Wijzigingen – Aanvullingen
1961 – Donderdag 11 mei : Rerum Novarumherdenking te Mechelen
Die vond plaats onder een traditioneel weer met weinig zon en een koude atmosfeer. In de kleurrijke optocht door de bijzonderste straten van de stad waren vele muziekmaatschappijen present. Onder hen ook “Arbeid Adelt” uit Leest.
1961 – 13 en 14 mei : Voetbedevaart naar Scherpenheuvel
“Tegen de verwachtingen in was de opkomst zeer bevredigend : 55 deelnemers waaronder 16 vrouwen en meisjes, vooral de jeugd was goed vertegenwoordigd ! Om 4 uur ’t vertrek aan de Sint Annakapel, mooi weer, na een kort gebed vol goede moed op weg en dan stappen maar, afwisselend biddend, zingend en spelend wordt Aarschot bereikt rond de middag, waar we E. Pater Clementiaan mochten begroeten die ons verder op de tocht zou vergezellen. Even na 15 uur komen we te Scherpenheuvel toe waar ons een kleine tegenvaller wacht : het logement, enige tijd tevoren besproken, is door anderen bezet ; dan maar op zoek naar iets anders. Makkelijk gaat het niet, er zijn zoveel bedevaarders en alles is bijna volzet (het wordt inderdaad een heel geval om er een goed en deftig nachtverblijf te vinden). Eindelijk komt het toch in orde. Nu naar de kerk voor het Lof, beeweg, daarna Rozenkrans en Kruisweg, daarna is iedereen vrij. Zondag om 4 uur H. Mis met communie en dan terug de baan op, huiswaarts toe, dus een half uur vroeger dan voorzien, of naar gewoonte. In de voormiddag werd het warm, te warm zelfs om goed te zijn. Keerbergen, we kregen onze soep, ons even verfrist en verder op naar Bonheiden waar onze E. Pater Clementiaan, na enkele hartelijke woorden te hebben gesproken, afscheid neemt. Rond 5 uur werden we afgehaald door Z.E.H. Pastoor , de zegen met het Allerheiligste werd gegeven en met een danklied tot O.L. Vrouw van Scherpenheuvel eindigde deze moeilijke maar schone tocht. Wij danken U, wij danken U uit het diepste van ons hart. O, MARIA WEES GEGROET. M.V.” (DB, juni 1961)
Onder de deelnemers ook Maria Busschot en haar dochter Celine Van Beveren uit de Scheerstraat. Zij vervulden een belofte. Als Celine het ongeval van vorig jaar zou overleven hadden ze beloofd deel te nemen aan de voetbedevaart naar Scherpenheuvel. (Hun foto’s onderaan)
1961 – 15 mei : Soldaat Frans PIESSENS
-Turnhout 15/5/61 : “Beste mens, wat men bij de Infanterie kan beleven. Even vertellen. Het spreekt van zelf dat ne soldaat, na een zware dagtaak te hebben volbracht, van een welverdiende rust zou mogen genieten. Maar…wat zonder de waard rekent, valt natuurlijk mis uit; zo was het ook met ons, arme sloebers, want op ne schone avond toen we reeds lang in de armen van Morpheus lagen en droomden van…hoe we ’s anderendaags het best ons vaderland zouden verdedigen, klonk plots het ‘alarm’. Allen in pyjama en halfgesloten ogen op, wat zou er nu toch kunnen gebeuren daar waar zovele verdedigers slapen ? Een militair, doordronken en doordrongen van het Bacchusnat wou er over de omheining klauteren en werd gesommeerd door het salvoschot van de schildwacht. Wellicht ronkte het in zijn oren te over, want alles scheen er op te wijzen dat de ‘noodkreet’ hem tot geen nuchtere gevoelens brengen kon. Er bleef dan niets anders over dan die man met de armen van een barmhartige Samaritaan binnen te pikken…dat liet ons tenminste toe van rond 1 u 30 in den morgen terug onder de lakens te liggen. Van een belevenis gesproken…maar…dan daags nadien : ’s morgens oefening, niet erg leuk zou een Hollander zeggen, lichaamsoefeningen om de moed er in te houden, dan nog schiet-exibities met de Mauser en met de Fal op 100 meter, en ne mens ziet er hoogstens een vijftigtal ver, ge moet niet vragen. Het was dus een ontegensprekelijke wel bezette dag. We worden er ook voor betaald ! Wat het eten betreft mag er absoluut niet geklaagd worden en de verzorging voldoet. Zo, en binnen enkele dagen de feesten van de Infanterie, waarop wordt teruggekomen. Tot besluit, einde goed, al goed en groeten voor de kameraden soldaten van Leest en het personeel van Jupi.”
-Frans Piessens vanuit Turnhout, 26/5/1961 : Of er uitgekeken wordt naar het verlof en nog meer werd naar be (? onleesbaar) op zondag 17 j.l. moet niet gezegd worden, de climax van verlangen groeit steeds en dat was hier andermaal het geval. Maar…zijn we nu toch voor het ongeluk op de Turnhoutse aarde gekomen ? Op doktersadvies mocht niemand bezoek ontvangen, mocht zelfs niemand buiten, er zou ne gespikkelde of ne gestreepte rondlopen op die schoon geschuurde kamer die men nr 101 noemt, en daarmee kunnen we uitrusten, op alles n’en domper. Plezant hé ? Oh hoe lollig ; ze lachen er hier allemaal mee op de kamer, maar…dan groen of paarsblauw, dat zijn de aangenaamste kleuren die men kan presenteren. De ene trekt een lang gezicht, n’en andere zucht, n’en derde gromt, alles zonder woorden, maar ’t gaat toch over hetzelfde. Naar het schijnt zou het toch een vals alarm zijn, zodat mag verhoopt worden dat er spoedig verandering zal intreden. Door verveling in dienst van het vaderland, is onze leuze.”
-Frans Piessens vanuit St.Denijs-Westrem, 28/6/1961 : “Ik had beloofd na ons noodgedwongen inblijven door een medische beslissing, wat meer nieuws te zenden. Wel nu, eens dat het zaakje opgelost was, kregen wij enkele dagen verlof, compensatie voor de vervlogen vergunningen, en, blijgezind gingen we naar huis. Gezien de opleiding een einde had genomen werd er angstvallig uitgekeken aan wat komen zou, en dat wist ieder maar al te spoedig. Bij mijn terugkeer te Turnhout werd er niet veel omhaal om gemaakt en een bevel liet niet te wensen over. Het ging naar Duitsland toe, want daar moest verder de plicht volbracht worden. Verzekeren kan ik het met de hand op het hart dat ik veel moeT had om te vertrekken, hoe kon het anders ? Met vaste tred en…lange benen was ik weg…naar Soest ! Groot was de vreugde echter dat slechts een paar dagen nadien het bericht kwam dat ik mijn spullen kon bijeen brengen om de terugtocht naar België aan te vatten. En terug met overvloedige moeD op weg, ditmaal naar St Denijs-Westrem, en dan,…wel naar het bureau, op het bureau, om er te blijven en daar in ’t zweet mijns aanschijns het brood te verdienen. Er zijn er misschien die het vervelend vinden iedere week de reis naar huis te moeten maken, nee,nee…dat vind ik nu iets dat bij de militaire troepsoldaten past ; dat noemt men ontspanning om de gedane inspanning kwijt te geraken; om nieuwe krachten te putten om dan de zware taak in volle plichtbesef terug op de schouders te torsen. En zo heb ik dan mijn vaste betrekking gevonden, vuur, licht, huishuur vallen ten laste van de werkgever, daarbij een degelijke bezoldiging en onderworpen aan de Sociale wetgeving. Wat wilt ge nog meer ? Tot een volgende keer, want het werk stapelt zich zo op, dat ik er niet meer kan over zien. Groeten aan allen en denkt aan het zware offer dat hier te brengen is.”
-Frans Piessens vanuit St.Denijs-Westrem, 22/1/1962 : “Welgemeenden dank voor het zeer interessant geschenk ter gelegenheid van Nieuwjaar. Hier gaat alles zijn gewone gang. Wij verdienen hier ons brood in het zweet onzes aanschijns, en zijn altijd content wanneer wij om de week een verplichte rustdag moeten nemen, soms ook meer, naargelang de krachtinspanningen die we hebben moeten doen. Alles loopt zo stilaan naar zijn einde, en het zal met weemoed zijn wanneer wij tot verplicht ontslag zullen gedwongen worden.”
Foto’s :
-Tweemaal Maria Busschot, tweede foto naast Florentien De Schoenmaeker en haar dochter Celine Van Beveren.
-Tweemaal Frans Piessens.




|