In mijn blog van 16 dezer (‘2050?’) had ik het er reeds over dat, volgens mij, we er tegen 2030 nooit in zullen slagen genoeg elektriciteit te hebben voor alles wat men tegen die tijd geëlektrificeerd wil zien: alle auto’s, warmtepompen, de economie en het digitaal gebeuren (denk maar aan AI). Dit werd bevestigd in De Afspraak van 18 dezer door niemand minder dan journalist Luc Pauwels, VRT-specialist ter zake. En daar houdt het niet bij op.
Volgens twee brieven in de brievenrubriek van ’t Pallieterke van 18 april wegen de batterijen van een elektrische auto minstens 250 kg, wat vijfmaal meer is dan de brandstof in een klassieke auto. Voor de grotere auto’s kan dat gaan tot 500 kg en bevat zo’n batterij o.m. 12 kg lithium, 30 kg nikkel, 20 kg mangaan, 15 kg kobalt, 100 kg koper en 200 kg aluminium. Om één enkele autobatterij te maken, moet je 10 ton zout verwerken om genoeg lithium te produceren, 15 ton erts voor het kobalt, 2 ton voor de nikkel en 12 ton voor het koper.
Wat dat allemaal gaat betekenen voor een schonere klimaattoekomst – denk alleen nog maar over de afval bij de winning van die grondstoffen en de latere vervanging van de batterijen – is bij benadering niet te schatten, maar dat het zal leiden tot een beter klimaat blijft voorlopig wishful thinking.
|