|
Vele jaren geleden toen ik tegen de muren van mijn blog praatte, en een sporadische lezer eens toevallig kwam piepen op mijn schrijfsels, toen besefte ik dat proza schrijven anders aangepakt moest worden. Het moest veel stouter, veel pikanter, er moest tegen schenen gestampt worden, en ook meer actualiteit en pijnlijke onthullingen, en liefst zo ophefmakend mogelijk.
Toen ik trachtte op deze revolutionaire toer te gaan, vonden verloren gelopen lezers op seniorennet eerder de weg naar mijn blog. Tevens kreeg ik ook algauw te maken met vijanden, met mopperaars en akelige venten die zo boos op mij waren dat ik ervan schrok. Ook seuten namen mijn vrouwonvriendelijke berichtjes kwalijk.
Ik slaagde er dus in om nieuwe vijanden te maken. In het echte leven gaat dat ook zo. Dat is mijn specialiteit. Vijanden maken. En dat is echt niet zo moeilijk, dat gaat vanzelf. Ik hoef alleen maar over migranten of over seks en erotiek of over de islam te schrijven, dat volstaat om preutse en gevoelige lezers te doen steigeren. Het liefst willen ze me persoonlijk aanvallen, maar ik sta klaar met riek en moersleutel, en achter de deur staat mijn paraplu ook nog.
In achterlijke en onbeschaafde bewoordingen werd ik er ooit eens op gewezen dat mijn teksten aaneenhangen van de grootste onzin, dat mijn berichten onsamenhangende verzinsels zijn en dat ik 'racistische prietpraat' verkoop. De vulgaire opmerkingen over mijn persoon zal ik hier maar achterwege laten. Zo werd er eens een erotisch-choquerend tussendoortje tot op de bodem afgekraakt... maar Ray van Angeltjes publiceerde mijn stukje wel op zijn blog! (11.06.10 + 23.09.09)
Wie die jammeraars zijn? Wel, in het verleden waren dat enkele zielige anoniemelingen wiens reacties ik moest verwijderen om mijn blog binnen de fatsoenlijke perken te kunnen houden. En later doken er weer nieuwe multiculliefhebbers op die het mij kwalijk namen dat mijn liefde voor asielzoekers niet groot genoeg is, dat mijn hart voor hen wijder moet openstaan, en zo van die ontroerende toestanden.
De predikanten die mij wilden bekeren hadden een tere maag. Mijn berichten bleven in hun sensitieve darmen rondzwerven, konden de uitgang niet vinden, begonnen te rotten, en zetten zich dan om in eindeloos gejammer en gezeur. Zij waren xenomanen met een ziekelijke voorkeur voor asielzoekers, vreemdelingen, minderheden en andere rariteiten. Preutsheid en xenomanie gaan blijkbaar hand in hand...
|