Engelse ringvondsten van Scholeksters in Friesland
Enkele vondsten van Engelse pootringen in Friesland.
Al vele jaren staan er bij mij een 20 tal klappers met terugmeldingen van vogels in de kast. Van sommige soorten zijn er wel erg veel terugmeldingen zoals van Scholeksters, Kokmeeuwen en Zilvermeeuwen. Van de Scholekster zijn er in de loop der jaren heel wat buitenlandse pootringen in Friesland gevonden. Vooral veel aan de kust maar ook in het binnenland. Deze keer kijk ik naar enkele Engsele pootringen die meer in het binnenland van Friesland zijn gevonden.
1. London FA.04450 Als volwassen vogel (na 3e kj) geringd op 9 september 1986 te Friskney, Wainfleet in Lincolnshire in Engeland en op 16 mei 1994 dood gevonden in weiland door W.van der Honing uit Gersloot . De vogel heeft de ring 2806 dagen gedragen en is in zijn broedgebied gestorven.
2. London FR.85010 Deze vogel werd op 23 februari 1986 te Fagbury, Felixstowe in Suffolk (Engeland) als volwassen vogel (na 2e kj) geringd op een slaapplek van meerdere Scholeksters.Op 13 mei 1991 vond D.Tolman uit Joure de vogel dood bij Heerenveen.Plantinga uit Joure bezorgde me de vondst. Een vogel die dus in zijn overwinteringsgebied geringd is en teruggevonden in de broedperiode.
3.London FV.23316 Op 8 september 1975 is deze Scholekster te Friskney, Wainfleet in Lincolnshire, zelfde plek als ringvondst nr.1 (London FA.04450), geringd als na 3kj door Engelse ringers. Op 27 maart 1995, na bijna 20 jaar, is de vogel door w.s. een Friese eierzoeker dood gevonden in een weiland tussen Noordwolde en Vinkega. De vogel heeft de ring minstens 7140 dagen gedragen, in die tussentijd is de vogel nergens anders opgemerkt.
4. London SS.77581. Op 24 november 1968 is er te Heachham, King's Lynn, Norfolk in Engeland een 1 kalenderjaar Scholekster geringd, deze vogel werd in de broedperiode op 29 mei 1983 zwaar gewond gevonden als verkeersslachtoffer te Idzega bij Oudega (W) door Fam. Reitsma uit Idzega. De vogel stierf kort erna aan zijn verwondingen. diezelfde nag nog ontving ik het eksemplaar en kon de volgende gegevens vastleggen; Gewicht 495 gram, Vleugel 262.0 mm, Loopbeen 49.4 mm, Staart 108.0 mm. Snavel 74.5 mm (tot bevedering). Na sectie bleek het te gaan om een volwassen wijfje met eicellen van gemiddeld 7 mm (grootste 11.0 mm).
Uit deze slechts 4 voorbeelden van Engelse ringen blijkt dat een deel van onze Friese binnenlandse Scholeksters ook kan overwinteren in Engeland. Tegenwoordig worden er in het binnenland van Friesland maar weinig Scholeksters meer geringd zo blijkt uit de ringgegevens van het Vogeltrekstation. Ik ben erg benieuwd of er de laatste jaren ook nog meer bijzondere ringen van Scholeksters zijn gevonden in Friesland.
Op 13 augustus 2012 ontdekte Willem Kok uit Joure rond 19.30 uur savonds op zijn terras een klein zangertje die vanaf de pergola op een van de vlonders bij de vijver landde. Het bleek om een Kleine vliegenvanger te gaan die zich maar even liet zien. Toen Kok een fototoestel haalde was ie even verdwenen doch hij kwam daarna weer terug om uit de vijver te drinken. Helaas te kort om duidelijk op de foto te zetten. Het bleek te gaan om een 1kj vogel aldus Kok, dus geen rode borst maar wel de opvallende witte zijden van de staart en het typische effen donkere bovenkleed en het kleine voorkomen. De soort broedt eigenlijk meer noordelijk en oostelijk van ons in Polen, Duitsland, Estland, Letland , Litouwen, Finland tot diep in Rusland en wordt in het voor en najaar in ons land gezien. Slechts een enkele keer is er een broedgeval in ons land vastgesteld, echter niet bevestigd met fotografisch materiaal.
Bij mijn onderzoek naar Boerenzwaluwen in schuren in Friesland kom ik regelmatig situaties tegen dat er sprake is van een bezoek van een predator in de schuur. Veel van de predatoren worden door de boer of bewoner zelf ontdekt en soms gemeld.Er zijn er nogal wat predatoren die het gemunt hebben op de nestjongen van de Boerenzwaluw. Bekend zijn o.a. Ratten, Katten, Gaai, Ekster, Sperwer, Steenmarter, maar ook de Kerkuilen maakt slachtoffers. De Kerkuil is een soort die overdag niet vaak gezien wordt in de schuur daar hij een meer in de schemer en nacht op prooien jaagd, voornamelijk veldmuizen. Bij mijn eerder bezoeken dit jaar in Warga had ik al eens op zolder een ruiveer van een Kerkuil gevonden doch meende eerst dat het om een oude veer ging van 2011 van een aldaar geringde Kerkuil die dood gereden was op de Wâldwei in de omgeving van Warga.Nadat ik op 20 augustus meerdere veren en ook enkele braakballen (vers ) vond wist ik zeker dat ik te maken had met een "nieuwe " kerkuil die af en toe in de schuur kwam. De braakballen zijn uitgeplozen en tot mijn schrik vond ik in een braakbal twee pootringetjes van nestjongen van de Boerenzwaluw die in dezelfde schuur waren geringd . Op 9 augustus ringde ik in nest T.83 4 nestjongen van 12 dagen oud, twee ervan bleken in de braakbal te zitten.
Op 10 september 2012 heb ik de laatste twee nesten met jongen in de schuur geringd en controleerde of er op zolder ook nog veren van de Kerkuil lagen, die lagen er nog wel en ook 1 (!) een recente braakbal. Gewaarschuwd door de plundering van een eerder legsel controleerde ik deze braakbal en tot mijn verbazing zaten hier ook twee (!) pootringen in van jonge boerenzwaluwen uit dezelfde schuur, deze bleken op 20 augustus aangelegd te zijn bij 3 pulli van reeds 14 dagen oud. Het loont dus wel om de braakballen van kerkuilen die in schuren gevonden worden waar boerenzwaluwen nestelen te controleren! Recent was in dezelfde omgeving ook al eens een ringetje van een Boerenzwaluw aangetroffen in een Kerkuil braakbal. De Boerenzwaluw staat dus wel degelijk op het menu van de Kerkuil. Het wonderlijke is dat je van veel resten van zeer jonge Boerenzwaluwen vrijwel niets terugvind in de braakbal (vaak kraakbeen) , alleen de snavel en de ruggegraad vallen dan nog op .Bij deze braakballen waren de aangetroffen nestjongen ouder dan 12 dagen. Vind je als veehouder dus veren op zolder van een uil en heb je Boerenzwaluwen in de schuur gehad die er broeden , verzamel dan de braakballen en laat deze onderzoeken op het voorkomen van resten van Boerenzwaluwen en andere vogels (o.a. Husmus). Als de Boerenzwaluwen zijn verdwenen naar het zuiden (vanaf eind september tot begin april) dan bevinden in verse braakballen geen resten meer van Boerenzwaluwen, dat moet duidelijk zijn. Dus tijdens het broedproces van de Boerenzwaluwen verse braakballen verzamelen en onderzoeken zou wel eens veel meer slachtoffers aan het licht kunnen brengen , in combinatie met het ringen van nestjongen. Ringvondsten in braakballen (ook bij andere soorten) komen voor, ik ontvang daar graag bericht van.
Ringverslagen van 16 augustus tot begin september 2012
Veel opvallende vangsten aan het Tjeukemeer .
Door veel drukte met het vangen en ringen en de administratie van de Boerenzwaluwen in Friesland was de administratie van de verslagen van het ringonderzoek aan de noordoever van het Tjeukemeer er even bij ingeschoten. Hierbij de aanvulling tot en met 8 september 2012.Opvallend is dat we de laatste tijd veel Grote Bonte Spechten vangen en ringen. De soort lijkt toch behoorlijk te zijn toegenomen, ook uit reacties van waarnemers uit Friesland krijg ik steeds meer meldingen betreffende broedgevallen in en bij dorpen en steden. De Zwartkoppen nemen de laatste tijd qua aantallen toe, mede door het gebruik van geluid. Ook de IJsvogel is weer bij Rohel geringd. Naast vogels is ook een nieuw plantje ontdekt aan het Tjeukemeer, het Oranje springzaad! Sjoerd Bakker van SBB ontdekte dit tijdens een van zijn bezoeken aan onze ringplek! De soort is in Nederland in opmars en elders in de provincie Friesland waren al eens eerder planten gevonden door Sjoerd Bakker. Voor meer details van de vangsten en bijzonderheden zie de hieronder geplaatste Bijlagen.
Met groeten van, Jan de Jong, Joure Tel.0513-414788
Op 10 augustus 2012 werd de 12e CES (Constant Effott Site project) periode van dit jaar volgemaakt aan de noordoever van het Tjeukemeer. Het project loopt al vanaf 1994 en ieder jaar is er met succes alle 12 perioden gevangen. Vanaf 1985 wordt er al met de CES methode aan het Tjeukemeer in Friesland gevangen volgens de toen geldende richtlijnen van de BTO (Engelse Ringcentrale). Hiermee waren we de vroegste Cessers in Nederland.In de periode tussen 1985 en 1994 werd er dus al gewerkt volgens een vaste mistnet opstelling. Uit de vangsten van 10 augustus bleek dat er op die dag al duidelijk sprake was van dat een groot deel van de Kleine karekieten al vertrokken was. De vogels hadden in ons gebied een zeer slecht broedseizoen achter de rug. Ook op 10 augustus was het bij aankomst muisstil in het riet en de rietzoom. Na een slechte overwintering in Afrika (winter 2011/2012) troffen ze hier ook nog een slechte broedperiode met veel regen en harde wind en stevige hagelbuien. Het is dan ook niet verwonderlijk dat van de vele nesten in de rietzoom er niet een overbleef waaruit jongen kwamen. Op 15 augustus werd er voor het eerst dit jaar weer gevangen met geluid. Direct al bleek dat er toch nog veel Kleine karekieten (van elders) doortrokken , we vingen er maar liefst 55 op die morgen. Alle vogels waren ongeringd en enkele hadden al vetreserve opgebouwd. Bijgaande de verslagen van 10 en 15 augustus .