Foto

Wij steunen
Spinoza in Vlaanderen

 

Veerle Afschrift
Amsterdamse Spinoza Kring

Jos Backx

Gerbert Bakx
Tinneke Beeckman

Mark Behets

Jonathan Bennett

Ingried de Beul

Etienne Bielen

Hubert Bierbooms
Rudmer Bijlsma
Johan Braeckman
Patrick Bruggeman
Kees Bruijnes
Wiep van Bunge
Manja Burgers
Arnold Burms

Filip Buyse
Paul Claes

Anton Claessens

Maria Cornelis †

Jean-Luc Cottyn

Leni Creuwels
Antonio Crivotti
Luc Daenekindt
Jean-Pierre Daenen
Andreas De Block

Robert De Bock

Firmin DeBrabander

Georges De Corte
Daniël De Decker
Herman De Dijn
Paul De Keulenaer
Koen De Maeseneir
Johan Depoortere

Deepak De Ridder
Lut De Rudder

Bert De Smet

Patrick De Vlieger
Luc Devoldere

Johan De Vos

Marcel De Vriendt

Peter de Wit
Hugo D'hertefelt
Karel D’huyvetters

Giuliana Di Biase

Hubert Eerdekens

Bas van Egmond

Willem Elias

Jean Engelen

Guido Eyckmans
Kristien Gerber

Herman Groenewegen

Bart Haers

Yvon Hajunga

Bert Hamminga
Cis van Heertum

Nico van Hengstum 
Bob Hoekstra
François Houtmeyers

Jonathan Israel
Susan James

Aryeh Janssens

Frank Janssens

Frans Jespers
Paul Juffermans
Jan Kapteijn

Julie Klein

Wim Klever

Jan Knol

Rikus Koops

Alan Charles Kors
Leon Kuunders

Theo Laaper

Mogens Laerke

Patrick Lateur

Sonja Lavaert
Willem Lemmens
Freddy Lioen

Patrick Loobuyck

Benny Madalijns

Gino Maes

Syliane Malinowski-Charles

Frank Mertens
Steven Nadler

Ed Nagtegaal

Jan Neelen

Fred Neerhoff

Dirk Opstaele

Gianni Paganini

Rik Pelckmans

Herman Philipse
Jacques Quekel

Ton Reerink

Jean-Pierre Rondas
Michael Rosenthal
Rudi Rotthier
Andrea Sangiacomo
Sjoerd A. Schippers
Eric Schliesser
Max Schneider
Winfried Schröder
Willy Schuermans
Herman Schurmans

Herman Seymus
Hasana Sharp
Anton Stellamans
JD Taylor

Herman Terhorst
Marin Terpstra
Paul Theuns
Tim Tielemans

Fernand Tielens
Jo Van Cauter
Henk Vandaele
Will van den Berg

Sven Van Den Berghe
Hubert Vandenbossche
Jan Baptist Vandenbroeck

Bea Van Den Steen

Daniël Vande Veire 

Patricia Van Dijck
Peter Van Everbroeck 

Joep van Hasselt 

Adelin Van Hecke
Miriam van Reijen

Jean Van Schoors

Paul Van Tieghem
Jasper von Grumbkow

Stan Verdult

Tessa Vermeiren
Corinna Vermeulen
Didier Verscheure
Pieter Vitse
Manon Zuiderwijk

 

Spinoza-links
  • Antiquariaat Spinoza - Amsterdam
  • Over Spinoza - Rikus Koops
  • Vereniging Het Spinozahuis
  • Spinoza & Hume - Herman De Dijn
  • Amsterdamse Spinoza Kring
  • Franciscus Van den Enden - Frank Mertens
  • Spinoza-blog - Stan Verdult
  • Spinoza Kring Lier - Willy Schuermans
  • Spinoza Kring Soest
  • Zoeken in blog

    Archief per week
  • 17/10-23/10 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
    Foto
    Spinoza in Vlaanderen
    meld je aan als sympathisant of geïnteresseerde: spinoza-in-vlaanderen@telenet.be
    14-09-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Brieven over God: brief 5

    Brief 5

    Henry Oldenburg aan BdS

    Londen, 11/21 oktober 1661

    Ontvang hierbij het boekje dat ik je beloofde en schrijf me terug met je oordeel daarover, vooral met betrekking tot de proeven die het bevat over salpeter en over vluchtigheid en vastheid. Ik dank je zeer voor jouw geleerde tweede brief, die ik gisteren ontving. Ik betreur echter ten zeerste dat jouw reis naar Amsterdam je verhinderde een antwoord te geven op al mijn twijfels. Ik verzoek je wat je toen hebt overgeslagen af te handelen van zodra je daartoe de gelegenheid hebt. Je hebt me in je jongste brief wel veel toegelicht, maar niet in die mate dat alle duisternis verdreven is. Ik meen dat dit gelukkig wel het geval zal zijn, wanneer je me onderscheiden en klaar onderricht over de ware en eerste oorsprong van de dingen. Want zolang ik niet doorzie door welke oorzaak en op welke manier de dingen hun bestaan begonnen zijn, en met welke band ze van de eerste oorzaak, als er zo een is, afhankelijk zijn, lijkt alles wat ik verneem en lees een warboel. Ik vraag je dus met aandrang, hooggeleerde heer, dat je mij in deze kwestie met de fakkel voorgaat, en dat je niet twijfelt aan mijn goede trouw en mijn dankbaarheid. Ik ben jou zeer toegewijde.


    Categorie:Brieven
    Tags:Spinoza
    13-09-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Brieven over God: brief 5, toelichting

    Brief 5 toelichting

    Het in brief 1 beloofde boekje is wellicht een gedeeltelijke Latijnse versie van Certain Physiological Essays van Robert Boyle (1661). Spinoza zal er uitvoerig op ingaan, maar dit maakt niet het voorwerp uit van ons betoog.

    Oldenburg is duidelijk niet opgezet met de manier waarop hij door Spinoza afgewimpeld werd in zijn brief. Hij vraagt dat al zijn onbeantwoorde vragen een antwoord krijgen, maar wil vooral een duidelijke stellingname over de kern van de zaak, namelijk over de eerste oorzaak van de dingen en hoe die ontstaan zijn, en wat het verband is tussen die eerste oorzaak en de dingen die eruit ontstaan zijn. Nochtans was Spinoza net op dat punt zeer duidelijk geweest: er bestaat niets anders dan de ene Substantie en haar accidentele vormen of modi, die één zijn met de Substantie, die causa sui is en zo tevens oorzaak van alle modi.

    Zie E1p4: ‘Twee of meer onderscheiden dingen verschillen van elkaar ofwel door de verscheidenheid van de attributen van de substanties, ofwel door de verscheidenheid van hun aandoeningen.

    Bewijs: Al wat bestaat, bestaat ofwel op zichzelf, ofwel in iets anders (op grond van Axioma 1), dat wil zeggen (op grond van Definitie 3 en 5): buiten het intellect is er niets anders dan substanties en hun aandoeningen. Bijgevolg bestaat er buiten het intellect niets op grond waarvan de dingen van elkaar kunnen verschillen, behalve substanties, of, wat hetzelfde is (op grond van Definitie 4), hun attributen en hun aandoeningen. Q.E.D.’


    Categorie:Brieven
    Tags:Spinoza
    11-09-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Brieven over God: brief 4

    Brief 4

    BdS aan Henry Oldenburg

    Rijnsburg, oktober 1661

    Terwijl ik me klaarmaak om naar Amsterdam te reizen om daar een week of twee te verblijven, ontvang ik jouw uiterst welkome brief en zag ik jouw bezwaren tegen de drie stellingen die ik je bezorgde; alleen aan die bezwaren zal ik proberen te voldoen, aan de andere ga ik voorbij wegens tijdgebrek.

    Zodoende zeg ik over het eerste bezwaar, dat niet uit de definitie van om het even welk ding het bestaan volgt van het gedefinieerde, maar (zoals ik in het scholium dat ik aan de drie stellingen toevoegde, bewezen heb) volgt dat enkel uit de definitie, oftewel uit het idee van een attribuut, dat wil zeggen (zoals ik duidelijk gemaakt heb in verband met de definitie van God) van iets dat vanuit zichzelf en in zichzelf begrepen wordt.

    Ik heb de reden voor dat onderscheid ook in het vermelde scholium als ik me niet vergis voldoende helder aangebracht, zeker voor een filosoof. Die wordt immers verondersteld niet onwetend te zijn over het verschil dat er is tussen een verzinsel en een klaar en onderscheiden concept, noch over de juistheid van dit axioma, namelijk dat elke definitie, of elke klare en onderscheiden idee, waar is.

    Dit gezegd zijnde, zie ik niet in wat nog meer kan vereist zijn voor de oplossing van de eerste vraag. Daarom ga ik over tot de oplossing van de tweede.

    Je lijkt daarin toe te geven dat wanneer het denken niet tot de natuur van de uitgebreidheid behoort, de uitgebreidheid dan niet bepaald wordt door het denken, je twijfelt namelijk enkel over het voorbeeld. Maar bemerk alsjeblieft: als iemand zegt dat uitgebreidheid niet door uitgebreidheid bepaald wordt, maar door het denken, zegt die dan misschien niet hetzelfde als dat de uitgebreidheid niet absoluut onbeperkt is, maar enkel in zover ze uitgebreidheid is? Wil dat niet zeggen dat die persoon mij toegeeft dat de uitgebreidheid niet absoluut onbeperkt is, maar enkel in zover ze uitgebreidheid is, dat wil zeggen in haar eigen soort?

    Maar jij zegt: misschien is het denken een lichamelijke act. Mogelijks, hoewel ik dat volstrekt niet aanneem; maar jij zal althans dit niet ontkennen, namelijk dat de uitgebreidheid, in zover ze uitgebreidheid is, geen denken is, en dat volstaat om mijn definitie uit te leggen en om mijn derde stelling te bewijzen.

    Ten derde maak je verder bezwaar tegen wat ik vooropstelde, namelijk dat de axioma’s niet moeten gerekend worden tot de gemeenschappelijke noties. Maar over die kwestie heb ik het niet. Je twijfelt voorwaar ook aan hun waarheid, ja, je lijkt als het ware te willen aantonen dat hun tegendeel meer op de waarheid gelijkt. Maar ik vraag je: let op de definitie die ik gegeven heb van de substantie en van de accidentele vormen, waarvan al die axioma’s afgeleid zijn. Want aangezien ik onder substantie datgene versta dat door zichzelf en in zichzelf begrepen wordt, dat wil zeggen, iets waarvan het concept niet het concept inhoudt van iets anders, maar onder een modificatie of een accidenteel datgene versta dat in iets anders is en begrepen wordt door datgene waarin het is, staat het op grond daarvan duidelijk vast, 1° dat de substantie van nature voorafgaat aan haar accidentele vormen, want die kunnen zonder haar noch bestaan, noch denkbaar zijn; 2° dat er behalve substanties en accidentele vormen niets werkelijk of buiten het intellect bestaat; want al wat is, wordt ofwel door zichzelf begrepen of door iets anders, en zijn concept houdt ofwel het concept van iets anders in, of houdt dat niet in; 3° dat dingen die verschillende attributen hebben, onderling niets gemeen hebben; ik heb immers als attribuut uitgelegd datgene waarvan het concept niet het concept inhoudt van iets anders; 4° ten slotte, dat van dingen die onderling niets gemeenschappelijks hebben, het ene niet de oorzaak kan zijn van het andere. Want als er in een gevolg niets gemeenschappelijks is met de oorzaak, is alles wat het heeft afkomstig uit het niets.

    Wat jij echter aanvoert, namelijk dat God niets gemeenschappelijks heeft met de geschapen dingen enzovoort: ik heb helemaal het tegenovergestelde beweerd in mijn definitie. Ik heb immers gezegd dat God een wezen is dat bestaat uit oneindig veel attributen, waarvan elk oneindig is, oftewel allervolmaaktst in zijn soort.

    Wat je dan aanvoert tegen de eerste stelling: ik vraag je, mijn vriend, voor ogen te houden dat mensen niet geschapen worden, doch alleen maar voortgebracht worden en dat hun lichamen reeds tevoren bestonden, maar dan op een andere manier gevormd. Maar we concluderen wel, en dit beaam ik ook graag, dat wanneer er een enkel deel van de materie zou vernietigd worden, tegelijkertijd ook de hele uitgebreidheid zou verdwijnen.

    De tweede stelling echter maakt geen vele goden, maar slechts één enkele, en wel een die bestaat uit oneindig veel attributen enzovoort.


    Categorie:Brieven
    Tags:Spinoza
    10-09-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Brieven over God: brief 4, toelichting

    Brief 4

    De hoogdravende verklaringen over de onvoorwaardelijke en onbeperkte vriendschap die we in de eerste brieven lazen, maken bij Spinoza al gauw plaats voor nuchtere zakelijkheid en zelfs enige korzeligheid over het onbegrip van zijn ‘geleerde’ vriend. Enerzijds beweert hij geen tijd te hebben om op alle bezwaren in diens brief vervat te antwoorden: hij staat op het punt af te reizen naar Amsterdam. Anderzijds vindt hij de bezwaren en vragen om toelichting van Oldenburg duidelijk ondermaats: van een filosoof mag je toch verwachten dat hij weet wat een definitie is, en dat hij kan lezen wat er staat… Spinoza heeft duidelijk geen zin om het spelletje van Oldenburg mee te spelen, of zich te laten vangen door zijn geveinsde onwetendheid en zo meer te zeggen dan hij eigenlijk kwijt wil.

    Oldenburg zei terecht dat een definitie van iets het bestaan daarvan niet inhoudt. Natuurlijk niet, zegt Spinoza, dat geldt enkel voor iets dat gedefinieerd wordt als volkomen autonoom: de Substantie en haar attributen, waarvan het de essentie is te bestaan. Het Zijnde Is. Dat behoeft geen verdere verklaring, het is een evident axioma. Over naar het tweede bezwaar…

    Oldenburg had twijfels geuit over de autonomie van de attributen uitgebreidheid en denken: is Spinoza wel zeker dat het lichaam niet begrensd wordt door het denken en het denken niet begrensd wordt door het lichaam? Wij weten niet precies hoe Spinoza die stelling geformuleerd heeft in de bijlage die hij Oldenburg bezorgd heeft, en dus ook niet of hij daarin een voorbeeld geeft, waartegen Oldenburg dan bezwaar maakt volgens Spinoza. In Brief 2 zelf zegt hij dat ‘uitgebreidheid bijvoorbeeld door en in zichzelf begrepen wordt, maar beweging niet […].’ Het gaat hoe dan ook evident over een versie van E1def2: ‘Maar een lichaam wordt niet begrensd door een gedachte, en een gedachte niet door een lichaam.’ Zie ook E2p5-7 en vooral E3p2.

    Vooreerst stelt Spinoza vast dat Oldenburg het ermee eens is dat denken niet behoort tot de natuur van de uitgebreidheid, en dat uitgebreidheid dus niet door het denken gedetermineerd wordt (het eerste alternatief van de formulering in E1def2). In dat geval wordt uitgebreidheid enkel door uitgebreidheid gedetermineerd, en is ze onbeperkt, want niet beperkt door iets anders, bijvoorbeeld het denken. Maar als men de uitgebreidheid niet als autonoom beschouwt, maar als bepaald door het denken, dan is die uitgebreidheid weliswaar niet absoluut onbeperkt, want begrensd door het bestaan van het denken, maar dan toch nog altijd onbegrensd of oneindig ‘in haar eigen soort’, qua uitgebreidheid en dat is wat Spinoza bedoelt: zie E1def2. Denken en uitgebreidheid zijn grondig verschillend en beide attributen zijn oneindig in hun eigen soort. Alleen de Substantie is absoluut oneindig of onbegrensd (E1def6).

    Oldenburg beweert dan dat het nog geen uitgemaakte zaak is wat het denken is: een lichamelijke beweging, of iets helemaal anders dan het lichamelijke. Spinoza spreekt zich daarover niet uit, want het gaat hier niet in concreto om het menselijk denken, doch enkel over het feit dat er twee attributen zijn, dat ze in hun eigen soort oneindig zijn en dus binnen hun eigen soort niet bepaald of begrensd worden door iets van de andere soort. Bijgevolg kan Spinoza stellen dat uitgebreidheid op zichzelf gezien geen denken is, wat ook Oldenburg zal moeten toegeven, en dat is ook al wat hij zegt ‘in zijn definitie en zijn derde stelling’, Q.E.D.

    Het denken kan inderdaad vanuit het standpunt van de uitgebreidheid beschouwd worden als een lichamelijke beweging of activiteit, namelijk die van (vooral) onze hersenen. In dat geval kan men stellen dat het denken bepalend is voor de uitgebreidheid en vice versa: zonder hersenen is er geen denken. Spinoza erkent dat dit als een logisch alternatief denkbaar is, maar neemt helemaal niet aan dat het ook werkelijk zo is. Denken is namelijk vanuit het oogpunt van het denken (binnen zijn eigen soort) iets totaal anders dan de fysische werking van de hersenen. Maar zelfs als dat zo zou zijn, bewijst dat enkel dat uitgebreidheid uitgebreidheid is, en geen denken, en dus slechts onbeperkt is in haar soort, en niet absoluut onbeperkt, en dat is wat Spinoza bedoelt met zijn ‘derde stelling’ zoals geformuleerd in het Aanhangsel van de Korte verhandeling: ‘elk attribuut […] is van nature onbeperkt en uiterst perfect in zijn soort’ (stelling 3).

    Spinoza benadrukt hier het verschil tussen de beide attributen, en tevens hun ‘beperkte’ oneindigheid binnen hun eigen soort. Dat moet het later, in de Ethica, mogelijk maken de beide attributen te verenigen binnen één Substantie, die absoluut oneindig of onbeperkt is. In de Korte verhandeling is het onderscheid tussen de Substantie en haar attributen nog niet zo scherp afgelijnd.

    Heeft Spinoza daarmee het bezwaar van Oldenburg weerlegd? Hij gaat niet expliciet in op de vraag naar wat denken eigenlijk is, een materiële beweging of een spirituele act, het twijfelachtige ‘voorbeeld’ dat Oldenburg hem voor de voeten werpt, maar wel op de vraag zelf van Oldenburg over de autonomie van de attributen, die hij hier kenmerkt als verschillend van elkaar en onbeperkt binnen hun soort, zoals hij had gesteld in zijn brief en/of de bijlage.

    Om een afdoend antwoord te geven over de vraag naar de ware aard van het denken, heeft Spinoza zowat de hele Ethica nodig, inzonderheid het complexe tweede deel, De Mente. Dan zal blijken dat precies de combinatie, de eenheid van de beide attributen in de mens, als een materieel wezen dat in staat is tot denken, de oplossing biedt voor dit vraagstuk.

    De opmerkingen die Oldenburg maakt over de axioma’s maken geen indruk op Spinoza. Hij reageert door nogmaals die axioma’s op te sommen: 1° de substantie gaat aan haar modi vooraf (KV Aanhangsel axioma 1, E1p1); 2° behalve substanties en hun attributen en hun modi bestaat er niets (E1p4d); 3° dingen die verschillende attributen hebben, hebben niets gemeen (KV Aanhangsel axioma 3, E1p2); 4° dingen die niets gemeenschappelijks hebben, kunnen elkaars oorzaak niet zijn (ibid., axioma 5, E1p3).

    En dan wijst hij Oldenburg op zijn fundamentele vergissing, namelijk dat God niets gemeen zou hebben met zijn schepping: voor Spinoza is er geen enkel onderscheid tussen God en zijn schepping, er is alleen God, of de Substantie. Dat betekent dat er geen schepping (uit het niets) is: de mens is niet geschapen, maar voortgebracht door andere mensen, en bestaat uit materie die al aanwezig was in het universum, zij het onder een andere vorm. Rien ne se crée, rien ne se perd, tout se transforme (Lavoisier). Als er ook maar één partikel van de materie zou vernietigd kunnen worden, zou het hele bouwwerk van de materie ineenstorten. En er is wel degelijks ‘iets’ dat causa sui is: de Substantie, waarvan er niet veel zijn, zoals Oldenburg denkt, maar slechts één. En dus is de beschuldiging dat Spinoza op die manier ontelbare goden creëert, ronduit idioot.

    Als we even blijven stilstaan bij Spinoza’s ontkenning van de ‘schepping’ van de mens, dan ontkent hij impliciet ook de schepping van de ‘eerste’ mens, en daarmee wordt ook het scheppingsverhaal in Genesis in zijn letterlijke betekenis ontkend. Als we daarop doordenken, moet er een andere oorsprong zijn van de mens, namelijk een andere vorm van de elementen waaruit ooit homo sapiens ontstaat. Darwin zal dat pas tweehonderd jaar later verduidelijken.

    Het moet voor Oldenburg niet gemakkelijk geweest zijn om op basis van een brief en een korte, lapidaire bijlage, geformuleerd more geometrico, de hele metafysica van Spinoza te doorgronden, zelfs na een voorafgaand gesprek ten huize van onze filosoof. Het zijn radicaal nieuwe ideeën voor hem, wellicht kan hij zijn ogen niet geloven. Bedoelt Spinoza werkelijk dat God en schepping één zijn, dat alles ‘slechts’ een vorm is van de ene Substantie die uit zichzelf ontstaan is, en die we kennen onder twee attributen die onafhankelijk zijn van elkaar? In zijn antwoord is Spinoza niet erg tegemoetkomend. Hij vindt dat hij een en ander duidelijk genoeg heeft uitgelegd, en houdt het voor het overige bij het herhalen van wat hij geschreven heeft, veeleer dan in te gaan op de concrete bezwaren van Oldenburg, die overigens inderdaad niet erg zwaar wegen en geen tegenargumenten bevatten, en dus veeleer als pogingen moeten gezien worden om Spinoza te verleiden tot een heldere en krachtige formulering van zijn ideeën. Maar Spinoza gaat daar niet op in, niet alleen wegens tijdgebrek, maar vooral omdat een volledig antwoord een heel boek zou vergen, de Ethica, en die was er toen nog niet.


    Categorie:Brieven
    Tags:Spinoza


    Foto

    Foto

    Inhoud blog
  • Van oud naar nieuw
  • La langue maternelle de Spinoza
  • Mark Behets, Spinoza's eeuwige geest
  • Maria Cornelis, 1940-2016
  • E5p31-42 vertaling
  • E5p31-42 toelichting
  • E5p21-30 vertaling
  • E5p21-30 toelichting
  • E5p11-20 vertaling
  • E5p11-20 toelichting
  • E5P1-10 vertaling
  • E5p1-10 toelichting
  • E4 appendix vertaling
  • E4 appendix toelichting
  • E4p67-73 vertaling
  • E4p67-73 toelichting
  • E4p64-66 vertaling
  • E4p64-66 toelichting
  • E4p59-63 vertaling
  • E4p59-63 toelichting
  • E4p37-58 vertaling
  • E4p37-50 toelichting
  • E4p51-58 toelichting
  • E4p26-36 vertaling
  • E4p26-36
  • E4p15-25 vertaling
  • E4p15-25 toelichting
  • E4p9-14 vertaling
  • E4p9-14 toelichting
  • E4p1-8 vertaling
  • E4p1-8 toelichting
  • E4 Voorwoord - definities - axioma, vertaling
  • E4 Voorwoord - definities - axioma, toelichting
  • E3 definities van de gemoedstoestanden, vertaling
  • E3 definities van de gemoedstoestanden, toelichting
  • E3p51-59 vertaling
  • E3p51-59 toelichting
  • E3p36-50 vertaling
  • E3p36-50 toelichting
  • E3p27-35 vertaling
  • E3p27-35 toelichting
  • E3p12-26 Vertaling
  • E3p12-26 Toelichting
  • E3p3-11 vertaling
  • E3p3-11 toelichting
  • E3p1-2 vertaling
  • E3p1-2 toelichting
  • Ideeën en gedachten
  • E2p44-49 vertaling
  • E2p44-49 toelichting
  • E2p32-43 Vertaling
  • E2p32-43 Toelichting
  • E2p25-31 Vertaling
  • E2p25-31 Toelichting
  • E2p19-24 vertaling
  • E2p19-24 toelichting
  • E2p19
  • E2p14-18 toelichting
  • E2p14-18 vertaling
  • De kleine fysica, toelichting
  • De kleine fysica, vertaling
  • E2p11-13
  • E2p11-13 Toelichting
  • E2p1-10 Vertaling
  • E2p1-10 Toelichting
  • Spinoza in Vlaanderen 2012-2015
  • E2 Voorwoord - definities - axioma's
  • E2 Voorwoord - definities - axioma's, toelichting
  • E1 Appendix
  • E1 Appendix Toelichting
  • E1p24-36 Vertaling
  • E1p24-36 Toelichting
  • E1p15-23 Vertaling
  • E1p15-23 Toelichting
  • E1p9-14
  • E1p9-14 Toelichting
  • E1p1-8
  • E1p1-8 Toelichting
  • Ethica, deel 1: de axioma's
  • E1def8 Eeuwig
  • E1def7 Vrij of gedwongen
  • Spinoza door Christel Verstreken
  • God - E1def6
  • Ethica E1def5
  • E1def4 Attribuut
  • Het begin van het begin: E1def1
  • Ethica E1def3
  • Sprekende bomen en mensen geboren uit stenen (E1p8s2)
  • E1def2 nogmaals
  • De Brieven over God: brief 82
  • De Brieven over God: brief 83
  • De Brieven over God: brief 82 en 83, toelichting
  • De Brieven over God: brief 70
  • De Brieven over God: brief 72
  • De Brieven over God: brief 70 en 72, toelichting
  • De Brieven over God: brief 65
  • De Brieven over God: brief 66
  • De Brieven over God: brief 65 en 66 Toelichting
  • Te kwader trouw (E4p72)
  • De Brieven over God: brief 63
  • De Brieven over God: brief 64
  • De Brieven over God: brief 63 en 64 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 59
  • De Brieven over God: brief 60
  • De Brieven over God: brief 59 en 60, toelichting
  • Dirk Opstaele, Optreden in de geheugenzaal.
  • De Brieven over God: brief 57
  • De Brieven over God: brief 58
  • De Brieven over God: brief 57 en 58, toelichting
  • De Brieven over God: de depositie van Steno
  • De Brieven over God: de depositie van Steno, toelichting
  • De Brieven over God: brief 54
  • De Brieven over God: brief 54, toelichting
  • De Brieven over God: brief 55
  • De Brieven over God: brief 55, toelichting
  • De Brieven over God: brief 56
  • De Brieven over God: brief 56, toelichting
  • De Brieven over God: brief 50
  • De Brieven over God: brief 50, toelichting
  • De Brieven over God: brief 34
  • De Brieven over God: brief 34 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 35
  • De Brieven over God: brief 35, toelichting
  • De Brieven over God: brief 36
  • De Brieven over God: brief 36, toelichting
  • De Brieven over God: brief 67bis
  • De Brieven over God: brief 67bis Toelichting
  • De Brieven over God: brief 67bis Toelichting
  • Antoine Arnauld, de bekering van Nicolaus Steno en Albert Burgh
  • De Brieven over God: brief 76
  • De Brieven over God: brief 76 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 67
  • De Brieven over God: brief 67, toelichting
  • De Brieven over God: brief 43
  • De Brieven over God: brief 43 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 42
  • De Brieven over God: brief 42 Toelichting
  • Spinoza over de Islam
  • De Brieven over God: brief 79
  • De Brieven over God: brief 79 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 78
  • De Brieven over God: brief 78 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 77
  • De Brieven over God: brief 77 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 75
  • De Brieven over God: brief 75 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 74
  • De Brieven over God: brief 73
  • De Brieven over God: brief 73 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 71
  • De Brieven over God: brief 71 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 74 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 68
  • De Brieven over God: brief 68 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 62
  • De Brieven over God: brief 62 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 61
  • De Brieven over God: brief 61 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 33
  • De Brieven over God: brief 33 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 32
  • De Brieven over God: brief 32 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 31
  • De Brieven over God: brief 31 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 30
  • De Brieven over God: brief 30 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 29
  • De Brieven over God: brief 29 Toelichting
  • De Brieven over God: brief 25
  • De Brieven over God: brief 25 Toelichting
  • Twee betekenissen van 'attribuut'?
  • De Brieven over God: brief 16
  • De Brieven over God: brief 16, toelichting
  • De Brieven over God: brief 14
  • De Brieven over God: brief 14, toelichting
  • De Brieven over God: brief 13
  • De Brieven over God: brief 13, toelichting
  • De Brieven over God: brief 11
  • De Brieven over God: brief 11, toelichting
  • Syliane Malinowski-Charles, Rationalisme of subjectieve ervaring.
  • De Brieven over God: brief 7
  • De Brieven over God: brief 7, toelichting
  • De Brieven over God: brief 6
  • De Brieven over God: brief 6, toelichting
  • John Stuart Mill, On Nature
  • De Brieven over God: brief 5
  • De Brieven over God: brief 5, toelichting
  • De Brieven over God: brief 4
  • De Brieven over God: brief 4, toelichting
  • De Brieven over God: brief 3
  • De Brieven over God: brief 3, toelichting
  • Bart Haers
  • De Brieven over God: brief 2, toelichting
  • De Brieven over God: brief 2
  • De Brieven over God: brief 1 toelichting
  • De Brieven over God: brief 1
  • De Brieven over God: inleiding
  • Spinoza opnieuw veroordeeld
  • Joseph Almog, Everything in its Right Place
  • Paul Claes, Het Kristal

    Categorieën
  • atheïsme (4)
  • Brieven (110)
  • Compendium Grammatices Lingae Hebraeae (1)
  • Ethica (107)
  • Spinoza (t)weetjes (7)
  • Spinoza links en rechts (11)
  • Spinoza literair (28)
  • Spinoza-nieuws (77)
  • Spinoza-onderzoek ontsloten (40)
  • Tractatus Politicus (24)


  • Blog als favoriet !


    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!