BRADERIE IN DE DIJKSTRAATxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De braderij in de
Dijkstraat, daar kan Mr De Herde best over mêespreken, hij was toen
Voorzitter van het comiteit en is me komen vragen: Gustje, uw harmonie is
onpartijdig, zou ik niet mogen rekenen op uwe medewerking en mijn antwoord was:
welken dag en uur, mijn mannen zullen er tegenwoordig zijn, tot wanneer moeten
ze spelen, moest ik niet vragen, mijn artiste vroegen niet beter zoo lang
mogelijk muziek maken, hier moet ik bij
voegen Mr De Herde had mijnen tamboerslager, Emiel Van Gool, al
aangesproken en was al verzekerd van den uitslag. Het huis nevens Pier Coppens,
ne verkens slachter, stond leeg, wierd ingericht om concert te geven met
uitzending per radio, ik en nog eenige vrienden lieten eenige liedjes horen als
afwisseling en na ons volledig program uitgevoerd te hebben, maakte we een
wandelconcert in de wijk langs alle kanten toegewijfd.
Hoe lang dit heeft
geduurd, weet ik niet en aan den Heer Bestuurder van de Banque dAlost wil ik
dit niet gaan vrage, het is toch al zoo lang geleden en sedert dien tijd heeft
dien vent al zoo veel aan zijn ooren gehad.
Het heeft niet
lang geduurd of ik had weer zijn bezoek, ge moet me nog eens uit den nood
helpen, t was Mijnheer August, de passerel moet ingehuldigd worden, er zijn
volksspelen, zonder muziek gaat dat niet. (
) ik had zelf niet noodig mijn
muziekanten te raadplegen, zeg me datum en uur en ge moogt op ons rekenen.
Bij de inhuldiging
op gestelde uur kwam Gustje al spelende met de Marche Sambre et Meuse aan bij Mr
De Herde waar het comiteit ons stond af te wachten en stoetsgewijze naar de
passerel, alwaar Heer Alfons Goossens het lint doorsnee onder t spelen van den
brabançon. Na t einde van de ceremonie wierd er door mijn harmonie een aubade
aan den Heer Voorzitter en leden van t comiteit gebracht, de gevolge kunt ge
zelf wel denken, telken male er een potje wierd gedronken met muziek rond
astridlaan, dijkstraat en Bogaerdstraat wierd er gesignaleerd voor de volgende
café, altijd nieuw leven in de wijk. In de Veerstraat hadden ze ook
volksfeesten ingericht, maar van niets en over niets gesproken en op hun program
stond hulde betoon aan Peeke Mertens, den oudsten inwoner van de Veerstraat, die dachten t is gedaan met de passerel, dat muziek komt bij ons, niemand was
aangesproken en ik was in regel met de kant Bogaerdstraat en volgde wat me was
opgelegd. Het comiteit met muziekanten waren ons goed aan t amuseeren bij Irène
Bal tot Guillaume Pets kwam binne gestormd met een franse coleire: eh wel, waar
blijfde, we wachte al zoo lang.
Wat schilt er, man?
waar blijft die
serenade van Peeke.
Wie hebt u er voor
aangesproken en ik ben in accoord met den Heer Bestuurder voor deze kant. Ik
moet nog een aubade geven aan Jean De Groote en t word toegestaan; komen we
naar de Veerstraat, maar eerst ne kleinen halt Kasteelstraat bij P. Rooms
en alzoo kwam
alles in orde en iedereen tevreden.
|