Na 100 jaar nog een 11de november!

Het is vandaag 10 november, en morgen zal het 100 jaar geleden zijn dat de “Groote Oorlog” eindigde.
De laatste weken en dagen is er veel over die oorlog en over de wapenstilstand geschreven en gesproken. Vandaag is er in Frankrijk een grote herdenking, waarop de presidenten Macron van Frankrijk en Trump van de Verenigde Staten de blikvangers zijn. Morgen zullen een tachtigtal staatshoofden en regeringsleiders in Frankrijk aan het grootse herdenkingsschouwspel meedoen.
Dergelijke spectaculaire herdenkingen kunnen in de ogen van sommigen overdreven en misschien zelfs overbodig schijnen. Toch vind ik dat ze hun nut hebben, al was het maar om er ons attent op te maken dat het altijd mogelijk is dat wij in een dergelijke, of nog ergere catastrofe, gestort kunnen worden. Want de mens redeneert niet altijd logisch en de motieven van individuen, groepen, en volkeren liggen dikwijls uiteen, vaak gekleurd door passie en onwetendheid.
Voor de jeugd van nu lijkt die “Groote Oorlog” voorgeschiedenis. Denk eens aan, dat zijn dingen van meer dan een eeuw geleden. En er is ondertussen toch al zoveel gebeurd dat moderner en interessanter was en is…
Ik ben gelukkig nog geen 100 jaar oud en die Eerste Wereldoorlog was van voor mijn tijd, maar ik herinner mij toch nog verhalen die mijn grootouders verteld hebben over de tijd dat in 14-18 de Duitsers wreed in onze streken huisgehouden hebben. Voor mij is dat geen dode materie alhoewel ik nog een twintigtal jaar moest wachten vooraleer ik in een wereld terecht zou komen waarin de waanzin van een zekere Hitler verschillende volkeren en miljoenen mensen dodelijk besmette.
Elke 11de november denk ik onwillekeurig aan mijn naamgenoot Guillaume (1883-1969). Neen, het was niet mijn grootvader, die men ook Guillaume noemde, maar een familielid uit een zijtak van onze stamboom.
Het moet nu ongeveer 70 jaar geleden zijn dat wij in Landen woonden omdat mijn vader, een ambtenaar van de belastingen, daar toen benoemd was. En in die tijd verwachtte men van die mensen dat ze gingen wonen in de gemeente waar ze hun beroep uitoefenden. Ik moet dan 11-12 jaar geweest zijn; het was rond de tijd dat ik mijn plechtige communie deed.
In diezelfde gemeente woonde die naamgenoot Guillaume. Ik weet niet door welk toeval mijn ouders met hem in contact zijn gekomen. Guillaume en zijn echtgenote waren van de generatie van mijn grootouders en ze hadden geen kinderen. Dat was voor hen al jaren een bron van gemis en stil verdriet. En hun verlangen naar een kind was zo groot dat hij zelfs eens aan mijn vader het voorstel gedaan heeft mijn oudste zus bij hem thuis te laten inwonen. Hij en zijn echtgenote zouden ze zoveel mogelijk als hun eigen kind beschouwen en liefhebben… En haar tot hun erfgename maken… Mijn ouders hadden toch al vijf kinderen en we zouden altijd met mekaar contact kunnen houden.
Dat was een voorstel dat niet ongunstig was en waarover men wel even kon nadenken, maar mijn ouders hebben dat toch niet aanvaard. En ik was ook tevreden, want ik zag het niet goed zitten mijn oudste zusje niet meer bij mij te hebben.
Doch laat ik vertellen waarom ik elke 11de november aan die sympathieke Guillaume terugdenk: dat is niet alleen omdat hij een oud-strijder was vanuit 14-18, maar vooral omdat hij mij eens vertelde wat er bij hem in zijn compagnie gebeurde en wat hij voelde op die 11de november 1918. Hijzelf was brigadier en stond daar aan het hoofd van een groep soldaten. Ze hadden tot nu toe de oorlog overleefd en de Duitsers gingen capituleren.
“En toen het nieuws kwam van de wapenstilstand, menne joung,” zei hij, “kwamen de tranen in mijn ogen en ik werd er warm en koud van! En ook veel andere soldaten kregen tranen van vreugde in de ogen, haalden een zakdoek boven om te snuiten en er een traan mee weg te vegen. Zo iets, menne joung, vergeet ik nooit!,” voegde hij er nog aan toe. En dan zweeg hij een tijdje in gepeinzen verzonken, en ik keek dan naar hem en wist niet wat er in zijn ogen blonk.
Ondertussen is iedereen van die vorige generatie verdwenen. We hebben een tweede, nog verschrikkelijker oorlog meegemaakt. Ik, jaargang 1936, was toen gelukkig nog wat te jong om er goed de tragiek en de verschrikkingen van te beseffen. Overal in de wereld worden nog oorlogen uitgevochten, alsof er niet genoeg voorbeelden zijn van waanzin en wederzijdse vernielzucht. Zal de mens ooit veranderen?
Nu, na 70 jaar, denk ik dus elke 11de november aan de wapenstilstand van 1918. Niet omdat we dan een wettelijke feestdag hebben, niet omdat er tegenwoordig zoveel over geschreven, gesproken en getoond wordt, maar in de eerste plaats omdat Guillaume – hij weze gezegend samen met zijn kameraden-medestrijders – mij deelgenoot maakte aan zijn ontroering en blijdschap van op die 11de november 1918, nu al 100 jaar geleden.
Een vredevolle en vreugdevolle groet!
|