Ik heb echt geen goede herinneringen aan Paula D'Hondt. Dat mens associeer ik met het ontstaan van het CGKR. In 1989 werd Paula D’Hondt als Koninklijk Commissaris voor het Migrantenbeleid aangesteld. In 1993 eindigt haar functie waarna het CGKR startte. Daarvoor kreeg ze de Prijs voor de Democratie. Democratie? Terwijl ze veel meer hield van allochtonen dan van haar eigen volk. Is dat democratie? Onze eigen Vlaamse leerlingen heeft ze echt niet fraai behandeld. Ik herinner me het nog heel goed. Zij profileerde zich tijdens haar loopbaan als de suikertante van de allochtonen, behept met een hysterische inzet voor het welzijn van de migrant.
Nu ga ik iets vertellen over Paula D'Hondt, de patrones van alle allochtonen, zij bezocht een school in Heusden-Zolder waar haar een koninklijke ontvangst wachtte.
Concentratieschool, mei 1992. De directeur kondigde hoog bezoek aan en verzocht iedereen om zondagse kleren aan te trekken en een smile tevoorschijn te toveren. Want Paula D'Hondt, koninklijk commissaris voor het migrantenbeleid, komt op bezoek! Bij dit onheilsbericht stak de directeur zijn snoet gewichtig in de lucht en maakte er plechtige gebaren bij, alsof de heilige maagd Maria eerdaags aan ons zou verschijnen op de speelplaats.
Paula D'Hondt was in onderwijsmiddens berucht en verguisd om haar voorliefde voor multiculturaliteit, voor een vredelievende en verzoenende islam die opperbest verenigbaar is met onze westerse samenleving. Deze onzin werd vroeger in de scholen verspreid. Beschermengel D'Hondt was de spitsvriendin van Johan Leman van het CGKR. Zij waren geestverwanten. Leman was magazijnier in het CGKR waar hij moest toezien op een uitgebreid arsenaal van telescopen, verrekijkers en toverbrillen om Pol en Pier te betrappen op 'racisme', of wat dat ook mocht wezen, het toverwoord 'racisme' dat uitgevonden werd om allochtonen te beschermen en machtiger te maken.
Op een mooie lentedag stopte er een glanzende sjieke wagen aan de schoolpoort. Meteen stopten de vogeltjes met fluiten en schoven er donkere wolken voor de zon. Maan en sterren verbleekten ook nog. Een logge gedaante stapte uit de auto, ze leek zó weggeplukt van achter haar fornuis. Daar was ze dan, de missiezuster die een bezoek bracht aan een achterstandsschool, haar missiegebied.
Allen luisterden aandachtig naar wat D'Hondt te vertellen had, ingetogen en berustend, gisteren nog in gevechtshouding, vandaag kruiperig en nederig aan haar lippen hangend. Nietwaar Horbert en meelopers? Hun bevestigende knikjes waren een aanmoediging voor D'Hondt. Na haar spreekbeurt verliet iedereen gehersenspoeld en met glazige blik de zaal, vol goede voornemens om 'de allochtoon' toeschietelijk en tolerant te benaderen.
|