BIDPRENTJES
Het is een bekend cliché: nergens worden zoveel vergissingen gedrukt als op bidprentjes. Een overlijden komt namelijk dikwijls onverwacht, en in de haast en door de emoties worden soms pijnlijke blunders begaan. Niettemin klaren de gezichten van heel wat genealogen op als ze zo’n prentje – of beter nog een rouwbrief – onder ogen krijgen. Ten onrechte dus, want de regel dat alleen de officiële akten van de burgerlijke stand bepalend zijn, blijft nog altijd gelden.
In het Eeklose Stadsarchief worden zo’n 50 à 60 duizend stuks bewaard. De stad zelf heeft nooit een dergelijke verzameling aangelegd, maar bij sterfgevallen komen af en toe erfgenamen met hele collecties aankloppen. Fervente verzamelaars hebben dikwijls ook vastgelegd dat hun “levenswerk” via deze overbrenging voor de toekomst bewaard moet blijven.
De betrokken verzamelaars werkten meestal rond enkele families, met als gevolg dat zij meestal prentjes uit de hele provincie (en soms zelfs verder) bijeen hadden gebracht.
Omdat zo’n verzameling in principe op de duur eindeloos kan uitdijen, was in het Stadsarchief een selectie noodzakelijk. De regel werd dus dat de betrokkene iets met Eeklo te maken moest hebben gehad: er geboren of overleden zijn, of er geruime tijd gewoond hebben. Zelfs met deze beperking omvat de archiefcollectie nu al zo’n 80 dozen van telkens 30 cm …
Archiefbezoekers brengen ook vaak recente bidprentjes binnen, en maken zo onbewust en ongewild brandhout van onze kreupele privacywetgeving, die bepaalt dat overlijdensgegevens vijftig jaar “geheim” moeten blijven. Aangezien praktisch altijd ook de geboortedatum vermeld wordt, en overleden eeuwelingen een zeldzaamheid zijn, blijft er ook van de honderdjaarregel voor geboorten maar weinig meer over.
Bij uitbreiding geldt dit ook voor het 75-jarige embargo op huwelijksdata, want wat voor zin heeft deze wet als de betrokkenen kaartjes rondsturen, advertenties plaatsen in alle mogelijke bladen en op de populairste Internetsites?
Door Freddy Pille, Eeklose stadsarchivaris

|