Van mensen en dingen in Beveren-Leie (1) Naar aanleiding van ‘Vlaggen in Beveren-Leie’, klik hier kregen we een aantal verhalen in verband met onze gemeente. Heel wat uiteenlopen informatie over het verleden van Beveren-Leie. We danken hierbij Nele voor deze verhalen waarvan we er nu eentje uit 1971 publiceren over wijlen Roger Degroote. Hij was één van de grondleggers van de KAJ in Beveren-Leie die dit jaar 80 jaar geleden gesticht werd. De auteur van dit verhaal was wijlen Michel Debrouwere.
"Mijn inzet voor meer sociale rechtvaardigheid, mijn sociale aktie, is een akte van geloof, een daad van geloof in God en in de mens ", zo begint Wijlen Michel zijn verhaal.

"Deze zin komt uit het prachtige boekje "Heeft het geloof nog toekomst?", van Paul De Haes. Hieraan moet ik denken nu het doodsbericht van Roger Degroote hier voor me lig. In die zin immers zit net programma vervat dat zijn leven richting en lijn gegeven heeft. Het is de opdracht die hij, jaren geleden, van de K.A.J. gekregen heeft en die hij trouw gebleven is. Onwrikbaar en onvoorwaardelijk.
Roger Degroote werd geboren te Deerlijk op 3 juli 1927. Zijn kinder- en jeugdjaren sleet hij in Beveren. Een stille, eenvoudige jongen. Een beetje bedeesd. Als anderen het grote woord voerden, verkoos hij te zwijgen en eens bescheiden te glimlachen. Zo heb in hem gekend. Op school en vooral later bij de K.A.J. Zijn zachtheid en bescheidenheid waren echter geen zwakheid. Hij bezat de eenvoud van mensen die zeer-scherp het wezenlijke van het bijkomstige onderscheiden kunnen en die hardnekkig maar onopvallend naar de kern van de zaak boren.
In 1945 werd de K.A.J. gesticht in Beveren. Het leven van veel jonge mensen bij ons werd door deze beweging getekend. Na de verwarring van de oorlogsjaren, kregen ze een ideaal dat waard was om voor te werken en te leven. - "Mijn sociale aktie is een akte van geloof in God en in de mens." - Het programma van Cardijn in een notedop samengeperst. Roger was er van de eersten bij. In het begin was hij vooral bedrijvig bij de Jong-Kajotters, maar na het vertrek van Georges Denoulet, Roger Depraetere en Roger Denoulet, kreeg hij het ganse gewicht van de leiding te tillen. Het is zijn leerschool geweest voor het latere leven. De liefde voor zijn arbeiders-kameraden die hij daar heeft aangescherpt, heeft hem nimmermeer verlaten.
Klik hier voor de hierbij gepubliceerde foto van het bidprentje van Roger.

Met heel velen hebben we het Kajotters-embleem gedragen in Beveren. De korenaar om het kruis gebogen. Welvaart die steunt op net geloof. Bij het grootste deel van ons heeft het stof der jaren de kleur van het Kajotters-schildje verdoft. Bij Roger echter is het glanzend gebleven. Misschien omwille van de eenvoud die hem altijd bijgebleven is maar zéker omwille van zijn geloof dat hem dreef om andere mensen te helpen.
"Mijn sociale aktie is een akte van geloof. “ Hij huwde Maria Vercruysse, een meisje van de Kapelhoek, dat hij altijd al gekend had omdat ze samen opgegroeid waren. Een tijdje daarna trok hij naar Moen, waar hij vrijgestelde werd bij de plaatselijke kristelijke werkliedenorganizatie Het werden mooie jaren. Hard werken weliswaar om de zaak draaiende te houden, maar het ging, en dat verdubbelde zijn energie. Door de Moense arbeiderswereld werd hij op de handen gedragen. De mensen hielden van hem omdat ze aanvoelden dat hij het allerbeste met ze voorhad.
Ieder mensenleven wordt getekend door het kruis. Dat is onontkoombaar. Mizerie is erin verweven als de inslag in de ketting, Voor Roger was het niet anders. Van de vreugde om het huwelijk van zijn zuster; viel hij in het grenzeloze verdriet om het schielijk overlijden van zijn echtgenote. Zonder overgang. Onvoorbereid. Hij heeft de slag als een diepgelovig mens gedragen, maar de pijn was er niet te minder om. Een grote steun in die moeilijke dagen was voor hem de genegenheid van zijn familieleden die hem trouw terzijde stonden, en die als het ware een beschermende ring om hem optrokken.
Het leven gaat verder en de tijd strijkt zalf over pijnlijke wonden. Cecile Vandromme is dan in zijn leven gekomen en samen hebben ze de zorg voor Maria's kinderen op zich genomen. Voor Maria ‘s kinderen en voor de kleinen die als bloemen uit hun nieuw geluk opbloeiden. Ja, de geslagen man kende weer geluk, en met vernieuwde energie wierp hij zich op het werk. En werk was er veel voor hem daar op het A.C.W.-sekretariaat te Moen. Een vrijgestelde van een arbeidersbeweging die idealisme genoeg heeft om vol te houden, kent nooit rust. Altijd is er iets te regelen of recht te trekken voor de mensen die aan hem zijn toevertrouwd.
Dezelfde zorg voor de arbeiderswereld joeg hem ook op het moeilijke pad der gemeentepolitiek. Hij werd schepen, dan weer gewoon raadslid, en tenslotte (1)burgemeester na de verkiezingen van einde 1970. Hij zou een burgemeester geworden zijn naar het hart der Moenenaren. Daar stond zijn ganse vroeger leven borg voor, Het heeft echter niet mogen zijn. Waarom? We zijn in de hand van de Heer en Hij alleen weet het laatste waarom van alle dingen.
Hoe druk Roger het ook had met zijn taak als A.C.W.-sekretaris, en als arbeidersafgevaardigde bij het Moense gemeentebestuur, toch vond hij immer nog tijd voor geestelijke verdieping en apostolaat. Samen met Cecile was hij lid van de Gezinsgroepen. Samen ook met haar stond hij in voor de gezinspastoraal op dekenaal vlak, Verders was hij wijkmeester bij de plaatselijk K.W.B. en parochiaal verantwoordelijke voor Broederlijk Delen. Ieder van die taken vervulde hij alsof dit het enige was wat hij te doen had. Met hart en ziel. Met een onverwoestbaar geloof in het uiteindelijke slagen.
Dan kwam de ziekte die hem naar het graf zou slepen. Onverbiddelijk. Zijn lijden heeft hij met berusting gedragen. Alleen God echter weet hoeveel moed hij heeft moeten opbrengen om het bijwijlen niet uit te schreeuwen van pijn en ellende. Berusting wordt niemand aangeboren. Berusting wordt niemand aangeboren. Berusting en aanvaarding moeten groeien in de geslagen mens. Alleen geloof en hoopvol vertrouwen kunnen daarbij helpen. Hij overleed op 5 juni. – Wij, zijn oude vrienden uit de K.A.J. hebben het nieuws met deernis en verslagenheid vernomen, De derde Roger die ons ontvallen is. Voortijdig. Veel en veel te vroeg, naar menselijke maatstaven gemeten. Roger Depraetere, de onvermoeibare, hartstochtelijke geweldenaar. Roger Denoulet, de stugge zwijgzame werker. Roger Degroote, de vriendelijke, ietwat terughoudende mensenleider. Ze zijn nu weer samen. Alle drie. Zoals in de eerste jaren van de Beverse K.A.J. Ze zijn uit ons midden weggenomen, maar gestorven zijn ze niet. De geest immers kent geen dood. Die leeft verder in ons. Onze taak is het die geest door te geven."
(1)Roger was slechts een klein jaar burgemeester van Moen toen hij overleed.

|