Vervolg Delphine “Fien” Selleslagh-De Wit : een mensenleven in beeld.
De receptie en het feest
Op die receptie en het feest nadien waren alle Leestse verenigingen, al dan niet actief, vertegenwoordigd. Burgemeester Vanroy hield een gelegenheidstoespraak waarin hij in het kort de levensloop van de gevierde schetste en benadrukte dat Leest als dorp altijd Leest zou blijven. Een dorp dat volksfeesten kan organiseren die mogen gezien worden, besloot hij. Dochter Raf die de teksten van alle speeches zorgvuldig bewaarde voor het gedenkboek van haar moeder, kon die van de Mechelse burgemeester niet bemachtigen, zijn speech verdween in zijn jaszak. In het gedenkboek merkte ze wel op dat de burgermeester op versleten sandalen gekomen was, maar besloot ze badinerend, het had erger gekund, zijn ‘toen reeds vermoedelijke opvolger’ heette Bervoets… De burgemeester overhandigde bloemen, een tinnen schotel van de stad Mechelen en een foto van de koning en de koningin, deze laatste eigenhandig ondertekend door onze monarch en zijn echtgenote. Het houten kistje waarin dit kleinood vervat zat diende echter terugbezorgd aan het Kabinet van de koning, gelukkig niet gefrankeerd… Er waren optredens van dansgroep Korneel en het kerkkoor. Hilde Silverans (Ildebergh) droeg volgend, zelfgeschreven, huldegedicht op :
“Niet uw hele leven kan ik leggen in dit lied noch uw honderd jaren vatten in kwatrijnen, ik kan in geen eeuw misschien in geen honderd lijnen tippen aan het wonder van dit feest.
’t Was net als nu halfoogst geweest In achttien vierennegentig. Hoe was het vlas en hoe de geest toen Fientje in Catokes arm in Jugendstil te blozen lag de ochtend van haar eerste dag ?
Zo vreugdevol en vrolijk als nu ? Wie zal het raden ? ‘geen tekening, geen lichtdrukmaal’ alleen de fin-de-siècle taal van liedjes en balladen verhaalt ons van de lach van toen.
Hoe zoet de kindertijd, hoe groen het gras tot aan uw moeders dood. En desondanks die ‘tedere schade’, een land dat door een oorlog waadde werd Fientje groot.
Het leven zelf uw hogeschool, een Vuurmolen die ’t lichaam looide, en later een liefde die àlles rooide voor het kind, van de hoop het symbool.
Torreke, Torreke, Torreke fijn, hoe zal ons eerste kindje zijn ? Tussen twee oorlogen, lieve Merlijn, schenk me tweederde van een dozijn !
Het leven is een schouwtoneel en Torrekes klas een scène en fier dat Fientje op Torreke was, dus kreeg ze zijn kroost sans gêne.
Irma, Joanna, Raymond en Cyriel, Raphael, Frans, Hubert en Maria, en hoe groot ook de pijn om wie u ontviel, acht staan in uw hart als een heilige dia.
Zij zijn van uw leven de kleur en de sier, van het dierbare huis de duizend verhalen en al wie er leefde zou liefde hertalen en dragen in eigen banier.
Leest is een bootje met veel bonte vanen Leest is het land en de zee tegelijk Leest is nog lang niet gewéést, God beware ! Leest was uw keuze, is riet en is eik.
Als riet, beste Fien, hebt ook gij moeten buigen voor storm en voor onheil, sirengezang, maar evenveel keren, decennia lang mocht gij danken en lachen en juichen.
Vandaar onze dank en glimlach en bloemen naast die van uw trotse nageslacht met al wie u moeder of bonneke noemen, vandaar onze duit voor uw goede doelen omdat g’al die tijd ook aan anderen dacht.
Daarom is uw leven vandaag nog niet af, Ik wed dat nog veel mooie dingen gaan komen Want Ons Lieve Heer bevestigt uw dromen : g’ hebt ook nog een moederke, want ge hebt Raf.
En Torreke hoog in de hemel gezeten bij engelbewaarders aan elke zij één heeft zeker vandaag ook voor u gebeden en God gevraagd : laat haar nog beneèn, er is in dat dorp aan de Zenne een feest, ons Fien zal zichzelf in de krant kunnen lezen.
Dus, lieve Fien, ik vraag u bij deze : Blijf lang nog de oudste moeder van Leest.
Tussendoor benadrukte de fanfare St-Cecilia, o.l.v. Johan De Win, haar aanwezigheid met enkele optredens en schonk de algemeen coördinator van het feestcomité, Louis Vloebergh, bloemen aan Rafaël.
Het slot- en dankwoord werd uitgesproken door zoon Cyriel Selleslagh. Daarin schetste hij een beeld van de levensloop van zijn moeder en drukte zijn bewondering uit voor het harde werk dat zij heel haar leven had verricht. Om te eindigen en ter afsluiting van het officiële gedeelte, sprak hij, in naam van zijn moeder en de kinderen Selleslagh, woorden van dank uit. Vooreerst voor zijn zus Raf : “voor haar tomeloze en onbaatzuchtige inzet die het mogelijk gemaakt heeft dat moeder –thuis- in haar vertrouwde omgeving haar oude dag heeft mogen slijten. Die haar eigen jeugd grotendeels heeft opgeofferd om moeder bij te staan. Zonder haar, geen eeuwelinge vandaag. Zeker weten. Raf, in naam van broers en zussen, schoonbroers en schoonzusters, 1000 maal bedankt.” Woorden van dank ook voor de initiatiefnemers van deze samenkomst, de coördinator en medewerkers voor hun ijver en inzet, voor de buren voor de versiering van huis en straat. Dank aan de Pater voor zijn bezoekjes aan huis en zijn geestelijke begeleiding. Aan haar huisdokter Dr. Marinus, aan burgemeester Vanroy, schepen Backx en de Leestse gemeenteraadsleden. Aan de directrice van de ‘Vrije Basisschool’ Amanda, voor het ter beschikking stellen van de schoolaccomodaties, aan Guy Seeldraeyers uit Heffen voor zijn materiële steun. Dank aan het bestuur en muzikanten van de ‘K. Fanfare St.-Cecilia’ , aan aalmoezenier Herregods voor de aanmaak van het bas-reliëf, aan de mensen van Ziekenzorg, aan alle bestuursleden en leden van de verschillende verenigingen die door hun deelname aan de optocht hebben bijgedragen “om er iets van te maken”. Dank ook aan al diegenen die om welke reden dan ook, niet konden aanwezig zijn, zoals zieken, ouderlingen, gehandicapten, mensen in het buitenland en tenslotte aan allen die aanwezig waren op het feest en allen die hij vergeten was te vernoemen.
Nog voor de discobar de eerste tonen kon inzetten voor het avondfeest bracht Toneelkring Rust Roest, waarvan Viktor Selleslagh medestichter en jarenlang voorzitter was geweest, de eenakter ‘De Verliefde Schoolmeester’.
Ter vervanging van de folklorestoet die door de eeuwelinge was afgewezen, werd aan de hand van verzamelde foto’s en informatie Fientjes leven uitgebeeld op grote panelen. Vanaf haar geboorte tot haar 100ste verjaardag :
-“Tisselt waar ik geboren ben, als kind opgroeide en alle mensen ken. Mijn klein dorpje dat zoveel schoonheid biedt, vol van herinnering vergeet ik niet.”
-“Maar haar toekomst lag in Leest. Een jawoord, een eigen huis en een vredige ’t huis. En meteen werd gedacht aan een sterk nageslacht !”
Op het laatste paneel stonden de foto’s van haar talrijke nakomelingen.
“Zegt algaa da me weg zijn,” zei een vermoeide Fien tot haar dochter Raf. “Maar trek het niet te lang.”
“Oké”, noteerde dochter Raf in het gedenkboek, “de honderdjarige is moe, ze gaat naar huis, morgen komt voor haar nog n’n dag en we moeten ze nog wat in de watten leggen, want er is nog geen enkele rekening betaald !! In haar naam bedankt aan allen en voor alles. Afscheidswoord blijkbaar goedgekeurd !!!”
Vervolgt.
Foto’s : -Burgemeester Vanroy was op zijn sandalen gekomen… -Hilde Silverans droeg een zelfgeschreven huldegedicht voor. -Muzikanten van de Kon. Fanfare St.-Cecilia o.l.v. Johan De Win. -Cyriel Selleslagh hield het slot- en dankwoord. -Rust Roest bracht een toepasselijke eenakter.




|