Vroeger in de nonnenschool maakten ze ons wijs dat de negerkes in Afrika heel arm waren. Ze woonden in hutjes en droegen strooien rokjes en hadden altijd honger. En daarom moesten wij, rijke blanke kindjes, hen helpen. De nonnen zadelden ons op met een schuldgevoel, en om dat te verzachten spaarden we zilverpapiertjes die rond chocoladerepen gewikkeld waren. Zilverpapier voor de negerkes. De school stuurde ze op naar de negerkes in het arme Afrika.
Op de winkeltoog van elke kruidenier stond er een klein zwart negerke, een lelijk postuurke met een gleufje in de kom die het negerke op z'n schoot hield. En als je in dat gleufje een paar centjes dropte, bewoog het negerkopke op en neer om zijn dankbaarheid te betuigen. Toen voelden we ons als kind opgelucht en was het alsof we meewerkten aan de heropbouw van het arme Afrika.
De nonnen vertelden over missionarissen die naar de brousse gingen om negerkes te leren lezen, schrijven en rekenen. 't Zal niet veel uitgehaald hebben want over missionarissen hebben we niets meer gehoord. Ik denk dat ze vervangen werden door ontwikkelingshulp, door onze regering kwistig weggeschonken om die zwarte sloebers te helpen in hun strijd tegen eeuwige hongersnood. Maar ze bleven arm en zielig. Niets kwam er van de grond. Wat is er gebeurd met ontwikkelingsgelden? Ondertussen bleven de negers in Afrika, daar waar ze thuishoorden.
Helaas, de zwarte bevolking kwam in bootjes naar Europa varen, een invasie van zwarte opportunisten die niet zo slim waren om in hun thuislanden de handen uit de mouwen te steken. In gammele bootjes trotseerden ze woeste golven, toch mislukte het wel eens waardoor ze overboord zwiepten. Op de zeebodem liggen ze nu te zieltogen.
Vroeger was er hier nooit een neger te zien. Dat was een zeldzame bezienswaardigheid. Nu lopen ze hier met bosjes rond, met een air van "ik ben hier geboren en getogen, en mijn wortels liggen in Vlaamse bodem". We moeten oppassen om zelf niet in armoede verzeild te raken, want dat donkere volk legt beslag op onze huizen, op onze sociale en medische voorzieningen, op onze welvaart en onze mooi-opgebouwde maatschappelijke structuur.
Gisteren zag ik twee kleine zwarte negerkes op twee kleine witte fietskes. Dat vertederende beeld maakte alles weer goed in mijn gemoed.
|