Vandaag is in de stad van David een Redder geboren. Hij is Christus, de Heer.”
Dat is goed nieuws: midden in de donkere winterdagen worden we gered.
Hoe dan? Door wie? Waar dan? We vinden de redding in wat klein is. We vinden ze in het Kerstekind.
Het Kerstekind heeft nog geen woorden. Het kind is stil. Je zou de redding kunnen vinden in de stilte, in de diepe stilte.
Het Kerstekind heeft nog geen plan. Het is er gewoon. Je zou de redding kunnen vinden in wie je in je diepste wezen bent.
Het Kerstekind is nieuwsgierig. Het heeft de ogen wijd open. Het is levendig en het is blij met alles, zelfs met ons. Het is een kind vol verwondering. Je zou de redding kunnen vinden in de kinderlijke verwondering.
Het Kerstekind strekt zijn armen uit en omhelst ons. Het is de Liefde zelf. Je zou de redding kunnen vinden in een omhelzing van warme liefde.
Als het Kerstekind opkijkt, ziet het een moeder en een vader, en ziet het ons. Het geeft ons de kans zelf nieuw te worden. We worden ouders, zelfs als we geen kinderen hebben. Je zou de redding kunnen vinden in het mede-schepper zijn, in het creatief zijn.
Het Kerstekind komt als een koning. Het regeert van de houten kribbe tot het houten kruis en het maakt alles nieuw. Het is, zoals ieder van ons, geboren om te sterven. En toch was zijn dood een poort naar iets nieuws. Je zou de redding kunnen vinden in de hoop, in het geloof dat alles altijd goed komt.
Het kind dat kwam, komt nog steeds, ook hier en nu. En dat is een groot mysterie. Je zou de redding kunnen vinden als je openstaat voor het mysterie.
Het kind dat komt, dat is jij en jij en jij en zelfs ik. Het is het kind in ons, dat ons kan bevrijden.
Het is het kind in ons, dat onze grote redding kan zijn.
Als we de grote redding willen vinden, zouden we kunnen beginnen met op zoek te gaan naar het kind in onszelf.
22-12-2022, 21:16
Geschreven door Gust Adriaensen-Parochie Sint-Martinus
|