/fotobehang-weg-naar-de-hemel.jpg.jpg)
De Weg naar de Hemel
(enkel voor Vlaamsbelangers)
De school van directeur Appelboom was als een boomgaard in het Aards Paradijs. Alleen blanke kindjes mochten er komen snoepen van de sappige appels, terwijl vreemde snuiters verjaagd werden door glibberige slangen die waakten over de waardigheid van de school.
Na zijn dood werd Appelboom door engeltjes op donzige wolkjes naar de hemel gevlogen, waar de hemelpoorten wagenwijd openzwaaiden om hem te verwelkomen. Toen de engeltjes hem van de wolkjes tilden, aarzelde Appelboom. Hij klampte zich vast aan de hemelpoort want hij wist niet of hij al dit heerlijks wel verdiend had, de oogverblindende versieringen aan het hemelgewelf, de oorstrelende harpmuziek, engeltjes zonder schaamlapjes, hemelbedden met satijnen lakens om eindeloos de liefde in te bedrijven met andere hemelbewoners of met engeltjes die pronken met hun piemeltje of met hun schaamlipjes.
Appelboom was overweldigd en duizelde even, hij dacht dat hij droomde. "Ja hoor Appelboompje", kwam Sinte Pieter tussenbeide. "Jij hebt tijdens je leven op aarde door je voorbeeldige gedrag de hemel verdiend. Geniet ervan, voor altijd en voor eeuwig."
Appelboom blijft nu eeuwig genieten van de verleidelijke engeltjes waarmee hij in zijn hemelbed stoeit. De hemel is een oord van zinnelijk genot en sensuele geneugten. Eindeloze bacchanalen en uitzinnige orgieën wisselen elkaar af. Boordevolle bekers met bloedrode wijn, ontelbare biervaten, en kostbare trappistenbieren... Enkel verkrijgbaar in de hemel. En enkel voor de verdedigers van eigen volk!
|