Vroeger heb ik nooit een neger van dichtbij gezien. Niet op straat, nergens. Negers leefden heel ver weg van ons. Ze bleven waar ze thuishoorden: in het verre Afrika, in de jungle, waar de hete zon hun huid zwart blakerde.
En nu zitten ze hier, heel dichtbij, met massa's, om ons schuldgevoelens aan te wrijven, om te knabbelen aan onze welvaart en onze cultuur, om beslag te leggen op ons geld, huisvesting, sociale en medische voorzieningen. Een 'verrijkende' omvolking noemen ze dat.
Ondanks alle ontwikkelingshulp, opbouwende activiteiten van missiepaters en missiezusters, bleven negers arm, niets kwam er van de grond... Moet ik dan blij zijn als ik nu hier een neger tegenkom?
... Terug naar de apotheker waar het knullige mannetje met het regenboogparasolletje vorige week passeerde. Je denkt alles gezien te hebben maar 't kan nog beter, en erger. Vanmiddag stonden een blanke apotheker en een zwarte negerin broederlijk naast elkaar te blinken achter de winkeltoog, bleekgezicht en donkergezicht. Het plexiglas gaf extra glans aan het provocerende duo.
Mijn eerste spontane reactie bij het aanschouwen van dit zwart-wit-contrast was: "Oei!", maar ik herstelde me vlug en bestelde mijn medicatie, daarbij het negerinnetje negerend. Het negerinnetje negeren was me toegestaan omdat de apotheker ook geen respect toont voor klanten door hen te confronteren met een onwennige situatie.
Het geldkoffertje van Meryame Kitir werkt al! Kitir ging toch de congolezen leren om hun handen uit de mouwen te steken. En zie, hier is er al eentje aan 't werk. Een opmerkelijk exemplaar van het negroïde ras nog wel, met een dikke bos haar, een mondkapje en een stel ogen dat dof voor zich uit staarde. Niet uitnodigend om een fatsoenlijk gesprek mee te voeren. Als blanken elkaar ontmoeten beginnen ze reflexief elkaars gelaat te analyseren, gelaatstrekken om beter met elkaar te kunnen communiceren. Maar met een zwarte vlek valt niet te communiceren!
|