GUSTJE NEEMT DE BIECHT AFxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
In t Collège was men verplicht maandelijks te commune te gaan. Op zekeren dag dat de professors, want er waren er twee, eene lings van den ingang der kapel en een rechts, weg bleven, zeg ik bij mij zelf: Gust t is moeite gespaard voor die Heeren, ge kunt dit ook wel doen, en kroop den biechtstoel in, den kazuivel aangetrokken en hadt rap 2 zondaars binnen. Ja, de formul kon ik reeds lang van buiten, t deurke open, Gloria patria, et filio et spiritui, sancto en luisterde naar de zondaar. Deze kwam wat onnozelheden vertellen en ik zegde: mijn vriend, komt terug als ge wat meer hebt bedreven. Deurke toe en den andere glor. enz. Ja, die hadt wat meer op zijnen kerfstok en kreeg voor penetentie, de litanie van al Heiligen en 5 vader onze en 5 wees ge groeten.
Er wierd in de kapel gelachen en de koppen naar den biechtstoel gedreit, al met eens kon men een muis hore loope, rap mijn kazuivel af en buiten, maar zoo snel kon het niet gaan of de professor stond bij mij: Mestag, uw kazuivel aan en mée bij de superieur. De oogen eens rondgedruit en iedereen wist wat zulks beteekende en Gust vloog door de kapel en sakkerstijn naar boven bij de superior. Ja op de knieen, armen omhoog en zijn boekske gebotert. Wanus, de knecht, wierdt geroepen, haalt rap Polleke Mestag (
). Pa die den coiffeur was van t school, nam zijn materiaal mee: t is te zeggen scheermes, scheeren enz. Ik zien nog altijd zijn gezicht veranderen bij t opensteken der deur en hij zag zijn zoon daar op de knieën zitten met dien kazuivel aan en darmen omhoog. Hij wist aan stonds wat er gebeurd was en hoorde de uitspraak van mijn straf. Een maand lang water en brood, s middags in tschool blijven en na de studie een 1 uur langer dan de andere leerlingen. Thuis stond me nog wat anders te wachten, eerst mijn noeneten, avondeten, de kelderval open en erin tot het tijd was om slapen te gaan. En dit spelleke heb ik volgehouden tot 8 dagen voor het einde van mijn straf. Maar we hadden 2 kelders, den 2de was de wijnkelder en daar bevondt ik me beter en ik had me rap een zwart zuster aangepast die rap nen opvolger kreeg. De gevolgen kunt ge wel raden. Pa kwam me halen om slapen te gaan en zijne Gust lag scheel zat in den tweede kelder. Dat het veel moeite hadt gekost om me boven te krijgen, moet Ge niet vragen, het was van beneden tot boven nen draaiende trap in t ijzer t geleek aan nen tobocan. Al wat ik nog kon uitkramen, was eenige woorden uit Faust, al zingend. S anderen daags waren de boeken gekeerd en ik vloog naar t zolder en acht dagen verlengenis; over die straf kom ik later terug, want Collège heeft me slechte diensten beweze en dat ik van toen af niet veel goeds kon verrichten en dikwijls onplichtig ben gestraft geweest, kunt ge wel raden. Te dien tijde waren de 4 eerste klasse burger schoolmeesters, 3 gebroeders De Leije, Remie, Charles, Octaaf. Moest men van toen spreken en vragen van wie hebt Ge meest schrik gehadt, met algemeen stemmen zou men uitgeroepen hebben Charel, ne goeie proffeser, maar een ruig hand, t hing nog al los daar weet ik ook van te spreken. Nummer 4 was nen andere kerel t was Charel Beeckman. Bij de minste mispikkeling wierd ge aan t bord gehangen. Die preuf heb ik ook onderstaan, met dees verschil dat ik niet veel adem hadt en slap in darmen, daarmee viel ik rap beneën. We hadden ook 2 surveljanten, dit waren geestelijke, nen extern en nen intern en ook 2 verschilde van caracter, laatstgenoemde de zachtheid in persoon en eerstgenoemde, boerke Van Impe als ik me niet bedrieg, geboortig van Wies, bokser in manieren. Die zag van onder zijn bril wat er gebeurde en ongelukkig deze die bij hem geroepe wirt; kreeg hij geen klap aan zijn ooren, hij wierd zoo maar voorzichtig tegen de deur van zijn pupiter geslingerd.
|