Ithaka: Op reis in het leven
Niet zo lang geleden las ik toevallig de eerste regels van een gedicht dat ik niet kende. Links op het blad stond de Griekse tekst en rechts de vertaling in het Nederlands.
Mijn belangstelling was direct gewekt door de titel, Ithaka. Ik heb vroeger in de humaniora ook Oudgrieks gestudeerd. Veel daarvan ben ik vergeten, want mijn laatste les Oudgrieks kreeg ik 66 jaar geleden! Maar mijn belangstelling voor de klassieke cultuur en de invloed ervan op onze cultuur en ons leven is gebleven, zelfs groter geworden. Iets meer dan twintig jaar geleden heb ik ook vier jaar lang onder de leiding van een lieve ontwikkelde Griekse dame, in ons cultureel centrum Westrand in Dilbeek, Nieuwgrieks gestudeerd.
Nadat ik de eerste twee regels gelezen had moést ik verder lezen: wat daar geschreven staat is niet wat men normaal verwacht. De dichter wenst dat de weg op de tocht naar Ithaka lang mag zijn. Gewoonlijk wenst men toch dat het gestelde doel vlug bereikt wordt, maar dat schijnt hier bijzaak te zijn.
Het is een gedicht van de Griekse dichter Konstantinos Petros KAVAFIS (1863-1933).
Ithaka verwijst naar de tocht van de Griekse held Odysseus, die er na de Trojaanse Oorlog tien jaar over deed om naar het eiland Ithaka, zijn geboorteland, terug te keren. Zijn reis was lang en avontuurlijk. En interessant.
Kavàfis wenst dat de weg lang mag zijn, dat je onderweg veel mag beleven en ervaringen opdoen, waardoor je wijzer wordt.
De “Ithaka”’s in je leven bezorgen je een mooie reis, ze bedriegen je niet, ze zijn steeds de moeite waard. Niet de bestemming is het belangrijkste, wel de weg ernaartoe. Was Ithaka er niet, dan was je zelfs nooit vertrokken!
Wij zijn allen op reis in het leven. Sta even stil bij de lectuur van deze prachtige klassieker.
De Nederlandse vertaling hieronder is van de hand van Hans Warren en Mario Molegraaf.
Gedicht: Ithaka
Als je de tocht aanvaardt naar Ithaka wens dat de weg dan lang mag zijn, vol avonturen, vol ervaringen. De Kyklopen en de Laistrygonen, de woedende Poseidon behoef je niet te vrezen, hen zul je niet ontmoeten op je weg wanneer je denken hoog blijft, en verfijnd de emotie die je hart en lijf beroert. De Kyklopen en de Laistrygonen, de woedende Poseidon zul je niet treffen wanneer je ze niet in eigen geest meedraagt, wanneer je geest hun niet gestalte voor je geeft.
Wens dat de weg dan lang mag zijn. Dat er veel zomermorgens zullen komen waarop je, met grote vreugde en genot zult binnenvaren in onbekende havens, pleisteren in Phoenicische handelssteden om daar aantrekkelijke dingen aan te schaffen van parelmoer, koraal, barnsteen en ebbehout, ook opwindende geurstoffen van alle soorten, opwindende geurstoffen zoveel je krijgen kunt; dat je talrijke steden in Egypte aan zult doen om veel, heel veel te leren van de wijzen.
Houd Ithaka wel altijd in gedachten. Daar aan te komen is je doel. Maar overhaast je reis in geen geval. ‘t Is beter dat die vele jaren duurt, zodat je als oude man pas bij het eiland het anker uitwerpt, rijk aan wat je onderweg verwierf, zonder te hopen dat Ithaka je rijkdom schenken zal. Ithaka gaf je de mooie reis. Was het er niet, dan was je nooit vertrokken, verder heeft het je niets te bieden meer.
En vind je het er wat pover, Ithaka bedroog je niet. Zo wijs geworden, met zoveel ervaring, zul je al begrepen hebben wat Ithaka’s beduiden.
Konstantinos Petros KAVAFIS (1863-1933)
|