Meto-me para dentro, e fecho a janela. Ik ga naar binnen en ik sluit het raam. Trazem o candeeiro e dão as boas noites, Men brengt de lamp en wenst mij goedenacht, E a minha voz contente dá as boas noites. En mijn tevreden stem wenst goedenacht. Oxalá a minha vida seja sempre isto: O, dat mijn leven altijd dit mocht zijn:
O dia cheio de sol, ou suave de chuva, Een dag vol zon, of zacht van regen, Ou tempestuoso como se acabasse o Mundo, Of wild alsof de wereld onderging, A tarde suave e os ranchos que passam De milde avond en de langslopende mensen Fitados com interesse da janela, Die ik met aandacht gadesla vanuit mijn raam,
O último olhar amigo dado ao sossego das árvores, De laatste liefdevolle blik op de stilte der bomen, E depois, fechada a janela, o candeeiro aceso, En dan, het raam gesloten en de lamp ontstoken, Sem ler nada, nem pensar em nada, nem dormir, Zonder iets te lezen, zonder iets te denken, zonder slapen,
Sentir a vida correr por mim como um rio por seu leito. Het leven door mij voelen stromen zoals door haar bedding een rivier, E lá fora um grande silêncio como um deus que dorme. En een grote stilte, buiten, als een god die slaapt.
Bron: PESSOA een directe weg naar het lezen van gedichten van Fernando Pessoa Keuze en vertalingen: August Willemsen Uitgeverij DAMON bv ISBN 90 5573 667 8
Alberto Caeiro
Alberto Caeiro (6 april 1889, 13.45 uur - 1915 aan tbc) was een van de heteroniemen van de Portugese schrijver Fernando Pessoa.
Geboorte als heteroniem
Waar Pessoa zijn denken niet kon stilzetten, maakte hij een heteroniem die dat wel plachtte te kunnen, Caeiro, een simpele landman, zijn eerste poging om zijn grote droom, het denken een halt toe te roepen, te verwezenlijken.
Persoonlijkheid
Alberto Caeiro is Pessoas eerste grote heteroniem, zoals Pessoa hem beschrijft : Hij ziet de dingen met de ogen alleen, niet met het verstand. Hij laat geen gedachten vrij wanneer hij naar een bloem kijkt
het enige wat een steen hem vertelt is dat het hem niets te vertellen heeft
deze manier van kijken naar een steen kan omschreven worden als een volledig onpoëtische manier van kijken naar de dingen. Toch maakt Caeiro volgens Pessoa net door afwezigheid van sentiment pure poëzie.
Wat Caeiro tot een uitzonderlijk poëtisch experiment maakt is zijn wereldbeeld. Hij ziet alleen buitenkant. In godsdienst, filosofie, poëtische beschouwingen bij volle maan, kortom in elke vorm van metafysica ziet hij alleen irritatie. Hij stelt niets wat dan ook in vraag, hij aanvaardt de wereld zoals ze is. Zijn dichtkunst getuigt van een kinderlijke verwondering tegenover de oneindige diversiteit in de natuur. Hij is vrij van metafysische ketens.
Daardoor zijn de Caeiro-gedichten ven Pessoa ook het meest verstaanbaar, en een prachtige eerste kennismaking met de poëzie an sich. Alles behalve poëzie, want wezenlijk. In de wereld van Caeiro triomfeert de idee dat in de wereld om ons heen alles oppervlakte is, de dingen precies zijn zoals ze lijken, er geen verborgen betekenis bestaat, een steen een steen, een bloem een bloem is en een rivier een rivier.
Hij slaagt er aldus in zich te bevrijden van de angsten die de anderen in zijn omgeving wel ervaren omdat voor hem, de dichter Caeiro, we het recht niet hebben onze omgeving, en al wat daarin bestaat, meer toe te schrijven dan hun eenvoudige bestaan. Ons ongeluk, aldus Caeiro, komt voort uit onze onwil om onze horizon te beperken. Als dusdanig vloeit geluk voort uit het niet bevragen, en dus vermijden van twijfels en onzekerheden. Hij begrijpt de realiteit alleen via zijn zintuigen en wie geluk nastreeft moet volgens hem hetzelfde doen. Geluk is voor Caeiro eenvoudig bestaan, al is dat lang niet zo eenvoudig.
Visie op poëzie
Caeiro beschouwt de dichtkunst van voor zijn tijd als interpretatief, ze geeft alleen een interpretatie van de perceptie van de dichters, is dus louter interpretatie. Caeiro probeert daarentegen te communiceren met zijn zintuigen en gevoelens, zonder enige interpretatie. Hij probeert de natuur te benaderen vanuit het eenvoudig opvangen van fenomenen (conform een fenomenologische aanpak uit de filosofie). Dichters voor zijn tijd zouden volgens hem metaforen gebruiken om te beschrijven wat voor hen stond, terwijl Caeiro zichzelf de taak oplegde deze objecten naar zo direct en eenvoudig mogelijk wilde weergeven. De directe ervaring staat dus centraal.
Caeïro wordt een anti-intellectueel, anti-romanticus, anti-subjectivist, anti-metafysicus, anti-dichter genoemd, hoewel dit allemaal ver gezocht is want Caeïro is eenvoudig, meer zelfs : hij is. Wat hem zeer sterk doet verschillen van zijn schepper Fernando Pessoa die leeft in een onrust van metafysische onzekerheden, in sterke mate de oorzaak van zijn al dan niet geveinsde ongeluk. Caeïro is net het tegenovergestelde, hij vermijdt metafysica, onzekerheden en een geloof dat een betekenis zoekt achter alles. Caeiro is, de dingen zijn, meer niet.
Caeiro is de incarnatie van de heiden, de landman, volgens sommige critici de pre-beschaving op zich.
Dood
De utopie van een sereen, oppervlakkig leven, een vijver zonder rimpel, komt af en toe terug in de poëzie, en blijkt niet vol te houden. Een tevreden landman maakt geen verzen, een herder heeft geen last van symbolisme of orakels. De utopie is uiteindelijk gestorven aan zijn schepper, met een laatste groet aan de zon, alleen blij om haar nog eens te zien.
Vorige berichten over Pessoa: zie linken onder button POESIA in de linkerkolom. Voor een Portugese versie van Wiki over Alberto Caeiro: KLIK HIER!
|