20 januari 2012
Der Bastard von Tolosa

Eindelijk ben ik erdoor. Door de 925 bladzijden van de roman "Der Bastard von Tolosa" (Droemer Verlag, 2009) van Ulf Schiewe (°1947). Als je gemiddeld een dertigtal bladzijden per dag leest, ben je een maand lang ermee zoet. Maar het heeft langer geduurd, want de kerst- en nieuwjaarsperiode nemen je tijd voor andere dingen in beslag. Toch is de lectuur van die turf meegevallen.
Het is een historische roman die zich in het begin van de 12de eeuw afspeelt, van 1110 tot 1131. Na de oproep van de paus, in 1096, om tegen de "ongelovigen" te strijden en Jeruzalem te bevriijden, trekt de jonge edelman Jaufré Montalban, zoals duizenden "soldaten van Christus", op kruistocht. Maar na verschillende gruwelijke moordpartijen en veldslagen begint hij aan de zin van dit alles te twijfelen. Als zijn geliefde wreed afgeslacht wordt beslist hij zich op zijn burcht bij Tolosa (Toulouse) terug te trekken. Maar daar wacht hem het onaangenaam weerzien met zijn echtgenote, met wie hij vroeger onder dwang en tegen zijn zin getrouwd was. En hij heeft te maken met een dodelijke intrige die te maken heeft met het raadsel van zijn afkomst.
Niettegenstaande dat het verhaal uitgegroeid is tot een dikke turf, verveelt het nooit. Dat is een grote verdienste. En alles wordt verteld in een aangename onderhoudende taal. Ik heb de laatste tijd verschillende romans gelezen die door vrouwen geschreven werden. Maar hier merk je dat een man aan het woord is. In de beschrijvingen van vechtpartijen, achtervolgingen, intriges worden andere accenten gelegd dan bij vrouwelijke auteurs. Deze laatsten beschrijven meestal met meer aandacht en details kleding, relaties, psychologische reacties en levensstijl van hun personages. Maar in de roman van Ulf Schiewe komt iedereen toch aan zijn trekken. En voor zover ik kan oordelen is de historische context heel geloofwaardig. Aanbevolen lectuur.
Zoals gewoonlijk schrijf ik enkele passages op die mij op een of andere wijze getroffen hebben of die ik het vermelden waard vind.Hier ook een paar:
- Das tägliche Heute fordert zu viel, als dass man dem Gestern noch viel Beachtung schenken könnte. p. 363.
- Wem das Alter die Freuden der Liebe nimmt, dem bleibt immer noch ein guter Tropfen. p. 373.
- Nicht der Tod an sich ist das Schlimmste. Tod umgibt uns überall, und wenn man sich auch nicht an ihn gewöhnen kann, so lernen wir, mit ihm zu leben. {...} Nein, schlimmer als der Tod ist die Leere, die zurückbleibt, die Worte, die nicht mehr gesprochen werden, der Kuss, den man nie mehr auf den Lippen spüren wird, das Lächeln das für immer verflogen ist. p. 912.
|