DE SCHOOLCARRIèRE VAN GUSTJExml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ik denk al genoeg gesproke te hebben over Polleke en denk dat het hoog tijd is eens te denken aan zijn kleinste zoon Gustje die heeft zijn opvoeding gekregen in de maricolen. Susse was de knecht, nen oude man, daardoor wierd hij van oud en jong geeerbiedigt, maar onder de leerlingen, de kleintjes, was het niet hetzelfde. Den ergste was Hector Grison, den doove, ne voorvechter van 1ste klas, iedereen hadt er schrik af behalve ik, de kleinste van de klas. Ik zou wel dikwijls bij Zuster Overste geroepe geweest zijn, doch ik wierdt nog al eens door de vingers gezien, daar ik twee nichtjes hadt, Anna en Esther Mestag die school meesteres waren.
Buiten die slechte gaaf was ik misschien wel een der braafste, zoo niet hadt ik het lam Gods niet mogen dragen en kinneke Jesus mogen vertonen.
Met te veranderen van school was het niet meer t zelfde, ja ik wierdt naar t College gestuurd, met ingang kapel, groote poort voor Supérieur en professors, kleine ingang kleine deur alles kant biestemarkt, andere leerlingen groote poort langs 't Guldenhoofd. De koer was nevens de paardestallen van de stad, waar Janneke pintjes dief kwam uitrusten en nogal eens bedonderd wierd door de leerlingen, niet door mij maar wel door danderen. Daar nevens uiteinde hof van Ramlot, achterkant den Duits en Baro, dit was de koer der pensioneere. Met deze hadden ze nog al last: daar wierd nogal eens gekaatst en den bal vloog nog al eens over de muur; onze kant was slechter, daar hoorde ze nog al eens god ver, of wacht maar vagebonde
tot de klas uit is, k zal eer wel vinden. In plaats langs de markt uit te komen, liepen we langs de biestemarkt en Janneke pintjes dief hadt het aan zijn fles.
Die koer heeft altijd noodlottig geweest, daar wierden de boeten uitgedeeld, t is te zeggen in t Collège moest men op de koer frans spreken, wirte betrapt met vlaams, kreegt Ge een boekje dat men de signe noemde en zoo lang ge geen opvolger hadt die ge niet betrapte met vlaams te spreken, vermeerde de boel..
Aan de Gust hadden ze ne slechte kalant, want ik kon geen mouchar spelen en bleef met de signe op zak loopen tot de survaillant zelf moest gaan luisteren. Het gevolg was voor mij, straf schrijven s middags en s avonds een uur langer in t school blijven, alsook bij congé dagen. Ik heb nogtans mijn best gedaan, want ik was vroeg begonnen met misdiener te spelen, ongelukkiglijk 't heeft niet lang geduurd, een teeken aan de fles en ik lag buiten. Zanger in de kapel, ik hadt vroeg een goede stem 't heeft langer geduurd, want na t collège ben ik zanger geworden in de Groote kerk en nog al tot mijn 33 jaren, daar kom ik later op terug. (
)
|