BONTE
AVOND MET GUSTJE EN LOUIS BARETxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Hier kom ik nog
eens uit met mijn bonte avonden, door mij opgeluisterd en beneficie voor de
weezen, handelsverbond der kaatsers, in de zaal rocxij met de medewerking van
de conferancier Louis Baret en eenige tippe uit de stad, namelijk Miel Mariën
die moest handelen over footbal, hij was toen in zijn volle fleur, maar wat
blùu en durfde niet verschijnen, Verhas over athletik en discus werpen, dien
tijd beroemd in Belgie en buitenland, trok zich zeer goed uit de slag. Mong Van
Geel, t ging over kaatsen en tonneel, t was juist zijne pak, daar moest men
niet aan twijfelen, t was juist den tijd van geeft hem de pint, zoo wel in de
radio of feeste door Louis Baret en dat de Mong er ééne kreeg en uitdronk op de
scène, was zeker.
Nu was het den
toer van onze Gust, die wel een half uur op de pijnbank heeft gezeten en t
eerste wat de conferancier vroeg, was: Gustje, ge zijt nog al ne man die van
alles hebt gedaan
mijn antwoord lag
al gereed: cirkusclonw geweest, toneelspeler, muziekant,
maar hoe oud zijt
ge wel.
Wat een vraag, ik zelf weet het niet.
in de zaal waren er al die dachte: nu zullen
we het toch weten, maar ze waren mis, zoomin als Baret.
Ge zijt muziekant,
liedjes zanger, zooals ik reeds heb gehoord, zoudt ge me niet eens een strofje
voorzinge: dit waarover ik zoo dikwijls heb horen van klappen.
Ah, ge wilt zegge:
mijn serenada, eige fabricatie, een oogenblik, want ik moet zien of mijn orkest
klaar is, want gewoonlijk treedt ik op met dans, parachol of regenscherm en
gekleed in piot.
Ja, alles was
gereed en op 2 minuten kwam ik al dansend en zingende. Ik vroeg aan het publiek
de refrein mee te zingen, d air was bijna door alleman gekend, t was Sancta
Lucia, maar bij mij was het Sancta Sofia, alleman zong mee, t was ne succès
zonder weerga en moest 2 maal herhalen.
Ik kreeg de gelukwensen van de conferancier, die me vroeg: Gustje, ge zingt gewoonlijk na het opluisteren van feeste la Charité voor de weesjes, is het niet te veel dat ik vraag, al was het maar een strofke.
Voor onze weesjes
is het nooit te veel
en ik zing het lied voluit, doch op voor waarde
dat er mag rondgegaan worden.
hetgeen Louis
Baret volgaarne toestond en nog de eerste was om in de schaal te leggen, waarmee
2 oud weze jongens rond gingen, terwijl ik aan t zingen was
Bij het einde van
mijn lied, in plaats van geeft hem de pint, was het geeft er hem twee, die ik op
de scène uitdronk, binds de control van het rondgehaalde som en ik mocht het
publiek bedanken in naam van de weesjes
de opgebrachte som
was 2500 frs.
|