1979 George Herregods publiceerde in
het november-nummr van De Band :xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Schatten
op zolder
Op
10 juli 1913 kwamen twee heren Leest een bezoek brengen : Frans Van Leemputten
en Fernand Dounet. In opdracht van de provincie kwamen ze een inventaris
opmaken van alle kunstwerken die zich in onze kerk bevonden.
In
deze opsomming van onze kerkschatten lezen wij onder andere :
EEN
DOEK VAN DE 18de EEUW, VOORSTELLENDE MARIA MAGDALENA AAN DE VOETEN
VAN DEN ZALIGMAKER.
IN
DE KAPEL VAN O.L.VROUW VAN LOURDES, EEN DOEK VAN HETZELFDE TIJDVAK,
VERBEELDENDE DE OPDRACHT VAN HET KINDJE JEZUS IN DEN TEMPEL
De
meeste van onze huidige parochianen hebben die schilderijen in de kerk nooit
gezien. Wij ondervroegen daarom meester Alfons Hellemans, één van de
oud-notabelen van Leest :
Er
hingen inderdaad schilderijen achteraan in de kerk, zo zegt hij. Ik geloof dat
het rond 1924 was, dat onze kerk herschilderd werd in een vurig rood. Vooral
het rood van de pijlers maakte indruk. Ik weet dat het rond die tijd gebeurde,
want mijnheer Cleeren was hier onderpastoor van 1924 tot 1930 en hij heeft ons
in zijn preek de symbolische betekenis van die kleuren uitgelegd : hoe de
kleuren van onder naar boven overgingen van rood naar geel, van donker naar
licht
Architect Steyaert was van mening dat die schilderijen niet meer
thuishoorden in deze nieuw geschilderde kerk. Ze waren trouwens nogal donker
Tot hier meester Hellemans.
Vijftig
jaar vergingen. Voortgaande op de hogervermelde inventaris gingen wij onlangs
met de pastoor op zoek naar deze doeken onder de vermolmde hanebalken van de
pastorijzolder. Tussen een hoop afgedankt materiaal ontdekten wij in een waas
van spinnenwebben, de gezochte donkere doeken. Ook zij waren afgeschreven
en zwaar verminkt door de tand des tijds. Het waren echter geen twee doeken,
het waren er vier. Buiten MARIA MAGDALENA en de OPDRACHT IN DE TEMPEL, vonden
wij nog twee schilderijen die niet op de inventaris van 1913 opgenomen waren : een GESELING VAN KRISTUS en een JEZUS DIE ALS
JONGELING DE BIJBEL UITLEGT AAN DE SCHRIFTGELEERDEN
We
zetten onze zoektocht verder in de halve duisternis van de zolder en stonden
plots oog in oog met een anderhalf meter hoog madonnabeeld. Deze Lieve Vrouw
bleek bij nader toezicht van hout, gepolychromeerd en gekroond met een koperen
kroon.
Steeds aan de hand van dezelfde inventaris konden wij dit Mariabeeld
identificeren : het betreft namelijk EEN BEELD DER H. MAAGD MET HET KINDJE
JEZUS 18de EEUW. Dit beeld stond vroeger TEGEN HET ZIJALTAAR DER H.
MAAGD RECHTS, OP EEN VOETSTUK.
Wat
zijn onze plannen met die doeken ?
Na
behandeling (ze lonen de moeite) zouden we ze terug een plaats willen geven in
onze kerk waar ze tenslotte thuis horen, daar ze tot het patrimonium behoren
van onze parochie.
We kenden toevallig een jonge specialist in het vak, momenteel onder de wapens
in Peutie : Eric LEON uit Sint Agatha Berchem. Hij deed zijn kunststudies aan
het Sint Lukasinstituut te Schaarbeek en aan de Rijksschool voor Beeldende
Kunst te Anderlecht. Hij was bereid zijn talenten en zijn beroepskennis in te
zetten voor de restauratie van een eerste schilderij : Maria Magdalena voor de
Zaligmaker. Wij laten Eric Leon hier zelf aan het woord hoe hij die restauratie
aanpakt : Na het reinigen van het doek kwam ik tot de constatatie dat het
linnen zelf in zon lamentabele toestand was, dat het een andere ondergrond
vergde. Er waren namelijk gaten in van een vuist groot. Ik heb dus het werk
gemaroefleerd, t is te zeggen : op een vaste ondergrond heb ik eerst een
ongeprepareerd doek aangebracht en op dit doek werd het schilderij geplakt. De
lijm houdt niet alleen de linnen doeken aan mekaar, maar dringt door het linnen
van het schilderij door, zodat de verdere afbrokkeling van de verf vermeden
wordt. Dan begint het eigenlijke schilderen : een echt monnikenwerk : elk
plaatsje waar de verf afgebladerd is wordt ingevuld, eerst met temperaverf om
zo langzaam de toon te benaderen. Daarop volgt een tussenvernis. Met
zelfgewreven olieverf worden daarna de uiteindelijke juiste kleuren
aangebracht. Als laatste fase gebeurt het aanbrengen van een slotvernis om het
doek zijn glans terug te geven. Het schilderij komt achteraf in haar originele
omlijsting.
Ik
vond geen datum, geen monogram, geen handtekening. De schilder blijft ons dus
onbekend. Er zitten zowel barokke als rennaissanceelementen in het werk, zodat
de ouderdom van het doek op geen vijftig jaar te schatten is
Binnenkort,
na de afwerking van dit eerste doek, zullen wij het exposeren in de
parochiekerk. Wij zullen er een van de andere niet-gerestaureerde doeken
naastplaatsen. Zo krijgt u een idee hoe dit herwonnen schilderij er uit zag
voor de restauratie.
In hetzelfde maandblad, onder de titel
Ken onze Leestse kerkschatten, bracht de aalmoezenier enkele van deze
schatten onder de aandacht.
Sint-Cornelius : dit beeld uit 1840
van Tambuyser, in hout en polychroom beschilderd toont de heilige met
tiara en staf, hij was immers Paus van het jaar 251 tot 253.
Hij stierf in Civitavecchia waar hij
door keizer Gallus was verbannen. Hij wordt aangeroepen tegen de kinderziekten.
Elk jaar op tweede paasdag brengt zijn verering een mensentoeloop naar Leest.
De Hoorn (Frans : corne) schijnt een zinspeling te zijn op zijn naam.
George Herregods ging er van uit dat de
oorsprong van de plaatselijke verering en begankenis tegen stuipen en
kinderziekten samenhing met de aankoop van dit beeld.
Fotos :
-Het
schilderij Maria Magdalena aan de voeten van de Zaligmaker na
restauratie.
-Sint-Korneel.
(Fotos : Paul Van Roy De
Sint-Niklaasparochie in Leest, Wilfried Hellemans)

|