Antonius van Padua predikt voor de vissen
Inhoud blog
  • Résumé
  • "Guru-talk 2"
  • "Guru-talk"
  • Waar slaat dit op?!
  • De wonderlijke reis
    Zoeken in blog

    Over mijzelf
    Ik ben KARL
    Ik ben een man en woon in De Vlaamse Ardennen () en mijn beroep is Gepensioneerd .
    Ik ben geboren op 01/01/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: Muziek, lezen, wandelen.
    De foto is van Karl Kraus (1874-1936), Oostenrijks ironicus, die ik zeer geestig vind. Ik verbaas me oprecht over mijn bestaan en lees alles wat ik begrijpen kan over Wetenschap, Religie, Filosofie en Psychologie.
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    21-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kunnen we 'zien' met onze huid? deel 2
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Paul Bach-y-Rita is verder aan zijn project blijven werken tot aan zijn dood in 2006. Eerst zaten de proefpersonen in een stoel waarbij ze hun rug aandrukten tegen de matrix met vibrators. Later, met het uitvinden van de chip, was men in staat de matrix los te maken van de stoel en kon hij vastgemaakt worden op de buik of op de dij, zodat de proefpersonen vrij konden bewegen.
    Voor zo ver ik heb kunnen nagaan is er nog geen bruikbaar model, zodat mensen er de straat mee op kunnen, maar dat komt waarschijnlijk wel.
    Alva Noé, die het project met aandacht gevolgd heeft en het ook beschrijft in zijn boek "Out of our Heads", vermeldt het verbluffende feit dat sommige proefpersonen konden pingpongen!

    Voor Noé draagt dit onderzoek bij tot het belangrijke inzicht dat de bewustzijnstoestanden die we ervaren los kunnen komen van de hersengebieden die traditioneel verbonden geacht worden met deze ervaringen.
    Hij beschrijft dit in een paragraaf getiteld: "Neurale plasticiteit en bewustzijn" waarbij hij een experiment rond die plasticiteit, met jonge fretten, beschrijft:

    [...]
    Wat is het, aangaande het karakter van de hersenactiviteit, dat ons toelaat visuele ervaringen te hebben als tegengesteld aan ervaringen van een andere soort (bijvoorbeeld ervaringen van het gehoor of de reuk) of zelfs het hebben van helemaal geen ervaringen. Dit is een vraag over bewustzijn, over het onderscheiden kwalitatieve karakter van onze ervaringen. Specifiek is het een vraag over de neurale basis van het kwalitatieve karakter van onze bewuste episodes. Wat is het, aangaande het 'neurale vuurwerk', dat er voor zorgt dat de resulterende ervaring één specifiek soort karakter van aanvoelen heeft, eerder dan een ander?
    Wetenschappers zijn niet in in staat deze vraag te beantwoorden. Zij zijn tot nu toe niet in staat de kloof te overbruggen tussen neurale toestanden aan de ene kant en bewuste ervaring aan de andere. Dit wordt soms de 'verklarings-kloof' genoemd. Vanuit mijn perspectief is dit niet verbazend. De reden waarom wij de kwaliteit van de ervaring niet in termen van de intrinsieke aard van de activiteit van het brein kunnen verklaren is, dat er in feite niets intrinsiek, als onderscheiden visueel, is aangaande de actie van het brein.
    Laat mij dit uitleggen. Laat ons een groep verrassende en hoogst instructieve studies met fretten bekijken, die gedaan werden door Mriganka Sur en zijn collega's aan het MIT (Massachusetts Institute of Technology). Sur en zijn team voerden een operatie uit op pasgeboren fretten, waarbij ze effectief een verbinding maakten van de ogen met die delen van het brein die normaal dienen voor het gehoor. Wat ze in feite deden was een wijziging aanbrengen bij iedere fret, zodat de cellen in de ogen, die normaal een connectie ontwikkelen met de visuele gebieden van het brein (de visuele thalamus, de visuele cortex), in plaats daarvan in de gebieden van het brein groeiden die normaal bestemd zijn voor het gehoor. Omdat fretten geboren worden in een neurologische zeer onrijpe staat, zijn ze ideaal voor dit soort interventie.
    Je zou kunnen gedacht hebben dat deze herverbinding bij de fretten er voor zou zorgen dat ze 'horen' met hun ogen. Tenslotte werden de ogen verbonden met de delen van het brein die dienen om te zien. In plaats daarvan liet het hen toe te zien met hun auditieve breindelen.
    Dit is een merkwaardige ontdekking. Het toont aan dat de link tussen breingebieden en de bewuste ervaring (bvb. de link tussen gehoorscortex en de ervaring van het horen en tussen de visuele cortex en de ervaring van het zien) plooibaar is.[...]
    (Alva Noé: "Out of our Heads" ~ vertaling KK)

    21-07-2012, 00:00 Geschreven door Karlkraus
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    18-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kunnen we 'zien' met onze huid?
    Klik op de afbeelding om de link te volgen


    Ons brein blijkt 'plastisch' te zijn. Dat wil zeggen dat onze hersencellen eigenlijk multifunctioneel zijn. Na herseninfarcten (beroerte) of hersenbloedingen treedt soms een spectaculair herstel op, ook al zijn gedeelten van de hersenschors, die verantwoordelijk geacht worden voor een bepaalde functie, afgestorven.
    Reeds eind jaren zestig van vorige eeuw, heeft de flamboyante Amerikaanse neuro-wetenschapper Paul Bach-y-Rita (zijn vader was Mexicaan, vandaar de, in mijn oren, grappig klinkende achternaam) dit overtuigend gedemonstreerd. Hij ontwierp een toestel waarmee hij blinden weer liet 'zien'.
    Cambridge psycholoog Nicholas Humphrey heeft dit zeer 'plastisch' (sic) beschreven in zijn boek: "A History of the Mind".

    [...]Gegeven het feit dat de menselijke retina zijn bestaan in de evolutie begon als deel van de huid, zou men kunnen zeggen dat we allemaal al 'huid-zicht' hadden (en op dezelfde wijze 'huid-tast', 'huid-reuk' en 'huid-gehoor.) Hier boven (in de tekst ~ KK) benadrukte ik de metafoor voor het reageren van menselijke wezens en andere dieren op de 'aanraking van het licht'. En toch is er duidelijk 'huid' én 'huid': huid die getransformeerd werd in een licht-gevoelige retina, en onze goeie ouwe huid (ons vel). Het gezond verstand zou suggereren dat iemand nooit zou kunnen zien met de huid van zijn rug. Er zijn twee duidelijke problemen: ten eerste dat de huid van de menselijke rug geen lichtreceptoren heeft, en ten tweede dat, als iemand wel lichtreceptoren had, het hem nog steeds zou ontbreken aan een beeldvormend mechanisme - met als gevolg, dat, alles wat hij zou kunnen detecteren, het niveau van lichtsterkte zou zijn. Laten we desalniettemin veronderstellen dat beide problemen omzeild kunnen worden. Veronderstel dat er een artificiële lens werd gebruikt om het licht in een beeld om te vormen en dat dan dat beeld werd veranderd in een vorm van stimulatie waarvoor de huid gevoelig is: zoals vibratie. Is het dan niet mogelijk dat de informatie, die de huid bereikt, behoorlijk adequaat zou kunnen zijn om - met behulp van uitgebreide oefening - een basis te vormen voor het herkennen van wat dat licht voor betekenis had in de externe wereld? En dat dit daarenboven even goed zou werken voor blinde mensen als voor hen die normaal kunnen zien?
    Eind jaren zestig van vorige eeuw, deden Paul Bach-y-Rita en zijn collega's aan het Smith Kettlewell instituut enige proefnemingen met een 'sensorisch substitutie apparaat' dat gebaseerd was op bovenstaande redenering. Wat ze deden was:  op het hoofd van een blinde proefpersoon een kleine TV camera vastmaken. Het elektronisch beeld hiervan werd, in plaats van naar een TV scherm, naar een matrix van vibrators gezonden, die contact maakten met de huid van de rug. Er waren 400 vibrators in een 20x20 matrix, die een stuk huid met een oppervlakte van 25 cm² bedekten. Zo representeerde elk gestimuleerd punt op de huid een klein gebiedje van het beeld gecapteerd door de camera, vergelijkbaar met de manier waarop een krantenfoto een scene voorstelt met een collectie puntjes. De proefpersoon kon de camera richten door zijn hoofd te bewegen, een beetje alsof hij zijn ogen zou bewegen.
    De resultaten overtroffen alle verwachtingen. Na enkele uren getraind te hebben, leerden blinde proefpersonen een reeks gewone voorwerpen herkennen, zoals een telefoon, een kopje en een speelgoedpaardje. Zij ontwikkelden zeer snel het vermogen om accuraat voorwerpen in de ruimte aan te wijzen en hun afstand te schatten plus hun absolute afmeting (los van de afstand). Na ongeveer dertig uur oefenen konden ze complexe patronen onderscheiden en sommige proefpersonen leerden zelfs de gezichten onderscheiden van leden van de staf van het laboratorium. Bach-y-Rita citeert een ervaren proefpersoon terwijl deze de visuele scene met de camera exploreert: "Dat is Betty; ze draagt haar haar los vandaag en heeft haar bril niet op; ze doet haar mond open en ze beweegt haar rechterhand van haar linkerzijde naar de achterkant van haar hoofd."
    Het meest opmerkelijke van dit alles was misschien wel het bewijs voor ruimtelijke perceptie. Door gebruik te maken van de informatie van perspectief en parallax (de schijnbare verplaatsing van een voorwerp t.o.v.de achtergrond t.g.v.een verplaatsing van de waarnemer), kwamen de blinde proefpersonen er toe externe objecten waar te nemen als zijnde gelokaliseerd in een stabiele driedimensionale wereld. Ze lokaliseerden de objecten niet alsof ze tegen hun huid aanlagen - net zomin als wij, met een normaal zicht, voorwerpen lokaliseren alsof ze tegen onze retina aanliggen - maar namen ze onmiddellijk waar als zich, daarbuiten in de ruimte, bevindend. Bach-y-Rita heeft er geen probleem mee om te zeggen dat zijn blinde proefpersonen visuele perceptie verworven hebben: "Als een proefpersoon, zonder functionerende ogen, gedetailleerde informatie in de ruimte kan waarnemen en die subjectief correct kan lokaliseren en er kan op reageren op een manier, vergelijkbaar met de reacties van een normaal ziend persoon, dan voel ik mij gerechtvaardigd om de term "zicht" te gebruiken."
    (Nicholas Humphrey: "A History of the Mind" ~ vertaling KK)
    Wordt vervolgd....

    18-07-2012, 00:00 Geschreven door Karlkraus
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
    17-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe is het om blind en doof te zijn?
    Klik op de afbeelding om de link te volgen
    "God is het licht van mijn ogen" staat in vele religieuze geschriften te lezen.
    Wij leven in een wereld van "licht en geluid" - dat zijn tenminste de twee zintuiglijke ervaringen die ons het sterkst stimuleren. Wat zou het wetenschappelijk onderzoek inhouden zonder de visuele ervaring? En dan zitten we al ver in de menselijke evolutie. Begin maar met te vragen: Wat zou het niveau zijn van omgaan met de wereld om ons heen, zonder zien en horen? Toch overkomt dit menselijke wezens.
    Het beroemdste voorbeeld dat de media haalde, eind negentiende tot voorbij de eerste helft van de twintigste eeuw, was een vrouw: Helen Keller (1880-1968). Een moedige, intelligente vrouw. Toen ze negentien maand oud was, werd zij getroffen door een agressieve meningitis die zij overleefde, maar die haar volkomen blind en doof achter liet. Omdat haar ouders welgesteld waren konden ze haar thuis verzorgen en lieten een persoonlijke gouvernante overkomen van het blinden-instituut: Anne Sullivan. Deze vrouw bleek een opvoedkundig genie te zijn en slaagde er in Helen - die, dat is gebleken, uiterst intelligent was - uit haar isolatie te halen. En dat dank zij het uitvinden van een taal! Een 'voel-taal' of een 'tast-taal'.
    De Hongaars-Amerikaanse psychiater Thomas Szasz geeft hiervan een beschrijving in zijn boek: "The Meaning of Mind: language, morality and neuroscience":

    [...]Vele studenten van de geest (mind) geloven dat deze zich ontwikkelt 'in tandem' met taal. Deze visie, waarmee ik het eens ben, wordt dikwijls geïllustreerd en ondersteund door het verhaal van Helen Keller.
    Helen Keller was een gezonde baby. Wanneer ze negentien maanden oud was, kreeg ze meningitis wat haar blind en doof maakte, en als gevolg daarvan ook stom. Ze werd al vlug een impulsief, oncontroleerbaar en schijnbaar achterlijk kind. Enkel door de combinatie van twee fortuinlijke omstandigheden werd zij gered van een miserabel bestaan in een of ander instituut. De ene was dat haar ouders haar uitzonderlijk toegewijd waren, en daarenboven zeer intelligent en welgesteld; de andere was, dat zij in de persoon van Anne Sullivan, een uitzonderlijk intelligent en teder iemand vonden, om van hun zwaar gehandicapte dochter te houden, er voor te zorgen en haar te onderwijzen. Toen Sullivan zich bij het gezin Keller voegde, was Helen een zesenhalf jaar oud "wild creatuur". Dank zij Sullivan, groeide zij op tot een bekwaam en onafhankelijk persoon.
    Omdat zij doof was leerde Helen niet spreken - dat wil zeggen: een taal leren - op de gebruikelijke leeftijd, op de gebruikelijke manier. In de plaats daarvan, leerde zij veel later een taal, toen Anne Sullivan begon te "schrijven" in de palm van haar hand en haar leerde om te tekens die zij maakte te verbinden met bekende objecten, zoals water dat uit een kraan vloeide. In haar autobiografie, herinnerde Helen zich deze ervaring:

    "Terwijl de koele stroom over één hand gutste, spelde zij in de andere hand het woord 'water', eerst traag, dan snel. Ik stond stil, met mijn hele aandacht gefixeerd op de beweging van haar vingers. Plotseling voelde ik een mistig bewustzijn als van iets vergeten - een opwinding van een terugkerende gedachte; en, op een of andere manier, werd mij het mysterie van de taal onthuld. Ik wist toen dat 'w-a-t-e-r' het wonderlijke koele iets was dat over mijn hand vloeide. Dat levende woord deed mijn ziel ontwaken, gaf haar licht, vreugde, en maakte haar vrij."

    In de loop van weken, werd Helen, als miraculeus, getransformeerd, van een schijnbaar achterlijk doof-stom, naar een nieuwsgierig intelligent kind. Ze leerde niet alleen communiceren door middel van tekens maar uiteindelijk zelfs met het gesproken woord! Haar spreken bleef imperfect maar verstaanbaar.
    Er moet hier opgemerkt worden dat, net zoals de spreek-organen van een persoon, die kan horen, de tong, de larynx en de longen zijn, de spreek-organen, van een dove mens, de vingers, handen en ogen zijn. Wanneer een dove persoon denkt, beweegt hij/zij zijn/haar vingers. Drie maanden na aankomst bij de Kellers, meldde Sullivan aan Michael Anagnos, directeur van het Perkins blinden-instituut van Boston, waar zij was opgeleid:

    "De dokter zegt dat haar geest té actief is; maar hoe kunnen we haar tegenhouden om te denken? Ze begint te spellen vanaf het moment dat ze 's morgens wakker wordt en gaat daar de hele dag mee door. Als ik weiger met haar te praten, spelt ze in haar eigen hand en voert duidelijk de meest levendige conversatie met zichzelf."

    Tien dagen later vervolgt Sullivan:

    "We moeten nogal wat bemoeienissen verdragen van mensen die de verantwoordelijkheid voor de wereld op zich nemen als God die verwaarloost. Ze vertellen ons dat Helen "overdrijft", dat haar geest te actief is (en dat zijn dezelfde mensen die een paar maand geleden dachten dat ze helemaal geen geest had!) en suggereren vele absurde en onmogelijke remedies. Maar tot nu toe heeft niemand er aan gedacht haar chloroform toe te dienen, wat, denk ik, de enige effectieve manier zou zijn om het natuurlijk gebruik van haar faculteiten stop te zetten."

    John Albert Macy, de editeur van Keller's biografie, benadrukt dat Helen tegen zichzelf praatte door middel van haar 'spraak-organen': haar handen: "Juffrouw Keller spreekt verstrooid tegen zichzelf in het manuele alfabet. Wanneer ze heen en weer in de gang wandelt of langsheen de veranda, wapperen haar handen langs haar zoals een wirwar van vogelvleugels."
    Vermits iemand niet zo gemakkelijk de bewegingen van zijn handen kan verbergen als de beweging van zijn tong, is het betwistbaar of Helen "luid" of "in stilte" met zichzelf sprak.[...]
    (Thomas Szasz: "The Meaning of Mind: language, morality, and neuroscience" ~ vertaling KK)

    Helen Keller werd een schrijfster, politiek activiste en gaf lezingen. Ze ontving vele onderscheidingen en eretekens voor en na haar dood. Haar biografie: "Mijn levensgeschiedenis" is nog altijd te krijgen en is een van de ontroerendste menselijke documenten die ik ooit gelezen heb.

    17-07-2012, 10:30 Geschreven door Karlkraus
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    16-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bewustzijn... buiten ons hoofd?
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Ik heb nu al een paar keer een uitleg gepost over hoe scans werken en of de wetenschap echt kan bepalen of iemand nog zelf-bewustzijn heeft.
    Die uitleg kwam van Berkeley filosofie-professor Alva Noé.
    Hij heeft een controversieel boek geschreven over waar wij bewustzijn moeten zoeken: "Out of our heads: why you are not your brain, and other lessons from the biology of consciousness". Verschenen in 2009 en, voor zover ik kan nagaan, nog altijd niet vertaald.
    Door de boeken van Victor Lamme: "De vrije wil bestaat niet", en Dick Swaab: "Wij zijn ons brein", wordt de fysicalistische  en de materialistisch deterministische visie op bewustzijn sterkt gepromoot.
    Alva Noé gaat hier tegen in.
    Ik leerde hem kennen door het lezen van het boek van de zeer sympathieke Nederlandse geriater, Bert Keizer: "Onverklaarbaar bewoond." Daarin geeft Keizer een mooie samenvatting van Noé's visie. Dit inspireerde mij om Noé's boek te kopen en te lezen.
    Dit is wat Bert Keizer erover zegt:

    [...]De fraaiste aanval op het bewustzijn die ik ken komt van Alva Noé, een Amerikaanse neurofilosoof. Hij deelt rake klappen uit in zijn boek Out of Our Heads. Why You Are Not Your Brain and Other Lessons from the Biology of Consciousness. Volgens Noé zoeken we op de verkeerde plek naar bewustzijn. Het zit niet in de hersenen maar in de situatie.
    Bewustzijn is vergelijkbaar met de al eerdergenoemde stemming in een feestje. Ook daarvan kun je niet zeggen dat die zich bevindt in de wijn, of de tafelkleden, of de verlichting, of de muziek, of in de afwezigheid van Henk, of in het toch nog komen opdagen van Ria. Je kunt een feest niet uiteen nemen om te stuiten op een attribuut dat je doet zeggen: en dáár zit de stemming in, of komt de stemming uit.
    En zo is het met bewustzijn, dat je niet kunt opjagen tot in een of andere neurologische structuur. Dat idee is een misverstand. Daarom kunnen we het ook niet vinden in de hersenen.
    Het idee dat bewustzijn in de hersenen zit hoort bij een beeld van hersenwerking dat onhoudbaar blijkt zodra je het goed probeert uit te duiden. We doen een poging en nemen 'zien' als voorbeeld.
    Door de lens van het oog valt een beeld op het netvlies, de achterwand van het oog. Dit beeld wordt in het netvlies omgezet in impulsjes die via de optische zenuw verder het brein in reizen naar de optische schors. Daar worden die impulsjes via een onbekende procedure omgezet in visuele indruk zodat 'zien' ontstaat. In dit beeld brandt ergens binnen in de hersenen een lampje 'bewustzijn' bij het licht waarvan de vervaardigde indruk van de buitenwereld wordt bekeken.
    Maar dat is onjuist, want in de hersenactiviteit vervaardigen we helemaal geen indrukken van de buitenwereld.
    Noé citeert Wittgensteins simpele vraag: 'Waar zie je de blauwe lucht?". Ooit iemand ontmoet die als antwoord op een nog niet helemaal nauwkeurig omschreven gebiedje ergens in zijn hoofd wijst? Nee, iedereen zegt omhoog wijzend: "Ik zie de lucht daar! Boven me! Kijk dan!" Maar wacht even. Vervaardigen we geen indrukken van de buitenwereld? Nee.
    Wat je ziet aan hersenactiviteit op een scan als de hersenbewoner een auto ziet is geen indruk van een auto. Daarom is het bekijken van een hersenscan ook geen kwestie van samen met de hersenbewoner 'meekijken' naar buiten. (We laten hierbij de neurale grofheid van de scan even terzijde. De gebiedjes die een scan afbeeldt beslaan zo'n 2 à 3 kubieke millimeter en daarin zitten honderdduizenden neuronen).
    Maar is er dan geen verband tussen hersenactiviteit en de wereld? Zo'n auto leidt toch tot impulsjes in de hersenen? Zeker, maar als je wilt weten wat de hersenbewoner daarbij denkt, voelt, vreest of gaat doen, dan word je niet wijzer van de impulsjes. Je zult het hem moeten vragen. En het antwoord zal misschien zijn: "Ik haat Toyota's." En misschien is er geen antwoord nodig als je ziet dat hij behendig wegspringt alvorens de auto hem kan raken. En vergelijk dat wegspringen eens met de reactie op een naderende auto van een op de weg liggende bal. Die doet niks.
    Nu zie je wat bewustzijn is. En tevens wat je er voor nodig hebt: hersenen, een lichaam en een wereld. En als die drie omgang hebben met elkaar dan gebeurt het.
    Die vergelijking met een bal is niet toevallig. In Noé's visie is bewustzijn gelijk aan leven. Bewustzijn is de manier waarop levende wezens, van bacterie tot mens, erin slagen tot een uitwisseling te komen met de wereld. Als u 'uitwisseling' te vaag vindt, laten we dan een voorbeeld noemen. 'Zien' maakt het onder andere mogelijk om hard te rennen om iets te pakken te krijgen of om aan iets te ontkomen. Daarom doen bomen er niet aan. Het zou een boom niet helpen om een naderende auto te zien aankomen. Hij kan toch niet opzij springen. 'Zien' is dus geen gebeurtenis in de optische schors. Het is een manier waarop een bewegend lichaam van bepaalde afmetingen op succesvolle wijze in de wereld kan zijn. Waarbij 'succes' onder meer betekent dat je nergens tegenaan loopt.[...] 
    (Bert Keizer: "Onverklaarbaar bewoond")

    Laten we eens kijken hoe Alva Noé het zelf verwoord. Onder andere zo:

    [...]Bewustzijn is niet iets dat binnen ons gebeurt: het is iets wat we doen, actief, in onze dynamische interactie met de wereld rond ons. Het brein - dat bijzonder lichamelijk orgaan - is zeker doorslaggevend om te begrijpen hoe wij werken. Ik zou dat niet wensen te ontkennen. Maar als wij willen begrijpen hoe het brein bijdraagt tot bewustzijn, moeten wij kijken naar de 'job' die het brein doet in relatie met het grotere niet-brein lichaam en met de omgeving waarin wij onszelf bevinden. Ik dring erop aan dat de beste wetenschap en filosofie er ons zou toe leiden een lichaam- en wereld-betrokken concept van onszelf te ondersteunen.[...]

    Hij is ook hard voor zijn collega's die oogluikend de hype in de media toelaten die ons de indruk geeft dat de hersen-wetenschap het probleem van hoe het bewustzijn door het brein 'gegenereerd' wordt nu wel opgelost heeft, terwijl dat helemaal niet zo is:

    [...]We leven in een tijd van groeiende opwinding aangaande het brein. Alleen de preoccupatie met het vinden van een gen voor alles rivaliseert met het hedendaagse wijdverspreide optimisme wat betreft alles waar de neurowetenschap zich mee bezighoudt. Perceptie, geheugen, onze voor- en afkeuren, intelligentie, moraliteit, enz. - het brein wordt verondersteld het orgaan te zijn dat verantwoordelijk is voor dit alles. Het wordt wereldwijd geloofd dat zelfs bewustzijn - die Heilige Graal van de wetenschap en de filosofie - binnenkort een neurologische verklaring zal krijgen.
    Op het terrein van dure en flitsende brein-verbeeldende technologieën (zoals functionele magnetische resonantie imaginatie:fMRI, en positron emissie tomografie: PET), gaat er bijna geen dag voorbij, zonder dat er in de wetenschappelijke pagina's van onze vooraanstaande kranten en tijdschriften reportages worden gepubliceerd van belangrijke doorbraken en nieuwe ontdekkingen.
    Na tientallen jaren gezamenlijke inspanning van de kant van neurowetenschappers, psychologen en filosofen, is er maar één propositie over hoe ons brein ons bewust maakt - hoe het sensatie, gevoel, subjectiviteit veroorzaakt - onweerlegbaar overeind gebleven: we hebben er geen flauw benul van!
    Zelfs enthousiastelingen van de nieuwe neurowetenschap van het bewustzijn geven toe dat momenteel niemand een plausibele verklaring heeft voor hoe ervaring - bvb. het gevoel van roodheid in rood! - voortkomt uit de actie van het brein. Ondanks al de technologie en het experimenteren met dieren, staan we heden ten dage niet dichter bij het begrijpen van de neurale basis van ervaring dan honderd jaar geleden.
    Momenteel hebben we zelfs geen achterkant-van-de-enveloppe-theorie over hoe het gedrag van de individuele hersencellen bijdraagt tot bewustzijn. (noot: back-of-the-envelope is een Engelse uitdrukking die betekent: "Iets beter dan een gissing" KK.)
    Dit op zichzelf is geen schandaal. Het is een schandaal dat we toelaten dat de hype rond hersenwetenschap het feit verdonkeremaant dat we in de duisternis tasten!
    Er wordt soms gezegd dat de neurowetenschap van bewustzijn in zijn kinderschoenen staat. Maar dat is niet helemaal juist omdat het suggereert dat de vooruitgang voor zichzelf zal zorgen: het is gewoon een kwestie van tijd en het normale proces van rijping.
    Een beter beeld zou kunnen zijn: dat van onervaren reizigers die de weg kwijt zijn, zonder enig klaar idee waar ze zijn. Ze zijn verloren gelopen en weten het zelfs niet. Ik schrijf dit boek om ons te helpen uit te vinden waar we zijn en om de weg voorwaarts te tonen.
    Op een bepaalde manier is ons probleem dat we naar bewustzijn gezocht hebben waar het niet is![...]
    (Alva Noé: "Out of our heads" vertalingen van de twee fragmenten KK)

    16-07-2012, 00:00 Geschreven door Karlkraus
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (4 Stemmen)
    Archief per week
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!