Verzwelgen in Nostalgie... Lome zwoele zomerdagen doen me denken aan een klasuitstapje van vroeger. In het derde kleuterklasje zat ik toen. Met weemoed denk ik terug aan hoe we op een broeierige snikhete dag met ons klasje gingen wandelen naar 'Het Veld'. Langs uitgestrekte korenvelden, weiden en akkers.
We hadden niets om ons tegen de zon te beschermen, enkel een zakdoek met vier knopen, voor op ons hoofd. De zon scheen ongenadig, en aan de horizon leek het of de lucht trilde. Een onvergetelijke zomerdag. De wandeling ging langs smalle veldweggetjes die zich kronkelden tussen uitgestrekte weilanden. Hoge canadabomen omzoomden de weiden. In de schaduw van die bomen zochten koeien bescherming tegen de felle zonnestralen. Ze loeiden niet, maar lagen vredig te herkauwen in het malse gras.
In de hele omgeving was er geen mens te bespeuren, het veld leek op een onbewoond eiland. In de verte kwam er een fietser aangereden, dat was een hele belevenis. Een boer op een gammele fiets was op weg naar zijn koeien om te zien of er nog genoeg water in de badkuip zat. Ja, vroeger dronken koeien uit een oude badkuip.
Nergens zagen we huizen, alleen een oude boerderij met een pompje ervoor, met een lange hendel, en als je die op en neer bewoog, dan kwam er water uit. De vriendelijke boerin gaf aan ieder kindje van de klas een klein gamelletje gevuld met het dorstlessende water. Een vreselijke lekkernij!
De juf leerde ons om in alle stilte te 'luisteren' naar de natuur. Luisteren naar de stilte. Luisteren naar de natuur. Ze leerde ons ook mooie veldboeketjes maken, van korenbloemen, klaprozen, boterbloemen, zelfs het prachtigste 'onkruid' zat er in het boeketje.
Dit heerlijke stukje hemel op aarde bestaat nu niet meer. Weg! De paradijselijke weilanden hebben plaats geruimd voor sociale woningen, een sportcomplex, straten met asfalt, een glasfabriek en nog wat bedrijfjes... Mensen maken alles wat mooi is kapot.
Het stukje wilde natuur, 'Het Veld', heeft echt bestaan in Hasselt, in de jaren 50 en 60, tussen de Breestraat en de Alverbergstraat. De natuur was er toen bosrijk. Er waren daar De Zandberg en het Lijmfabriek, het 'Tomattebeekske' en het 'Boemekoeët', een bomkrater die in de jaren na de oorlog bedekt werd met wilde plantengroei. En de Zandberg, dat was voor de plaatselijke jeugd het strand van Oostende. In de winter konden we glijden over het bevroren water in de overgelopen weilanden. En 's zomers bouwden we 'kampen', dat waren een paar stokken en een laken overheen een sloot naast het weiland...
|