heeft altijd het huishouden gedaan en daarbij nog een handje toegestoken op de akker. Thans op hun jubeldag waren de geburen heel vroeg uit de veren om hun woning prachtig te versieren met frisse dennenboompjes, vlagjes en bloemen. Om 9u30 reden ze te samen gezeten in prachtige auto’s naar de parochiekerk van Leest waar ze te 10 uur een dankmis bijwoonden, opgedragen door Z.E.H. Coosemans en bijgestaan door E.H. Shaw, onderpastoor te Battel en E.P. Marinus, pater van de Minderbroeders te Mechelen. Na de H. Mis trokken ze te voet in stoet naar het gemeentehuis waar ze werden ontvangen door dhr Emiel Verschueren, burgemeester, dhr Constant De Prins, schepen van Onderwijs en de peter van de jubilaris; de raadsleden Constant Beulens, Juul Geens en Hendrik De Bruyn. De burgemeester heette de gevierden hartelijk welkom, de erewijn werd geschonken, twee prachtige kipzetels als geschenk werden aangeboden en de jubilaris bracht er de stemming in met het zingen van enkele mooie oude liedjes. Hierna ging de feestviering verder op de Kleine Heide, tot in de late uurtjes.”
Hij overleed te Leest op 15 december 1967. “Meen” was hem op 18 september 1966 voorafgegaan. Ook zij overleed te Leest.
1959 – 10 mei : KROO Jan VAN ROMPAEY vanuit Aarlen.
Jan Van Rompaey was op 31 december 1939 te Blaasveld geboren waar hij ook gedoopt werd en tot en met het 1ste studiejaar school liep. In 1946 verhuisde de familie Van Rompaey naar Leest en zo kwam hij in de jongensschool terecht, in het 2de studiejaar bij meester De Leers. Vanaf 1966 betrok hij, samen met zijn gezin, een nieuwbouw aan de Juniorslaan. Tijdens zijn drie dagen in het Klein Kasteeltje werd hem voorgesteld om officier te worden maar dat zag hij niet zitten omdat hij dan drie maanden meer legerdienst moest kloppen. Met zachte dwang werd hem dan de opleiding voor onderofficier aangeraden en die richting was beperkt tot een diensttijd van twaalf maanden. Op 2 mei 1959 begon hij zijn legerdienst in de Callemeyn-kazerne te Aarlen waar hij tijdens de eerste zes maanden werd opgeleid tot onderofficier in de Commando infanterieschool. Hij volgde daar de lessen in de 4de Compagnie, 16de peloton. In november 1959 werd hij, als sergeant, overgeplaatst naar het Vijfde Linie Bataljon te Soest, in de Rumbeke kazerne en dit tot eind april 1960.
Op 28 april 1960 zwaaide hij af, enkele dagen vroeger dan voorzien omdat hij in België examens diende af te leggen voor Sabam en alle nationale ministeries (Overheidsdiensten). Er waren meer dan 5.000 kandidaten. Jan eindigde bij de eerste honderd en maakte carrière bij het Ministerie van Financiën. Voordien was hij een tijdlang omroeper bij de Radiodistributie in Mechelen.
Vervolgt met de chronologie van de brieven die hij als dienstplichtige naar De Band stuurde.
Foto’s :
-Gedachtenisprentje en doodsbrief van Nante Van Praet.
-Jan Van Rompaey in verschillende fasen van zijn leven.