SINT-NIKLAAS
OP T VESTJExml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Hier volgt nog een
van ons mirakels, t was binds d overstrooming van Grembergen en t gebeurde op
t vestje.
Roze Verstraete was
een der ondersteunders maatschappij de Ton, dus hadt recht op een bezoek van
St. Niklaas; Roze had eenige kinders der overstroomde gevraagd, zeggende: St.
Niklaas komt morgen bij ons, ge moogt ook komen en op gesteld uur waren ze
daar.
T was juist St.
Niklaas au grand complet: ceremonie meester, 4 cardinaels, Nicodemus en St.
Niklaas. De kinderen in de fond op stoelen, plaats genoeg in t midden om met
onze ezel te passeeren en het heilig personneel, café stampvol waaronder nen
dronken man die begon te zwanze met onze werking (De Ton
zette zich o.a. in voor de minderbedeelden en de wezen, jp) bij zoo ver dat een van ons cardinale zich
niet kon weerhouden en een ongepast woord loste.
St. Niklaas dacht
op de gevolgen en ging bij de Cardinaal, en zei: denkt dat ge nen afgezant zijt
van den Allerhoogste. en we deden voort met de kinders. Na geschenken gegeven te
hebben kwamen we tot bij dien dronkaard en St. Niklaas vroeg hem: eh wel man,
hebt ge kinders
Roze en eenige
verbruikers riepen: ja heilige man 4 waar woont ge
hier over op dat
hofke, zei Roze,
ga recht naar huis
en zegt dat St. Niklaas zal gaan komen en hij was weg. Bij t buiten gaan wisten we al dat die man
alles verdronk en vrouw en kinders te kort dee. Roze stoempte eenige cigaren in
t mandje van Nicodemus en we stapte t brugse over en op t hofke links.
Ja, dit was er aandoenlijk
en ellendig: man en vrouw, drie kinders en 1 boorlingske op twee stoelen
half gedekt en op hun kniëen. T eerste
wat St. Niklaas zei: Nicodemus, ge ziet wat er hier mankeert, ga eens zien wat
we hebben. Juist had ik nog een gewatteerd spreike in rooskleur dat ik gekregen
had van het huis Omer De Beul, iets dat we jaarlijks kregen, daarbij boter,
café, peén, suiker, cacao, speculoos, peperkoek, bon van 50 kilos gazekolen
(want jaarlijks kreeg de ton eenige bons voor d arme mensen) en de cigaren die
we van Roze Verstraete hadden gekregen. Voor we weg ginge, vroeg St Niklaas:
beste man, zijt ge nu tevreden,
hij was nuchter geworden,
ja ten uiterste
welnu ge gaat me
nu een belofte doen Ik weet dat ge nog al drinkt, vrouw en kinders te kort
doet, niet dat ge een glasje drinkt, al heilige in den hemel drinken ook, maar
dit is met mate, doet dit ook zoo en hij heeft woord gehouden, en nu beste man,
voor we weg gaan, rookt eens een van die goddelijke cigaren, hier moeten
hemelse geuren komen, want ik durf zeggen het was van doen.
|