1993 – Einde jaar : Heraangepast bestuur Rust Roest Hilde De Kock nam ontslag in de bestuursploeg van de toneelvereniging Rust Roest en het bestuur zag er dan als volgt uit : Ere-voorzitter : Jaak Publie Voorzitter-secretaris : Guido Hellemans Ondervoorzitter : Fik Diddens Verslaggeefster : Renild Polfiet Kassier : Marcel Verwerft. (‘Rust Roest Ontmaskerd’ van G. Hellemans)
1993 – Jaaroverzicht “Kerk en Leven”(22/12/93) Te Leest werden 8 kerkelijke huwelijken ingezegend en er werden vier gouden huwelijksjubileums gevierd. 28 kinderen werden gevormd en in de parochie vonden 21 begrafenissen plaats waarbij 18 parochianen te betreuren waren. 18 kinderen werden gedoopt (waarvan 2 van buiten de parochie en 7 die geboortig waren in het jaar 1992).
1993 – Decembernummer “T&T” : Terugblik van de Voorzitter
Beste vrienden van St. Cecilia
“Weerom glijdt een jaar naar zijn einde toe. En of we nu droevig zijn omdat een fijn jaar voorbij is, of gelukkig omdat een moeilijk jaar achter de rug is, 1993 heeft zijn tijd gehad.
Voor onze fanfare was het een jaar van zoeken en luisteren, van vernieuwen en aanpassen, van vragen en oplossingen vinden. Er was het zoeken naar een nieuwe aanpak, naar een manier om te motiveren, zoeken naar een hedendaagse stijl. Er was ook het luisteren naar diegenen die anders niet wilden, konden of durfden uitkomen voor hun gedachten. Vernieuwen om met onze tijd mee te gaan of uit noodzaak omdat de oude formules voorbij gestreefd waren, en de aanpassing aan deze vernieuwingen voor ieder van ons. Ook blijven er nog de vele vragen die wij ons stellen en waarvoor we nog oplossingen moeten vinden.
Wat is er dan allemaal gebeurd zullen sommigen zich afvragen. Wel, er waren gelukkig hoogtepunten maar ook dieptepunten. Zo hadden we een prachtig Nieuwjaarsconcert en goede eetdagen, maar ook een bedroevend lage aanwezigheid op de repetities tijdens de eerste maanden. Maar niet alleen de muzikanten, ook de leden waren in grote getale afwezig op onze inrichtingen. Ik wil hier vooral het carnavalbal aanhalen omdat we dachten hiermee onze leden uit hun winterslaap te halen.
Na een toch nog behoorlijk Palmzondagconcert zijn we dan voor een eerste maal met het bestuur en muzikanten en dirigenten rond de tafel gaan zitten om naar oplossingen te zoeken voor de heersende malaise. En we mogen stellen dat deze vergadering toch wel de nodige vruchten heeft afgeworpen, omdat iedereen de kans had om zijn gedachten en zijn visie naar voor te brengen en ook omdat we tot een aantal wijzigingen en oplossingen zijn gekomen. Dus zeker een initiatief om over te doen.
Op de repetities en concerten die volgden in mei en juni was inderdaad het positieve van de vergadering te merken. Denken we maar even terug aan ons concert in Zandvliet en de voorbereidingen voor het W.M.C. te Kerkrade. Het waren momenten die deugd deden. Ik wil hier iedereen die meewerkte aan deze voorbereiding van harte danken en nogmaals proficiat wensen voor de inzet en het prachtige resultaat. Het daarop volgend verlof was welkom en zeker verdiend. Opnieuw starten na enkele weken rust is ook niet altijd gemakkelijk. Gelukkig konden we vanaf september rekenen op de eerste lichting jonge muzikanten uit onze eigen muziekschool. Niet minder dan negen meisjes en jongens kwamen onze rangen vervoegen. Wij heten hen hartelijk welkom en hopen dat ze zich snel thuis voelen in onze vereniging.
Ook een nieuwe recrutering voor onze muziekschool stond op het programma, waar we dankzij de inzet van enkele bestuursleden en muzikanten konden starten met een nieuwe klas van achttien leerlingen. Enkel op deze manier kunnen we onze toekomst veilig stellen. We herinneren nog even aan onze Ceciliafeesten, ons zondagvoormiddagconcert, de teerfeesten en het kinderfeest om 1993 af te sluiten en ons hoopvol te richten naar 1994, een nieuw jaar, het jaar van onze 95ste verjaardag.
Ik zou graag dit nieuw jaar willen inzetten met enkele wensen en ook beloften, opdat 1994 hoopvol mag beginnen. Vooreerst wens ik U allen in naam van het ganse bestuur en ook in mijn persoonlijke naam het allerbeste voor het nieuwe jaar. Een stralende gezondheid, bergen geluk en al wat je graag voor jezelf had gewenst.
Beloften doen is altijd wat moeilijker, vooral als je ze wil verwezenlijken. Toch wil ik U beloven om samen met gans het bestuur ons uiterste best te doen om van onze fanfare een vereniging te maken waar goede en toffe muziek wordt gemaakt, waar iedereen welkom is en waar we ons allen thuis voelen. Met uw steun en medewerking en vooral uw aanwezigheid kunnen we er samen iets heel mooi van maken. Een uitdaging die wij graag aangaan en hopen van U hetzelfde. Dan wil ik nog graag alle mensen danken die nooit in de bloemetjes gezet of vernoemd worden voor al wat zij in stilte presteren om alles vlot te laten verlopen, week in week uit, een gans jaar lang. Heel erg bedankt en blijf volhouden. We kunnen niemand missen. Laten we dan samen toosten op het nieuwe jaar zodat ook onze wensen mogen uitkomen en dat de naam van onze fanfare op ieders lippen ligt in de goede zin. Dan kunnen we hoopvol en met open vizier de toekomst tegemoet gaan en met zijn allen werken naar 100 jaar St. Cecilia Leest.
Graag wil ik U allen nog prettige feestdagen toewensen en durf U te vragen, blijf uw vereniging trouw voor nog vele jaren. Hartelijk dank en nog vele muzikale groeten vanwege uw voorzitter Kamiel Verschueren.”
Kamiel Verschueren is een achterkleinzoon van de stichter-voorzitter van de K. Fanfare Sint-Cecilia Theofiel Verschueren (°Leest 1853, +1942) en zoon van de vorige voorzitter Vic die hij in 1992 had opgevolgd. Hij werd op 10 maart 1956 te Willebroek geboren en is muzikant sinds 1966.
Foto’s : -Kamiel Verschueren met en zonder instrument.
1993 – Zondag 21 november : Plantenruildag BGJG Om 14.30 uur. (PB, 17/11)
1993 – Vrijdag 26 november : Algemene Vergadering Landelijke Gilde In de kleine zaal van ‘Ons Parochiehuis’ . Om 19.30 uur etentje en om 20 uur handelde notaris Schotsmans over ‘successierechten’. (PB, 17/11)
1993 – Zaterdag 27 en zondag 28 november : Eetdagen Vrije Basisschool Leest In ‘Ons Parochiehuis’. Op zaterdag van 18 tot 20.30 uur en op zondag om 11.30 en om 13 uur. (PB, 24/11)
1993 – Zaterdag 4 december : Chiro Leest – Papierslag “Het is weer zover. Zaterdag 4 december ontlasten we onze dorpsgenoten van al het overtollige of niet bruikbare papier. Dit gebeurt vanaf 9u00 ’s morgens. Voor een vlot verloop van deze omhaling willen we U vragen het papier goed zichtbaar klaar te zetten. Liefst in kartonnen dozen of samengebonden met een touw. Gebruik a.u.b. geen plastic zakken of houten kratten, deze zijn niet recycleerbaar en ze worden door de fabrikant niet aanvaard. De volgende papierslag mag je eind februari verwachten. De Chirojeugd dankt U bij voorbaat !!! De Chiroleiding.” (deur-aan-deur folder)
1993 – Zondag 5 december : Sinterklaasfeest In ‘Ons Parochiehuis’, voor alle kinderen van parochiale verenigingen. (PB, 17/11)
1993 – 7 december – Gazet van Mechelen : Slijk sluit derderangsburgers van buitenwereld af.
Hombeek-Leest “Met een maand vertraging volgens de opgestelde termijn begon men begin september aan het opbreken van de Kapelseweg, de grens tussen Hombeek en Leest. Bedoeling is er over een beperkte strook riolering aan te brengen en anderzijds het lamentabele wegdek te vervangen. Door pech achtervolgt , blijft nu een strook van de Kapelseweg al enkele weken onafgewerkt liggen. Met de recente weersomstandigheden was het bakker, post, buren, enz. onmogelijk om een woning te bereiken zonder hoge rubberlaarzen. …”
1993 – Dinsdag 7 december : Davidsfonds Cultuurforum K.U. Brussel 20 uur ‘Geloof uit wetenschap’. (PB, 1/12)
1993 – Zaterdag 11 december : Kinderfeest K.F. St.-Cecilia “De zaal was netjes klaargezet. Om 14.15 uur begon ze stilaan vol te lopen met kinderen en ouders. Ieder kind had zijn eigen instrumentje bij, om mee op te treden met het poppenkastspel van Tedje Trommelaar en Doremi. Spannend volgden alle kindjes het poppenspel dat zeer prettig in elkaar geknutseld was door Bart Lauwens. Het verhaaltje speelde zich af tussen een trommelaar en een saxofonist, die nieuwe trommelstokken gingen zoeken in het bos. Tijdens het aanpassen van het decor speelden onze leerlingen hun stukjes op hun instrument onder de leiding van Roland Van Welden. Om 16.30 uur hebben we allen ons buikje gevuld met pistolets en koffiekoeken. Na de koffietafel kregen de kinderen hun geschenk en een zakje snoepgoed. Daarna ging iedereen tevreden terug huiswaarts.” (“T&T”, maart ’94)
1993 – 20 december : Overlijden van Frans “Çois van Bertha Spruyt” Verbruggen(Foto onderaan) François Verbruggen werd te Hombeek geboren op 13 april 1932. Hij was gehuwd met Angèle Van Camp en heeft bijna zijn hele leven op de Leest-Heide gewoond, eerst aan de Blaasveldstraat en later aan de Juniorslaan.
“Hij was muzikant en begon muziek te leren in 1947. Eerst speelde hij bugel en later bariton. Hij stopte noodgedwongen met muziek in 1980. Hij was ook lid van de Boerenkapel, een gelegenheidsformatie die tijdens de jaren vijftig en zestig furore maakte. Çois zocht graag contact met de jongere muzikanten en stelde hen gerust toen ze aan hun eerste muziekwedstrijden deelnamen en dat was in die omstandigheden geen gemakkelijk karwei. Çois wa een uiterst vriendelijk man die geen vlieg kwaad kon doen.” (“Leest in Feest”, Stan Gobien)
Naast lid van de K.F. Sint-Cecilia Leest was Frans Verbruggen ook lid van de gepensioneerden van Eternit en lid van de duivenmaatschappij “De Luchtreizigers” Leest. Hij overleed in het O.L.-Vrouwziekenhuis te Mechelen.
“Terwijl rondom ons alles wemelt van Kerstmis en vreugde, is er iemand die ons verlaat. Eens zou deze trieste dag komen, toch kwam hij veel te vroeg ondanks de lange harde strijd. Hij was een eenvoudig mens, ’n echte vader voor zijn kinderen, een trotse opa voor zijn kleinkind Melissa en tevens een trouw echtgenoot. Gans zijn levensstijl was een onbeperkte toewijding aan zijn onmiddellijke omgeving : hij gaf zichzelf weg aan anderen, maar vroeg nooit iets terug. Een mooi voorbeeld van kristelijke naastenliefde. Beste papa, kostbare herinneringen zullen we nooit vergeten, zo zal je altijd in onze gedachten blijven bestaan. Dierbare echtgenote hoe moeizaam het voor U is, heb dank voor al uw goede zorgen. Vaarwel, eens zien we elkaar weer, allen verenigd bij de Heer.” (Uit zijn doodsprentje)
1993 – 21 december : Stichting Zangkoor ‘Orlandus Lassus’ Leest, thans KORILE. Het gemengd koor ‘Orlandus Lassus’ Leest werd opgericht op 21 december 1993. Met een vijftiental enthousiaste koormuzikanten werden de eerste stappen gezet in, wat later zou blijken, een bloeiende koorcarrière. Na goed anderhalf jaar werking was het ledenaantal verdubbeld. Op 6 september 1995 werd er gestart met een kinderkoor. Het succes was overweldigend. Meer dan 40 kinderen maakten in 1996 deel uit van dat koor. En datzelfde jaar werd gestart met een jeugdkoor. Van dan af bestond het uit een gemengd koor, een jeugdkoor en een kinderkoor. Muzikale leiders waren Els Van den Bossche als dirigent van het kinderkoor en Wim Van Ranst als dirigent van de andere koren. (Marc Keulemans in de Brochure van het gemengd concert “Koper&Koren” van de K.F.’St.-Cecilia’ en ‘Orlandus Lassus’ van 25/10/1996)
Omdat het koor geen werken van Orlando di Lasso op zijn repertoire had, besloot men om die polyfonist andermaal ten grave te dragen en in het jaar 2000 kreeg het koor een nieuwe naam. Met meerderheid van stemmen werd er toen gekozen voor KORILE, wat staat voor ‘Koor in Leest’.
Foto’s : -François, ‘çois’ Verbruggen. -Korile, het gemengd zangkoor uit Leest. (Foto: website Korile)
1993 – Vrijdag 19 november :Davidsfonds naar Ballet van Vlaanderen. 20 uur in de Stadsschouwburg van Leuven. (PB, 17/11)
1993 – Vrijdag 19 november : Jozef Moeseke won super-kaarttornooi en wagen (Foto onderaan) Die vrijdag, om middernacht, werden de autosleutels van de Ford Fiësta overhandigd aan de winnaar van het super-kaarttornooi van SK Rapid Leest. Jozef Moeseke uit de Kloosterstraat in Bornem was de gelukkige. De overhandiging gebeurde door de schatbewaarder van SK Rapid, Jozef Van der Elst. Voor deze 10de editie waren terug wat meer kaarters komen opdagen dan bij de vorige editie vertelde het mede-organiserende duo Mark Magnus en Philip Bergen aan Gazet van Antwerpen (22/11). Op 10 jaar tijd was de prijzenpot gestegen van 300.000 naar 1 miljoen frank. Op deze laatste avond van het tornooi, waarop de 5 beste resultaten van de 7 wedstrijden meetelden voor het eindklassement, haakten heel wat deelnemers traditiegetrouw af.
Einduitslag (eerste vijf) 1.Jozef Moeseke 749 2.Edwig Vrijders 742 3.Kamiel Van Hocht 739 4.Jan Van Rompay 737 5.Jenny Capiau 737 (de eerste vrouw).
1993 – 20 en 21 november : Teerfeest St.-Cecilia
“Op zaterdag 20 en zondag 21 november 1993 ll. vierden we ons jaarlijks teerfeest en zoals de vorige jaren werd ongeveer hetzelfde programma gevolgd. Een bijna voltallig muziekkorps vertrok even voor 15.00 uur aan het lokaal richting kerk om de feestelijkheden in te zetten met een H. Mis ter nagedachtenis aan onze overleden leden. Na het herbergbezoek aan de ‘Roozelaer’ trokken we stoetsgewijs terug naar ons lokaal. Iedereen had even de tijd om zich om te kleden en om 17.30 uur vonden we elkaar terug aan de feestelijk gedekte tafel, om zo aan ons jaarlijks banket te beginnen. Na het opzoeken van onze plaatsen, werden de 142 aanwezigen door de voorzitter verwelkomd. Met de leuze indachtig ‘dat de beste redevoeringen de kortste zijn’ dankte hij de muzikanten, dirigent, bestuur en de leden voor de vele inspanningen die tijdens het afgelopen muziekjaar werden geleverd om kwaliteitsmuziek te brengen. Nog een klein gebedje en er kon eindelijk begonnen worden met dat waarvoor de meesten gekomen waren, lekker smullen en een gezellig onderonsje. Het banket was van uitstekende kwaliteit en werd keurig geserveerd. Tussen de gerechten door werd ons het jaarverslag ten oren gebracht door Ilse Peeters. Inderdaad, formidabel dames en heren, de eerste keer is het immers niet altijd gemakkelijk. Na het lekkere dessert kon het dansen beginnen. D.J. Satan alias Willem nodigde de bestuursleden uit om de traditionele vermenigvuldigingsdans te openen. Dit was het begin van een wervelende nacht. Net zoals ieder jaar werden rond middernacht de eerste 15 prijzen van onze tombola getrokken en vergastte de traiteur ons op heerlijke boterhammen met kaas en kop. Op deze manier konden we in de late uurtjes nog eens iets tussen onze tanden steken, tussen al dat geestelijk nat. Zeker door velen geapprecieerd en voor herhaling vatbaar. Bedankt Luc, en ook het hele team. Het familiebal werd intussen lustig verder gezet tot in de vroege uurtjes.
Zondagmorgen, 9 uur en de deurbel. Enkele bestuursleden hadden bij ons (Maggy en Roland) afgesproken voor de verdere trekking van de tombolanummers. Tussen de koffie en de koekjes werden de nummers rechtstreeks per computer verwerkt, zodanig dat de lijst met winnende nummers klaar was tegen 11.30 uur. Tijdens het biefstuk eten werd er reeds duchtig naar de lijst gekeken. Hiermee wil ik ook de vrouwen van bestuursleden bedanken, alsook enkele mannelijkheden voor de hulp bij het serveren van deze traditie. Nog even een afwasje doen en iedereen kon zich klaar maken voor de optocht naar de Heide. Lichte sneeuwval en af en toe een flinke windstoot herinnerden er ons aan dat we stilaan naar de winter toegaan. Onder leiding van Roland gingen we op leuke marsmuziek richting Heide-herbergiers. Zoals steeds werden de dames verrast op een lekker zoet taartje in het S.K.-lokaal. Nog even een deuntje spelen in beide café’s en na deze concertjes vertrokken we terug richting dorp. Iets later, en iets kouder onderweg, arriveerden we toch bij de Dry Gapers. Van daaruit begonnen we aan ons laatste herbergbezoek, natuurlijk bij Ann en Fikke ‘Op den hoek’. Om half zes zaten we terug aan tafel en net zoals ieder jaar waren de stoelen weer een probleem. Een plaatsje vinden is soms toch moeilijk. Weer eens lekker smullen van het fijn klaargemaakte diner en we stonden sterk voor een boeiende avond. Na het eten begon het pas. De ‘PLAY BACK SHOW’. Jong en oud had iets voorbereid, vele uren van repetities waren aan deze avond vooraf gegaan. Afspraken werden gemaakt, wie, wat, waar en wanneer, iets moet doen. Als de één niet naar de avondschool ging, kon bij de ander gerepeteerd worden enz. Toch was van enkelen de verbijstering groot toen ze een groep schaars geklede mannen in de living aantrof. Anderen zijn goed in het laten verschieten van mensen, door stiekem thuis binnen te sluipen. Alle deelnemers zullen wel plezier beleefd hebben aan de repetities, allé wij toch. Op de grote avond zelf was de sfeer gespannen, een beetje zenuwen kunnen geen kwaad. Om het met de woorden van Fred Becky (alias Freddy Walschaers) te zeggen : ‘dames en heren het was subliem’. Het was inderdaad geweldig, en velen zijn daarvan getuige geweest. De enige echte Bart Javell was er om de show aan elkaar te praten en de artiesten te interviewen. Dalida mocht de zogenaamde spits afbijten met de wereldhit ‘Gigi’. Josephine was in topform, artiestiek was het een topprestatie, maar Charel bezweek voor haar schoonheid en betrad de scène. Dalida was daar niet gelukkig mee en liet dat ook merken. Na haar optreden stelde Bart Javell haar enkele vragen in zijn beste Frans : ‘Vous ètes une voorbeeld pour toe les autres, parceque vous ètes une vedette tres bienne.’ Niettegenstaande begreep iedereen wat er bedoeld werd. Bart Javell vervolgde zijn interview : ‘Les jurileden va donnez les point et tu va ruste run peu dans la cuisinne.’ Paul De Leeuw (Paul Van Roy), Fred Becky (Freddy Walschaers), Simon LeBon (Simonne Gobien) en Hans De Booy (Hans Verschueren) werden als juryleden aangesteld. Eén voor één gaven ze hun commentaar in geuren en kleuren. Allé Maurice, ’t kon niet rap genoeg gaan met dat fietske. Vooral die zware laatste klim naar de Roda Hal te Kerkrade zat zwaar in de benen. Roland bracht een gepaste imitatie van Frank Dingenen die zeer tipperend was voor zijn fietstocht tijdens ons bezoek aan het W.M.C. te Kerkrade. Ondersteund door twee welriekende dreefjes kwam er toch al beweging in de zaal. Tijdens het interview werd duidelijk hoe zwaar die rit was door de straten van Kerkrade. Als een professionele renner werd er een bondig ritverslag gegeven. Allé Roland, je bent toch in Kerkrade geweest hé. Bert Javell had er geen woorden voor, want Adrienne zonder naam was door iedereen geliefd en gekend. Zelfs van de danseresjes konden we onze ogen niet afhouden. Blijkbaar hadden José en Rosa veel gerepeteerd, gelijker kon niet. Een volgende optreden zal niet lang meer uitblijven. Ondertussen ging de verkleedpartij nog steeds door. Boven in het leslokaal, in de keuken en zelfs aan de overkant bij Magda bevonden zich groepen die nog het één en ander te doen hadden. Men kan wel spreken van een echte gedaanteverwisseling. Zo’n moderne Paul Severs (Veerle Lamberts) had nog niemand gezien. Voor de gelegenheid had hij zelfs twee nieuwe meisjes meegebracht in een bijzondere outfit. (Robuste sportschoenen, witte tennis sportsokken, gebloemde boxershort, opgerolde t-shirt gevuld met appelsienen). De meisjes (Jurgen Verschueren en Gunter Peeters) vonden het zelf te gek, geweldig en gaaf. De punten voor deze groep waren dan ook behoorlijk. Zelfs onze negatieve Fred Becky had een hoge score gegeven, want meisjes met haar tussen hun borsten had hij nog nooit gezien. Doortje (Ann Van de Vondel), Bieke (Maggy De Borger), Pascale (Linda Moons) en Carmen (Kristel De Maeyer), het vrouwelijk schoon van FC de Kampioenen waren er natuurlijk ook om hun nieuwste medley te presenteren. Kristel was in haar nopjes en wist direct wie ze wou imiteren (Alleen is mijn kleedje een beetje uitgerokken). Succes hadden ze wel bij het publiek, niettegenstaande dat twijfelden enkele juryleden wel aan een hormonen-vrij optreden. De enige echte reden waarvoor zij gekomen waren was natuurlijk voor de SPECIAL ACT. Maar daarover straks wat meer commentaar. Er resten ons nog drie optredens. Ze hadden reeds lang moeten wachten in de file. Ik wist niet dat Frank Dingenen (Lieve Vlemincks) dagelijks in Sint Katelijne Waver aan de veiling in de file staat. Enkele toeschouwers konden er over meepraten. De Welriekende Dreefjes (Paula Van Hool en Nicole Huysmans) hadden bijna een auto moeten afbreken om hun act te kunnen uitvoeren. Een deur, een stuur… Het was ook de enige groep die na het optreden met bloemen werd verwend door Willem (Lauwens), een hevige fan van Lieve en ooit Sint-Cecilia koppel geweest op één van onze vorige teerfeesten. Niet de special act, maar een internationale act stond eveneens op het programma. Een aankondiging had clown Josephine niet nodig. Vlot (??) in drie (vier) talen kondigde ze zichzelf aan : ‘Vandaag, enig in deze zaal, nog nooit gebeurt in België, het buitenland dat weet ik niet juist, maar hier in zaal St.-Cecilia voor het eerst de act van de slapende kip. Mesdames et messieurs, aujourd’hui ici dans la salle St.-Cecilia, la grande act de voir la poule fricassé dormant. Damen und Herren, heute sullensie sehen in diese Sahle, für die erste mahle, achter die krieche von Adolf und seine Freunde, die act von die schlafende kippe, achter schlaf sacht mein kindje schlaf sacht. Ladies and Gentlemen, yes, yes today, yes,…(en de opstoker liet het afweten) Het was iets van de greatest Albert Hall en een soort chicken soep.’ We verstonden het toch allemaal. En daar was ze dan, een echte kouterse kip. Alle dagen een eike, een spiegeleike, een pierre-oog, ma ze leit er. Na een paar goocheltrukken, gezwier en gezang was de kip haar bewustzijn verloren en daar lag ze dan. Plots werd het stil in de zaal, de lichten werden gedoofd, sigaretten werden uit gedaan, tafels en stoelen werden verschoven. Alles was klaar voor DE ACT van de avond, de SPECIAL ACT. Vijf heren, Play-boy achtig gekleed in hun beste jeans hadden plaats genomen op het podium. Mille Van Moer, Yves De Wit, Rik Verschueren, Francky-boy en Roland Vanwelden, de CHIPPENDALES van Leest en omstreken, overgoten met welriekende aftershave en stijf van de gel begonnen zich traag, maar zelfzeker te ontdoen van hun jeanskledij en dat op de sensuele muziek. De Championettes zaten natuurlijk op de eerste rij, want deze mannelijke schoonheden moesten van dichtbij eens goed bekenen worden. Hier en daar hadden ze beroep gedaan op bollekes wol, die diende als opvulsel, nochtans hadden sommige van hen dat niet echt nodig. Er werd gefloten, geld gesmeten, zelfs de traiteur met een hele ploeg volgde aandachtig het optreden. Ze waren immers om ter ’t mooist (om ter ’t dikst). Ongeloofelijk en dat in LEEST ?...Spijtig stopte de muziek iets te snel. Yves, de torso had bovendien ook een sprekende kommentaar.Of ze daarin geslaagd zijn is heel wat anders. ‘All we want, is to get the ladies hot, hot, hot, and they think, they even can get Dalida wet’. De vertaling hiervan staat echter niet zo goed op video. Als professionele afscheidnemer is Xavier De Bare nergens meer weg te denken, zelfs niet op onze playback show. Met veelzeggende woorden nam hij formidabel, fantastisch afscheid van een formidabel publiek en ongeloofeljke artiesten. Nu nog de resultaten en de jury was het er over eens dat de groepen met een score boven de 10, volgend jaar kunnen meedoen aan de finale. En je raad het nooit…iedereen had het gehaald. De juryleden spraken vol lof over de verschillende artiesten. Fred Becky altijd even kritisch vond het ECHT SUBLIEM. Simon Lebon wil volgend jaar zeker weer terug komen, Paul De Leeuw kon niet zwijgen en Hans De Booy ziet graag de lichtjes van de Zenne terug. De zondag was een spetterende dag, en zeker voor herhaling vatbaar. Dus denk er maar over na en strek je benen reeds voor ons volgende teerfeest.
Voor de echten is er natuurlijk nog de derde dag. Bowling stond op het programma. Zwaar dat die ballen wogen, en glad dat die vloer was. Zelfs sommigen vonden de zijkanten van de bowlingbanen interessanter dan de kegels achteraan. Als winnaar was onze voorzitter niet te kloppen en Jan De Decker sloot achteraan de rij. Nog eens lekker eten en nog een deuntje spelen in ’t café en de teerfeesten 1993 zater er weer op. Bedankt aan iedereen die heeft meegewerkt en dit jaar minstens zo spetterend als toen. Maggy De Borger.”
De verslaggeefster van dit evenement Maggy De Borger (foto’s onderaan), was secretaris van de K.F. St.-Cecilia van 1993 tot 1994 en van 1994 tot 1996 penningmeester. Zij is de dochter van bestuurslid-muzikant Hubert De Borger en van Nicole Huysmans. Maggy is geboren te Mechelen in 1967. In 1975 werd ze lid van het trommelkorps, later van de drumband en nog later van de fanfare waar ze cornet speelde. In 1993 volgde ze Johan Vandeputte op als secretaris om een jaar later Yves De Wit op te volgen als penningmeester, meteen de eerste vrouwelijke penningmeester van de vereniging. Op 30 september 1996 nam ze ontslag als bestuurslid en ze deed hetzelfde als muzikant in november 2000 waarna ze erelid werd. In februari 2008 vertrok ze met haar gezin naar Australië omwille van beroepsbezigheden. Haar vader Hubert De Borger nam in ‘96 ontslag als bestuurslid en muzikant omdat ook hij veelvuldig in het buitenland vertoefde. Ook hij bleef erelid. (‘Leest in Feest’, Stan Gobien en Antoon Lauwens)
Foto’s: -De winnaar van het super-kaarttornooi van SK Rapid Leest met zijn gezin. -Maggy De Borger met cornet als leerling-muzikante en op latere leeftijd. (Foto’s : Familie Lauwens-Piessens)
1993 – 14 november : Aperitiefoncert K.F. St.-Cecilia In zaal St.-Cecilia vanaf 10.30 uur m.m.v. drie gastsolisten op hoorn : Hers Spencer, André Vandriessche en Louisa Van Dessel. (“T&T” september ’93)
1993 – 17 november : Overlijden van Albert ‘Bert’ Huysmans(Foto’s onderaan) Drie dagen voordien was zijn dochter Julienne overleden. Hij werd 86, zij 50 jaar (PB, 1/12)
Jarenlang publiceerde Albert Huysmans onder het pseudoniem “Anselms Jedrie” cursiefjes in het heimatblad ‘De Band’, geschiedkundige pareltjes die door iedereen werden gewaardeerd. Jacob Jan Albert Huysmans was te Battel geboren op 19 oktober 1907 als zoon van Jan en Victoria ‘Toor’ Coosemans. Hij had nog twee broers : Alfons, die ongehuwd bleef en Constant, onderwijzer in de dorpsschool en gehuwd met Julia De Laet. Albert was gehuwd met Julia Alida De Rooster (°19/7/1912, +20/5/1976) die hem één dochter schonk : Julienne (°Mechelen 25/4/1943, +Duffel 14/11/1993). In 1909 verhuisden zijn ouders naar de Warande en twee jaar later vestigden ze zich in ‘de Toekomst‘ op het Dorpsplein te Leest waar vader Jan een limonadefabriekje opstartte. “... bij bestellingen van suiker aan een Mechelse limonadefabrikantje, was mijn vader daar bevriend geraakt en door deze man kreeg mijn vader raad en inlichtingen en vestigde een winning voor frisdranken onder het kenmerk “In de Proef”, weldra geroemd door de aanbieding van haar vermaarde produkten in originele recipiënten met een magisch sluitmiddel. Het werd een zilveren eigen taak. 90% der ingrediënten was onbezoedeld bornwater. De verbruikersprijs was toen in de herbergen 10 centiem voor zulk een frisdrankje”. Limonade wat toen een nieuwigheid, in de café’s werd enkel bier geschonken. In de hals van de limonadeflesjes zat een ‘marbel’ en door de druk hield de marbel het flesje gesloten. Om te drinken moest men de knikker indrukken, zodat het gas ontsnapte en men de limonade kon uitschenken. De eerste limonade werd gefabriceerd ‘In de Toekomst’ en uitgedragen met paard en kar. Het paard moest telkens via de voordeur door de herberg geleid worden om binnen en buiten te raken. Rond 1930 kocht Nante De Prins de woning aan. Hij betaalde er 27.000 frank voor en verbouwde ze tot beenhouwerij (thans beenhouwerij Cremie). In 1913 kocht en sloopte Jan Huysmans, aan de overzijde van de dorpsplaats, het oude “Knippershof” en bouwde er de herberg met fabriekje “In de Proef”. Gedurende de oorlogsjaren, 1914-1918, moest moeder zelf met de limonade rondrijden omdat vader Huysmans aan het front zat. In 1924 schafte Jan Huysmans zich een wagen aan. De tweede op de gemeente, de eerste was eigendom van “den Blokmaker”. (Piessens) Twee jaar later vroeg en verkreeg Jan Huysmans de toelating van het Schepencollege om “twee elektromotoren van I en van ½ PK te stellen en te benuttigen ter plaetse te Leest, nr.5, in zijn werkhuis aan de woning palende, en dienende tot het veraardigen van limonaden.” De machtiging werd verleend voor dertig jaar.
Na zijn huwelijk in 1943 vestigde Albert zich in de boerderij van zijn schoonouders in de Blaasveldstraat en dagelijks fietste hij naar de zaak van zijn ouders waar hij, samen met zijn broer, tewerkgesteld was. In 1945 is hij met vrouw en dochter bij zijn ouders ingetrokken, tot in 1976, na het overlijden van zijn echtgenote. Toen verhuisde hij met zijn dochter en broer naar zijn woning in de Kouter. Albert “Bert” en Alfons “Fons” Huysmans zetten de zaak van hun vader voort tot in 1972. Alfons (°Mechelen 2/12/1908) overleed te Mechelen op 3 januari 1985. Albert overleed, net zoals zijn dochter, in Duffel.
In een hommage aan Jacob Albert Huysmans (Anselms Jedrie), hierna enkele van zijn onvergetelijke pennenvruchten.
Over de Eerste Wereldoorlog : “1914 : Na enkele schermutselingen in ons gewest, naar het einde augustus toe, verhogen de Duitsers, in de streek bezuiden Mechelen, Kapelle op den Bos en Londerzeel, hun overmatige druk tot een ware veldslag, en werden de Belgische Linietroepen, door die pletrol overrompeld of uitgeschakeld... Meerdere van deze overspoelde jongens bleven alzo van hun regiment gescheiden achter. Dit bracht voor hen en vele families dramatische problemen... Heel de duur der bezetting hing als het ware het zwaard van Damocles dag en nacht over die mensen... Van collaborateurs hadden wellicht de Duitsers achterhaalde lijsten van verdachten, en dezen werden thuis meestal ’s nachts onverwachts omsingeld, en van kelder tot zolder uitgekamd. Zolang het zomer was zochten sommigen ondergedokenen hun heil in de graanvelden... Doch de oorlog ging verder, en bij het naderen van de winter, werden de Duitsers in de Vlaanderen gestuit, en voor de beide tegenstrevers begon het beslechten daar van ’n vierjarigen loopgrachtenstrijd...
In de zomer 1915 vond ons moeder op ’n morgen een onder de deur geschoven open brief van onze vader, waarin zijn foto als convooibegeleider aan het front, en een geheel vol geschreven blad, met aanmoedigingen voor ons allen, en de hoop dat alles weer gauw goed zou zijn... Dat was een ontroerende geruststelling voor ons... Op een avond, wat daarna, werd er op de achterdeur getokt, en daar komt Gust van den Ossenboer (August Jacobs, zoon van Frans en van Maria Anna Van Loock) binnen, ook een ondergedoken strijder, en zegt : “Toorke, ik ben het die u daar laatst die brief van uwen Jan gebracht heb, als ge soms iets wil terugschrijven zal ik dat morgen komen afhalen. Van af en naar het front worden hier en daar brieven en foto’s van vaders en zonen, langs Holland overgesmokkeld, maar zorg dat gij mij nergens vernoemt. Gij hebt geluk, want al maanden weten wij reeds dat mijn broer Louis te Londerzeel is gesneuveld...” (deze sneuvelde op 29/9/1914 bij de eerste schermutselingen) Jaren achter dien oorlog, heeft Gust eens aan moeder verteld, dat hij die open brieven door zijn broer Frans en Frans Boonen, ook uit de Kouter, toegespeeld kreeg, langs een geheime inlichtingendienst, en hij herinnerde lachend haar schrijven naar vader : hoe blij zij was te kunnen melden dat hij een zoontje had bijgekregen : Constant ! En zij ook had gevraagd welke mengeling zij moest bereiden, om zelf limonade te fabriceren ! Bij het lezen van die brieven, zei Gust, wist ik in mijn schuilplaats mij met de frontmannen en hun thuis wat verbonden. Toen wist nog maar één vriend mij levend begraven, grinnikte Gust, mijn zusters en broer vermoedden ’t zelfs niet...Dore van Vleeskens, ’n buur uit onze straat, hovenier op het kasteel Empain te Battel, en onderhoudsman van hun graftombe alhier, die had mij daarvan een deursleutel bezorgd... Op een niet heel duistere avond waag ik mij toch uit den grafkelder, om langs den pastorijtuin, door het achterpoortje het veld te bereiken, en eens naar huis te gaan om wat nieuws... Na genoegzaam uitkijkend stap ik buiten, en zag daarginds, toch mij gezien door pastoor Beuckelaers huishoudster, plots buitengekomen uit de sacristie, die even verschrikt stopt, en dan gejaagd naar de pastorij rent... Twee dagen nadien bereik ik, nu ongehinderd, den pastorijtuin, en eensklaps roept de spiedende wat bange juffrouw van achter een heester mij toe : “Och Gust, zijt gij het Gust ?...” “Ssst...stiller,” vermaan ik..., en ze fluistert : “Kom jongen onze pastoor is niet thuis, kom iets eten en drinken, ocharme.” en de juffrouw vertelde mij haar sacristieavontuur : “Ik was,” zei ze, “in de kerk nog wat bloemen gaan schikken en toen ik buitenkwam, zag ik een man uit dien grafkelder komen, en ik stamelde : “Och God, och God...en herhaalde dit nog binnenshuis, en de pastoor vraagt : “Gij hebt toch zeker geen spook gezien ?” – “Neen, maar daar kwam een man uit de tombe van Empain, echt gezien !” - “Emma ! Houd dat voor u, en zwijg er ook stillekens over tegen anderen ! “ zei de pastoor...Maar ik bedacht, ik wil er meer van weten !” “Alzo, zei Gust, ben ik meermaals daar goed onthaald.” Viktor De Hondt, ook te boek als ondergedoken krijgsgevangene der Duitsers, woonde in het huisje voor de Rennekouter aan de Tisseltbaan. Die man heeft niet te tellen oorlogsdagen en nachten in hun gereinigde aalput doorgebracht... Binnen het kolenhok had hij hun bouwstenen wc afgebroken en vervangen door een te kunnen wegnemen en terug te plaatsen houten model, en de buitenhuistoegang dichtgemetseld... Was er verraad, kwam er vreemd of familiebezoek of voelde hij drang naar zekerheid...Viktor dook erin... Moeder en kinderen wisten dan enkel : “onze vader is aan het front...” Slechts éénmaal heb ik later Viktor eens iets als klacht horen uiten : “Er zijn ook mensen die geen besef hebben wat een opgejaagd dier moet voelen, wanneer het aan klopjachten tracht te ontsnappen...” In den herfst 1918 werden Frans Jacobs en Frans Boonen opgepakt door de Duitsers en verbleven te Mechelen opgesloten, wellicht voor latere deportatie naar Duitse strafkampen, doch zij werden bij den wapenstilstand vrijgelaten... Na nog ’n tijd van deelname aan de bezetting der Duitse Roergebieden, keerden onze Belgische overlevenden naar hun haardstede terug, en stichtten almeteen een oudstrijdersvereniging. Zij zouden hun eerste verbroederingsfeest geven op 11 november 1919... Een jongere broer van Viktor De Hondt, Edward is als groot invalide uit den oorlog gekomen... Na een Duitse stormloop die door onze jongens was afgeslagen, waarbij aan beide zijden honderden doden en verminkten, werd hij gevonden met een onvermijdelijk, tot bij de knie af te zetten been, en nadien helaas, wellicht bij ontbreken van meerwaardiger materiën, primitief verholpen, met een door riempjes vast te hechten elastische overtrek, waarin een stalen holle stang, met gummi omhulsel, om op te staan en mee te gaan... Zo reilde en zeilde Edward : minzaam ongeknakt moedig... Dagen voor het feest kwam Warre, met zijn goed been de fiets trappend, tot bij ons, om met mij en onze Fons, nog leergasten, maar hij reeds als vroeger muzikant, elk op ’n trompet, onder leiding van onze vader, samen de krijgshymne te repeteren... In aanwezigheid van een bijna volle kerk gemeentenaren, begon een dankmis, ter nagedachtenis en als huldebetuiging aan de gesneuvelden... Voor de communiebank, onder de consecratie, stonden, ik links, en onze Fons rechts, van den op zijn wandelstok zich dapper rechtende Warre van Jonkers, en bliezen gedrieën het “Te Velde”...onvergeetlijk.. Vanaf den wapenstilstand was het al begonnen : er raasde ’n volkse vreugderoes in crescendo... Peer de wagenmaker timmerde een danstent ineen, op zijn woonerf, hoek Tisseltbaan –links Koestraat, met gevolg dat de Leestse kermis in de dorpskom plat ging, en bij Peer, hemelhoog... Doch enkele jaren later probeerden de Oudstrijders ten voordele van hun steunfonds, de uitbating van een huurdanstent op de Dorpsplaats en het werd een gouden zaak... -“Nieuwe bezems vagen ’t best”, wist en zei Peer, en hij staakte de strijd... Onze Oudstrijders van toen weerden zich soms ook, als studentikoze vechtjassen... Enkelen opperden eens hardop het plan om bij de komende jaarlijkse ommegang van een toen late Sinksenprocessie, en dan kan het heet zijn ! : dat hun ledengroep, omwille hun aan het front gekregen kaalkop, nu bij mogelijke hitte, het hoofddeksel zouden ophouden...’n hoge raad, bedacht dat zij zulks niet in overweging wenste te nemen, en weerkaatste de bal : dat ieder zoiets zelf in eigen verantwoordelijkheid kon beslissen... Na die stunt was het lidmaatschap wat geslonken... Edward De Hondt verwierf ondertussen het opengekomen ambt van gemeenteontvanger... Toen hij eens, voor die taak, naar het posthuis te Hombeek was geweest, en bij het buitenkomen van den Kouter, moest uitwijken voor een kar, raakte hij met den pedaal van zijn moto een boordsteen aan het smal looppad nevens Meulemans’schuur, en stuikte met het hoofd op de kasseien...en is ervan gestorven. Edward liet een vrouw en zeven kinderen achter... Oktavie was een meisje uit Aarschot, als vluchtelinge in Engeland beland, en hulpverpleegster in een rustoord voor oorlogsverminkten, en ginds met Warre gehuwd, en beiden vestigden zich na den oorlog, eerst in het oude hoeveke van Verbruggen aan de Tiendeschuurstraat... Ik hoor Warre nog zeggen : “-Ons Tavie, is ma vie...” Seders 1919 wordt na de dankmis, een hulde, aan den voorkant der rechterbeuk van de kerk, bij den gedenksteen met de namen der gesneuvelden, jaarlijks herhaald.. Ik verontschuldig mij, indien soms, in samenhang met voorgaande nog meer “Onvergeetlijk”, tijdens en na die oorlog, zou zijn vergeten...” (DB, april 1981)
Notenkrakers(DB, november 1981) “In de huidige Dorpstraat, achter de Sint-Jozefskapel, staat nog hetzelfde hoeveke, al zeker twee eeuwen oud. Dit is het geboortehuis van mijn vader, en tot over vijftig jaar nog de woning van mijn peter Jacob : ‘Jaak van Rosse Mus’, door den volksmond zo aangewezen naar zijn ouders : Anselmus en Roos. Zij droeg de broek, zei men,…en doordoor werd het ‘Rozemus’. Wanneer ik in gezelschap van onze Fons naar mijn Peter, ’n nieuwjaarswens ging voorlezen, eerst onze klompen uit, wat tokken op de deur, en hij begroet ons steeds : ‘Ha, wie we daar hebben, mijne Peter Kobèrtje, en Fonske !’…En telkens na de felicitatie kregen wij van Peter : ik drie sollen van tien, en onze Fons één van tien centiem, en beiden ’n appel. … Winters gingen, lentes gingen, zomers gingen, tot eens op 19 oktober, mijn verjaardag in de zoveelste herfst aan gang was ten jare 1918…Die avond komt mijn Peter op bezoek, en tussen wat gekeuvel, rond de reeds ronkende stoof, weet mijn Peter plots : “Kobèrtje, in de komende lente doet gij uw plechtige communie, en wordt ge bij de grote mensen gerekend, en kunt gij zelf al Peter worden, dus is het binnenkort, naar gebruik, dat ge de laatste keer om uw Nieuwjaar zult komen, doch ik zal die laatste keer wat vergulden : ge moogt donderdag nanoen schoolvrijaf bij Neske van de ‘Lierse Vlaai’, ’n paar winterschoenen laten aanmeten, met sluitende wanden, toe te rijgen door nestels in blinkende koperen haken, daar zitten uw voeten zo warm in als de okkernoten in hun bolsters, zie hier, zoals dit jagerspaar die ik nu aan heb, en geef hem dit briefje, daar staat alles op, en dat ik ze zal betalen, en stap er met Nieuwjaar eens tot bij mij mee…” Ik heb mijn Peter gekust…Ik en onze Fons trokken de volgende donderdag naar Neske in de Blaasveldstraat, ons blokken uit, en binnen zei ik de reden van onze komst en gaf hem Peters briefje…De schoenmaker knielt op den vloer, en ik moet mijn rechtervoet op ’n blad papier zetten, waarop Neske die voet langzaam omschrijft, over den groten teen tot den hiel…- “Wat ’n voet, zegt Neske, met zo’n voet komt ge door dik en dun, en overal, wat zouden wij zijn zonder voeten : geen dans, geen voetbal…Ik zal schoenen voor u maken die niet wringen, daar is al genoeg in de wereld dat wringt; schoenen waarin ge nooit zoiets als lood zult voelen zinken; schoenen met dikke zolen, waar ge alle ambras en zotte zorg kunt aan vegen; schoenen met felle hakken, zodat ze u van ver horen komen, een eerlijk mens mag men horen komen…Vandaag over drie weken mag u ze komen halen…” -“Bedankt Neske…” Wij buiten en onze klompen aan…Thuis vroeg ik aan moeder : “Die Neske, is dat een Lierenaar ?” “Neen”, zei ze, “maar Neskens vader wel, die was hier sjampetter geweest, met loense noten in zijn zang, want die man maakte het de bevolking zo grimmig lastig, om hun naar zijn zin wat te schuin het rechte pad te kruisen…Het regende procesverbalen op de overheidsburelen en klachten uit elke buurt over die man, zonder iets raad, maar met veel onbillijkheid…Dat zou mislopen…’n Zondagnacht zijn ’n viertal huiswaarts kerende jonge mannen van Heffen kermis, zingend aan het Sint-Apolloniakapelletje toegekomen…Eén daarvan gaat daarachter zijn grote behoefte doen…De sjampetter komt plots uit den veldweg vanachter ’n tuinhaag, en vindt hun kabaal al genoeg voor een procesverbaal…maar drie te vurige kereltjes grabbelden hem vast voor ’n harde rammeling…Later werd verteld dat de vierde getracht had zijn juist gebakken vlaai aan de sjampetter zijn snor te smeren, tot deze zou willen zeggen hebben : “ ’t is goeie !” Gebeurd of overdreven, de daders bleven onbekend…De volgende maanden werd de sjampetter dubbel uitdagend bitsig, want kwajongens riepen hem achterna : “Lierse vlaai !” Voor Nieuwjaar werd hij van zijn ambt ontheven, en kreeg ’n andere job in Lier…Doch de zoon Nest, ’n bezadigd man, die zijn schoenmakerij heeft daar niet onder geleden… … In de lente van 1919, deden ik en onze Fons, samen onze plechtige communie, ik was één jaar ouder dan mijn broer, ik had een jaar mogen wachten, op de terugkeer van onze vader uit den oorlog. Beiden droegen wij lichte feestschoenen, want mijn jagersschoenen, die reageerden reeds niet meer op blink, door het ravotten verweerd, in bos en beemd, en het labeur op Leirekensveld…”
Ode aan de aardappel :
“Geen één dieet dat méér volstaat !
Van der Tahlen ging z’uit zijn kelder halen. Perstijns Pelle begon er ’s wijls te schellen. Jan en Mie uit de root gaven d’hunne, van elk ’n beurt zout. Bij Vanoof stonden ze juist op de stoof. Bij den Taar waren ze al half gaar. Bij Flore Trog preutelden ze nog. Bij Heinke Patheet waren ze bijkans gereed. Bij den slager Nant roken z’of tot aangebrand. Bij den Pastoor lagen z’al in zijn teljoor. Bij den Vit bakten ze temsen frit. Bij den Batee mokten ze puree. Bij Busschot waren ’t er voor hutsepot. Bij den Brat stoomden ze pelpatat. Bij ons, dagen aaneen, geen gezien onder den oorlog van veertien.
Refrein : ‘Da zijn patatten, eh, Pataat !’”
Foto’s : -Links de woning in 1933 alwaar achteraan de eerste limonade werd gefabriceerd. Voordien was hier de herberg ‘In de Toekomst’ gevestigd. Later zou Ferdinand ‘Nante’ De Prins er zijn beenhouwerij vestigen. -Diverse etiketten van het limonadefabriekje van de familie Huysmans. (Bezit familie Spruyt-Huysmans) -Victoria ‘Toor’ Coosemans met haar drie kinderen, Albert, Alfons en Constant, tijdens de Eerste Wereldoorlog. Vader Jan was aan ’t front en baby Constant zou pas op zijn derde levensjaar zijn papa voor het eerst zien. -Centraal achteraan café “In de Proef” van de familie Huysmans. Foto dateert van begin jaren zestig. -Albert, vaak aanwezig in deze Kronieken onder de naam Jacob Albert Huysmans of onder zijn pseudoniem Anselms Jedrie, in de herfst van zijn leven. (Foto : familie Spruyt-Huysmans)
1993 – 14 oktober : Overlijden van kleermaker-kruidenier Marcel Leemans (Foto onderaan) Die dag overleed in het A.Z.Sint-Jozef te Mechelen Marcel Leemans, kleermaker en kruidenier op het dorpsplein. Marcel was te Hombeek geboren op 6 april 1921 en gehuwd met Yvonne Smets. In 1957 waren Marcel en Yvonne gestart met hun ‘Centra’ winkel tegenover de kerk, een bloeiende zaak die ze in 1982 zouden overlaten aan Willy en Julia De Nies-Lauwers. (Zie ook in deze Kronieken : begin augustus 1982 : ‘Zelfbediening Leemans…’)
1993 – Vrijdag 15 oktober : Landelijke Gilde – Srpeekbeurt door Louis De Lentdecker(Foto onderaan) Iedereen was welkom op de spreekbeurt van journalist-schrijver en televisiefiguur Louis De Lentdecker. Hij handelde over ‘Zware jongens-lichte meisjes’. (PB, 6/10) Louis De lentdecker (°Dendermonde 22/4/1924, +Brussel 10/10/1999) was een Vlaams journalist, berucht vanwege zijn scherpe pen en kritische houding. Hij schreef ook een aantal boeken waaronder ‘Zware jongens, lichte meisjes’ uit 1962 over de georganiseerde misdaad en de prostitutie. Via zijn radio- en televisieoptredens, waar men hem vaak controversiële uitspraken hoorde doen, werd hij één van de bekendste journalisten in Vlaanderen.
1993 – 17 oktober : Logeerhuis Willecom in Omni-sporthal Leest De omni-sporthal van Leest was het decor voor een receptie en toespraken ter gelegenheid van het iets meer dan 1 jaar geleden in gebruik genomen logeerhuis Willecom in de Galgestraat te Mechelen: een tijdelijk tehuis voor gehandicapte kinderen. (GvM, 18/10)
1993 – Donderdag 21 oktober : Gewestelijke activiteit KVLV ‘Ouders met zorgenkinderen’ In het ‘Klooster’ om 19.30 uur. (PB, 13/10)
1993 – 24 oktober : Provinciaal Concerttornooi (“T&T” juni ’93)
1993 – Woensdag 3 november :Met Davidsfonds naar Europalia “30 eeuwen kunst in Mexico” om 18 uur. (PB, 27/10)
1993 – Donderdag 4 november :KVLV-Jongeren Om 19.30 uur in het Klooster : “Luisteren naar kinderen”, door Greta De Rycke. (PB, 27/10)
1993 – Dinsdag 9 november : Brand in groentenbedrijf “Leest.- Dinsdagochtend om half vijf is brand ontstaan in het groentenbedrijf van Henri Verbeeck aan de Juniorslaan 38. Daar worden groenten gedroogd en tot soepgroenten verwerkt. Het vuur ontstond in een industriële loods waarin droogmachines staan. Na een explosie werd een oven met brander totaal vernield. Er is ook veel rookschade. Het verlies beloopt verscheidene miljoenen. De Mechelse brandweer was spoedig ter plaatse en trok de persluchtmaskers aan om de vlammen te bestrijden. Na een half uur was men de brand meester. Op het ogenblik dat alarm werd geslagen, lag de eigenaar te bed. Hij werd gewekt. In zijn haast viel hij van de trap en liep daarbij een beenkwetsuur op. Hij werd naar het Sint-Jozefziekenhuis overgebracht.” (GvM,10/11)
1993 – Donderdag 11 november :Herdenking Wapenstilstand 1914-1918.
Programma : 09.15 uur : Bijeenkomst in lokaal St Cecilia. 09.40 uur : Vormen van de stoet. 09.50 uur : Optocht naar de kerk. 10.00 uur : Plechtige Mis voor de overleden makkers. 10.45 uur : Bloemenhulde aan het Monument. Na de plechtigheid optocht naar het lokaal met de Kon.Fanfare St.-Cecilia Leest, waar een consumatie werd aangeboden. 13.00 uur : Feestmaal bestaande uit : tomatensoep – videke – kalfsgebraad met seizoensgroenten – roomijs met slagroom. Alle deelnemers werd verzocht een geschenk mee te brengen voor de tombola. (Uitnodiging ondertekend door voorzitter E. Van Beersel en feestbestuurder A. Walschaers)
1993 – Donderdag 11 november : Inlichtingsavond ‘Gebedsdienst’. Om 20 uur in het ‘Klooster’. “Worden zeer wenselijk verwacht : alle lectoren van de misvieringen; de parochiale ploeg; de mensen die zich in de toekomst willen bekommeren om liturgische gebedsdiensten (bij noodzakelijke vervanging van een misviering). Graag ook iemand vanuit elke parochiale vereniging, om toekomstige ‘kerkelijke’ vieringen, zo nodig, te helpen begeleiden.” (PB, 3/11)
1993 – Zaterdag 13 en zondag 14 november : Optredens “Rust Roest” (Foto onderaan) Telkens om 20 uur brachten de Leestse amateurs het volks blijspel : “De droom van zotte Rik” van J. Christiaens.
Personages Va Louis Tersago, een gehandicapte bejaarde Marcel Verwerft Jan, zijn zoon, bode op het stadhuis Jan Devos Anna, diens bazige vrouw Imelda Van der Hasselt Hugo, hun zoon, werkman op ‘de petrol’ Christof Mahieu Paula, hun dochter, bandwerkster op ‘den Bell’ Cindy De Maeyer Erik, hun zoon, student ‘Germaanse’ Rudi De Neve Linda, dochter van Francine (dochter van va Louis) Christel Vinck Maria, verloofde van Hugo, verkoopster in ‘den bazaar’ An Thomas Andrè, vriend van Paula ‘Fondé de pouvoir’ Agence Marit. Marc Windelen Tante Amelie, oudste dochter van va Louis Renild Polfliet Nonkel Prosper, haar man, loodgieter Eric Vandenwyngaert Mariette, cafébazin van de ‘Blue Moon’ Martine Degraeve Rik Bonami,een duiker,geestelijke opvolger van zotte Rik Rudi De Neve Fred, klant van de ‘Blue Moon’ Raf Scheers Josée, een dienster Ria Verschooten Sois Paggardo, de pooier –vriend van Josée Paul Peeters Mevroud de directrice, bestuurster van ouderlingengest. Nancy Verelst Politieagent Paul Peeters Mopske, hondje van Rik Bonami Gizno
Achter de schermen Receptie Palmire, Francoise, Marleen, Julia, Germaine, Staf en Jan Teksthulp Frauke Vandenwyngaert en Vanessa Walschaerts Grime en kapsels Nancy en Tanja Vluymans Kostuums Werkgroep Geluidsband Benny Van Humbeeck Bouw rekwisieten Geert Selleslagh Decorbouw Dominiek, Christel, Eric, Guido, Frauke olv Fik Diddens Decorschildering Tony Baarendse Belichting en techniek Fik Diddens Algemene leiding Guido Hellemans. (‘Rust Roest Ontmaskerd’, G.Hellemans)
Foto’s : -Marcel Leemans -De Landelijke Gilde haalde Louis De Lentdecker naar Leest. -Eric Vandenwyngaert, Renild Polfliet, Paul Peeters, Geert Selleslagh, Martine Degraeve,An Thomas, Raf Scheers, Marcel Verwerft, Imelda Van der Hasselt, Marc Windelen, Jan Devos, Rudi De Neve, Cindy De Maeyer, Nancy Verelst, Christel Vinck en Ria Verschooten.