1986 – September : De leerkrachten van de Stedelijke Basisschool
Leerkrachten van de kleuterafdeling : -Ella Janssens. -Annie Vloebergh.
Leerkrachten van de lagere afdeling : -Monique De Winter. -Jan Teughels. -Carina Vercammen. -Paul Van Dessel. -Stan Gobien (schoolhoofd).
Daarbij kwamen nog de bijzondere leermeester godsdienst, zedenleer en lichamelijke opvoeding. (Infobrochure S.B.S)
1986 – September : Nieuws uit Chili
“Lieve vrienden,
Ik ben weeral goed aangekomen in Concepcion, donderdag 12/6 om 20 u. ’s avonds.
Ik zou vooreerst willen danken voor al de vriendschap en de waardering die ik van alle kanten mocht genieten. Het is telkens een grote opgave voor ons om op verlof te komen en ons te vernieuwen op alle gebied, vooral een tijd om al de problemen van hier te vergeten en zich eens thuis te voelen tussen zijns gelijken. Dank om te helpen hierin te slagen. Dank ook voor al de materiële steun.
Ik heb een hele hoop nieuws. Eerst en vooral over mijn ontvangst hier. In de huizen van de kinderen hadden ze me de ene verrassing op de andere voorbereid. In elk van de huizen hadden ze een reuzentaart. In de campo hadden ze zangen voorbereid en gitaarspelen. Ze hadden zelf voor elk van de kinderen pantoffels gemaakt en nog voor de tentoonstelling en hebben wel 30 oude muziekplaten beschilderd en geplooid als mandjes.
Prachtig werk ! Ook in de serre hadden ze nu in de winter prachtige sla en tomaten.
In het huis beneden hadden ze ‘schilderijen’ in kruisjessteek. Maar daar is een kindje van 5 jaar zeer ziek : TBC met bijna de twee longen aangetast. Gelukkig is de besmetting niet overgegaan op de andere kinderen.
In de twee huizen van Concepcion bleven ze niet ten achter. Ze hadden schortjes gemaakt en andere mooie werkstukjes in stof of breiwerk. In het andere huis hadden ze schilderijen gemaakt met droge blaren, bloemen en zaden op hout en ook vele werkjes met schelpen uit de zee. Daarbij hadden ze verleden zondag toneel gespeeld voor de mensen van de wijk en hadden me een verrassing voorbereid. Ze hadden hiermee 5.593 pesos verdiend om te helpen aan de bouw van het hospitaal.
Dan zondag was het onthaal hier in de kapel. Met een speciale vredekus en een warme omhelzing en dan brak een spontaan applaus los in de kapel. Dan weer tot inkeer komen om te communiceren. Daarna een cocktail. Ik was weeral seffens ingeburgerd en ook al aan ’t werk. Vandaag en ook gisteren hadden 6 van onze grotere kinderen vergaderingen en gebedsstonden in de grote parochie. Ze waren zeer tevreden.
En nu wat algemeen nieuws. Vooreerst over het weer. Het giet hier al 4 dagen, met zeer sterke winden, het schijnt wel een orkaan te zijn. De rivier stond op haar hoogtepunt en nu vandaag was er overstroming. ’t Is te hopen dat het nu een beetje beter zal worden.
Daarbij bomaanslagen, dan hier, dan daar, maar alle dagen en telkens vallen er doden.
De bouw is wel wat gevorderd, maar alle dagen komen er andere fouten aan het licht die moeten verbeterd worden. Ik denk wel dat we reeds een deel zullen kunnen inhuldigen tegen 18 augustus, dag van Pater Hurtado. We zijn nu bezig met het opzoeken van een firma voor de lift, het ijzerwerk voor de trap en de verf. De ‘amigas’ hebben een modeshow gehouden en hebben aldus 150.000 pesos (40.000 fr.) bijeengebracht. Zo krijgen we stilaan wel wat bijeen om verder te kunnen werken.
Tot volgend praatje. Nogmaals hartelijk dank voor alles en tot volgend schrijven.
Een zeer warme omhelzing uit Chili. Juanita.” (‘DB’,juli ’86)
1986 – septembernummer ‘De Band’ : Nieuws van Pater René De Laet
“Ne mens bouwt maar één keer in zijn leven” zegt men hier. Een missionaris is altijd aan het bouwen. René De Laet is 62 jaar en heeft er 36 jaar Congo en Zaïre opzitten. Als we hem vragen wat eigenlijk zijn werk is als priester, haalt hij met trots een plan voor een nieuwe kerk uit zijn boekentas en hij begint te vertellen : “Die kerk moet er komen in Alagi : dat is een centrum op 30 km van mijn missiepost. Daar wonen ongeveer 15.000 mensen. Die streek is geïsoleerd, vroeger was ze zelfs onbewoond. De mensen zijn enkele jaren naar die streek komen wonen omdat er toen goud gevonden werd. Ook zijn er velen gekomen toen er in het Noorden hongersnood was door overbevolking en de blanke administraties hen de mogelijkheid bood naar de vruchtbare grond van Alagi te verhuizen. Alagi zelf moet ge u niet voorstellen als een gemeente, het is een klein centrum en vele gehuchten verspreid over een sector van 40 op 30 km. Nu hebben wij er 25 kapellen staan. Op 6 plaatsen zijn er schooltjes met 1 of 2 leerjaren en in het centrum van Alagi hebben wij een volledige lagere school. Er is ook een moederhuis en een dispensarium, maar die zijn in een vervallen staat en meestal zonder geneesmiddelen.
In één woord : het is een gebied dat verwaarloosd werd. Wij met de missie, willen die streek in ontwikkeling brengen. Wij gaan er een kerk bouwen. Maar voor ge er aan begint moet ge er eerst de weg naar toe bouwen : 30 km baan. Zo gaat dat in Zaïre.
Het plan van de kerk is opgesteld door een Duitse broeder en een Franse pater gaat de bouwwerken leiden. De stenen worden ter plaatse gemaakt door vrijwilligers. De klei komt uit de grond ter plaatse, het hout om de steenoven te stoken is ook geen probleem, en sinds maanden sleurden ze met rotsblokken die ze in de grond vinden, om er de fundaties mee te maken. Het grote probleem is cement, die moet uit Bunia komen (70 km) en kost zeer duur en is meestal niet te krijgen. Het metsen zelf en de schrijnwerkerij zal allemaal geen probleem zijn : die vinden wij ter plaatse, want veel van die mensen werkten vroeger aan de goudmijnen en hebben daar wel leren bouwen. De mensen zijn enthousiast. Een voorbeeldje om dit te illustreren. De balken voor het gebinte zijn 4 m lang. Die lagen bij ons op de missiepost, 30 km van Alagi. Met een kamion konden ze niet vervoerd worden want die geraakt niet door de weg door. Met een paar honderd mensen zijn ze van Alagi naar de missiepost gekomen en hebben die 80 balken van 4 m lang op hun schouders, te voet, 30 km gedragen.
Zo een inzet te zien van de mensen doet u als missionaris deugd !
De mensen doen dat uit overtuiging, ze zijn door niets gedwongen. Ze zijn zeer godsdienstig. Ze doen het ook omdat ze inzien dat dit het begin is van een algemene opgang van hun streek : le développement intégral.
Want naast de bouw van een kerk voorzien wij de overname van het vervallen moederhuis en het dispensarium. Drie inlandse zusters gaan hiervoor instaan, die zusters zullen ook meegaan op tournée in al de gehuchten en daar de zieken verzorgen. Ook op gebied van onderwijs zullen wij grote inspanningen doen. Slechts weinigen kunnen nu naar school gaan. Voorlopig vangen wij de kinderen die niet naar school kunnen of willen gaan, op, en geven hen gedurende 4 jaar 2 dagen in de week, gedurende 2 uren onderricht. Dit wordt gegeven door vrijwillige cathechisten : naast voorbereiding op eerste en plechtige communie, leren ze er ook lezen, rekenen, handwerk. Deze werking gaan wij uitbreiden. Als ge een beetje daarop nadenkt dat zijn problemen zo hoog als een berg : boeken, papier, leien, borden, krijt, breigerief : het is bijna allemaal onvindbaar of het kost stukken van mensen !
Tot daar het verhaal van pater René De Laet. Het is een stukje leven met al zijn moeilijkheden in het huidige Zaïre, maar ook met hoop in de toekomst van een man die in God gelooft.
René dankt alle mensen van Leest en erbuiten die hij nu al ontmoet heeft. Het doet deugd bij al die mensen zoveel belangstelling voor uw werk te vinden en de vele steun die hij kreeg zal goed gebruikt worden.
René vertrekt half september terug naar zijn werkterrein.
(Meer over René De Laet in deze Kronieken : 6 maart 1960)
Foto’s : Pater René De Laet tijdens verschillende fasen van zijn avontuurlijk leven.
1986 – Zondag 24 augustus : Viswedstrijd te Humbeek Naar jaarlijkse gewoonte organiseerde de K.F. St.-Cecilia haar jaarlijkse viswedstrijd. Alle muzikanten en ereleden konden er aan deelnemen. Locatie : visvijvers van de Humbeekse Lijnvissers aan de Reigerslaan te Humbeek. (Folder)
“In Humbeek behaalde onze muzikant Julien Lauwers met veel brio de overwinning binnen. Hij ving de meeste vis en de tweede langste vis van de eerste ronde. De zilveren plak ging naar Gerd Van Hoof, die dus als eerste vrouw eindigde en haar echtgenoot Franky Lauwens met ruim verschil achter zich liet. Op de vierde plaats eindigde Edward De Maeyer, die ook nog de langste vis van de eerste ronde en de zwaarste vis van de wedstrijd bovenhaalde. Jozef Vloeberghen eindigde vijfde en ving de tweede vis in de tweede ronde. De jongste deelneemster was Katrien Verschueren die zesde eindigde terwijl haar moeder, Lieve Vleminx, de laatste plaats moest bekleden, maar de vis met de schoonste ogen ving. Verder viste Gunther Peeters de eerste vis en ook de kleinste en sleepte hiermee de zevende plaats in de wacht. Zijn zusje Ilse, Edy Van Asch, Kamiel Verschueren en Lieve Vleminx hadden blijkbaar het verkeerde aas aan de haak hangen want de vis beet niet…” (‘Toeters en Trompetten’, jaargang 6 nr.2).
1986 – 26 augustus : Nieuws van Overzee. Zuster Juanita vanuit Conception.
“Liefste familie, medezusters en vrienden.
Alleluja ! Want God is goed en zijn gena duurt blijvend voort in eeuwigheid. Ja, ook in mijn leven en hier in Chili ! Wat een feestelijke dag die 17e augustus 1986 !
Na een week van verschrikkelijke regens was de zon van de partij. Het was zeer mooi weder, een lentedag midden in de winter. 14 augustus hadden we de zieken al naar het nieuw gebouw gebracht. 17 augustus om 17 uur was de kapel overlopens vol ; buiten stond het vol volk. Er was wel 500 man. De Aartsbisschop en andere priesters droegen de mis op. Er waren overheden, vrienden, weldoeners, geburen…Na de mis gingen we langs de straat naar het nieuwe gebouw, de hoek om. De Presidente van de raad las een dankgebed. Daarna moest ik het lint doorknippen en de vele stukjes uitdelen. Dan gingen we binnen. Daar werd de inzegening gebeden door Mgr. Santos. Dan doorliepen we de twee verdiepen. En boven, bij de zieken, werd er een wijntje met koekjes geschonken. Alles werd gegeven en we wilden het zo eenvoudig mogelijk houden. Iedereen was zeer tevreden en in de wolken met het zeer mooie gebouw. Zo verliep 17 augustus.
18 augustus vierden we het 23-jarig bestaan van onze Hogar in Concepcion en de 34 jaar van het overlijden van onze stichter Pater Alberto Hurtado wiens proces van zaligverklaring aanhangig is.*
Dinsdag ging de viering verder met een toneelstuk : ‘De 7 woorden van Jezus op het kruis’ voorgedragen door de Heer Hector Atella, Argentijn, zoiets in de aard van Pater Damiaan. Het was zeer mooi, actueel en aandoenlijk.
Woensdag, 20 augustus, was er een gesprek over ‘familie, enige hoop’ waar de kinderrechter en een psychologe het woord namen en er vragen mochten gesteld worden.
Zaterdag werden de vieringen besloten met een opvoering van het mannenkoor Petrox (Petroleumraffinaderij) in onze kapel voor onze kinderen en de mensen van de wijk. Na de opvoering boden de kleinsten van onze kinderen een tuiltje aan elke zanger aan. Ze waren geëmotioneerd.
Zo zijn we nu nog volop bezig met de verhuis van de medicamenten, dat is een zeer groot werk maar ondanks alles zijn we ook al een week in de polykliniek bezig. Allen zijn zeer tevreden. Ik ook moet U allen danken voor de hulp vanuit België, groot of klein, die bijdroeg om deze droom te verwezenlijken. Nu zijn we volop bezig met de 3e en 4e verdiepingen. Er is nog veel te doen maar met Gods hulp en ook de uwe zal dit einde jaar ook verwezenlijkt zijn. Dank ! Zr Juanita.” (‘DB’, oktober ’86)
*Alberto Hurtado Cruchaga (1901-1952) was een Chileense jezuïet die veel voor de armen deed. In 1931 studeerde hij in Spanje filosofie en theologie maar door de onderdrukking van de jezuïeten aldaar ging hij (1931-35) naar België waar hij in Leuven zijn studies verderzette in het studiehuis om zijn derde jaar af te ronden in Drongen. In 1944 stichtte hij de Hogar de Cristo, opvangcentra voor daklozen en hij werd op 23 oktober 2005 heilig verklaard. (zie foto onderaan)
1986 – 30 augustus – Gazet van Mechelen :
Rudi Van Hoof moet de verdediging steviger maken.
“V.V. Leest is een aanvallend ingestelde ploeg. Omdat trainer Yvan Emmerechts het meestal bij drie verdedigers houdt moest de achterste lijn door de promotie naar bevordering steviger worden. Daarom verwacht Emmerechts veel van de nieuwe aanwinsten Rudi Van Hoof en Rudi Geens. Rudi Van Hoof deed een stapje terug maar is tevreden met zijn overgang naar VV Leest.
“Leest speelt twee afdelingen lager dan RC Mechelen, maar dat wil niet zeggen dat de trainingen daarom minder zijn. Tussen de verschillende oefeningen in kregen wij bij Racing onder Lubanski zelfs meer tijd om te recupereren”, aldus Van Hoof.
Vorig jaar deden de geruchten de ronde dat Van Hoof Racing zou verlaten, maar de prijs lag te hoog. Dit keer waren er wel even contacten met Dessel Sport via ex-Racinger Willy Elsen. De verplaatsing was echter te ver.
“Leest is dicht bij de deur en de ploeg heeft ambitie. Een goede spelersgroep en mensen die hard werken voor de club”, meent Rudi.
Rudi Van Hoof –die toch een 300 tal wedstrijden speelde bij Racing Mechelen- verwacht van VV Leest een goed seizoen. “Wegens een hoop gekwetste spelers verliep de voorbereiding niet naar wens. Kampioen spelen is geen must, toch moeten wij een degelijke plaats kunnen bemachtigen. Eigenlijk is het voor mij een onbekende reeks.” (…) Voor zijn komst naar VV kende Rudi slechts één club. Hij speelde van bij de miniemen voor de groenwitte Mechelaars. (...) Wegens gekneusde ribben zal Rudi niet voor honderd procent fit aan de competitie kunnen beginnen.” (RDS)
De kern van VV Leest bestond uit : Jan Allard, Richard Cornelissen, Erwin De Decker, Dirk De Prins, Rudy Geens, Ludo Goossens, Bart Hellemans, Franky Heremans, Paul Huys, William Janssens, Luc Maeremans, Werner Nees, William Selleslagh, Guido Slachmuylders, Francis Spinnael, Bob Stevens, Theo Van den Bergh, Rudi Van Hoof, Danny Willems, Rudy Wouters.
Transfers: In : Jan Allard (Diest), Dirk De Prins (RC Mechelen), Rudy Geens (KV Mechelen), Franky Heremans (Racing Jet), William Janssens (KV Mechelen), Werner Nees (Weerde), Erwin De Decker (Tisselt), Theo Van den Bergh (Willebroek) en Rudi Van Hoof (RC Mechelen). Uit : Adriaan Janssens (Katelijne), Yves Van Bever ((Borght). Trainer : Yvan Emmerechts. Gesticht : 1973. Stamnummer : 8077. Voorzitter : Emiel Spruyt. Secretaris : Willy Slachmuylders. Stadion : Dorpstraat, achter de sporthal. Kleuren : geel-blauw.
En SK Leest
In alle ernst werd het verblijf in een hogere reeks voorbereid. De uitstekende prestaties in de Beker van Antwerpen met o.m. uitschakeling van Sporting Mechelen en Rupel lieten het beste verhopen.
De kern van SK Leest bestond uit : Guy Boonen, Lucien Calluwaerts, Danny Claes, Ronny De Smedt, Patrick Druez, Hubert Foqué, Willy Hambroeck, Luc Lettanie, Manfred Meul, Guy Piessens, Wilfried Piscador, Selmen Sem, Willy Strobants, Dirk Van Dam, Eddy Van Moer, Dirk Van Roy, Carlo Van Tulden, Leo Verhasselt, Harry Verschueren, Luc Verschueren. Aantal jeugdploegen : geen. Afdeling : derde provinciale B Antwerpen Voorzitter : Jean Van Dam Secretaris : Jean Apers Trainer : Hubert Foqué
Foto’s : -Alberto Hurtado, de stichter van ‘El Hogar de Cristo’. -Nieuwe aanwinsten van V.V. Leest, van links naar rechts : Jan Allard, Werner Nees, Dirk De Prins, Rudi Van Hoof, William Janssens en Rudy Geens. -De ploeg van SK Leest die trainer De Weerdt moest vervangen door Hubert Foqué.
Gouden Huwelijksjubileum Henri Daelemans- Louise De Prins
Henri was geboren te Puurs op 7/8/1906, Louise te Leest op 26/1/1910. Zij woonden in de Alemstraat nr. 12. (‘DB’,september ’86)
Henri Daelemans overleed te Leest op 30 december 1991.
Zijn echtgenote overleed in het A.Z. Sint-Norbertus te Duffel op 28 juni 1998 : ‘Niemand wilde je tot last zijn, in je leven niet, in je verdriet niet. Jezelf heb je steeds vergeten, in je leven, in je sterven, nooit heb je iemand pijn gedaan, in heel je leven niet. Wie je kende, had je lief. Moe, dank dat je onze moeder was. Moe, dank dat je onze grootmoeder was.’ (Uit haar gedachtenisprentje).
Hun oudste dochter Georgette (°8 mei 1937) trad in 1961 als zuster Charisia in het klooster bij de Norbertinessen te Duffel.
“Haar eerste schooltijd bracht ze door in…Kalfort en Tisselt en vanaf het derde leerjaar ging ze naar Kapelle-op-den-Bos. Daarna moest ze als oudste van acht thuis meehelpen. Tot ze (in 1958) naar Duffel kon waar ze een jaar later ziekenoppasser werd. Ze ging er binnen in het Convent van Betlehem bij de zusters norbertienen (1961). Als zuster Charisia legde ze haar tijdelijke geloften af (1964) die ze drie jaar later vernieuwde; haar eeuwige geloften deed ze twee jaar erna (1969).
In Duffel werkte ze (tot in 1978) op de psychiatrische afdeling van het bekende instituut. Van dan af als thuisverpleger te Antwerpen van o.a. zangeres La Esterella.
Enkele jaren (van 1999 tot 2005) woonde ze met twee of drie medezusters in het mooie ‘wasgebouw’ (uit 1623) van de abdij te Averbode. In de abdij zelf verzorgde ze de zieke paters al moest ze het sinds een hartoperatie (2004) wel wat kalmer aan doen. Sinds 2005 woont ze met medezusters in het rusthuis van Ranst.” (‘De Sint-Niklaasparochie in Leest’ – Wilfried Hellemans)
1986 – 19 augustus – Gazet van Mechelen :
V.V. Leest in nieuwe installaties
“Halfoogst ’86 zal in de nog jonge maar toch goed gevulde annalen van V.V. Leest als een mijlpaal worden ingeschreven. Stadsgenoot Racing was met vele supporters te gast om de nieuwe installaties, tribune met 300 zitplaatsen, ontvangstzaal en kleedkamers, in gebruik te nemen. Vooraf werden deze door pastoor Lornoy ingezegend en door schepen Joris officieel voor geopend verklaard.
August Emmeregs dankte de tientallen bereidwillige medewerkers die in een mum van tijd voor deze realisatie gezorgd hebben.
Sponsor Vic Pauwels werd in de hulde betrokken en kreeg een koersfiets aangeboden.
Schepen Joris wenste VV geluk met het doorstoten naar nationale en beklemtoonde dat Mechelen een grote ploeg rijker is.
Een heildronk in de receptiezaal rondde het officiële gedeelte af. Sportief liep het voor de thuisploeg niet zo best. Niet verwonderlijk wanneer naast de gekwetsten Stevens en Van den Bergh nu ook Franky Heremans, voor drie weken in het gips, Luc Maeremans en William Selleslagh met inspuitingen wegens spierletsel en Jan Allard, eveneens met spierletsel, dienden verstek te laten gaan. Ondanks het vele werk dat Rudy Wouters verzette, werd het een vrij zware nederlaag (noot : 2-5).
Zondag tegen eerste provincialer Humbeek werd met dezelfde ploeg met de zege heraangeknoopt, ook al bleef lange tijd de partij en de stand in evenwicht.
Pas in de slotfase kon VV afstand nemen. Doelpunten van William Janssens (2x), Danny Willems en Guido Slachmuylders.” (LH)
1986 – 23 augustus : Strandtraining te Wenduine
“Op 23 augustus te 7 u 50 vertrokken 122 deelnemers , waaronder 62 jeugdspelers uit alle categorieën en 60 familieleden, naar één der mooiste en rustigste stranden van de Belgische zeekust, namelijk WENDUINE, om er een onvergetelijke dag te beleven.
Het volgend programma moest er worden verwerkt :
-09.45 - 10.45 uur : strandtraining.
-11.00 uur : voetbalwedstrijd tussen de preminiemen van de plaatselijke club en VV Leest.
-12.15 - 13.30 uur : middagpauze.
-13.30 – 14.45 uur : zwempartij in de aldaar gelegen overdekte zwemkom.
-15.00 uur : voetbalwedstrijd tussen de kadetten van de plaatselijke club en VV Leest.
-17.30 uur : vertrek naar Leest, alwaar bij aankomst een grandioze barbecue te wachten stond.
Na ongeveer 1.45 uur op de autobussen te hebben doorgebracht bereikten wij ons doel en zonder aarzeling werden de jeugdspelers verdeeld in hun categorieën om zo snel mogelijk de trainingen aan te vatten. Niettegenstaande de zware bewolking aan zee werden de strandtrainingen in een luid gejuichgeroep en onder het goede oog van iedere verantwoordelijke begonnen. Een hevige regenvlaag zette na drie kwartier een definitieve stop aan de training met uitzondering van onze scholieren onder leiding van MUYSOMS Hendrik, die de regen trotseerden.
Gelukkig voor onze preminiemen hield de regen voor 11.00 uur op en konden ze onder lichte bewolking startten met hun wedstrijd.
Onze preminiemen begonnen met aanvallend voetbal, hetgeen reeds na 5 minuten bekroond werd met een prachtig doelpunt van SLACHMUYLDERS Kris.
De 0-1 voorsprong bleef echter onveranderd tot de rust. Na de pauze begon de plaatselijke ploeg wat druk uit te oefenen en na een zestal minuten werd het 1-1. Maar hetgeen de plaatselijke supporters wensten werd echter geen werkelijkheid, onze jeugdige spelers begonnen op hun beurt terug aanvallend te spelen en dit werd op de 8e minuut beloond door een schitterend doelpunt van BRASSEUR Tom, het werd 1-2. Vervolgens werden er, na mooi samenspel nog vier doelpunten gescoord door SLACHMUYLDERS Kris, die met vijf doelpunten de topscorer werd van de wedstrijd en de einduitslag op 1-6 bracht.
Proficiat aan gans het team voor het mooi samenspel en het mooie resultaat.
Na deze wedstrijd werd een middagpauze gehouden teneinde de magen iets te vullen.
Om 13.20 uur werd iedereen terug verzameld om naar de overdekte zwemkom te gaan, alwaar men tot 14.45 uur lekker in het water kon stoeien.
Na de stoeipartij begaven wij ons terug naar het voetbalveld om de wedstrijd van de knapen bij te wonen. Deze wedstrijd werd door onze knapen wat zenuwachtig aangevat, waardoor ze in de beginfaze weinig vat op de wedstrijd kregen.
Na een tiental minuten werd het ook 1-0 voor het plaatselijk team. Onze jongens wilden wel wat aanvallender voetbal spelen, doch het resultaat bleef gelijk tot aan de rust. De twee helft werd weer krampachtig begonnen en opnieuw afgestraft met een tweede tegendoelpunt, het werd 2-0. Door dit tweede doelpunt werden onze jongens wat agressiever en konden ze de tegenstrever op eigen helft dringen, hetgeen resultaat opleverde en de achterstand, na een mooi doelpunt van MOLKENS Kurt, terugbracht op 2-1. Na dit doelpunt kwamen onze knapen op volle dreef, meerdere malen werd de paal , de deklat of een tegenspeler geraakt. Het tweede doelpunt mocht blijkbaar niet worden gemaakt. Het was echter de tegenstrever die plots de score op 3-1 bracht. MOLKENS Kurt wou de situatie nog veranderen : een mooie aanval werd echter afgebroken doordat een tegenstrever de ‘Kurt’ in het strafschopgebied neerlegde, er werd terecht een penalty geblazen. Kurt MOLKENS zou zelf de penalty geven, doch de kans om de achterstand te reduceren lukte hem niet, de bal verdween hoog boven de deklat.
De fysiek sterkere thuisploeg dreef dan uiteindelijk de eindforsing zodanig dat de eindstand
op 5-1 eindigde. We mogen wel uitdrukken dat onze knapen zich moedig hebben gedragen en dat de uiteindelijke uitslag iets overdreven is.
Na de wedstrijd werd er nog wat nagekaart over de beide wedstrijden, en na het uidelen van wederzijdse geschenken werd de terugtocht aangevangen om in ons dorpje LEEST te worden verrast op een lekkere barbecue.
Zoals de heenreis verliep de terugreis sfeervol en om 19.15 uur bereikte men de parking van het voetbalveld. De reuk van de barbecue kwam als het ware naar ons toe. Met een 140-tal personen werd er gezamenlijk goed gesmuld en gedronken, omstreeks 23.00 uur leek iedereen vermoeid te geraken en werd er dan ook maar afscheid genomen.
Het jeugdcomité zag wel dat het allemaal tevreden gezichten waren die huiswaarts keerden, na laat het ons maar zeggen : ‘een onvergetelijke dag te hebben meegemaakt’.
Het jeugdcomité dankt hierbij nogmaals alle personen die hun steentje hebben bijgedragen om deze mooie dag te doen slagen. Een bijzondere dank aan onze kok, Chris en zijn vrouwtje, en aan voeding JULIA en MEUBELEN VAN DEN BERG die op deze dag een zeer goede steun waren voor ons.
1986 – 14 en 15 augustus : Oogstfeesten Landelijke Gilde
Organisatie : Landelijke Gilde en KVLV Leest.
Programma : donderdag 14/8 : kaartavond voor iedereen.
Vrijdag 15/8 :
11 uur : Opening tentoonstelling - Varken aan het spit
13 u 30 : Paardenzegening.
14 uur : Eucharistieviering.
15 uur : Volksdans.
Ploegen zoals in de goeie ouwe tijd.
16 uur : Slachten van het varken op de oude traditionele manier.
(afbranden met stro, kelen...)
17 uur : Volksdans en vendelen met Korneel.
18 uur : Uitslag prijsvraag. (Frans Selleslagh won de 8, 5 kg wegende hesp)
Er was doorlopend eetgelegenheid.(folder)
Plaats van gebeuren waren de bedrijven van René en Leontine Emmeregs en Jos en Agnes Slachmuylders. (‘DB’,juli ’86)
Varkens aan ’t spit en grote pinten bier.
“De Landeljke Gilde en de K.V.L.V. Leest organiseerden hun tweejaarlijks oogstfeest. Ditmaal was als centraal thema het speenvarken gekozen. Plaats van gebeuren waren de bedrijven van René en Leontine Emmeregs en Jos en Agnes Slachmuylders. Feest op twee fronten dus, maar geen probleem want de bedrijven liggen omzeggens naast elkaar.
Als aanloopje werd donderdagavond een kaartavond georganiseerd. Gewoon voor de gezelligheid, maar toch met mooie nuttige prijzen. Vrijdag te 11 uur werd de tentoonstelling van landbouwtuigen geopend en meteen draaide ook het eerste speenvarken aan het reuzenspit.
Omstreeks 13.30 u. volgde dan de paardenzegening. De L.R.V van Leest was voor deze gelegenheid paraat met prachtig uitgedoste paarden, ruiters en amazones. Het volk stroomde in dichte drommen samen en woonde de eucharistieviering bij, opgedragen door de proost van de L.G. en K.V.L.V., E.H. Lornoy.
Na de H. Mis genoten de toeschouwers van de speelse volksdansen, gebracht door volksdansgroep Korneel. Ook het ploegen op ambachtelijke wijze kende heel wat belangstelling.
Opnieuw aandacht voor de varkens. Terwijl het ene varken aan het spit lekker lag te bruinen, werd het andere geslacht op oude wijze. Afbranden met stro, kelen enz., het hoorde er allemaal bij. Op de goede afloop bracht Korneel nog enkele volkse dansen op de planken en hun nog jonge vendelgroep liet merken dat ze heel wat wind in de vlaggen heeft.
Terwijl de tapkraan bleef lopen en het spit bleef draaien werd tussendoor nog een flinke hesp verloot. Frans Selleslagh was de gelukkige die het 8,560 kilo wegende kleinood mee naar huis mocht nemen.
De L.G. en K.V.L.V. Leest maakten een uitzondering op de regel dat elk feest dient besloten te worden met een reuze bal of dansavond. De inrichters lieten hun bezoekers rustig uitdeinen bij een glaasje Mechelsen Bruynen, een Duvel of een ander lekker streekbiertje. Ook in Leest gat het jaar van het bier niet onopgemerkt voorbij.” (J.T.)
Jan en Fons Diddens, coryfeeën van Racing Mechelen uit de jaren ’30.
Op de achterflap van zijn dialectwoordenboek had hij volgende tekst geschreven :
“Ja, Jan en Fons Diddens, onze ‘nationale’ Racing-voetballers uit de vroege jaren dertig waren familie van me. Hun grootvader was een oudere broer van mijn grootvader. Al de Diddensen uit het Mechelse hebben trouwens een gemeenschappelijk stamouderpaar : Franciscus Diddens en Johanna Verlynden. Die trouwden met elkaar op 16 juli 1588 in de Mechelse Sint-Romboutskerk. Ze betekenen voor mijn generatie het 11e voorgeslacht in rechte linie.
Ik ben te Mechelen geboren op 17 juli 1914. Mijn vader op 11 oktober 1878. Hij heette officieel Jean Francois. Want zijn geboorteakte was in ’t Frans opgesteld. Dat kon toen nog !
Er werd altijd beweerd dat Sooi Diddens, mijn grootvader, een ‘kardinaal’ was. Als kind heb ik het zelf ook geloofd. Nu moet ik het hier eens en voorgoed logenstraffen. Maar de grootvader van Sooi-de-Kardinaal was Pieter Jan Diddens. En die is in Rusland uit het leger van Napoleon gedeserteerd om stiekem te voet naar Leest, zijn geboortedorp, terug te keren. Zijn talrijk nageslacht teistert nu nog het Mechelse in vele van zijn geledingen…
Mijn liefde tot het Mechelse dialect is ontloken, toen ik van 1930 tot 1934 te Alsemberg voor onderwijzer studeerde. Je moet maar eens en poos enkele vertrouwde dingen om je heen missen om ineens te ontdekken hoe erg veel je precies daarvan houdt.
Mijn vader bezorgde me daarna druppelsgewijs de eerste typisch Mechelse woorden en zegswijzen. Ik tekende alles vlijtig, zij het nogal ongeordend op. De brave man heeft zeker nooit gedacht dat daaruit, vijftig jaar later, eens een heus woordenboek kon groeien.
In de loop van de daarop volgende jaren heb ik me ook op het glibberige terrein van de poëzie en het proza gewaagd. Op de Poëziedagen te Merendree werd me zelfs, anno 1951, de Basiel De Craeneprijs toegekend, mogelijk omdat Cyriel Verleyen mijn gedicht zo prachtig had voorgedragen !
Voor de jeugd heb ik in 1961 een bundeltje oorspronkelijke voordrachtstukjes gepubliceerd. Het kende drie edities. En in de tijdspanne van een kwarteeuw schreef ik meer dan twintig boekjes voor de reeks ‘Historische Verhalen’. Kom, ik heb in mijn leven aardig wat papier vol gekrabbeld. Het is recent allemaal uitgedraaid op mijn ‘Fabels van de Voddemèt’. Mét of zonder klèddeke mostèd !
Dit ‘Woordenboek van het Mechels Dialekt’ is vroeger voor een groot gedeelte bij afleveringen in Gazet van Mechelen verschenen. Dank zij de positieve reacties ben ik inmiddels nog veel nieuwe dingen op het spoor gekomen. Hier gaat nu de (voorlopig !) definitieve versie.
Ik ben verantwoordelijk voor alle blunders, zelfs die van het gepatenteerde zetduiveltje. Want ik heb eigenvingerig alles van A tot Z zelf uitgetypt.
Lieve mensen, laat een woordenboek zijn wat het hoort te zijn, nl. een bron van informatie. Maar probeert U bovendien, als Mechelaars of aanverwanten, vooral een beetje plezier te beleven aan de vele pittige gezegdes van de Maneblussers die ons zijn voorgegaan, of van hen die thans niet meer tot de jongsten behoren… H. Diddens.”
Hendrik Diddens was gehuwd met Antoinette Julie Claire Dickmeis die hem drie kinderen schonk : Guido, Frieda en Agnes.
“Ik ben dankbaar voor al wat mij in dit leven ten deel is gevallen : mijn familie, mijn mogelijkheden, mijn werk, mijn vrienden. Ik heb meer vreugde dan verdriet gekend. De mensen zijn lief voor me geweest. Daarom spijt het me ontzettend, dat ik de schone levensblijheid niet intensiever rondom mij heb uitgezaaid.
Ik heb het voorrecht gehad kinderen bij hun geestes- en karaktervorming te mogen begeleiden. Ofschoon ik me op niets laat voorstaan en vele heilige huisjes heb zien instorten, durf ik hopen dat mijn inspanningen positief werden ervaren.
Nu ik de wereld loslaat, bid ik in deemoed tot de Vader, dat Hij mijn ziel genadig zij. En dat ik over de grens van de dood heen, met allen die me dierbaar zijn verbonden mag blijven.”
Enkele maanden na zijn dood verscheen Hendrik ‘s “Woordenboek van het Mechels dialect”. Bij de presentatie ervan in december was het voltallige Mechelse schepencollege aanwezig. (Zie 6 december 1986 in deze Kronieken)
In 1974 was Hendrik Diddens door het Leestse gemeentebestuur gehuldigd en tot ereburger van Leest gebombardeerd voor zijn werk en opzoekingen naar de geschiedenis van deze gemeente.
In ’85 publiceerde Hendrik Diddens een studie over “de oude Diddens-stam te Leest”.
Een jaar na zijn overlijden (7 augustus 1987) verscheen volgend artikel in Gazet van Mechelen :
Een jaar geleden overleed Hendrik Diddens
“Vandaag, vrijdag 7 augustus, is het precies één jaar geleden dat Hendrik Diddens overleed. De auteur van o.a. het Woordenboek van het Mechels dialect, stond toen in de belangstelling ook omdat hij tijdens de 11 juli-viering zo boeiend had verteld over zijn Mechels dialect.
Niet alleen om zijn Woordenboek, maar ook voor de talrijke en boeiende bijdragen die Hendrik Diddens in de afgelopen jaren leverde, blijft hij Mechelen ontroeren.
Eén van hen, Herman Schaltin, bovendien ook een gebuur aan de Landbouwstraat, klom enkele maanden na het overlijden van Hendrik Diddens in de pen. Als herinnering aan al het mooie dat Hendrik ons naliet, publiceren we hierbij een gedeelte van de bijdrage die Herman Schaltin ons leverde. (FT)
Natuurlijk klinkt het gek dat men zijn overbuurman eerst na 30 jaar leert kennen, en nog wel op 2000 km van hier in Benidorm, waar de Vlamingen nog talrijker komen overwinteren dan de duizenden zwaluwen die dat ook voordoen in de spelonken van de Siera Helada.
Nu mag ik wel zeggen dat wij ‘mijnheer Diddens van hierover’ al veel jaren kenden als lector in onze kapel van Sint-Jakob, als jeugdschrijver en auteur van een plezant boekje over de Hanswijkenhoek. Eerst toen wij beiden ingelijfd waren bij de jeugdafdeling van de ‘derde leeftijd’ –sectie hartinfarcten- ging ik langsom meer ontdekken uit welk edel hout hij gesneden was. In alles streefde hij naar de perfectie.
Toch heeft zijn literaire vlam later bij mij enige vonkjes aangeblazen maar naast zijn hoogvliegers kwam ik nooit verder dan een ‘spielerei’ met kolderrijmpjes.
Enige keren heb ik hem toch goeddunkend weten glunderen met mijn brouwsels. Hij verklaarde zelfs formeel dat mijn limericks, die ik voor een prijskamp van ‘De Gazet’ had ingezonden, beter waren van metriek, klankkleur en pointe dan die van de zes laureaten voor mij. Rond die tijd besliste Rik een Mechels dialectwoordenboek te laten groeien uit de nota’s die hij sinds vijftig jaar verzamelde. Op een volle straatbreedte en twee gevels na heb ik hem ongeveer kunnen volgen en gezien hoe hij, dag en nacht, aan dat massale werk bezig was. Met magere middelen, maar met veel kunst- en vliegwerk, tot en met het fonetisch schrift.
Eind juni van vorig jaar was ik ook klaar met een ludiek gedichtje dat voor hem bestemd was.
Het was mijn bedoeling het als grap en anoniem te laten inlassen in zijn eerste present-exemplaar. Op de valreep heb ik nog kunnen beletten dat mijn speelse rijmelarij als een wrange dissonant ging klinken in moment van diep menselijk leed, want zo stond het er:
‘Als een boegbeeld der beschaving, bij de groten in de gunst, steeds was Mechelen brood en laving voor de scheppers van de kunst.
Muzen houden soms van streken om een waaier van talent in één enkel mens te steken, zodat iedereen hem kent.
In de literaire middens van ons Vlaamse vaderland staat de naam van Hendrik DIDDENS daarom met een bies omrand.
Schrijven kan hij lijk de beste. Door zijn speelsheid van de Fé en zijn humor van de Neste valt zijn oeuvre danig mee.
Hij schrijft ook in vreemde talen, maakt sonnetten in het Spaans, schrijft gedichtjes voor de Walen en zelfs…in het Gregoriaans !
Lijk de bijbelse parabels, Zo met wijsheid ook doorspekt zijn z’n ‘La Fontaine’-fabels, maar in ’t Mechels dialect.
Maar zijn faam gaat nog meer rijzen door zijn Mechels Woordenboek dat men overal hoort prijzen, zelfs tot in Klein-Achterbroek.
Tot ver buiten Mech’lens muren oogst hij lof en veel beziens, prijkt dit boek nu naast Verschueren bij ‘Van Dale en Winkler Prins’.
Die versjes bleven doodgeboren tot Nettie, de echtgenote van Rik, er onlangs weet van kreeg en mij aanzette om ze uit de vergeethoek te halen. Ze promoveren nu tot een postuum ‘in memoriam’.
‘Vriend Rik,
Het spijt mij erg dat ik u zo laat heb ontdekt. Uw vriend Ernest Claes was zelfs vijftig jaar sneller dan ik. Maar onze kennismaking zullen we later wel voortzetten. Wie weet zijt ge daartegen al niet klaar met een taalkundige studie van de hemeldialecten…’”