De klemtoon valt in het Portugees gewoonlijk op de voorlaatste lettergreep, een aantal uitzonderingen daargelaten. Het Portugees maakt daarnaast een duidelijk verschil tussen zogeheten open en gesloten klinkers (niet te verwarren met lange en korte klinkers, waarmee ze niks te maken hebben). Het accent aigue wordt herbruikt voor het aanduiden van de open klinkers á, é en ó (als in haak, lek en lok); het accent grave wordt thans alleen nog gebruikt om de samentrekking van de a (voorzetsel) met a (vr. bep. lidw.) aan te geven: à (uitgesproken als open a); de circumflex wordt gebruikt ter aanduiding van de gesloten ê en ô (als in leek en look). De tilde (de ~, zoals in vã) geeft nasalisering van de klinker aan.
1. Medeklinkers
Ç - als scherpe s: cabeça (kabeesaa, hoofd), poço (poosoe, put). LH - als lj: ihe(s) (hem, hun) 3de naamval), filho/filha (fieljoe/fielja, zoon, dochter). NH - als nj (Fr. gn en Sp. ñ): Espanha, tenho (tenjoe, ik heb), vinho (vienjo, wijn), sonho (sonjoe, droom).
Bron: Het boek 'PESSOA, Een directe weg naar het lezen van gedichten van Fernando Pessoa' Keuze en vertalingen: August Willemsen, ISBN 90 5573 667 8, 2006, Uitgeverij DAMON Budel
|