1975 - 31 maart : Tweede Paasdag Het
Davidsfonds pakte uit met een tentoonstelling met als thema Leest. In het
maandblad van Milac was voordien een oproep verschenen om memorabilia :xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Misschien had u er totaal niet aan gedacht. Doch, in
de loop van het jaar 1925 werden te Leest de eerste stenen gelegd voor een
plaatselijke Davidsonderafdeling. Ook al zijn de prestaties van deze vereniging
op het ogenblik erg gering, tot voor wereldoorlog twee was Davidsfonds Leest één
der meest bloeiende verenigingen in de gemeente.
Herinneren we gewoon aan de formidabele 11 juli
vieringen die in onze gemeente plaats hadden.
Ondertussen willen we u voorbereiden op de jaarlijkse
tentoonstelling op tweede paasdag, die naar we hopen het reusachtige succes van
verleden jaar nog zal overschrijden. Als onderwerp kreeg deze zesde paasmaandag
tentoonstelling mee : EEN LAATSTE KEER LEEST !!
Inderdaad in de loop van dit jaar of begin volgend
jaar zal Leest als gemeente ophouden te bestaan. Hieraan willen de
bestuursleden van uw Davidsfondsafdeling ruchtbaarheid geven.
Doch, voor de zesde keer, vragen wij u medewerking.
Wij zoeken: fotos, afbeeldingen, platen, oude voorwerpen, kortom van alles dat
met Leest verband houdt.
Wij zoeken merkwaardige feiten, verhaaltjes van Leest
en allerlei merkwaardigheden waaraan wij kunnen bouwen.
Wist u b.v. dat in 1907 Leest 51 cafés kende en nu
nog 10 ? Zou het niet aangenaam zijn van
elk van deze zaken fotos of aandenkens te zien.
Doch, voor de zoveelste maal moeten wij het herhalen, wij vragen uw
medewerking. Wij zijn ervan overtuigd dat deze oude zaken voor u een grote
waarde hebben en je ze niet graag zou kwijtgeraken bij een tentoonstelling,
daarom garandeert het Davidsfonds u een speciale verzekering voor al wat u in
hun handen, voor 1 dag, geeft.
En, wees niet egoïstisch, iedereen ziet graag zijn
eigen op iets oud eens terug. Mogen wij er dus op rekenen dat u, die bepaalde
merkwaardige zaken over Leest weet, of in uw bezit hebt, contact opneemt met de
bestuursleden van het Davidsfonds.
Wij danken u bij voorbaat en beloven u, met uw hulp,
een beeld van wat Leest voor ons betekende.
Verbruggen
Tom, Soors Karel, Mollemans Martin.
In de 1ste
jaargang van het Vaartland (1975) publiceerde Jos De Keersmaecker Paasmaandag te Leest Volksdevotie tot
de H. Cornelius.
Eén van de populairste heiligen in het Vlaamse land
is wel de H. Cornelius, paus en martelaar. Hij werd afgebeeld met een staf in
de ene en een koehoorn in de andere hand. Hij is één der vier Maarschalken,
beschermheilige en noodpatroon tegen koorts, kinkhoest, draaiïngen in het
hoofd, verlamming, cholera, en het hele gamma van demonische ziekten, zowel van
mens als dier.
H. Cornelius, paus ende martelaer, bidt voor ons,
besondere patroon teghen de stuypen, alle vallende sieckten, draeyinghen van
hoofde en gevaerlyck vaeren en meer andere diergelycke sieckten en plaeghen soo
menschen als van beesten, zegt het bedevaartvaantje van Doel.
K. van Nyen H. Cornelius, een volksheilige in t
Vlaamse land, vermeldt 99 begankenisplaatsen. Het zijn ze echter nog niet
allemaal. Wie bedenkt hoe groot en geducht in vroeger tijden deze kwalen waren
de kindersterften schrikwekkend hoog, toen er nog geen medische wetenschap kon
tegenovergesteld worden- en de dood daarom meestal als fatale afloop had,
verklaart maar al te wel de grote verspreiding van al die devotieplaatsen en
toevluchtsoorden tot Sint Cornelius.
Comt tot Cornelius al met een vast betrouwen
Hier is medecyn voor kinders, mans en vrouwen.
Ook alle soort van vee dat ergens is besmet
Wordt door Cornelis, door kracht van syn gebet
door t hoogste Majesteyt bevrijd ofte genesen.
Hoopt en betrouwt in hem : hy sal u trooster wesen.
Reeds van in de 12e eeuw vindt men ten
onzent sporen van de devotie tot St. Cornelius en dan vnl. te Ninove. Dat
blijkt uit een verklaring van Nicolaus, bisschop van Kamerijk in 1139. De
relieken zijn van uit Rome overgebracht naar Lyon, Compiègne (in 857) en
Cornelimünster op de Inde bij Aken. Deze abdij werd het grote
uitstralingscentrum dezer verering en waar met bijzondere zorg ook de
drinkhoorn van de heilige bewaard werd en waaruit destijds de bedevaarders
gewijd water konden drinken. Volgens Mathias Zender zou Ninove en Ronse het
vertrekpunt van de Corneliusviering in Vlaanderen zijn geweest. Er bestond ook
een Liber Miraculorium S. Cornelii Ninivensis, een mirakelboek. Het is bekend
dat de abdij van Cornelimünster hier in Brabant en Vlaanderen belangrijke
keizerlijke domeinen bezat, o.a. te Nijvel, Puurs en vnl. Ronse. Volgens de
Acta Sanctorum van de Bollandisten schonk zij aan het Kapittel van Ronse een
deel der relikwieën van de H. Cornelius. Het is tijdens de tocht met die
relikwieën voorbij Ninove dat de Norbertijnen aldaar enkele daarvan bekwamen.
Het bezit van relikwieën was de eerste vereiste voor
het ontstaan en de bloei van bedevaarten. Het was ook een lucratieve bron van
inkomsten. Een echte handel werd er gedurende de Middeleeuwen in gedreven
zelfs hardhandige strijd werd er voor geleverd. Relikwieën werden ook
verhuurd. Zo werd het relikwieschrijn van Ninove tot in het land van Waas
processiegewijs gedragen.
Van hieruit verspreidde zich de cultus door heel
Vlaanderen, vooral in de parochies die van de abdij afhingen.
Eigenaardige gebruiken kenmerkten de begankenissen tot
de H. Cornelius : de tempelslaap (incubatio). Zelfs reeds gekend bij de oude
volken. Het opwegen van het eigen lichaamsgewicht in graan, was en vlas, dat
moest bijeengebedeld zijn. Dit berust op de primitieve opvattingen dat aan
gevonden, gebedelde of gestolen voorwerpen, bijzondere kracht wordt
toegeschreven. Soe wat menschen die besmet zijn met Sente Cornelis sieckte, sy
moeten hem lieden weghen ende gheven alzoe vele Coorens als sy swaer weghen met
wasse, vlasse, goud ende seluere. Alzo te Ninove, Lier, Aalter, Adinkerke.
Zoals dit ook nog elders gebeurde te Brugge voor St. Godelieve ; te Geel bij
Sinte Dymfna eveneens was voorgeschreven. De overal voorkomende geplogenheid
ook te LEEST- van het offer van dieren, als konijnen, duiven, kippen, of van
vlas en graan, vindt wel zijn oorsprong in de middeleeuwen, toen de cynzen en
offers in natura betaald of opgedragen werden. Geld was in die tijd schaars
en praktisch niet in omloop bij de gewone man. Het paste in dat agrarisch
domaniale stelsel. Ook het vroegere
volksgeloof dat stuipen en vallende ziekten aan toverij of aan duivelse machten
toeschreef, verklaart het oeroude offer van een Zwarte hen, het gewone
duivelsoffer.
Elders nog kent men de pelgrimshen de geofferde hen
die terug mee naar huis genomen wordt- en de ziekten van het hof zal weren. Men
kent nog verder het levende hert.
In de meeste begankenisplaatsen heerste nog tot voor
korte tijd het volksgebruik en het offeren van dieren.
Devotie en begankenis tot Sint Cornelius te Leest
In Klein-Brabant en het vaartland waren vooral Leest
en Sint Amands bekend als de bijzonderste begankenissen tot Sint Cornelius.
Buiten de seskens waren deze plaatsen in het bijzonder bekend voor vallende
ziekte. Kleine beewegen, maar minder bekend waren ook : Eikevliet, Ruisbroek,
Mechelen, Hellegat.
Evenals te Diegem werd te Leest de H. Cornelius
bijzonder aangeroepen tegen de stuipen en de vallende ziekte. De 2de
Paasdag is de grote begankenisdag. Vanaf 5 uur s morgens stroomde het volk
reeds toe. De Hoogmis is om 10 uur. Eerst gaat men bidden voor het beeld van de
heilige dat bij die gelegenheid midden in de kerk ter verering opgesteld
wordt.
Zoals op vele andere plaatsen deed men hierna drie
maal al biddend de ommegang rond de kerk, dan driemaal rond het kerkhof. Daarna
ging men te zegenen in de kerk. Rond het beeld stond er een ijzeren grille.
Binnenin bevond zich de pastoor en die bood de relikwie ter verering aan. Het
volk werpt de blauwe briefjes binnen in de afsluiting en deed zelfs de
nikkeltjes boven het hoofd van de priester rinkelen. Ex-votos werden niet geofferd, wel levende
kippen en duiven, evenals varkenskoppen en hespen. Gedurende de hoogmis werden
de offergiften achteraan in t gestoelte van de kerkmeesters geplaatst : de
dieren in de houten kevie, die nog te zien is.
Op 2de Paasdag 1935 werden slechts 2
kiekens en een koppel duiven geofferd, vertelt J. Geussens. Na de mis bracht de
koster de geofferde kippen en duiven buiten het kerkportaal en vroeg : Zijn er
nog liefhebbers voor den offer ? Een boer gaf 5 fr., kreeg de kip of de duif
even in de hand en gaf ze terug. Hij offerde op die manier. En vijf boeren offerden op dezelfde wijze
achtereenvolgens dezelfde kip tot dat de boer die ze eerst geofferd had, er 20
fr. voor bood en de kip terug mee naar
huis nam, waar ze, zoals hij later vertelde al de andere tegen de kwaal moest
vrijwaren. Al drie jaar offerde hij dezelfde kip.
Een zeer oud en merkwaardig gebruik dat nog in onze
kinderjaren bestond was het volgende. Kreeg een kind de stuipen, dan liep men,
terwijl de kleine in een bad gestoken werd (gewoonlijk de marmit), en zijn
voetjes vol mosterd omwikkeld, vliegensvlug naar een beroepsbedevaardster, die
daarvoor bekend stond. Bij ons was dat o.a. Mie van Leires. Men huurde er langs
de straat of in de dorpsschool negen kleine jongens die de beeweg moesten meemaken (er waren ook 9 soorten seskens). In
de school zaten er in die tijd soms wel veertig en meer in één klas, daarom was
men wel eens content er van enkele af te zijn, en men merkte dat zo niet. Onder
geleide van het vrouwmens trok de bende op in de zomer gewoonlijk barvoets.
Wellicht berustte deze geplogenheid op de opvatting dat er van onschuldige
kinderen een grotere heilkracht uitgaat dan van volwassenen. Bij de terugkeer
kregen de kleine mannen dan gewoonlijk een paar koperen centen. Boeten en
beloften doen, behoorden eveneens tot een der geplogenheden. Met Paasmaandag
eveneens begint de novene en kan men speciaal gewijd water bekomen.
Over de oorsprong in de oudheid van de
Cornelius-devotie te Leest hebben we weinig bijzonderheden. Wel vonden we op de
pastorij nog een resterend exemplaar van de Litanie ter eere van den Heiligen
Paus en Martelaar Cornelius, bijzonderen patroon tegen de stuipen, jichtigheden
en vallende ziekte, wiens H. Relikwieën met grooten toeloop en devotie geeërd
worden en wiens bijstand vuriglijk aanroepen wordt in de parochiale kerk van de
H. Nicolaus te Leest.
Tot troost van degene die aan de stuipen zijn
onderworpen en bevangen met lammigheid of vallende ziekte en voor eeneigelijk
om door de voorspraak van den Heiligen Cornelius geholpen en behoed te worden.
Het stuk is van 13 Junius 1855, goedgekeurd en
aanbevolen en met 40 dagen aflaat begunstigd door de Kardinaal-Aartsbisschop
van Mechelen. Het spreekt vanzelf echter dat die devotie en de toeloop heel wat
ouder is. Dat de toeloop tijdens de jaarlijkse begankenis de 2de
Paasdag inderdaad zeer groot was, blijkt uit een brief van 21 maart 1905 van
een jaarlijkse Mechelse bedevaarder. Hij heeft het nl. over die grote toeloop
van gelovigen, die problemen schiep voor het drukke verkeer op de dorpsplaats.
Maar vooral aan de ingang van de kerk, die te nauw was om die massa ineens door
te laten in het begin of bij het eindigen der goddelijke diensten. Er moet daar
telkens zulk onmenschelyk gedrang geheerst hebben, dat er ongelukken moesten
van komen. Het was evenmin stichtend met het geschreeuw der kinderen en gehuil
van groote menschen, ja zelfs grove woorden en verwenschingen, welke niet
stichtend zijn in het portaal eener kerk.
De volksbeewegen met hun begankenissen, met hun
tradities en gebruiken waren eens een stuk kleurrijk en onvervalst volksleven
en een kapitaal element in onze cultuurgeschiedenis. En het volksgeloof dat
wortelt in eeuwenoude tradities een bron om de ware volkspsyche te leren
kennen. Het traditionele volksgeloof is een van de belangrijkste elementen van
de volksmentaliteit en de volksbedevaarten voor ziekten van mens en dier, één
van de meest karakteristieke uitingen van het volksgeloof in ons land, zegt M.
de Meyer.
Vele begankenissen, bedevaarten en beewegen zijn te
niet gegaan omdat het lijdend voorwerp verdwenen is, en het onderwijs de mens
ontwikkeld heeft. Er is een uitgebouwde medische voorziening. Er is ook het
teloorgaan van de algemene godsdienstzin en vele geestelijken hebben geen oog
meer voor deze devote volkspraktijken. De tijden liggen nu anders, besloten
gemeenschappen zowel socio- als religocultureel zijn in volle afbouw. Het past
ook niet meer in het kerkelijk cultus-patroon sinds Vaticanum II, die een
Beeldenstorm heeft teweeggebracht waar de Geuzentijd slechts kinderspel bij
was. Een onvervangbaar cultuurpatrimonium is verkwanseld, soms voor een bord
linzensoep, en jammerlijk teloor gegaan. Zovele kleinodiën van veldkapellekens
die spijts afbraakwoede en rampspoedige tijden nog zo talrijk het sacraal
landschap sieren- en waaromheen eeuwen van rust en vrede wieroken, leiden een
verkommerd en vereenzaamd bestaan.
Doch de impuls tot de bedevaarten, zegt Prof. De
Keyser, komt uit de diepten van de algemene menselijke geest. En zoals het ook
in de aard ligt van het Vlaamse volk en de beewegen niet alleen vergezeld zijn
van boeten, maar ook van feesten en plezier ; nu ook is het toerisme ingeschakeld,
ziet men vele van die vroegere begankenissen herleven. We noemen slechts
Beerse, Edegem, Aalter, enz. Alle St. Corneliusbegankenissen met de aloude
geplogenheid van het dierenoffer, en het openbaar bij opbod verkopen dezer
dieren en andere offeranden.
Het is in die zin dat het Vaartland met enkele
enthousiaste lieden van Leest het initiatief genomen heeft om de gekende St.
Corneliusviering met zijn religo-volksgeplogenheden terug nieuw leven in te
blazen.
Inderdaad op 2de Paasdag gaat Leest weer
zijn Cornelius vieren. De kiekens, duiven en konijnen en varkenskoppen zullen
terug in de oude kevie van de kerk kunnen geofferd worden. Het beeld van de
heilige zal terug al monkelend zijn ereplaats krijgen. Er zal weerom grote
toeloop zijn tijdens de Hoogmis om 10 uur.
Bovendien wordt een tentoonstelling gepland over de
geschiedenis en de iconografie der gemeente een spieghel van Leest in t
verleden, alsmede een uitbeelding van de devotie tot St. Cornelius.
Tot slot wordt een St.-Corneliusbedevaartvaantje
ontworpen, dat zal te verkrijgen zijn.
Afbeeldingen :
-Ongedateerde affiche van Posse Leest.
-De Heilige Cornelius.

|