1970 Mei 1970
Gazet van Mechelen :xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Louis Alewaeters en Maria Absillis 50 jaar getrouwd te Leest
Vorige zaterdag was de Juniorslaan te Leest
feestelijk versierd. Terwijl aan de woning nr. 104 een praalboog was
opgetimmerd hing aan talrijke woningen de Belgische driekleur te wapperen. De
bevolking had dit allemaal gedaan voor Louis Alewaeters en Maria Absillis, die
er hun gouden huwelijkstrouw vierden.
Daarbij is Louis nog zestig jaar muzikant bij de Kon.
Fanfare St.-Cecilia, een verdienste waarvoor hij afzonderlijk door de
muziekmaatschappij in de bloempjes werd gezet en met een prachtige luchter
bedacht.
Van gemeentelijke zijde bood burgemeester August
Lauwers in aanwezigheid van schepenen Van den Heyvel en Polspoel een geschenk
aan.
Alhoewel deze viering in familieverband doorging,
werden de gevierden tussen de regenvlagen door met muziek afgehaald aan hun
woning en naar de feestzaal bij Verschueren geleid. Daar zorgden de
St.-Cecilia voor een stijlvolle serenade en hield de fanfaresekretaris
meester Gobien een feestrede.
Louis
Alewaeters is een geboren Leestenaar (3 januari 1899).
Zijn wederhelft komt van het naburige Hombeek (5
augustus 1901).
Uit hun huwelijk werd een zoon geboren die op zijn
beurt zorgde voor drie kleinkinderen. Louis heeft een rijkgevuld leven.
Kunstgevoel
In zijn vrije tijd lag het muziekspelen hem het meest,
hij heeft dan ook in zijn leven zowat alle instrumenten in zijn handen gehad.
Het langst was wel de bombardon.
Meer dan dertig jaar heeft Louis dit zwaar instrument
op zijn schouders gedragen.
Daarvoor werd hij vorig jaar nog onderscheiden met het
Fedekamdiploma.
Louis is daarbij ook een echte kunstenaar : in zijn
tuin bezit hij verschillende sierstukken namelijk de kerk, pastorij, watertoren
en het kapelletje van St.-Jan.
Deze sierstukken werden in klein formaat met de hand
gemetseld. Het is een werk dat jaren in beslag heeft genomen. Ook een
watermolen werd door de jubilaris vervaardigd, het was een nabootsing van de molen
welke destijds geplaatst stond bij de vader van de huidige burgemeester.
Deze laatste heeft hem dan ook van Louis kunnen
overkopen.
LOUIS ALEWAETERS (Louis van Pier-Jan of
de Wieter)
Louis Alewaeters woonde op de Leest-Heide in de buurt
van het vroegere station. Hij was geboren in 1899, het oprichtingsjaar van de
fanfare St.-Cecilia en overleed in 1976.
Louis was voor 1940 bestuurslid van deze fanfare
geweest. Muzikanten die na de tweede wereldoorlog in de fanfare kwamen, vonden
hem heel streng. Wie tijdens een uitstap zijn instrument niet op een veilige
manier neerzette of het zelfs maar een ogenblik onbeheerd achterliet, kreeg een
flinke uitbrander. Wie op de repetitie volgens zijn normen te veel babbelde, kreeg
een openbare vermaning. Wie zijn instrument niet voldoende had opgeblonken,
werd de huid vol gescholden. Over dat alles ging hij dan zijn beklag maken bij
de dirigent en hij maakte zich dan ook openlijk zorgen over de toekomst van de
jeugd en van de fanfare, want
in onze tijd was het anders ! Wij hadden meer
respect voor de eigendom van de fanfare ! Nu kunnen ze nog geen bugeltje
opblinken ! Ik zal ze mijn bombardon eens meegeven, dan zullen ze wel weten wat
het is !
In al zijn vermeende strengheid was hij echter een
vriendelijk man.
Louis Alewaeters bespeelde het grootste
fanfare-instrument, de bombardon en later de sousafoon. Voordien had hij
trompet en bugel gespeeld. Hij was een bijzonder goede muzikant die erg veel
oefende. Hij vond dat het zijn plicht was om zijn partituur zo perfect mogelijk
uit te voeren. Hij zou het een oneer voor de fanfare gevonden hebben indien de
vereniging door zijn nalatigheid of door zijn onvoldoende inspanningen minder
gunstige resultaten haalde. Het volgende verhaal illustreert dit
Vanaf 1949 tot omstreeks 1975 deed de fanfare
dikswijls mee aan stapwedstrijden. De concurrenten waren de verenigingen uit
Tisselt, Kapelle-op-den-Bos, Humbeek, maar vooral uit Londerzeel. Nadat op zon
wedstrijd St.-Cecilia Londerzeel en St.-Cecilia Leest hun optreden hadden
afgewerkt, kwam het tussen de muzikanten van de beide verenigingen tot
speculaties over wie nu de beste vertolking had gegeven van Spontin, de
verplichte mars. Na veel wikken en wegen kwamen de deskundigen tot de conclusie
dat het zou afhangen van de bombardonspelers. Er werd in een café een
bijkomende wedstrijd georganiseerd : Louis Alewaeters zou spelen voor
St.-Cecilia Leest. De concurrent was een even fameus bombardonspeler van
St.-Cecilia Londerzeel. Er werd een jury samengesteld met evenveel muzikanten
van de twee verenigingen. De beide spelers trokken naar de keuken in het café
en speelden daar ieder om beurten de mars Spontin. De jury wist niet wie
eerst zou spelen. Na de twee vertolkingen werden punten gegeven. Toen de
totalen werden gemaakt, bleek dat Louis Alewaeters de bijkomende
muziekwedstrijd had gewonnen. Dit voorval blijft in het fanfaregeheugen van
St.-Cecilia Leest gegrift terwijl het resultaat van de marswedstrijd zelf
vergeten werd
Louis was ook haringbrader op de repetities, vooral in
de zaal bij Rik van den Do. Hij kon het niet verdragen dat een andere
muzikant hem die taak afnam. Hij bakte grote haringen die speciaal werden
gehaald in Zeeland. Vanaf elf uur, een halfuur voor de repetitie eindigde,
begonnen Rik of Mieke de kachel terug met hout te stoken. Om halftwaalf ging
het deksel van de stoof en werd het vervangen door een braadrooster met een
zestal haringen. Op een halfuur tijd had iedereen zeker al een haring gegeten
en dan kon de tweede ronde beginnen. Er was altijd haring genoeg en sommige
muzikanten konden er wel vijf naar binnen werken
(Stan Gobien : Markante
figuren in de geschiedenis van St.-Cecilia Leest Leest in Feest)
Fotos :
-Het gouden bruidspaar met de burgemeester.
-Serenade door de oud-collega-muzikanten Constant Van
Alsenoy en Gust Mollemans.
-Louis van Pier-Jan Alewaeters.


|