Voor zover dan nog nodig was, heeft een studie van de Gentse arbeidseconoom Stijn Baert bevestigd dat de werkzaamheidsgraad in België ook een werkzaamheidsgrens blijkt te zijn, die – oh, verrassing! – zowat parallel loopt met de taalgrens. Nieuw aan Baert’s studie is wel dat hij het ook heeft uitgezocht volgens de provincies, waarbij gebleken is dat Waals Brabant en Luxemburg het een stuk beter doen dan de rest van Wallonië. De nabijheid van respectievelijk Brussel en het Groot Hertogdom zal daar wel niet vreemd aan zijn. Voor de provincies Henegouwen – de regio van Di Rupo en Magnette – Luik en Namen blijft het huilen met de pet op.
Volgens de studie blijken alle Vlaamse provincies minder uitkeringsgerechtigde werknemers te hebben dan om het even welke Waalse provincie. Zo telt Henegouwen procentueel vier keer meer ‘werkzoekenden’ dan bv Oost-Vlaanderen en zijn 60% van hen al minstens een jaar zonder werk. En dat voor een provincie die grenst aan West-Vlaanderen, waar men volk te kort komt en waar heel wat Noord-Fransen nu komen werken, omdat de werkloosheidsuitkeringen in eigen land uitdovend zijn . 25 tot 30% van de inwoners op arbeidsleeftijd uit Namen, Luik en Henegouwen is inactief en zoekt zelfs geen baan. En dan zou België tegen 2030 een werkzaamheidsgraad moeten hebben van minstens 80%. Oost-Vlaanderen heeft die al en Vlaanderen als geheel zit op meer dan 76%. Voor Wallonië, dat nu de 70% niet haalt, blijft dat een mission impossible. Waar straks het hele land onder te lijden zal hebben en Vlaanderen de rekening weer zal mogen ‘bijpassen’.
|