KAATSEN
OP DE GROTE MARKTxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
t was een
kaatslut op de Groote Markt, dit was nog een van mijn groote
zwansdeugnieterijen.
Ik schreef er een
lut uit, de walen tegen vlaaminge Bij de walen: kopman de Kromme Van Hoof, rooi
manne De Boeck, de lange Claessens, groote keer Gustaaf, ne slinke zoon van de
zwarte Baro, achterman Pol Gijssels, vervanger Gabbe Van Wesemael.
De Vlamingen:
kopman Gustje Mestag, rooimanne Nuuke De Geest, Marcel Kelbaert, groote keer
Mong uit t hoeksche die woonde toen op de schelstraat nevens Doctor Scholler
en Dierickx, Akkermans en Rieke Vercammen (Hamme Zog) Jurie Waelse ploeg:
Clement Kelbaert, Vlaamse: Frans De Clercq boekbinder, en een onzijdige: Désiré
De Wolf, schipper die woonde op t sas.
Het akkoord was:
de vlaminge gaan de walen in de statie afhalen. ik was op voorhand met de
valieze naar de markeur gegaan, bureel der marchandiezen eenige vrachtbrieve
doen oppleke, want die waren nog al gekend en gevraagd en gezaamentlijk naar de
groote Markt waar veel volk stond te wachte
De vlaminge hadden
alle dezelfde handschoenen, daar had de Gabbe voor gezorgd t waren deze der
hottentotten, Moenske Van Hedersem was gevraagd door de walen, maar hadt zijn
trein gemist en wierd vervange door de Gabbe, die kon geen handschoen nemen,
hij was tegenstrever van de vlaaminge en bondt nen houten blok aan zijn hand. Dat de Jurie zijn werk had, moet ge niet vragen, Marcel met achteruit te loope
viel op zijn grosse caisse, met een weinig te masseeren kwam alles op zijn
effe.
Een weinig nadien
krijgt de Gabbe nen bal, met te keere vliegt den blok van zijn hand en Marcel
had juist den tijd om op zij te springe of hij vloog vlak in zijn gezicht.
De Jurie kwam
bijeen en er moest gekaatst worden met de bloote hand. t was nen handicap voor
de vlamingen en na nen geweldige strijd waren de walen overwinnaars.
De nijdt was te
groot en de walen moeste het alleen aftrappe, ze zijn ne heelen tijd blijve
hangen op t vestje bij de Mathiü, in t spinske, in t Capelleke bij Pol Van
Drogenbroek, de zot Hersens, de zeve Billekes bij zoo ver dat ze hunnen trein hadden
gemist en hoe ze op destinatie zijn gekomen, ben ik nooit te wete gekome, wij
van onze kant konde dit verlieze moeielijk kroppe en kropen in t hoeksche bij
Mong, wat later bij Dupont die woonde toen waar nu Dolf De Wachteleir woond,
daarna bij Tante Finne nevens t vissershuis Clement Kelbaert en voor t sluite
bij de Gabbe
het verdriet was
te groot, van daar trapte de vlamingen allen naar huis in volle verdriet. Wilt
Ge nu het verslag eens wete over de groote lut vlaeminge en waelen, de twee
jongste zijn nog in leven ploeg: kromme Van Hoof, Pol Gijssels, ploeg Gustje
Mestag, zijn rooiman Marcel Kelbaert, Audegem. De Bock in t gasthuis de man van
deux à deux, quarante à deux, t was ne rooiman van de walen, hij moet zijn
frans niet vergeten hebben, want t is niet lang geleden dat ik hem tegen
gekomen ben en t was nog van deux à deux.
|