Vervolg Eddy VAN HOOF, een wielertalent uit Leest.
1971 - Liefhebber
De eerste wedstrijd die Eddy als liefhebber betwistte werd meteen een overwinning.
“De Band” : Het nieuws dat Eddy Van Hoof zou wachten om over te gaan naar de categorie liefhebbers scheen in den beginnen juist te zijn. Als waarheidsmeter werden de twee verreden koersen genomen, te weten op 17 en 19 april l.l. gereden te Haasdonk en te Appels, waar hij de 4de en de 9de plaats bekleedde. Op 24 april daaropvolgend startte hij toch bij de liefhebbers te Schelle : 89 deelnemers waren er aan het vertrek voor een afstand van 110 km. Het zou een eerste proefmeting worden in de nieuwe categorie en het werd een buitengewone meevaller, immers daar behaalde hij de 1ste plaats en het ijs was gebroken.”
Het Laatste Nieuws : Raak voor Eddy Van Hoof “Eddy Van Hoof lukte vorige zaterdag te Schelle de stunt van zijn nog jonge wielerloopbaan. Hij won immers de eerste liefhebberswedstrijd die hij reed en dit zonder verdere commentaar. Want men moet het zeker kunnen : aan 84 concurrenten zijn achterwiel tonen. Eigenlijk lag Staf Van Cauter aan de basis van de overgang van Eddy, want men moet weten dat Van Cauter de oefenmaat is van Eddy. Donderdag ll. ging hij zijn vergunning halen en vader Van Hoof stond er zelf een beetje paf van. Maar Eddy hield vol en ziedaar, het resultaat is er. Misschien wel onverhoopt na zijn ziekte van voor een paar weken, maar kom. Om over die wedstrijd van Eddy verder te klappen moeten wij u vertellen dat er op het einde zeven koplopers waren en de man van Leest veroorloofde zich dan de weelde om in de spurt te zegevieren. En dat het geen dagelijkse klanten waren bewijst wel de uitslag met Ludo Van Staeyen op de tweede, Eddy Voet op de derde en Karel Sels op de vierde plaats. Zondag dan verging het de 19-jarige Eddy minder goed te Brussegem-Oppem, waar hij nochtans in de eerste ontsnapping betrokken was maar zich naderhand liet vangen aan een nieuwe uitval van 17 renners. Eddy nam dan maar weerwraak op zijn manier door op overtuigende wijze de spurt te winnen van het peloton. Voor een debuut als liefhebber ver van slecht.”
Andere uitslagen : 2 mei 1971 te Haasrode, 9de plaats. 3 mei 1971 St Martens-Lierde, 2de plaats. 8 mei 1971 Wemmel, 3de plaats. 16 mei 1971 Ternat, 4de plaats. 20 mei 1971 Hennuyères, overwinnaar. 22 mei 1971 Nieuwenrode, 7de plaats. 23 mei 1971 Ternat-Damprémy , overwinnaar. 6 juni 1971 Boortmeerbeek, 4de plaats.
Noemenswaard was ook zijn deelname en prestatie in de Ronde van Vlaanderen. Er waren 115 renners aan de start gekomen die een afstand van 167 km dienden te overbruggen. Eddy zat met een gebroken pedaal geplaagd maar eindigde toch nog 15de op slechts 40 seconden van de winnaar.
HLN van 10 juni 1971 : Eddy Van Hoof behaalde zijn diploma in begeesterende Ternat-Dampremy.
“De tweede uitgave van de Vlaams-Waalse klassieke Ternat-Dampremy was de eerste gelijk. De renners spaarden zich geen ogenblik, ook wachtte hen zwaar labeur en voor de volgers was het een begeesterende wedstrijd van het begin tot het einde. De Buysschere en Bellemans gingen zij aan zij naar de eindmeet maar op het ogenblik dat de Gooikenaar het scheen te zullen halen, flitste Van Hoof als een bliksemschicht over hen. Bellemans beweerde dat hij alle kans op de zege verloor doordat zijn ketting een paar keren versprong. Laeremans meende dat er twee ronden te rijden waren en De Buysschere had dolgraag de Waalse supporters doen juichen, maar het was tenslotte Eddy Van Hoof die, na de ganse dag op het voorplan gestreden te hebben, een ruim verdiende zege in de wacht sleepte in een der mooiste wedstrijden die onze liefhebbers te betwisten krijgen. Voor Jette Sportief werd het ook een triomf, vermits ze met ruime voorsprong de cluboverwinning behaalde.”
Vervolgt.
Foto’s :
-Schelle 1971 liefhebbers. Eddy’s eerste deelname aan een liefhebberskoers, het was meteen raak.
-Van een prestatie gesproken, later zou hij ook zijn laatste liefhebberskoers winnen.
-Liefhebbers in Ternat-Dampremy : verdiende zege voor de Leestenaar.
Vervolg Eddy VAN HOOF, een wielertalent uit Leest.
1970
“Een groene kerstmis, een witte Pasen ! Onbetwistbaar was het op Paaszaterdag een snert weder : regen, sneeuw, hagel, wind, al wat een mens maar dromen kon wat door Pien voor deze hoogdag was gereserveerd. Met dat hondenweer keek men maar sip op wat gebeuren zou, zouden de renners opdagen om de jaarlijkse grote prijs “Garage Van Hoof” te Leest komen betwisten ?” Winnnaar werd Eric Van Lent maar de auteur van dit artikel wist fijntjes te vertellen dat de winnaar weliswaar een verdienstelijk renner was maar dat hij een “triumviraat” had afgesloten met Six en Van Linden.
In hetzelfde artikel was er sprake van een overwinning van Eddy te Buggenhout waar 35 renners de start hadden genomen voor een afstand van 77 km.
In Boortmeerbeek werd hij 6de op 40 deelnemers over een afstand van 80 km. Te Hekelgem eindigde Eddy 3de en te Heffen 2de. Daar waren 49 vertrekkers. “Mag er dan van geen comeback gesproken worden ?” besloot de auteur zijn artikel.
Op 5 juli 1970 won Eddy het ‘Criterium voor Juniors’ te Hombeek. Hij klopte W. Schroyens in een spurt met twee.
In Opwijk-Mazenzele werd hij tweede van 70 deelnemers en op 2 augustus 1970 werd hij 11de in het Kampioenschap van België voor juniors te Meulebeke. Er waren 123 renners aan de start gekomen. Kampioen werd Karel Sels.
Dat jaar stuitte ik op een artikel (exacte datum onbekend) waarin de reporter van het soldatenblad stipuleerde dat Eddy in 25 op 28 wedstrijden bij de vijf eersten geëindigd was. Daarvan waren 7 overwinningen. Eind 1970 verschenen Eddy’s uitslagen als cyclocrosser in De Band : 18/10/1970 : Overijse, 45 deelnemers, 1ste plaats. 25/10 : Daknam, 55 deelnemers, 3de plaats. 31/10 : St.J.Rijkev., 55 deelnemers, 5de. 7/11 : Zele, 40 deelnemers, 1ste plaats. 11/11 : Ruien, 45 deelnemers, 4de. 15/11 : Woudbrechtegen, 45 deelnemers, 4de. 29/11 : Hofstade, 67 deelnemers, 3de plaats. 5/12 : Strijpen, 30 deelnemers, 5de plaats.
Op 13 december dat jaar werd hij ook laureaat van de Ereprijs An-Hyp, die was weggelegd voor de overwinnaar van de veldrit voor juniors te Leest.
Herman De Meutter in Het Laatste Nieuws : Eddy Van Hoof te Mazenzele “De sportvrienden van Mazenzele kregen voor hun 16e uitgave 77 juniores aan de start en…regen ! Twee renners hebben hun stempel op deze wedstrijd gedrukt : Karel Rottiers en Eddy Van Hoof. Toen zij er onder hun beidjes van door gingen waren de 14 achtervolgers niet bij machte hen bij te benen. Karel Rottiers, de gewezen kampioen van België der nieuwelingen, heeft Eddy Van Hoof niet kunnen lossen maar werd er in de spurt uit het wiel gereden.”
Vervolgt.
Foto’s :
-1970 : Juniors te Hoevenen : Van Hoof kwam de Antwerpse jongeren in eigen midden verslaan schreef Het Laatste Nieuws.
-1970 - juniors te Meise : fel betwiste eindspurt. Jean Peelman drong Eddy in de dranghekkens en werd later gedeclasseerd.
-1970 – Juniors Berlare : in een spurt met twee.
- In 1970 werd Eddy te Jette opnieuw Clubkampioen.
-Dat jaar won hij ook de veldrit te Zele. Onderschrift krant : “Eddy Van Hoof uit Leest behaalde zijn tweede seizoenzege in de ‘jongerencross’ te Zele. Daarmee is de Antwerpse gouw een nieuw uitstekend veldrijder rijker.”
-Karel Rottiers, gewezen Kampioen van België van de nieuwelingen, werd door Eddy Van Hoof uit het wiel gereden te Opwijk-Mazenzele.
Vervolg Eddy VAN HOOF, een wielertalent uit Leest.
Nog 1969.
Op 15 juni 1969 was het volgens een verslag van “De Band” zeer warm, er waren 24 deelnemers maar waar er gereden werd was niet gepubliceerd. Wel dat Eddy twee ronden voor het einde lek reed en toch nog tweede werd na zijn eeuwige concurrent van die periode Eric Van Lent.
Het soldatenblad publiceerde ook de volgende uitslagen : 23/8 Hombeek 3de 6/9 te Schepdaal 4de 24/8 Hombeek 2de 7/9 Ottignies 3de 26/8 Aartselaar 2de 9/9 Melsele 7de 21/8 Jette 7de 11/9 Moerzeke3de 2/9 Gijzenzele 2de 13/9 Kapelle-op-den-Bos 1ste 21/9 Leeuwergem 6de.
Vervolgt..
Foto’s :
-Op zijn 17de won Eddy de juniorswedstrijd te Kapelle-op-den-Bos met een fietslengte voorsprong op Gust Van Laethem, Rudi Brusselmans, Johnny Rottiers en Paul Beynaerts.
-Na de koers omringd door zijn supporters.
-Het Clubkampioenschap van 1969 werd in Leest georganiseerd. Eddy werd overwinnaar bij de juniors.
Vervolg Eddy VAN HOOF, een wielertalent uit Leest.
Nog de periodiek van Milac :
“Dat onze bijdragen over de respectievelijke sportgebeurtenissen bij onze lezers inslaan, hebben we met genoegen mogen vaststellen. Wij hopen in de mate van het mogelijke aan hun verlangen te blijven voldoen. Ook onze soldaten vragen in ’t bijzonder de verrichtingen van Eddy te volgen en langs deze weg mede te delen, zodat ook zij in de vreugde kunnen delen. Hier geven we dan nog een paar koersen met de behaalde uitslag : Neerlinter, 53 km, 39 deelnemers, de 4de plaats. Grand Leez, 54 km, 52 deelnemers, de 3de plaats. Wie de gegeven uitslagen in onze twee vorige nummers heeft gelezen zal tot de vaststelling gekomen zijn, dat onze dorpsgenoot steeds bij de 10 eerste, maar merendeel bij de 5 eerste de aankomstlijn bereikte. Even aanstippen dat het schoonste resultaat werd behaald tijdens het Club-kampioenschap te Jette, waar hij eindigde als eerste met een voorsprong van 3 minuten en 15 seconden. Fantastisch ! Op het kampioenschap voor nieuwelingen te Tertre werd Eddy 23ste . Er waren 106 vertrekkers. Op zondag 14 juli won Eddy te Horrues, een koers van 55 km met 33 deelnemers. Met Pinksteren 1968 werd, voor een tweede maal op korte spanne tijd, een wielerwedstrijd te Leest georganiseerd. Ingericht door het “Vliegend Wiel” en voorbehouden aan nieuwelingen. Om 14u30 werd het vertrek gegeven voor een afstand van 55 km in 10 ronden. Eddy won met 2 lengten voorsprong. Palm en beker bleven in het dorp. Andere uitslagen : Itegem 18/5/1968, 99 vertrekkers, 55 km, 4de plaats. Wuustwezel 26/5/1968, 73 vertrekkers, 55 km, 3de plaats. In het Waalse Walhain-St-Paul kwam hij ten val.”
Op het einde van dat wielerseizoen werd de West-Vlaming Rino Vandromme “Prins der nieuwelingen 1968”. De man uit Kachtegem had 29 zegepralen achter zijn naam. Als derde eindigde de latere meervoudige wereldkampioen bij de profs Freddy Maertens en op de vijfde plaats Leestenaar Eddy Van Hoof met 15 overwinningen.
In 1969 debuteerde Eddy bij de juniors. “De Band” :
“Zaterdag 5 april l.l. had de paaskoers plaats voor juniors, waaraan 36 ingeschrevenen om 15 uur de start namen. Bij het einde van de 15de ronde kwam Verbruggen zeer afgescheiden toe, en tot ieders verbazing stelde men vast dat Van Hoof zich had losgerukt van Rottiers om als tweede over de aankomstlijn te rijden. Voor onze favoriet is het een zware dobber geweest, met griep geplaagd en verschillende koersen achter de rug…” “Van een wederopstanding mag wel gesproken worden. Wanneer we thans de exploten van onze renner Eddy Van Hoof nagaan, is zulks zeker niet overdreven. We schreven het reeds vroeger, dat er een berusting scheen te hangen, alhoewel hij sedert weken fysisch niet in orde was. Bijgevolg moest of mocht men niet meer verwachten, maar toch bleef de hoop, dat er een kentering zou intreden. Het is verheugend zijn heropstanding te mogen vaststellen, ten bewijze, zijn laatste wedstrijden : -te Berchem op 43 deelnemers 1ste. -te St-Jans Molenbeek, op 33 man 1ste. -te Leeuwergem, op 29 concurrenten 1ste. De bekomen uitslagen zijn te danken aan zijn wilskracht en ons aller sympathie weze voor hem een stimulans om vol te houden. Veel succes !“
Op 3 mei 1969 liep hij een Pro Justitia op in Burcht en op 1 oktober van dat jaar legde hij bij zijn oom veldwachter Victor Van Hoof volgende verklaring af : “Op 3 mei 1969 ben ik inderdaad gaan koersen te Burcht. Ik heb sinds begin van dit jaar een vergunning BWB als Junior. Aangezien men nieuweling mag blijven tot de ouderdom van 17 jaar en men dan Junior moet worden. Ik was er niet van op de hoogte dat men in de gemeente Burcht niet mag koersen beneden de ouderdom van 18 jaar, op een niet gesloten omloop. Ik heb daar gezien, toen we aan de vertreklijn stonden, dat de politiecommissaris bezwaren maakte tegen die koers, maar wat hij zegde heb ik niet verstaan. Maar als ik mij goed herinner werd het vertrek van die koers daar door de Burgemeester zelf gegeven. Ik heb daar twee ronden meegereden en heb dan opgegeven. Dit is de eerste maal dat ik verneem, dat men als Junior met vergunning BWB, 18 jaar oud moet zijn om te mogen koersen.”
Eddy herinnert zich anno 2016 niets van dit voorval, de verdere afloop blijft dan ook onbekend.
Vervolgt.
Foto’s : -In 1968 won Eddy afgescheiden de nieuwelingenkoers te St.Antonius Brecht.
-Na de aankomst omringd door familieleden, vrienden en supporters.
-Gemakkelijke spurtoverwinning in Berchem.
-Daar haalde hij het van 42 juniors.
-De Pro Justitia die hij opgelopen had te Burcht omdat hij nog geen 18 was.
Vervolg Eddy VAN HOOF, een wielertalent uit Leest.
Eddy had talent, de genen had hij overigens van zijn familie langs moederskant : drie van haar broers, Louis, Victor en Frans Selleslagh hadden gekoerst maar “de Panny” kon hem zo motiveren dat hij boven zichzelf uitsteeg en de ene overwinning na de andere behaalde. Die overwinningen waren overigens zeer lucratief in de club uit Jette, na elke winst wachtte een zware premie. Toen Eddy jaren later beroepsrenner was en een tijdlang zonder werkgever zat –de deal met Zoppas-Splendor was niet doorgegaan- werd hij door de zaakvoerder van Meubles Galeries du Miroir, de sponsor van zijn oude club, doorbetaald. Je moet het maar doen ! Het enige nadeel van zijn aansluiting was dat het reglement van de BWB voorschreef dat nieuwelingen enkel mochten aansluiten bij een club uit hun provincie. Eddy liet daarop zijn domicilie overbrengen naar het adres van de schoonouders van zijn oom Frans Selleslagh. Die woonden in Kapelle-op-den-Bos, provincie Brabant. Probleem opgelost. Wel publiceerden de kranten van dan af na elke overwinning : Eddy Van Hoof uit Kapelle-op-den-Bos i.p.v. Leest.
Jozef Panny was op zijn 25ste aan de slag gegaan als onderpastoor in Galmaarden, een functie die hij cumuleerde met die van godsdienstleraar aan het koninklijk lyceum van Laken en het koninklijk atheneum van Grimbergen. Nadat hij zich in Rijmenam had gevestigd werd hij zondagsonderpastoor in Bonheiden, een taak die hij zo’n 45 jaar heeft vervuld. Hij zou Eddy blijven volgen tot zijn overgang naar de beroepsrenners in 1975 : “en nu is ’t aan u Eddy…” Jef Panny overleed op 80-jarige leeftijd op 14 februari 2009 en zijn begrafenis, waarop ook Eddy en Erna aanwezig waren, vond plaats op 21 februari in de parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw te Bonheiden.
In de jeugdcategorieën begon Eddy de glansprestaties aan elkaar te rijgen en dat bleef niet onopgemerkt. “De Band” het Leestse maandblad van Milac volgde hem heel vroeg op en publiceerde regelmatig zijn prestaties. Een lyrische L.B. (Luc Beterams) in 1967 : “…Men mag wel zeggen dat er vroeger een intense sportbeoefening plaats had in onze gemeente, die steeds op een grote belangstelling mocht teren. Alles wees er echter op dat zulks tot het verleden behoorde, maar gelukkig is er terug leven in de brouwerij gekomen. Een nieuwe jonge kracht is te voorschijn gekomen bij de nieuwelingen, in onze dorpsgenoot Eddy VAN HOOF. Dat hij met wilskracht bezield is bewijst hij door de reeds behaalde uitslagen in de wielerwedstrijden waaraan hij deelnam. Interessant is het dan ook voor iedereen een kijkje te nemen in deze beginnelings-loopbaan. Hij begon op 26 februari l.l. met een aantreden voor het Clubkampioenschap te Jette, waar 10 deelnemers waren en er de tweede plaats behaald werd met beker. Sedertdien nam hij deel aan 54 wielerwedstrijden en bondig gezegd waren zijn uitslagen als volgt : 4 overwinningen, 4 maal tweede, 6 maal vierde, 2 maal vijfde, 6 maal zesde, 4 maal zevende, 4 maal achtste, enz. Zondag 17 september was de gemeente vol verwachting voor de wielerkoers voor nieuwelingen te Leest. Dertig deelnemers waren er aan de start en Eddy kwam als eerste door de finish.”
En dezelfde auteur in 1968 : “Wij hadden reeds de gelegenheid in ons blad te schrijven over de sport. Alle belangstellenden hebben de bloeitijd gekend wanneer de huidige en bekende wielrenner Wolfshol deelnam aan een wielercross te Leest en er geklopt werd door De Rey, en in zijn ontgoocheling zijn fiets in de beek wierp. Af en toe hadden er nog enkele sportgebeurtenissen plaats, maar de sleet begon door te wegen, gekende plaatselijke renners stopten er mee, en Leest was als sportmidden afgeschreven. Verheugend is het dan wel, dat sedert enkele maanden een heropstanding mocht vastgesteld worden…zoals wij reeds mochten aanstippen heeft Leest een nieuwe belofte in de nieuweling VAN HOOF Eddy. De resultaten zijn er om te onderstrepen dat het menens is. Zaterdag 14 april j.l. vertrokken 75 nieuwelingen te Leest voor een afstand van 55 km over tien ronden. Het aantal toeschouwers aan de aankomstlijn was geweldig en wanneer de laatste ronde naar ’t einde liep, klauterde men op de palen of op de afsluitingen…en bij het overschrijden van de eindmeet, ging er een overweldigend gejuich op…de verdiende eindoverwinnaar was Eddy Van Hoof, gewonnen in eigen streek en voor eigen publiek, kon het schoner, en kon het een beter bewijs zijn van zijn kunde. Proficiat aan de overwinnaar ! Doe zo voort ! In de wielerwedstrijd daags nadien te Villers gereden, behaalde hij een achtste plaats…en te Baasrode legde hij beslag op de derde plaats. Kan het beter.”
Datzelfde jaar 1968 huwde Lisette Selleslagh, de jongste zus van zijn moeder en terwijl de hele familie van Eddy aan de feestdis zat in zaal Sint Cecilia nam hij deel aan een nieuwelingenkoers in Berlaar. Door het grote deelnemersaantal werd de koers opgesplitst in twee reeksen en toen Eddy de eerste reeks gewonnen had belde zijn nonkel Vic, zijn enige begeleider die dag, naar de zaal te Leest, waarop een groot deel van de feestelingen naar Berlaar toog om er getuige te zijn van Eddy’s eindoverwinning. De zegebloemen waren natuurlijk voor de bruid. Zijn andere palmen werden door zijn supportersclub “Het Vliegend Wiel” verdeeld onder hun drie lokalen in Leest Dorp : de cafés “Den Bareel” van Frans De Laet, “Telstar” van Jean Van Dam en “Sint-Cecilia” van Pol Huybrechts. Soms zat de club met een “happy problem” , een teveel aan palmen, dan werden die opgehangen in de Renault-garage van zijn vader. De mooiste gewonnen bekers kregen een plekje thuis, de andere werden weggegooid.
Vervolgt.
Foto’s :
-De Antwerpenaar reed voor een Brabantse club.
-Op de trouwdag van zijn tante Lisette spurtte Eddy zich te Berlaar naar de overwinning.
-Nonkel Vic loert over zijn schouder tijdens zijn ereronde. De zegebloemen waren voor de bruid.
Hij reed voor Herman Van Springel, voor Eric Leman, voor Freddy Maertens… de elite van hun generatie. Hij reed zelfs een jaar voor Eddy Merckx, de beste aller tijden. Ik bezocht hem in het voorjaar van 2016 en op zijn vierenzestigste oogde hij nog altijd even scherp als toen hij nog koerste. Mijn neef Eddy Van Hoof.
Samen met ontelbare andere Leestse supporters heb ik hem tientallen koersen zien winnen in alle categorieën van de jeugd. Zowel bij de nieuwelingen als bij de juniores en de liefhebbers speelde hij een dominante rol en Eddy was één van de weinigen van zijn generatie die het tot beroepsrenner bracht. Geen geringe prestatie en zeker in een periode waarin België over de beste wielrenners ter wereld beschikte. Samen met zijn vrouwtje doorliepen we zijn memorabilia en de trein was gestart. De ene herinnering na de andere werd bovengespit en toen we enkele uren later afscheid namen was Eddy nog bijlange niet uitverteld. Wat me vooral is bijgebleven van zijn ruim 4 jaar als wielerprof is hoe tijd, plaats en omstandigheden een mensenleven kunnen beïnvloeden. Een sponsor die failliet gaat of zich terug trekt, een toevallige ontmoeting, een valpartij op een slecht moment… Eddy heeft het allemaal meegemaakt. Aan de hand van publicaties in “De Band”-de periodiek van Milac-, de Kronieken van Leest, diverse krantenknipsels en Eddy’s documentatie heb ik hierna getracht op chronologische wijze een beeld te schetsen van zijn leven en rennersloopbaan.
Eddy Van Hoof is te Mechelen geboren op 19 januari 1952 als oudste zoon van Louis en Elodie Selleslagh. Zes jaar later kreeg hij er een broertje, Rudy, bij. Zijn vader was meestergast in garage Hanswijk, de bekende Renault-garage op de Leuvensesteenweg te Mechelen tot hij te Leest in de Dorpstraat een eigen garage uit de grond stampte. Moeder was huisvrouw. Eddy genoot een zorgeloze jeugd in het rustige Leest waar hij alle kerkelijke rites de passage doorliep evenals de eerste zes studiejaren in de jongensschool. Op de schoolbanken was hij een uitblinker. Zo vond op zondag 5 juli 1964 in het gemeentehuis van Leest de prijsuitreiking plaats van de diploma’s aan de leerlingen van het zesde leerjaar die deelgenomen hadden aan de Kantonale wedstrijd te Mechelen. Eddy kwam er uit als best gerangschikte leerling van het hele kanton en ontving uit handen van de burgemeester, in aanwezigheid van het voltallig schepencollege, een gouden kroon en een woordenboek van Kramer.
Van kleinsaf was hij erg sportief. Voetballen, lopen, fietsen, hij deed het allemaal even graag en goed. Na de lagere school volgde hij les in de RMS (Rijksmiddelbare Jongensschool Mechelen). Toen die school deelnam aan een interscholencross eindigde Eddy als tweede en werd prompt benaderd door Jozef Panny, toen godsdienstleraar in de RMS. Een memorabele ontmoeting. De priester vroeg Eddy naar zijn toekomstplannen op sportief gebied en Eddy antwoordde eerlijk dat hij het wielrennen prefereerde boven de atletiek. Dat viel niet in dovemansoren. Jozef Panny was bestuurslid van de Brabantse club Jetse Sportvrienden met als sponsor “Meubles Galeries de Miroir Jette” en stelde Eddy voor om lid te worden van deze wielerclub. Eddy vroeg bedenktijd en toen hij met dat nieuws thuis kwam bleek zijn vader Jef Panny goed te kennen, laatstgenoemde was immers een vaste klant in garage Hanswijk. Tot spijt van de Dijlespurters sloot Eddy aan bij de club uit Jette en kreeg “de Panny” als begeleider en raadgever. Jozef Panny had voordien nog met Rik Van Looy gewerkt en was een vat vol ervaring en een uitmuntend psycholoog. Van dan af koos hij de koersen uit en was aanwezig op elke wedstrijd. Zijn koersinzicht en parcourskennis waren fenomenaal en hij pikte er bij voorkeur de meest lastige koersen uit.
Vervolgt.
Foto’s :
-Een “pédaleur de charme”.
-Eddy’s ouders en grootouders.
-Tijdens een processie naast jeugdvriend Walter Feremans.
Lucien August Remi Masschelein (°Moorslede,12/1/1905, +Beitem, 20/5/1940), huwde met Julia Wyffels (°6/5/1905, +4/2/2004).
“Na een angstvol en smartelijk lijden uit dit leven weggerukt,” staat te lezen op zijn doodsprentje. “Wij zijn allen vreemdelingen en reizigers op deze aarde : onze dagen gaan voorbij als eene schaduwe. Heden is de mensch en morgen is hij verdwenen.
God heeft hem beproefd in eene smartelijke ziekte gelijk het goud in het vuur : ellendige dagen en moeilijke nachten heeft hij voor erfdeel gehad…”
Augusta Adrienna Masschelein (°Moorslede, 20/5/1909, +Moorslede 2/6/1981), huiswerkster, huwde op 27 januari 1933 met Maurice Snoeck (°Assenede, 20/6/1909, +St.Pieters-Woluwe – Brussel, 19/4/1969), werkman uit Assenede. Na hun huwelijk begonnen ze een melkronde in hun geboortestreek. Toen die te zwaar werd vonden ze werk bij een welstellende familie in de Brusselse Avenue Marie-Louise.
“Na de tweede WO kocht vader Maurice Snoeck een tweedehands auto, merk ‘Ford’. Moeder Augusta probeerde hiermee naar de jaarlijkse bedevaart in Rollegem te rijden. In gezelschap van haar zus Félicie en de kinderen. Onverwachts reed ze in een gracht. Een opgeroepen landbouwer trok de wagen er met zijn 2 paarden uit. Ze had echter pech want de uitlaat brak af en zonder uitlaat en met groot lawaai reden ze huiswaarts. Weeral pech, er was juist een wielerkoers in Moorslede. Onder grote belangstelling en lawaai reden ze de gemeente binnen. Op het marktplein aangekomen verdween Félicie, ineengedoken, langs de kerk richting Dadizelestraat…Hiermee kwam een vroegtijdig einde aan de jaarlijkse bedevaart en ten huize Snoeck-Masschelein stond die dag de barometer op storm !!”
“Mama, jouw onvermoeide, begrijpelijke , wilskrachtige inzet voor anderen, zonder enige vorm van egoïsme zal in onze gedachten blijven zinderen. Jij, mama, rust nu in eeuwigheid. Leven staat voor niets, gelukkig zijn staat voor alles. Overkoepelend blijft wat jij ooit neerschreef : ‘Ik wil alleen een moeder zijn voor mijn kinderen en mijn nageslacht, niet een moeder die streng is, die op alle slakken zout strooit, maar een begrijpende moeder die het beste met haar kinderen voorheeft.’ Hierin zit alles verweven. Rust zacht in de eeuwigheid. Paul, Gerard, Jean, Guido. (Uit haar gedachtenisprentje)
De afscheidsgedachte aan Maurice Snoeck : “Waarom ? Waarom nu ? De harde realiteit van uw leven komt pas nu werkelijkheid. Als kind hebben we u als strenge vader gekend, doch onder die dikke korst vonden we telkens genegenheid. U kon niet blijven stil zitten. Werken, werken, werken, het dreunde, het flitste geheel uw lichaam door. Nooit liet u een dag voorbij gaan zonder uw werkronde onafgewerkt te laten – enkel dan wanneer de sirene loeide liet u alles in de steek..” (Maurice was sergeant bij de plaatselijke brandweer)
In totaal kregen Clement en Eulalie 13 kinderen. Zes ervan zouden zeer vroeg overlijden. Kleinzoon Paul Snoeck noteerde in 2014 voor de stamboom Masschelein-Van Biervliet 191 nakomelingen en dat in een tijdspanne van 117 jaar.
Bronnen -Archief van de gemeente Leest. -Website Kronieken van Leest. -Familiehistoriek Masschelein-Vanbiervliet (Paul Snoeck). -Diverse notities Paul Snoeck. -‘Leest Geweest’ van 1978. -Wikipedia. -Websites : gemeente Moorlede, Heemkundige Kring Moorslede, www.mil.be, http://terf.kindereninbezetgebied.be, http://veertienachttien.be , empik.com. -Literaturhaus Bremen.
Hierna volgt “Eddy Van Hoof, een wielertalent uit Leest”, een blik op het leven en carriére van de gewezen beroepsrenner.
Foto’s : -Lucien Masschelein. -Maurice en Augusta Snoeck-Masschelein. -Augusta Masschelein op latere leeftijd. -De familie Masschelein-Vanbiervliet.
Félicie Maria Masschelein (°Moorslede,26/7/1897, +Moorslede 4/2/1980) huwde met Gaston Mylle (°Moorslede 5/4/1890, Moorslede 23/3/1963).
“Jaarlijks was er een herdenkingsmis voor de overleden familieleden. Nadien was er koffie bij tante Félicie in de Dadizelestraat, achteraan in de textielwinkel. Na de koffie en een gezellig samenzijn werd afscheid genomen. Het viel mij, als kind, toch nog op dat bijna iedereen vertrok met een pak textiel, dat ze in de winkel van tante kregen of misschien kochten.”
“Als briefdrager had Gaston Mylle problemen met doodsbrieven. Die waren toen voorzien van een brede rouwband en die gaf inkt af. Na zijn dienstronde waren zijn handen zwart door de inkt ! Gelukkig was er toen goede ‘zwarte zeep’ en werden zijn handen witter dan wit !”
Martha Maria Germaine Masschelein , dienstmeid (°Moorslede,25/1/1899, +Moorslede 20/10/1969), huwde op 29 oktober 1924 met Achiel Alidor Deryckere, van beroep aardewerker (°Moorslede 31/12/1897 + Roeselare 12/6/1962).
“Wie deze vrouw kende, werd steeds getroffen door haar levenslust, haar blijheid en werkzaamheid, maar vooral door haar diep christelijk geloof. Op onvergetelijke wijze heeft ze zich ingezet voor haar medemensen, haar gezin, haar buren, haar vrouwenbeweging.
De uren die ‘Tantje’, want zo noemden en kenden we haar, aan de K.A.V tijdens haar leven schonk, zijn ontelbaar maar ook bijzonder vruchtbaar geweest. Daardoor mag deze eenvoudige vrouw terugkijken over een rijkgevuld leven, dat geëindigd is in volle overgave aan de wil van de Vader. Hoe langer haar ziekte duurde, hoe dichter zij kwam bij de Heer.” (Uit haar gedachtenisprentje)
“Voor Constant is de inzet van het nieuwe jaar onverwacht de intrede geworden in het nieuwe leven. Nauwgezet droeg hij zorg voor zijn gezin en daarom heeft hij in de laatste dagen geleden onder het ziek-zijn van zijn gezinsleden. In zijn eigen lichamelijke pijn was hij om hen bezorgd.” (Uit zijn gedachtenisprentje)
“Met onze moeder Augusta en tante Félicie maakten we regelmatig een voettocht naar Rollegem. We werden er hartelijk ontvangen door tante Germaine , die zelf gebakken koekenboterhammen opdiende. Haar altijd lachende man Constant Lezy rookte intussen aan de Leuvense kachel zijn pijpje. Met onze kozijns en nichtjes speelden we rond de hoeve terwijl onze tantes en nonkels en grootmoeder aan de koffietafel gezellig babbelden. Alvorens de terugtocht aan te vangen werd er natuurlijk nog een bezoek gebracht aan de kerk, waar er gebeden werd voor een of andere gunst van St Jan.”
“Tante Germaine zal mij altijd bijblijven. Wij woonden in Moorslede op het marktplein. Van landbouw hadden wij geen begrip. Dankzij onze tante leerden we hoe witloof op tafel terecht kwam. Later heb ik op haar aanraden schorseneren gezaaid en telkens ik deze lekkernij in mijn bord zie, denk ik aan haar terug…”
“Zo’n echte goede moeder was Germaine ! Haar hele leven was één grote gave. In stille dienstbaarheid zichzelf wegschenken, dag-in dag-uit, zonder aan zichzelf te denken, dat was haar grote vreugde.
Vijf kinderen heeft ze grootgebracht. Een mooi gezin. Zovele parels aan haar kroon. Samen met haar man heeft zij er voor gewerkt. Zij deed het graag. Ook het zwaarste werk schrikte haar niet af. Haar kinderen waren voor haar als een geschenk uit Gods hand. Ze heeft ze met liefde aanvaard, er voor gezorgd en ze weer uit handen gegeven om ze hun eigen weg te laten gaan. Toen kwamen de kleinkinderen die zij ook zo dolgaarne zag..” (Uit het gedachtenisprentje van Germaine Masschelein)
Vervolgt.
Foto’s : -Gaston en Félicie Mylle-Masschelein. -Félicie Masschelein op oudere leeftijd. -Achiel en Martha Deryckere-Masschelein. -Martha Masschelein later in de tijd. -Constant en Germaine Lezy-Masschelein. -Germaine op oudere leeftijd.
Moorsleedse vluchtelingen te Leest tijdens de Eerste Wereldoorlog.
Vervolg Moorsleedse vluchtelingen te Leest.
DE VOORNAAMSTE PROTAGONISTEN
Clement Masschelein (°Moorslede 18/3/1859) van beroep zwingelaar huwde op 20 april 1894 met Eulalie Adronie Vanbiervliet. Hij overleed op 31 december 1919. Hij werd 60.
“Hij was een goede christen die godsdienst en Kerk met hert en ziel aangekleefd was, een getrouwen echtgenoot, een uitmuntende vader, altijd bekommerd met de zaken van zijn huisgezin en het welzijn zijner kinderen.” (Uit zijn gedachtenisprentje)
Eulalie Adronie Vanbiervliet (°Rumbeke 24/1/1871) zou hem 33 jaar overleven, ze stierf te Moorslede op 18 augustus 1942.
“Haar grootste troost was naar de kerk te gaan en er de H. Sacramenten te ontvangen. Haar verduldigheid in de beproeving mag ons tot voorbeeld strekken, des te meer dat het ware christelijke verduldigheid was, steunend op geloof, hoop en liefde : bij haar was de priester uiterst welkom omdat hij de gezant was van God, door wie de genade haar geschonken werd. Zoo is zij uit het leven gegaan, aan allen nalatende een voorbeeld van vroom geloof, ongeveinsde deugd en taaie werkzaamheid.” (Uit haar gedachtenisprentje)
Valerie Silvia Christina Masschelein (°Moorslede 5/2/1895), de oudste dochter van Clement en Eulalie, die vanuit Leest een brief stuurde naar haar oom en tante, trad op 15 oktober 1920 als zuster ‘Clementine’ (naar de naam van haar vader) in bij de gemeenschap ‘Ten Bunderen’ te Ardooie. Ze was 25. Na haar opleiding vertrok ze 6 jaar later met 4 collega- zusters als ‘eerste zusters Pioniers’ van haar orde richting Basankusu, in het toenmalige Belgisch Kongo. Op 16 oktober 1926 scheepten ze in te Antwerpen op de ‘Anversville’ om drie maanden later hun bestemming te bereiken.
In Basankusu stichtten ze een school met internaat en een kinderkribbe en de zusters bedienden er een staatshospitaal met leprozen. Later, in 1937, werd een tweede missiepost opgericht in Mampoko en in 1940 een derde missiepost in Kondoro en in 1944 een vierde site in Wara. In 1964 keerde ze, noodgedwongen, terug naar België. Valerie Masschelein, zuster Clementine, overleed op 26 juni 1977 te Moorslede.
Hector Masschelein (°Moorslede, wijk Koekuit 30 april 1896), de tweede oudste uit het gezin van Clement en Eulalie, was 18 toen WO I uitbrak. In 1915 was hij richting Frankrijk gevlucht waar hij op 24 maart te Calais vrijwilliger werd bij het leger en als soldaat 2de klas ingedeeld werd bij de 1ste Legerdivisie, 3de Linieregiment. Op 11 februari 1916 werd hij, voor een drietal maanden, opgenomen in het hospitaal te Veurne. Hij hield er een lichte invaliditeit aan over. Daarna werd hij ingedeeld bij de hulptroepen van de genie. Op 3 juli 1917 werd Hector Masschelein overgeplaatst naar het ‘Depot d’intendance’ te Wulpen en op 17 september dat jaar, gedurende de slag om Passendale, moest hij naar Forthem. Daar zou hij blijven tot februari 1919. Hector was 22 jaar toen de oorlog ten einde liep. Een jaar later zou zijn vader overlijden.
In 1922 huwde Hector met Augusta Vansteenkiste, hij was 26 en toen sloeg de werkloosheid toe. Veel Vlamingen emigreerden naar Frankrijk of naar de U.S.A. op zoek naar een betere toekomst. Wie thuis bleef, zocht een oplossing als grensarbeider. In Moorslede waren er twee busondernemingen die dagelijks de mensen naar o.a. de textielfabrieken rond Tourcoing (Fr) brachten. Samen met een drietal familieleden trok Hector naar Frankrijk waar ze het ‘seizoen’ deden, ten zuiden van Parijs. Ze werkten er telkens 2x2 maanden, in het voorjaar mei-juni, in het najaar september-oktober, voor het rooien van de bieten. Hiermee hadden ze een behoorlijk inkomen. Voor de achterblijvende families was het dan telkens ‘poeffen’ tot de echtgenoot-kostwinner terug thuis was.
Hector had 35 maanden front in gevechtspositie overleefd, uiteindelijk zou de oorlog hem het leven kosten : het drama deed zich voor bij de terugtrekking van de Duitse troepen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het was september 1944 en Hector woonde toen in Rumbeke. Ontelbare Duitsers passeerden het dorp en orde was ver te zoeken. Hector stond in de deuropening en toen hij zijn pijp wilde aanmaken, gaf hij geen gevolg aan een roepende, panikerende soldaat. Mogelijk had hij het niet gehoord, hij was hardhorig, gevolg van WO I. De Duitser meende een revolver te zien in de pijp en dacht dat er op hem zou geschoten worden. Hij loste een schot dat Hector dodelijk trof. Alhoewel hij nog in allerijl naar de kliniek in Izegem werd vervoerd, overleed hij er bij aankomst, 48 jaar jong. Hij liet geen kinderen na.
Vervolgt.
Foto’s : -Bovenaan van l. naar r. : Alidor, Gaston, Hector, Lucien en Augusta. Midden : Félicie, baby Gerard Mylle, moeder Eulalie, Valerie (zuster Clementine), Germaine, Martha met Gerard op schoot. Onderaan : Martha en Maria Mylle. -Clement Masschelein. -Zijn echtgenote Eulalie Vanbiervliet. -Valerie Masschelein (Zuster Clementine) in 1921. -Valerie in 1972. -Hector Masschelein.