Droom is't leven, anders niet; 'tGlijt voorbij gelijk een vliet, Die langs steyle boorden schiet, Zonder ooyt te keeren. (uit gedicht Air van Jan Luyken).
Op de Grote Markt in Brussel zijn vanmiddag de eerste Belgische
begonia's geplaatst die samen met bijna één miljoen soortgenoten het
traditionele bloementapijt zullen vormen. Dit jaar staat de Afrikaanse
cultuur centraal, met een motief geïnspireerd op tekeningen van volken
uit Congo, Ethiopië, Nigeria, Botswana en Kameroen.
Jarenlange traditie
De traditie van de Brusselse bloementapijten gaat terug tot 1971. Vanaf
1984 werd beslist er een tweejaarlijks gebeuren van te maken. Intussen
wordt ook vanuit het buitenland uitgekeken naar de Brusselse
bloemenpracht. Dat bleek weer uit de schare Russische, Japanse en
Arabische journalisten die de voorstelling door toerismeschepen Philippe
Close bijwoonden.
Toeristen "Het
bloementapijt is het toeristische evenement met de meeste weerklank in
de internationale media", aldus Close. "Het hele jaar door komen
toeristen bij het stadhuis aankloppen met de vraag waar de bloemen toch
gebleven zijn. Bovendien is het bloementapijt ook de meest verkochte
postkaart."
Nieuwigheid Opvallende
nieuwigheid dit jaar zijn de tienduizend bloemen die het stadhuis langs
de buitenkant opfleuren. Volgend jaar, wanneer er geen heel tapijt wordt
uitgerold, zal dat nog uitgebreider gebeuren.
De organisatie achter het tapijt hoopt alvast op meer dan 140.000 bezoekers op vijf dagen.
De 100 mooiste beelden van de olympische slotceremonie
De Olympische spelen in Londen zitten er op. De 80.000 toeschouwers in het Olympisch Stadion kregen zondagavond tijdens de sluitingsceremonie, net als ruim twee weken geleden bij de opening, een show gepresenteerd met veel dans, theater en muziek.
Op het middenterrein was het centrum van Londen in grote lijnen nagebouwd. Zo was onder meer de Big Ben te zien, net als de Tower Bridge. Ook The London Eye, het enorme reuzenrad, ontbrak niet.
Een indrukwekkend eerbetoon aan ex-Beatle John Lennon was een van de hoogtepunten van de avond. Terwijl het nummer 'Imagine' uit de speakers klonk, werd in het midden van het stadion het gezicht van Lennon (gevormd door een grote groep mensen) uitgebeeld. Brian May en Roger Taylor, gitarist en drummer van Queen, brachten samen met zangeres Jessie J het bekende nummer 'We will rock you'.
The Spice Girls, de populaire meidengroep uit de jaren 90, waren speciaal voor de Spelen bij elkaar gekomen. Na de vlagoverdracht met IOC-voorzitter Jacques Rogge tussen de burgemeesters van Londen en Rio de Janeiro, de locatie voor de Spelen van 2016, en de opkomst van het Braziliaanse boegbeeld Pelé sloten Sebastian Coe, hoofd van het organisatiecomité LOCOG, en Rogge de Spelen af.
Veel toeristen
die in de zomermaanden de Costa Blanca bezoeken, komen niet veel verder
dan de aangename stranden en de mooie zeeboulevards.
Dat
is erg jammer, want vooral de noordelijke helft van de provincie
Alicante heeft een schitterend bergachtig achterland. Om toch een idee
te krijgen van dat achterland is de excursie naar Guadalest, die door
vrijwel elk reisagentschap wordt aangeboden, heel geschikt. Ondanks het
soms massale toerisme is en blijft Guadalest namelijk een wonderschoon
en heel interessant dorp.
Als jaarlijks de lijst bekend wordt
gemaakt van de door toeristen meest bezochte plekken in Spanje, is de
naam Guadalest altijd in de top tien te vinden. Het dorpje, dat net iets
meer dan tweehonderd inwoners telt, krijgt in twaalf maanden vrijwel
net zo veel bezoekers te verwerken als het Prado-museum in Madrid. De
reden voor deze onafgebroken stroom bezoekers is vooral de unieke
ligging. De tocht vanuit drukke kustplaatsen als Benidorm en Calp duurt
maar een half uurtje en leidt bovendien door een prachtig landschap van
grillige bergen en terrassen met amandel- en olijfbomen. Het dorp zelf
ligt bovendien in één van de mooiste dalen van de provincie Alicante.
Het wordt gedomineerd door de ruïnes van twee kastelen en kijkt uit over
een azuurblauw stuwmeer.
Als u met een georganiseerde excursie
komt, kunt u het tijdstip van aankomst niet bepalen, maar als u zelf met
de auto komt, doet u er goed aan s ochtends bijtijds op pad te gaan en
voor 10.00 uur in Guadalest aan te komen. De grote parkeerplaats midden
in het dorp is dan nog leeg en het dorpje zelf verkeert nog in rust.
Het ademt nog de sfeer uit van een authentiek Spaans bergdorpje. Een uur
later is dat compleet veranderd. Achter de voordeuren van de meeste
witte dorpshuisjes blijken souvenirwinkeltjes schuil te gaan, die hun
waren beginnen uit te stallen in de smalle straatjes.Bij aankomst in
Guadalest parkeert u (of de bus waarmee u komt) op één van de grote
parkeerterreinen midden in het nieuwe gedeelte van het dorp. Vanaf die
parkeerplaats is het enkele tientallen meters wandelen naar de entree
van het oudere deel van het dorp, dat bestaat uit een lager deel en een
hoger deel.
U loopt door de straatjes met winkeltjes en komt uit
op een uitzichtpunt waar u voor u een enorm steile rots met daarop een
karakteristiek wit torentje en aan de rechterkant de resten van een oud
kasteel ziet. Het is dit plaatje dat op tientallen folders en
ansichtkaarten staat en dat is niet verwonderlijk, het blijft een
schitterend gezicht. U daalt nu een stukje af en gaat dan met een zigzag
omhoog naar de ingang van de tunnel.
Deze tunnel was en is nog
steeds de enige toegang tot het oudste deel van Guadalest. U zult
begrijpen dat het voor de christelijke troepen in de dertiende eeuw niet
meeviel dit dorpje te veroveren op de Moren, zij verschansten zich
achter de rotsen en konden hun dorp goed verdedigen.Als u de tunnel door
bent (en ondertussen één of twee keer op de foto bent gezet door
ondernemers die u ertoe willen bewegen die foto bij vertrek te kopen)
loopt u recht op de Casa Orduña af. Dit is een zeventiende-eeuws
herenhuis dat nu onderdak biedt aan een interessant museum en bovendien
de ingang vormt naar de kasteelruïnes. Het is de moeite waard dit gebouw
te betreden en de entree te betalen, maar u kunt het beste eerst even
linksaf slaan en het oude dorp verder inlopen. U passeert de kerk en een
klein etnologisch museum en komt uit op het centrale pleintje met een
leuk roestig beeld van de patroonheilige. Aan de rechterkant heeft u nu
een werkelijk schitterend uitzicht over het onder Guadalest gelegen
stuwmeer, dat azuurblauw is en omringd wordt door mooie natuur.
Wandelliefhebbers onder u kunnen een prachtige
wandeling rondom dit meer maken, maar dan moet u wel eerst met de auto
een stukje richting Callosa rijden en dan linksaf slaan naar Pantano.
Bij de dam kunt u beginnen met wandelen.
Aan het dorpsplein is
ook het oude gemeentehuis en een twaalfde-eeuwse gevangenis gelegen. Die
gevangenis kunt u bezichtigen. Erachter ligt de gemeentelijke lagere
school. Rechts naast de school loopt een wandelpad over de muren. Als u
tot de verste hoek loopt, kunt u de vallei van Guadalest helemaal
overzien. U kunt zich nu misschien voorstellen hoe in de tijd van de
Moren werd gecommuniceerd. In de verte, bovenop een grillige rotspartij,
liggen de resten van het kasteel van Benifato. Meer aan de rechterkant
liggen bovenop de bergwand de resten van het kasteel van Castell de
Castells. Via deze twee kastelen én het kasteel van Guadalest kon men
het hele dal controleren en het met signalen doorgeven als er gevaar
dreigde.
Als u het plein, het uitzicht, de kerker, de winkeltjes
en de kerk heeft bekeken, keert u terug naar de Casa Orduña. Na het
passeren van de kassa wordt u door het mooie gebouw heen geleid (waar
soms ook interessante tijdelijke exposities zijn) en vervolgens een trap
op die u langs de eerste kasteelruïne leidt. Het Castillo de la
Alcozaiba bestaat nog maar uit één toren, die uit de elfde eeuw dateert.
Via een metalen constructie wandelt u verder naar het tweede en hoger
gelegen kasteel, het Castillo de San José. Dit kasteel speelde niet
alleen een belangrijke rol in de strijd tussen Moren en christenen, ook
in later eeuwen was het door zijn strategische en unieke ligging
belangrijk. Uiteindelijk werd het kasteel door twee aardbevingen en een
explosie tijdens de Successie-oorlog in 1708 ernstig beschadigd. U kunt
echter nog steeds de hoogste toren beklimmen en over de muren lopen en
genieten van een onvergetelijk uitzicht. U kunt zich nu misschien ook
voorstellen dat Guadalest één van de plaatsen was waar de Moriscos het
langst stand hielden. Hoewel dit deel van Spanje aan het einde van de
dertiende eeuw door de christenen heroverd werd, was het grootste deel
van de bevolking Moors. Deze Moren hadden al eeuwenlang in dit gebied
gewoond en ze piekerden er niet over om te vertrekken. De nieuwe
landheer, Bernardo de Sarriá, wist dat hij geen betere mensen zou kunnen
vinden om de grond te bewerken en hij liet de Moriscos (bekeerde Moren)
rustig hun gang gaan. Zo kon het dat Guadalest en veel omliggende
plaatsen nog tot 1609 grotendeels Moors waren. In dat jaar besloot de
Spaanse koning in het kader van de inquisitie alle Moren het land uit te
zetten en er vond een ware klopjacht plaats. In Guadalest verschanste
de bevolking zich nog lange tijd achter de rotsen en muren van hun dorp
maar uiteindelijk moesten ze zich toch gewonnen geven. Het dorp bleef na
het vertrek van de Moren vrijwel verlaten achter en moest worden
herbevolkt met christenen uit andere delen van Spanje.
Boven bij
de kasteelruïne kunt u ook nog een oude begraafplaats bekijken, met
oude kruizen die in de aarde staan. In het nieuwere gedeelte zijn de
nissen te zien, waar in Spanje meestal in begraven wordt.
Eenmaal
weer beneden kunt u nog één van de vele curieuze musea bezoeken (zoals
miniatuurmuseum, martelmuseum en kerststalmuseum), op jacht gaan naar
een leuk souvenir of u neerzetten op een aangenaam terrasje.
Praktische informatie
Guadalest
ligt 25 kilometer van Benidorm. U rijdt er naartoe via Altea La Vella
en Callosa dEn Sarrià (de CV-755) of via La Nucía (de CV-70).