01-06. Wij wonen in het Schalsumerplan te Franeker en wij horen ook een koekoek vaak uren achtereen. Hij zit in één van de bomen bij een boerderij in buurtschap Arkens, gelegen tussen de A 31 en de wijk Schalsumerplan in Franeker. Ook vorig jaar zat er eentje, misschien zijn het er 2. Als je dan buiten zit kun je uren genieten van het geroep (Betty van Dijk).
02-06. Aan het Tsjûkemar bij Rohel 1 bosrietzanger geringd in het Staatsbosbeheer gebied Marswâl (Ringgroep Rohel).
03-06. De jongen van de groene specht in Damwâld zijn uitgevlogen. Dit is een week eerder dan vorig jaar. Het vrouwtje heeft er minimaal 2 onder de hoede, waaronder dit juveniele vrouwtje. De jongen bedelen met een zacht kuuuk. Van het andere jong kon ik het geslacht niet zien. Het mannetje trok met 1 jong op. Wellicht zijn er nog meer, maar moeilijk te zien met de bomen volop in blad (Jan Andries Wagenaar).
04-06. In het Fochteloerveen 1 mannetje grauwe klauwier gezien (Durk Lautenbach). Op de Delleboersterheide 1 wespendief (Hans van der Meulen). In Ketlikerskar 1 groene specht (Naut van der Mei).
05-06. Aan het Tjongerpad in Delfstrahuizen (Zevenbuurt) broedt een ijsvogel paar (melding Nelleke Roos). In Tijnje een geringde huiszwaluw gevonden (Trijntje de Leeuw). De vogel bleek op 27 juli 2018 als enige geringd te zijn als een volwassen mannetje aan een elektriciteit gebouwtje bij de manege van Harriet Nijland in Tijnje. De vogel heeft de ring zeker 3jaar ,10 maanden en 9 dagen gedragen.
Ringvondsten van huiszwaluwen komen maar weinig voor in Friesland. De oudste huiszwaluw werd ruim 7 jaar. Op 9 juli 2010 als volwassen vogel geringd in Ried (Friesland) en op dezelfde plek teruggevangen in 2010,2013, 2016 en op 13-7-2017. De vogels zijn dus honkvast.
06-06. Jonge boerenzwaluw hangt zich op aan nestmateriaal in Harkema. Er zaten zeker 7 beestjes op de dode zwaluw die rap tussen de veren wegkropen. (Foppe van der Meer).
Een luisvlieg (Ornithomya avicularia) deze komen vaak voor op boerenzwaluwen.
In Wyckel 1 nest van grauwe vliegenvanger in druivenstruik. Twee jaar terug heeft de vogelsoort er ook gepoogd te broeden doch toen mislukte het in de ei fase (Annemiek Troost).
06-06-2022. Grauwe vliegenvangers keren vaak terug naar dezelfde broedlokaties.
07-06. Net bij het uitlaten van de hond schrokken we van een koekoek die uit het struikgewas kwam "vergezeld" door een echtpaar merel in gebied plan De Heide, Heerenveen (Thomas Rypkema). In Damwoude 1 jonge groene specht gevangen en geringd (ringer Harry de Boer/ via Jan Andries Wagenaar).
07-06-2022. Deze jonge groene specht is nog maar net uitgevlogen en komt uit de buurt.
08-06.Vanmorgen maakten we een wandeling door de bossen in Oranjewoud. Op het wegdek ontdekten we allemaal kleine lichtgroene motvlinders. Er waren ook al verschillende doodgereden. Een zoektocht op internet kwam uit bij de kleine groenuil. Omdat we hier regelmatig wandelen en deze vlindertjes er nog nooit eerder hadden gezien, komt de vraag op: zijn deze vlindertjes verstoord geraakt door de activiteiten m.b.t het Oranjewoud-festival? (Tryntsje de Boer, Joure). Ja, dat denk ik ook. Ze komen op licht af en als er op een plaats veel licht is tijdens zo’n festival voelen deze vlinders zich daartoe aangetrokken.
01-07-2015. Deze opvallend kleine groenuil komt graag op het licht af.
09-06. In Polder Oldelamer 1 purperreiger (Ted van der Knaap). In Oosterschar 1 witgesterde blauwborst (Jan Dreteler). Aan Tjeukemeer bij Rohel een grote karekiet zingend (Jan de Jong). Aan de Afsluitdijk (Friesland) 1 zwarthalszwaan waargenomen (G. Neijsen).
09-06-2022. Deze zwarthalszwaan zal stellig uit een particuliere collectie afkomstig zijn. Dit jaar is dezelfde (?) vogel ook gezien bij Harlingen, op Ameland en bij Kûkherne. In 2021 ook in het Lauwersmeer.
10-06. In Heerenveenop flat van 10 hoog1 Johanneskever op bloem op balkon (Nico Vink).
14-06-2022. De grote karekiet was sinds 2009 niet weer gevangen op Ringstation Rohel. Dit is daar pas de 8e vangst sinds 1985. In 1993 werd op 17 mei bij Follega (de Brekken) nog een broedgeval ontdekt dor Bertus Kallenkoot uit Lemmer.
Binnenkomende vogelmeldingen van correspondenten in 2e helft mei.
14 mei. Aan de Langweerder Wielen bij de Put van Nederhorst een paar roodborsttapuit alarmerend (Durk Visser, Joure). De soort wordt in de gemeente De Fryske Marren maar weinig als broedvogel gemeld. Toch neemt de soort flink toe vanaf 2015.
15 mei. In Dokkum is een nestje met 7 jongen koolmees uitgevlogen, een niet uitgekomen ei bleef achter (Piet de Haan). Bij de Rinsma Pôle in Driezum 1 weidebeekjuffer gezien (Jan Andries Wagenaar, Damwâld). Deze libel wordt na 2015 steeds meer in Friesland waargenomen.
16 mei. In Hoornsterzwaag nu pas 1 paartje boerenzwaluw aangekomen in paardenstal (Jan en Jet Hofstra).
17 mei. Aan de Noordoever van het Tsjûkemar bij Rohel een zeldzame roodsterblauwborst gevangen en geringd (Gerard Westerhuis, Jan de Jong).
17-05-2022. Een voor Friesland zeldzame roodsterblauwborst (2kj man) gevangen en geringd op Ringstation Rohel in de gemeente de Fryske Marren. Dit is de 2e vangst van een roodsterblauwborst op dit ringstation sinds 1985. De 1e werd in 2020 gevangen op 19 mei en was ook een tweede jaars man!
18 mei. De nachtegaal is nachts nog steeds aanwezig in Tjalleberd, we hebben hem elke nacht tussen 12 en 18 mei nog gehoord (Sia de Heus). In Joure in Skipsleat aan de Korte Ekers 1 spotvogel gehoord in een es (Durk Visser).
19 mei. Te Oldeberkoop 1 zwarte roodstaart badderend in vogelbadje bij woning (Ieke Schreuder).
Een groep grote canadese gans (36 adult en 78 pulli) in Feanskieding tussen Heerenveen en het Nannewijd zwemmend (Marco Hasselaar, Heerenveen). Marco vroeg zich af waar deze broedparen toch vandaan komen. Ik vermoed dat het een groep van 18 broedparen is met gemiddeld zo’n 4 jongen per paar. Gezien de zwemrichting zijn ze afkomstig uit de omgeving van het Nannewijd. Was me niet bekend dat daar zo veel grote canadese gans tot broeden kwam. Of komen ze toch uit het Oosterschar via het verbindingskanaal Rotstersleat langs de Badweg?
19-05-2022. Een Armada van grote canadese ganzen trok in het kanaal langs het fietspad tussen Oudehaske richting Heerenveen.
20 mei. Te Sintjohannesga aan de Hogedijk sneuvelde een tjiftjaf (met pootring) tegen de vensterruiten (Jellie Klijnsma/ melding Andre de Jager, Ouwsterhaule). De vogel bleek op 8 september 2021 geringd te zijn aan de noordoever van het Tjeukemeer als volwassen vogel (3,37 km/254 dagen). In het Easterskar bij Sintjohannesga 1 steltkluut gezien (Marco Hasselaar, Heerenveen). In Burgum 1 grote lijster bij de buren op het dak. Hij viel ons op door het krakende geluid, net een kikker. Mooi dat in de Friese naam dat kraken terugkomt. Op 21 mei met voer in bek gezien (Andrys en Hennie Stienstra).
20-5-2022. De kreaklyster (Frysk) of grote lijster wordt de afgelopen jaren niet meer zoveel gezien en gemeld. Vroeger broedden ze graag in grote tuinen en appelhoven.
21 mei. In Oldeouwer nog maar 1 paar boerenzwaluw bij ons terug, in andere jaren waren er altijd meer (Fokke Stastra). In Grou zit een ransuil in een torenvalk broedkast (Sjoerd en Hinke Hoekstra). Pas nu een koekoek horen roepen bij Heeg. Vorig jaar al op 26 april een gehoord hier (Feite Terpstra).
Deze week de eerste jonge Turkse tortels uit gevlogen in Heeg uit hun nest op een speciale plek, 2de broedpoging dit jaar, de eerste had geen resultaat, eieren niet bevrucht nest verlaten. Na een paar weken hebben ze het opnieuw geprobeerd om eieren te leggen op het onderste gevelbalkje. Het plankje toen wat verbreed met twee balkjes om het nest wat af te schermen, nu is de derde geslaagde broedpoging met uitvliegen bekroond (Feite Terpstra).
Opvallende nestplek van een Turkse tortel in Heeg.
22 mei. Drie koekoek gezien te Scharnegoutum (Rients en Martha de Jong, Goënga). Eerste jongen van de boerenzwaluw uitgekomen te Noardburgum (Jan van der Veen).
23 mei. In Terband een broedgeval van grote bonte specht in een oude kastanjeboom. De vogels hebben nu jongen. Op 11 april zijn ze begonnen met het uithakken van de nestholte (Bob en Gerda Jonker). In Ballingbuer 1 jonge ijsvogel gezien (Johan van der Sluijs).
24 mei. Vorige week een dode appelvink met voer in de bek in tuin te Beetsterzwaag gevonden (Cootje Schaagen-de Jong). De soort is sterk in opmars als broedvogel in Friesland. Het grote lijster paar voedert 1 jong in de tuin te Burgum (Andrys en Henny Stienstra). Broedgeval dus in Burgum, zie ook 20 mei.
25 mei. In het Easterskar bij Sintjohannesga 1 reuzenstern en twee steltkluut gezien (Bauke Sienema Heerenveen). In Damwâld aan de Camstrastrjitte een vrouw groene specht mieren etend in grasveldje. Het bleken gewone zwarte mieren en gele weidemieren te zijn (Jan Andries Wagenaar).
De groene specht is verzot op mieren, ze zitten zelfs aan de snavel en in nek en op de rug.
26 mei. Bij de Rinsma Pôle te Driezum 1 paar groene specht aanwezig (Jan Andries Wagenaar, Damwâld).
27 mei. In De Knipe een nest met 5 jonge zwarte roodstaarten in overkapping in tuin (Sil Dekker). Deze jongen zijn door mij geringd.Zwarte roodstaarten worden niet zoveel geringd in Friesland.
28 mei. In Tjalleberd bij Piet de Boer in kalverstal nestje met 4 jongen boerenzwaluw geringd (plm. 17 dagen oud) die al konden vliegen (Jan de Jong). Bij een broedduur van 15 dagen moet het eerste ei zo rond 22 april gelegd zijn. In de Rinsma Pôle bij Driezum 1 man weidebeekjuffer op foto vast hunnen leggen (Jan Andries Wagenaar, Damwâld). Zie ook 15 mei! Dit jaar in Friesland gezien te; Zwagermieden, Lauwersmeer (Kampeerterrein de Pomp), Rottige Meenthe, Kûkherne, Sjoukjemuoisgat (onder Dokkumer Nieuwe Zijlen).
28-05-2022. De weidebeekjuffer (man op foto) neemt sinds 2015 in Friesland vanuit het zuidoosten flink toe. Vooral in de wat nattere natuurreservaten wordt deze opvallende libel door de flink toegenomen amateurfotografen de laatste jaren meer opgemerkt en met steeds betere fotocamera’s op de gevoelige plaat vastgelegd. De vrouwtjes weidebeekjuffer vallen minder op en worden dan ook minder gemeld/gefotografeerd.
29 mei. In Drachtstercompagniebroeden al jaren de grauwe vliegenvanger en de gekraagde roodstaart in de tuin. Dit jaar plotseling geen enkele! (Cees Conijn). Kan zijn van de aanwezigheid van een predator (steenmarter?) of dat er tijdens de overwintering in Afrika (beide Afrika gangers) vele zijn gesneuveld. Beide zijn insecteneters! Ben benieuwd of dit wegblijven van beide soorten op meer plaatsen is waargenomen. In De Knipe 1 paar nijlgans met 7 jongen (Auke en Theresia Postma).
30 mei. In Sint Nicolaasga broedt een paar gekraagde roodstaart in een speciaal rieten nestkastje (al 20 jaar oud!) aan de muur (Rinus en Lida Spijkerman).
Onder de categorie nestkasten vind ik dit toch wel een heel mooie.
In Terband vloog een boerenzwaluw zomaar de huiskamer binnen. Meteen maar een foto gemaakt van dit voorval (Bob en Gerda Jonker). Dat gebeurt niet vaak zoiets. Kennelijk heeft het mannetje een sterke drang gehad om voor zijn vrouwtje een nieuwe nestplaats te zoeken. Daarbij komt het voor dat ze naar allerlei openingen in schuren, stallen, maar ook woningen (!) zoeken. Soms komen ze via een openstaand raam binnen. Ben benieuwd of dit op meer plaatsen voorkomt. Zelden wordt er in de woonkamer een nest gemaakt.
De boerenzwaluw zit in de kamer op de kast en kijkt in het rond naar een geschikte locatie voor het nest.
31 mei. In Heerenveen heeft een ijsvogel gebroed (vogelwacht Heerenveen).
Zeer zeldzame vogels in de 2e mei periode in Friesland.
In Friesland worden soms zeer zeldzame vogelsoorten gezien. Hierbij een lijstje van de waargenomen soorten in de 2e helft van mei 2022. Bron: www.waarneming.nl .
15 mei. Op Ameland bij Buren een grijze wouw waargenomen (Hans Kleine Koerkamp en Piet Heetebrij).
16 mei. Bij de Van Oordt’s Merksen 1 havikarend gezien (Wender Bil).
18 mei. Op Schiermonnikoog een roodkopklauwier gezien bij Noorderduinen (Koos Dijksterhuis).
18 mei. Bij Hoek de Band1 Aziatische goudplevier (Buddy van Nieuwehoven).
19 mei. Te Ferwerd Buitendijks 1 alpenheggenmus (Jappie van der Pol).
19 mei. Bij de Veerdam te Holwerd 1 breedbekstrandloper (Marcel Stienstra/R. Gjaltema). Ook op 21 mei aldaar gezien door Henk Hiemstra.
20 mei. In Fochteloërveen1 slangenarend (diverse waarnemers). Ook aanwezig op tussen 21 en 31 mei.
22 mei. Te Feanwâlden 1 steppebuizerd (Erwin Walstra).
28 mei. Op Vlieland een mannetje Balkan baardgrasmus (Henri Bouwmeester e.a.).
28 mei. Op Schiermonnikoog bij Kobbeduinen 1 Iberische tjiftjaf (Vincent van Dijk).
29 mei. Op Vlieland een Balkan baardgrasmus (Jeroen Breidenbach).
31 mei. Op de Duurswoudsterheide 1 slangenarend (Jelmer Luyckx).
27 mei 2022. De zeldzame slangenarend (met slang) boven het Fochteloërveen.
Let Op.
Tot zover weer de 16e Nieuwsbrief. Vanaf 1 juni zal de Nieuwsbrief wat minder vaak verschijnen in verband met mijn ringonderzoek aan boerenzwaluw/oeverzwaluw en het CES project op Ringstation Rohel. Het ringen onderzoeken en de opleiding van een aspirant ringer neemt tevens ook de nodige tijd. Na de vakantieperiode pakken we de draad weer op en verschijnt de Nieuwsbrief weer veel regelmatiger.
Blijft U vooral de leuke, interessante en bijzondere voorvallen in de natuur melden. Het vogelnieuws in de Leeuwarder Courant blijft gewoon doorgaan (al vanaf 1977).
Binnenkomende vogelmeldingen van correspondenten in 1e helft mei.
Ook in mei kwamen er weer vele berichten binnen van correspondenten. Hierbij een greep uit al het binnen gekomen materiaal.
01 mei. Het 2e broedpaar boerenzwaluw heeft zich vandaag pas gemeld in Oosternijkerk (Roel /Sikkema). In Langezwaag morgens 1ehuiszwaluw bij restant van oud nest en in de middag een achttal boven woning rondvliegend (Joop Petter). In de Froske Pôle bij Leeuwarden vanmiddag 1 koekoek gehoord (Sybout Jaasma). Op drie plekken rond Joure (Polderboskdyk/Wilde Hornstersingel/Vegelinsweg) zingende tuinfluiter gehoord (Durk Visser, Joure). Tijdens een fietstochtje over het Wynserpad, oostelijk van Oentsjerk (Oenkerk), nabij het gebied Uilenmeer twee kemphaan groepjes (van 10 a 20 vogels) op de weilanden en de prachtige zang van de veldleeuwerik (Wim de Haan). Pas nu het eerste paartje boerenzwaluw terug in de schuur te Koudum (Hindrik en Petra Wiersma).
02 mei. In Appelscha vloog zich een zanglijster dood tegen het keukenraam (Adrienne Jonker). In onze tuin in Leeuwarden 1 braamsluiper gezien (Bert van Wijk). Om 19:28 uur een groepje van 5 gierzwaluw boven ons huis in Joure (Tonny de Jong).
03 mei. In Heeg om 20:30 uur 1 gierzwaluw gezien (Feite Terpstra). Te Pietersbierum de koekoek gehoord (Klaske en Gorrit Smidts).
04 mei. In Terwispelal een nest met 5 eieren boerenzwaluw (Sjoerd Wagenaar en Jan de Jong). Om 20:00 uur 2 gierzwaluw boven Koudum (Jacob van der Veer). In park bij onze woning in Dokkum 1 koekoek waargenomen. In 2020 daar 1 gezien op 21 juni en in 2021 1 op 21 mei. (Tjip Oberman). In Bantega 1 mannetje beflijster op film gezet (Ditty de Jong). Bij de Put van Nederhorst aan de Langweerder Wielen 1 nachtegaal gehoord (Wouter Schothorst, Joure). Om 12:30 uur twee huiszwaluw te Heeg terug bij oude nest aan onze woning (Feite Terpstra). Om 13:30 uur stapte ik uit de woning en zag een groepje van tien a 12 gierzwaluw overvliegen naar noord. Wij wonen vlak bij de gereformeerde kerk in Heeg waar elk jaar gierzwaluwen broeden, doch deze groep trok strak verder, geen blijvers dus (Feite Terpstra). Groepje van 5 gierzwaluw boven onze woning in Joure (Anne Andreas Lenis). Opmerking: waarschijnlijk zelfde groepje wat Tonny de Jong ook zag op 2 mei. In Tijnje bij bosje De Warren 1 koekoek gehoord (Annemarie van Garderen). In Workum om 13:15 uur 2 gierzwaluw boven woning (Andries Blom). In St.-Annaparochie in het Henk Hornstrapark 1 nachtegaal gehoord (Ita Spoelman, Berltsum). In het Lauwersmeer bij Ezumakeeg enkele honderden kemphaan (Gerrit Nijboer, Wergea).
05 mei. In Friens 1 appelvink op de voedertafel (Sybe van der Meulen). In Tijnje bij de woning 1 spotvogel gehoord (Annemarie van Garderen).
06 mei. Aan het Helmhout in Joure 3 gierzwaluw terug (Bertus Rijpkema). In Heerenveen 2 oeverloper in de tuin (Bep van den Berg). In de Venebuurt bij Terwispel 10 tuinfluiter gevangen. Een van de vogels droeg een pootring die op dezelfde plek al in 2017 (15 mei) was aangelegd bij een volwassen mannetje. Deze vogel heet de pootring dus al bijna 5 jaar (op 1 week na!) gedragen (Ringgroep Menork W. Bil e. a). Aan de Skardyk in Sintjohannesga 1 nachtegaal gehoord (Durk Visser). Langs de Greate Krite te Wergea (Warga) twee groepjes kemphaan van 22 en 52 eksemplaren op landerijen (Gerrit Nijboer).
07 mei. In de Dûnegeasterpolder bij Doniaga 1 kwartel gezien (Tonny de Jong). In Heerenveen eerste gierzwaluwen terug (Baukje Visser/ melding Lutske Visser). Bij het strandje in Skipsleat in Joure 1 koekoek aanwezig, ook op 8 mei aldaar (Bertus Rijpkema).
08 mei. Afgelopen week 1 eekhoorn (bruin) in boom te Heerenveen, die probeerde bij olienoten in de tuin te komen (Bep van den Berg).Meldingen van eerste eieren boerenzwaluw van Ringgroep Menork (Willem Bil, Lippenhuizen). 1 x 2 ei te Langezwaag bij Sietse van der Wal. Bij Fekken in Langezwaag 1 x 1 ei. Bij Theun Algra in Hemrik 1 x 2 ei /1 x 3 ei en 1 x 4 ei. Daarmee lijken onze “Friese” boerenzwaluwen dit jaar wat laat. Van de boerenzwaluw onderzoeker Peter Alblas Maastricht kreeg ik op 11 mei al bericht dat daar al 2 nesten met nestjongen waren. Zie ook 4 mei hierboven.
09 mei. Op al enkele dagen gemaaid grasland bij Goëngahuizen een groep van zeker 95 regenwulp aan het voedsel zoeken (Lykele Zwanenburg, Dronten). Bij Loënga 1 scholekster met drie jongen (Lieuwe Bouma, Sibrandabuorren/ Sijbrandaburen). Boven t’ Zand in Joure slechts drie gierzwaluw gezien. Er zijn er minder dan vorig jaar terug (Durk Visser). Om 14:40 uur 1 rode wouw gezien aan de snelweg tussen Beetsterzwaag en Gorredijk (Ytsje Dijkstra, Lemmer). Te Haskerhorne 1 koninginnenpage in de tuin gezien aan Kerkpad (Dhr. en Mevr. Bulsing /Arendje de Hoop -Smit). Deze vlinder wordt weinig in de gemeente De Fryske Marren gezien. In Friesland tussen 1 en 9 mei 2022 3 x gezien (Beetsterzwaag / Lauwersmeer / Schiermonnikoog). Ben erg benieuwd of ze elders in Friesland ook meer gezien worden. Het boek Dagvlinders in Fryslân (Vlinderwerkgroep Friesland) geeft een toename van het aantal meldingen tussen 2010-2020 ten opzichte van 1990-2000. Wat opvalt is dat op veel plaatsen mensen deze vlinder kweken, van soms elders gevonden rupsen of poppen.
02-08-2011 1 koninginnenpage op vlinderstruik (2e generatie) in tuin Joure/E.A. Borgerstraat.
In de Alde Feanen aan de Oksepoel bij Earnewâld (Eernewoude) probeerde een tjiftjaf een koekoek uit de omgeving van het nest te lokken door er steeds maar om heen te vliegen (Doeke Visser, Burgum).
09-05-2022. Tjiftjaf probeert koekoek te verjagen uit zijn broedgebied.
10 mei. In de nacht van 9 op 10 mei zijn er 6 gierzwaluw aangekomen in Leeuwarden aan de Emmakade. Ze zijn andere jaren altijd tussen 27 april en 2 mei hier, dit jaar wat later (Marianne Borgman). In Burgum 1egierzwaluw terug (Herman Hoekstra). Te Heerenveen in flat op 10 hoog (!) 1 meikever op balkon (Nico Vink).
11 mei. In Haulerwijk 1 koninginnenpage uitgekomen van een pop, die eerder in Haulerwijk was gevonden (Hielkje Westerhof). Bij de Valom 1 spotvogel bij de (voormalige) ijsbaan te De Westereen (Rindert Algra). Twee oeverzwaluw terug bij de wand te Deinum (Theo de Vries). Twee gierzwaluw boven ons huis aan de E.A. Borgerstraat te Joure (Jan de Jong).
12 mei. Aan de Haulsterdyk te Haskerhorne 1 bonte vliegenvanger en in de Haulsterbossen 1 boompieper zingend (Durk Visser). Nachtegaal zingend in Tjalleberd (Sia de Heus-Krikke).
13 mei. In Zweden de eerste boerenzwaluw aangekomen in Jämtland. Daarna was het even stil en nu (18 mei) zijn er een 15 tal. Elk jaar komen de eersten hier tussen 10 en 15 mei (Lenie Terluin, Zweden). In Haskerhorne 1 boomvalk bij woning gezien (Henk Bulsing). Vanmorgen in de schuur bij Venema in Rotsterhaule nestje boerenzwaluw met 4 jongen van 2 dagen oud en 1 onbevrucht ei aangetroffen. Eerste ei moet dan rond 22 april gelegd zijn (Jan de Jong). In Hitzum hoog in de schuur nestje met boerenzwaluw jongen pas uitgekomen, er lagen op 13 mei 8 dopjes, w.s. van vier jongen, onder het nest. Op 14 mei nog 2 eischalen onder nest, dus minstens 5ei /5 jongen (Bouwe en Betty Blanksma). Bij 5 jongen is rond 23 april 1e ei gelegd in Hitzum. In Joure sneuvelde 1 koekoek tegen de vensterruiten aan It Hiem (Tjipke Hofma).
13-05-2022. Koekoek sneuveld tegen vensterruiten. De vogel werd me aan de deur gebracht. Vleugel= 221, 0 mm. Staart=172,0 mm. Gewicht= 131,2 gram. Vetscore Busse 3.0.De vogel, een nog jong mannetje van vorig jaar, had nog ongeruide jeugdveren in kleine slagpennen, kleine slagpendekveren en de alula (duimvleugel).
Nestje met zeker 2 jonge boerenzwaluw in Tjalleberd (Piet de Boer).
14 mei. Nestje met 5 jongen boerenzwaluw net uitgekomen in stal te Terwispel (Sjoerd Wagenaar). Zie ook 4 mei toen het nestje ontdekt werd. In Joure aan de Koarte Ekers 1 spotvogel gehoord (Tonny de Jong).
15 mei. Een bosrietzanger zingend bij kruising Alde Dyk / Twizelerfeart (Rindert Algra). In de omgeving van Bontebok een ooievaar op nest (met eieren of kleine jongen) gefotografeerd met pootring 4E …. 314 (Marco Hasselaar). De gegevens van de pootring opgezonden naar het Vogeltrekstation Wageningen. De ooievaar bleek op 3 juni 2017 als nestjong geringd te zijn door Wim van Nee in de omgeving van Meppel. Het nestjong was op het moment van ringen ongeveer 40 dagen (+/- 3 dagen) oud. In het nest lagen op moment van ringen twee nestjongen en woog 3190 gram en de vleugellengte was 375 mm.
15-05-2022. Ooievaar op nest in de omgeving van Bontebok.
Succesvol broedgeval nijlgans in apenboom.
Van Herman Kremer uit Feanwâlden (Veenwouden) ontving ik een melding over een nijlgans die met een ekster in een apenboom broedde bij de woning. Een voorbeeld dat deze nijlgansen zich goed kunnen aanpassen hier. Ze kiezen vaak ongewone broedplekken uit. Nijlganzen broeden nogal eens op oude buizerd, ekster, kraaiennesten en zelfs in een torenvalk nestkist is me bekend.
Hierbij het bericht van Herman Kremer betreffende het broedgeval van een paar nijlganzen in een apenboom.
Op ons perceel van 900 m2 iets buiten het centrum van Feanwâlden (Veenwouden) staat een slangenden of apenboom (Araucaria araucana) van ongeveer 10 meter hoog. Begin april zagen wij regelmatig een paartje nijlganzen op ons dak en dat van beide buren. Op een gegeven moment streken de nijlganzen neer in de top van deze boom. Dat leidde tot veel geruzie met een paartje eksters, dat op diezelfde plek inmiddels aan het broedseizoen was begonnen. De nijlganzen kozen steeds precies hun nest als landingsplaats. Alles was vrij moeilijk waar te nemen, omdat het topje van de boom erg dicht 'bebladerd' is, en ik alleen hier en daar wat uitstekende takken kon zien.
Toch zag ik op een gegeven moment dat één gans vanaf het eksternest iets dieper de boom in ging, en daar niet weer uitkwam. Daar zou zich naar mijn mening dus nog een oud nest moeten bevinden, waar de gans dan gebruik van zou maken. Dit zal van een paar ekster geweest moeten zijn, want die broeden elk jaar in deze boom. Ik heb geprobeerd dit nest te ontdekken, maar dat is mij niet gelukt. Ik heb daartoe pogingen gewaagd vanuit alle straten er omheen, maar zelfs met mijn telescoop kon ik geen nest en geen glimp van een broedende gans in het oog krijgen. In de avonduren tussen 21.00 en 21.30 uur zag ik vaak beide vogels op een dak, waarna het vrouwtje dan in de boom verdween, wederom weer tot ongenoegen van de eksters. Tussen 05.30 en 06.30 uur arriveerde het mannetje weer en liet hij zich vanaf één van de daken horen (waarbij er regelmatig kraaien laag over hem heen scheerden). Hoewel ik dus niets van een nest had gezien, moest dat er, gezien het gedrag van de vogels, toch wel zijn. Inmiddels kon ik duidelijk constateren, dat de eksters ietwat aan de situatie gewend raakten, en zich steeds minder van de ganzen aantrokken. Donderdagmorgen vroeg (4 mei) zag ik dat het mannetje weer was gearriveerd. Hij riep regelmatig naar het vrouwtje en zij riep terug, maar ze kwam de boom niet uit. Tenslotte vloog het mannetje de boom in en werden hun contactroepen luider. Dat ging geruime tijd zo, en langzamerhand kreeg ik het vermoeden dat er een jongen waren. Ik ging toen naar binnen om vanuit onze keuken een oogje op de tuin te houden. En jawel: om 07.30 uur hoorde ik versterkte geluiden en zag ik het ouderpaartje in de tuin, samen met twee kuikens. En vlot daarna kukelden er nog eens vier naar beneden. Ik was al een tijdje wat bang dat ze bij hun val vanwege de erg scherpe stekels van deze boom niet ongeschonden de grond zouden bereiken en dat zelfs misschien niet zouden overleven, maar daar was gelukkig geen sprake van. Ze huppelden alle zes vrolijk achter hun ouders aan.
04-05-2022. Paar nijlganzen met hun zes ongeschonden jongen uit de apenboom in tuin rondstappend.
Maar hoe ging het nu verder. Ze konden onze tuin niet uit (de kleintjes wel, maar de ouders niet). Daarom hebben we ze langzaam de straat op begeleid, en we hebben ze zo naar een vijver met wat groen er omheen geleid. En daar eindigde ons avontuur. We hebben een maand lang van deze vogels genoten.
We hebben zoiets al eens eerder meegemaakt rond 1995, en wel op ons vorig adres aan de Zwette in Noardburgum. Daar zat ik nietsvermoedend achter het raam aan de tuinkant te lezen, toen er plotseling een aantal donkere bolletjes van het dak viel, waar vervolgens twee pootjes uit bleken te komen. Zonder dat we het wisten had een paartje Carolina-eenden een nest gehad achter ons uilenbord! In het lege nest bleven nog wat onbevruchte eieren achter destijds.
8 mei 2022 Herman Kremer, Feanwâlden.
Zeer zeldzame waarnemingen in Friesland in 1e helft mei.
In Friesland worden soms zeer zeldzame vogelsoorten gezien. Hierbij een lijstje van de waargenomen soorten in de 1e helft van mei 2022. Bron: www.waarneming.nl .
1 mei. Een Roodkopklauwier op Vlieland bij de Nieuwe Kooi (Merel Zweemer e.a.).
6 mei. De Slangenarend gezien bij Goattum (Arjan).
8 mei. Een Amerikaanse goudplevier op Ameland bij Vogelpolle (Robert Pater e.a.).
9 mei. Een 2e kj. Amerikaanse goudplevier op Ameland bij Vogelpolle (Jeroen Breedenbach).
10 mei. Een 2e kj. Amerikaanse goudplevier op Ameland bij de Vogelpolle (Marco van Reenen).
12 mei. In het Lauwersmeer in Bantpolder 1 marmereend (Ynze Reitsma).
13 mei. In het Lauwersmeer een marmereend (Andries Zijlstra).
14 mei. In het Lauwersmeer 1 grijze wouw (Dennis Meijer).
14 mei. Op Vlieland bij de IJsbaan 1 mannetje withalsvliegenvanger (Henri Bouwmeester e.a.).
Jan de Jong
Zeldzaamheden worden vaak opgemerkt aan de kuststrook, daar is de kans het grootste om er een op te merken. Liefhebbers gaan er vaak speciaal op uit om zeldzaamheden te ontdekken en leggen deze meestal vast op camera. Toch kunnen er nog veel zeldzaamheden zijn die niet ontdekt worden door onbekendheid met de specifieke soort. Hobby fotografen maken tegenwoordig met zeer goede camera’s foto’s van vogels.
Mocht U ook eens een zeldzaamheid op de foto hebben vastgelegd, laat het ons dan even weten.
Tot zover deze 15e Nieuwsbrief met vogel en natuurnieuws. Heeft U ook iets bijzonders gezien, gefotografeerd of een melding van iets unieks meegemaakt. Laat het me even weten.
Binnenkomende vogelmeldingen van correspondenten in 2e helft april 2022.
In de 2e helft van april kwamen veel meldingen binnen, hierbij een greep uit de vele aantekeningen van de correspondenten die bij me binnenkwamen.
16 april. In Joure 1 braamsluiper zingend aan de Vegelinsweg en 1eoranjetip vlinder in tuin (Durk Visser). Te Wijnaldum 1 mannetje zwarte roodstaart (Sjors Bosma, Franeker). In het Stienserbosk is het ijsvogel paar waarschijnlijk verstoord door hut bouwende jeugd (Gerard Mast). In de Venebuurt bij Terwispel 1 nachtegaal zingend bij het klapbruggetje en 1 snor geringd op vaste ringplek daar (Ringgroep Menork W. Bil e.a.).
17 april. Bij de oeverzwaluwkolonie in Joure al 16 oeverzwaluw terug (Bertus Rijpkema). Bij de jachthaven in Jistrum 1 rietzanger gehoord (Rindert Algra). In Aldtsjerk 2 beflijster in tuin (Klaas Vijverda). In Degum 3 huiszwaluw terug bij de nesten. De boerenzwaluwen zijn laat, ook hier nog niet terug (Ton Westendorp). Afgelopen weekend 1 snor en een sprinkhaanzanger gehoord aan de Graverij bij de petgaten te Snikzwaag (Tonny de Jong).
18 april. Bij de Houtwiel te Veenwouden 1 sprinkhaanzanger terug (Rindert Algra). Bij Kornwerderzand 1 braamsluiper zingend (Auke van Eck, Hitzum). In het Van Oordt’s Mersken (Snelle Warren) 1 draaihals gezien (Wender Bil). Bij Rotstergaast 1 purperreiger (Wietse Nijlunsing, Mildam). Bij Burgum tijden fietstocht 1 mannetje wielewaal gezien (Bonne Vierstra). Op het Noorderleech aan de kust veel zingende veldleeuwerik (Gerard Mast, Stiens). In de Westereen 1 zingende braamsluiper (Rindert Algra). In Zuiderburen te Leeuwarden een braamsluiper zingend (Sybout Jaasma).
19 april. Drie huiszwaluw aan de Lange Ekers bij Joure. Op zelfde plek ook een zingende grote lijster. Zeker een 80-tal kemphanen en twee gele kwikstaarten in de Blauwgraslanden bij Akmarijp (Durk Visser). In het Stienzer bosk 1 groene specht en bij de Wide Mar een paartje kleine plevier gezien (Gerard Mast Stiens). Al zeker 10 dagen wordt er geroffel gehoord van twee grote bonte spechten in de tuin te Joure bij Beukerstation. Woon er al 39 jaar en nu voor het eerst twee in de tuin. (Evert den Drijver). In het Leeuwarderbos 1 zingende nachtegaal (Agnita Jaasma). Aan de Langweerder Wielen 1 nachtegaal zingend (Lourens Potijk). In Fermanjebosk te Damwoude 3 mannetjes en 2 vrouwtjes manderijneend (Jan Andries Wagenaar). In Joure op industrieterrein 1 paar visdief terug bij broedplek op daken (Bertus Rijpkema). Langs de Linde bij Wolvega 1 bokje gevonden die in het prikkeldraad hing (Bert Groen, Oldeholtpade).
Bokjes treft men zelden aan als prikkeldraadslachtoffer.
20 april. In de wijk Zuiderburen in Leeuwarden 1 zingende nachtegaal (Sybout Jaasma). Aan de Liemdyk in het Easterskar bij Sint Johannesga 4 (!) raven (Bouke Sienema, Heerenveen). Bij Feike van dijk in Oudehaske vliegt een mannetje zwartkop tegen de ramen. Gelukkig heeft ie de klap overleefd. In Menaam 1 roffelende grote bonte specht op een lichtmast (Oane Baarda). In het Lauwersmeer (Kollumerwaard) 1 draaihals (Jeroen Breidenbach/Merel Zweemer e.a.).
21 april. Aan de Scheen te Joure 1 grasmus gehoord (Tonny de Jong). In Heerenveen aan de Woudsterweg zwom 1 Chileense smient samen met een vrouwtje wilde eend (Wisse Klaren). Stellig een vogel die ontsnapt is uit een particuliere collectie.
De Chileense smient heeft als oorspronkelijk leefgebied ondiepe meren, moerassen en traag stromende rivieren in de pampa’s van Uruguay, zuidelijk Brazilië, zuidelijk Chili, Vuureiland en de Falkland Eilanden.
Op 18 april is de Chileense smient ook gezien te Heerenveen en op 22 april in Oosterschar door Douwe Dijkstra en Lieuwe van Welie. In Terwispel broedt een koolmees (nu 4 a 5 ei) al voor het 5e achtereenvolgende jaar in een meterkast aan de muur van de boerderij (Sjoerd Wagenaar).
22 april. Bij het Zwemmerpark in de Westereen 1 sprinkhaanzanger zingend (Rindert Algra). Bij Sint Nicolaasga 1 man gele kwikstaart (IJtje Spoelstra-de Schiffart /Wilhelminaoord/St. Nicolaasga). Bij de Groene dijk bij Sneek 1 draaihals (Dick Pruiksma). Van Rita Delger uit Bovensmilde in Drenthe ontving ik een foto van een winterkoning nest wat boven op een boerenzwaluw nest was gebouwd.
23 april. In de Dûnegeasterpolder bij Doniaga 1 vrouwtje beflijster en een kleine karekiet (Tonny de Jong). In Grou bij de spoorbrug aan het Prinses Margrietkanaal 1 zingende grasmus (Durk Visser). In Burgum een draaihals in de tuin (Andrys en Henny Stienstra).
De draaihals is vaak op de doortrek op zoek naar mieren in de tuin.
24 april. Vijftien huiszwaluw bij strandje in Skipsleat te Joure (Bertus Rijpkema).
25 april. Meerkoet met 2 jongen te Ballum op Ameland (Janke Nobel). In Luinjeberd bij de begraafplaats 1 gekraagde roodstaart terug bij nestkast (Egbert Veenstra, Drogeham). Te Bantega 1 man beflijster in tuin, samen met een man merel (Anneke en Tiemen Berger). In Balk 1 man beflijster in de tuin bessen etend in de klimop, de vogel werd verjaagd door een mannetje merel die kennelijk zijn broedterritoria verdedigde (Riemer Bosma). In Beetsterzwaag 1 appelvink op de voedertafel (Durk Plantinga). In Rottevalle 1 appelvink gezien (Mevr. Wiersma).
26 april. Groep van zeker 75 kramsvogel opvliegend bij Snikzwaag(Tonny de Jong, Joure). In Eastermar zit al wekenlang een pimpelmees zich te bekijken in een spiegel van de vrachtwagen (Anne Hoekstra). Deze pimpelmees verdedigd zijn territoria en meent een concurrent te zien in de spiegel. De pimpelmees herkent zijn spiegelbeeld niet. Spiegelgevechten komen ook vaak voor bij koolmees, witte kwikstaart en andere soorten. In Joure aan de Iepensteinlaan 1 bonte vliegenvanger (Durk Visser). Top op heden al een 5-tal nachtegaal gehoord bij Leeuwarden (Edvard Mlinar). Veel nachtegalen zijn nog op doortrek. In het Hitzumerbos bij Franeker de koekoek gehoord (Murk de Groot Tzum). In Hardegarijp bij het verzorgingshuis Bennemastate 1 dood mannetje beflijster gevonden (Gerda Schraa). Vandaag vloog de eerste boerenzwaluw in Jonkerslân pas de stal binnen. Wij zitten al weken met smart op de boerenzwaluwen op onze stal in Jonkerslân te wachten. Helaas bleef het daarbij. Sinds een week zien we wel steeds een tweetal boven ons weiland. Wel heb ik ze sinds 3 weken bij ons in de buurt boven andere weilanden zien vliegen, maar niet meer dan 4 stuks (Helleen Achterberg, Jonkerslân). Helaas zijn op veel meer plaatsen nog maar enkele terug in de stallen. De grote hoofdmoot moet nog komen, dat kan zelfs nog tot diep in mei. Daar er de afgelopen tijd veel kou en droogte is geweest zijn er ook nog niet zoveel insecten. Met wat regen en warmte komt dat sneller op gang. Op 2 plaatsen in Joure de braamsluiper gehoord vanmorgen (Durk Visser). Twee beflijster gezien in Rinsumageest (Trienke de Vries). In Burgum een mannetje wielewaal (Jantje Edema). Te Sint Anna Parochie al een paar dagen een groepje van rond de 7 (!) beflijster in de tuin, hiervan zeker 3 mannetjes met helderwitte bef (Anja Miedema). Te Hitzum 1 mannetje beflijster in de tuin. Op 29 april waren er 2, op 30 april 3 en op 1 mei waren ze alle weer vertrokken (Joki Bakkers, Hitzum).
Mannetjes beflijster hebben een helderwit befje en worden soms enkele dagen achtereen in tuin gezien.
27 april. In Workum een koekoek gehoord (Klaske Opmeer). Jasmijn de Winter (9 jaar!) uit Morra maakt met tablet een filmpje van een witgesterde blauwborst die bij de woning daar tegen de ruiten was gevlogen. De vogel overleefde de klap gelukkig en is later weer weggevlogen. Jasmijn toonde haar filmpje aan haar opa Wim de Haan in Giekerk. Nest met 2 eieren waterhoen in Hallum. Dit is het 2e legsel al, het eerste is verloren gegaan door predatie (Jelle A. de Vries).
28 april. In Boornbergum1 draaihals in de tuin (Rinze Elverdink). In Alde Feanen bij Eernewoude 1 koekoek (Roel Bos). Deze week in de Westereen (Zwaagwesteinde) bij de woning een dode wilde eend (vrouw) gevonden met de kop eraf, het mannetje heeft de hele dag de dodenwacht gehouden (J.W. Lourens). Kennelijk het werk van een steenmarter, deze durven zelfs broedende vogels van hun nest te pakken. Een opvallend bontgekleurde merel man in de tuin te Stiens. De vogel was op 27 april ook al in het Heechhof in Stiens te zien (Gerard Mast).
Dit mannetje merel valt wel erg op met zijn bonte verenpak. Het gaat in dit geval om Progressive Greyning volgens specialist Hein van Grouw uit Engeland. Ook bij andere soorten komen miskleuren voor (voor boerenzwaluwen zie ook mijn Boerenzwaluw Journaal 2020 blz. 41 – 51). (Wordt U op aanvraag per email toegestuurd).
Hierin opgenomen de meest voorkomende kleurafwijkingen volgens Hein van Grouw; Albinism/ Leucism /Progressive Greyning /Brown/ Dilution-pastel/ Dilution-isabel /Ino-light /Ino -dark en Melanisme
29 april. Bij petgaten gebied te Snikzwaag 1 tuinfluiter en groepje van plm. 100 kemphaan (Tonny de Jong, Joure). In Joure aan de Boeier een nest met 8 eieren van het waterhoen in een gele lis pol aan de waterkant. De volgende dag is het legsel helaas door een ekster geplunderd (Willem de Vries).
30 april. Twee grauwe klauwier in heidestruiken in Bakkeveenster duinen (Rindert Algra).
Meldingen van de 1e helft van mei worden opgenomen in volgende Nieuwsbrief. Helaas heb ik niet alle binnenkomende meldingen kunnen opnemen, dit is slechts een deel van de binnen gekomen meldingen.
Enkele bijzondere terugmeldingen van geringde en gevonden vogels.
Veel vogelsoorten sneuvelen op de voor en najaarstrek tegen vensterruiten en in het verkeer. Ik krijg altijd veel meldingen binnen van al mijn correspondenten. Op allerlei plekken worden slachtoffers gemeld, vaak tijdens veldtochtjes in de natuur of rondom huis of erf. Soms zijn het vogels uit de omgeving, doch ook maar al te vaak komen ze van ver en zijn ze oververmoeid tijdens hun zwerf en trektocht gesneuveld. Hieronder enkele recente meldingen van gevonden vogels met ringen uit het archief. Mocht U tijdens de voorjaarstrek ook opmerkelijke vondsten hebben gedaan dan horen we het graag, ook van niet geringde vogels waarvan men twijfelt over de soort. Vaak is een foto van het slachtoffer (ring of kleurring) snel gemaakt en kan er snel uitslag verkregen worden.
Merel.
SFH. A…844634. Geringd als eerste jaars merel mannetje op10 september 2021 te Kirkkotie, Uusimaa in Finland. Op 6 november 2021 dood gemeld door H. Stobbe en P. Metselaar. De merel vloog met een klap tegen vensterruiten in de Triemen en was op slag dood. Slechts 57 dagen geleden geringd tijdens de wegtrek in Finland en op 1385 km van de ringplek in de Triemen tegen vensterruiten aan zijn einde gekomen.
Merels uit noordelijker landen komen in najaar hier ook overwinteren of treken nog door.
Zeekoet.
GBT Y…07890. Geringd op 2 juli 2020 als nestjong in Engeland bij Helmsdale. Niet vers dood gevonden op 9 februari 2022 op een buitendijks strandje bij Koehoal door Gerard Westerhuis uit Sint Anna Parochie. De vogel heeft de ring 587 dagen gedragen en is op 789 km van de ringplek gevonden. Ringvondsten van zeekoeten komen maar weinig voor.
Grauwe gans.
DKC…3902658. Geringd op 8 juni 2013 als vrouw na tweede kalenderjaar door Jesper Brinkmann Nielsen bij Ballerup in Denemarken. Niet vers dood gevonden (zeker 2 weken dood) op 7 maart 2022 aan het Tjeukemeer op Ringstation Rohel door Jan de Jong uit Joure tijdens schoonmaken oeverzone. Afstand tot ringplaats is 530 km. De vogel heeft de ring 3194 dagen gedragen en is zeker ouder dan 10 jaar. Vogel werd op 28 april 2014 nog gezien bij Smørmosen, Herlev, Region Hovedstaden in Denemarken, vlakbij de plek (op 2,5 km) waar de vogel geringd is.
Kerkuil
NLA. 5573382. Geringd op 19 juni 2019 als nestjong (vrouw) uit een nest met 4 jongen in Lippenhuizen door kerkuil onderzoeker Johan de Jong (Beetsterzwaag). De vogel werd op 8 januari 2022 vers dood gevonden als verkeersslachtoffer in Jubbega aan de Schoterlandseweg dor Cobi Hiemstra uit Jubbega. De kerkuil had de ring 934 dagen gedragen en werd op bijna 5 km van de plek waar zij was geboren helaas dood gevonden. Veel kerkuilen komen om in het verkeer zo blijkt uit de vele terugmeldingen in ons archief zitten.
Kokmeeuw.
NLA. …2516720. Geringd als nestjong op 7 juni 2019 door Jan de Jong op het Konijneneiland in het Tjeukemeer (Tsjûkepolle). Van deze kokmeeuw werd op 5 januari 2021 (in de winter) in Spanje de pootring na 578 dagen afgelezen met een verrekijker te Montearagón, Toledo op ruim 1643 km van de ringplek.
Veel kokmeeuwen blijven in zachte winters wat in de omgeving rondzwerven. Enkelingen trekken echter veel verder weg.
NLA. …3645594. Geringd als nestjong op 8 juni 2007 door Eelke Haagsma op het eiland Tsjûkepolle in het Tjeukemeer. Op 16 januari 2021 is van deze kokmeeuw het ringnummer afgelezen met een kijker te Cardiff in Engeland op ruim 635 km van de ringplek. De vogel was toen al 13 jaar, 7 maanden en 8 dagen oud.
De vogel werd 5 dagen eerder ook al in de omgeving van Cardiff gecontroleerd. Het aflezen van ringnummers en kleurringen is door de grote verbeteringen van kijkers en fototoestellen in heel veel landen een vrijetijdsbesteding.
Ooievaar.
NLA. ……885. Geringd als nestjong op 10 juli 1988 in ooievaarsdorp Liesveld, Groot-Ammers (Zuid-Holland) door A. Enters. Op 19 maart 2021 nabij Heerenveen door Jan Oord uit Mildam het ringnummer afgelezen met kijker. Vogel stond daar op een afgezaagde boom! Vogel heeft ring 11940 dagen (32 jaar, 8 maanden en 10 dagen) gedragen en is daarmee een van de oudste ooievaars in ons land. Zeker een van de oudste die in Friesland is gezien.
De oudste ooievaar in ons land werd 39,6 (bijna 40) jaar oud (Vogeltrekstation Wageningen).
ESS…032945. Geringd als eerste jaars rietzanger op 8 augustus 2021 in Laguna de Gallocanta Tornos, Teruel in Spanje door Spaanse vogelringgroep (Grupo Aragón de Anillamiento). Op 13 april 2022 op Ringstation Rohel aan het Tjeukemeer door aspirant ringer Gerard Westerhuis (in opleiding) gecontroleerd en weer losgelaten. De vogel heeft de ring 248 dagen gedragen en was in Rohel op 1439 km van de ringplek (Vogeltrekstation Wageningen).
Deze rietzanger is op de najaarstrek naar het overwintergebied in Afrika geringd in Spanje en was in april op de terugtocht naar zijn broedgebied, welke mogelijk nog noordelijker ligt. Veel rietzangers trekken in juli- augustus weg en door aan het Tjeukemeer en keren vanaf half april tot diep in mei terug.
NLA. BH…91175. Geringd als eerste jaars op Ringstation Rohel aan het Tjeukemeer op 24 juni 2019. Gecontroleerd door Spaanse vogelringer op 25 augustus 2021 te Villarquemado in Spanje. Ring 793 dagen gedragen en terug gemeld op 1478 km van de ringplek. Dit is de verste afstand van een rietzanger die op Ringstation Rohel is geringd in periode (1985-2022). Helaas is er nog nooit 1 rietzanger uit het overwintergebied in Afrika van de in Rohel geringde rietzangers terug gemeld.
Tot zover deze opgave van geringde en gevonden vogels. Heeft U ook een ring gevonden meldt het ons dan.
Het avontuur van Popke de Protter.
Ontvangen van Sibbele Witteveen uit Oosterzee en door mij overgezet vanuit het Fries naar het Nederlands. Als reactie op het verhaal van de spreeuw in de kachel in de vorige nieuwsbrief. Een verhaal uit 1980 dat ook echt gebeurd is. Uit de natuurgroep “De natuerswalkers út Eastersee” met onder anderen Douwe Kootstra als bestuurslid. In het krantje nr. 7 van de 5e jaargang is beschreven wat er bij Sibbele Witteveen thuis gebeurde.
De koude winter is voorbij. Alle sneeuw en ijs is gedooid. Het gras begint al wat groener te worden en aan de bomen komen alweer dikke knoppen. “Popke” de Protter (spreeuw) heeft de winter doorgebracht in Frankrijk. Hij vliegt nu met nog een paar andere spreeuwen over België en Zuid-Nederland naar het noorden. Dan komt hij bij een mooi dorpje aan een groot meer in Friesland. Hij gaat in het topje van een hoge berkenboom zitten en kijkt eens om hem heen. Ja, hier is hij weer terug op zijn plekje in Oosterzee. Hier bij deze woning zal hij de zomer doorbrengen net als alle andere voorgaande jaren.
Hij zoekt een plekje waar het nest gemaakt kan worden doch dat valt niet mee. Vorig jaar was dat gemakkelijk, toen kon hij nog wel een gaatje tussen en onder de oude dakpannen vinden. Maar nu liggen er allemaal nieuwe pannen op het dak en op die plekken waar nog wel ruimte was waren andere spreeuwen hem al voor. Hij vliegt van het ene naar de andere plek doch het wil niet slagen. Dan ziet hij een nestkastje hangen, maar daar kan hij niet inkomen, hij is te dik. Hij wordt moedeloos van het zoeken en gaat boven op de naald van het dak zitten te rusten.
Opeens ziet “Popke” een gaatje en kruipt daarin. Hij komt in een lange donkere gang waar het wat branderig ruikt. Hij kruipt verder. Eerst is hij blij. Hij denkt dat hij een mooi plekje heeft gevonden voor zijn nest. Maar er komt geen einde aan die lange tunnel. Hij wordt bang en wil terugvliegen, maar daar is de gang te nauw voor. Hij fladdert weer verder. Ineens komt hij in een grote ruimte waar het ook wat lichter is. Hij gaat op dat licht af doch stoot zijn hoofd en valt naar beneden. Hij begint te piepen en wil naar buiten toe, doch is zo over zijn toeren dat hij het pad terug niet kan vinden.Hij weet niet meer wat hij doen moet, hoe komt hij hier weer weg?
De spreeuw fladderend voor het raam en het kacheldeurtje staat open!
Het wordt nog lichter om hem heen. (Kachel deurtje gaat open). Door een opening komt hij in een heel grote ruimte. Hij ziet de bomen en de blauwe lucht en wil daar heen vliegen maar botst weer tegen wat hards aan en valt op de grond. Hij wordt vastgepakt en meegenomen naar buiten. Daar wordt “Popke” losgelaten en blij vliegt hij naar het topje van de berkenboom om bij te komen van de schrik.
Jullie hebben het al in de gaten wat er met “Popke” (de spreeuw) gebeurd is.
In de kamer waren ook een paar jonge jongens erg bang. Arjen en Ysbrand waren in de kamer aan het spelen. Ze hoorden ineens wat ritselen in de schoorsteen. Ze zeiden tegen elkaar; ”Swarte Piet”? Ze riepen vader en moeder erbij, die begrepen eerst ook niet wat er aan de hand was. Die deden het deurtje van de kachel open en daar vloog wat naar buiten. Arjen en Ysbrand stonden te huilen maar “Popke” de spreeuw was weer vrij!
Tot zover het verhaal van “Popke de Protter” wat in deze tijd zomaar zou passen in een educatief voorlees stukje voor het slapen gaan van de jongste kleuters.
Tot zover het vogelnieuws in de Nieuwsbrief 14 deze keer. Mocht U iets hebben voor de volgende Nieuwsbrief dan hoor ik het graag. Fotos mogen toegevoegd worden. Meldingen graag toezenden met naam en woonplaats.
Dertig jaar aankomst gegevens van boerenzwaluw in Gelderland.
door Jan de Jong
Van Arend Heideman (Fries om ûtens) uit het Gelderse Gelselaar kreeg ik onlangs een leuke foto toegestuurd met daarop tevens de aankomstdata van de boerenzwaluwen in hun boerderij.Arend schreef me het volgende;
Voor het 30e achtereenvolgende jaar heb ik, op 10 april 2022, in boerderij Stokkink in Gelselaar de aankomst van de eerste boerenzwaluw van een seizoen genoteerd. In 1993 begon ik hiermee. Vanzelfsprekend was toen hun terugkeer hier niet meer zeker. (Melk)vee werd er toen al niet meer gehouden. Beginjaren negentig werd ook gestopt met het houden van varkens. Zouden er dan nog wel voldoende insecten zijn voor deze boerenzwaluw en om hun jongen te voeren? Deze vrees vormde de achtergrond van deze notities. Later bevorderde de aanleg van een modderslootje sterk het aantal boerenzwaluwen dat zich nestelde tussen de eeuwenoude balken in het achterhuis van deze Gelselaarse boerderij, waar voor het huis een Bentheimer put prijkt met het jaartal 1575 erop. Zeer belangrijk is natuurlijk ook dat boerderij Stokkink (nog) niet is omgebouwd tot woonboerderij, zoals veel boerderijen in de omgeving. Anders is er voor de geliefde zomergasten (boerenzwaluwen) geen plek meer. Op de 'delle' ligt ook nog altijd een lemen vloer. Zie voor meer gegevens de blog zwaluwenboerderij: https://zwaluwenboerderij.blogspot.com/Arend Heideman
Als we deze gegevens van Arend wat nader bekijken door de jaren dan komen we leuke en opmerkelijke data tegen. Zo is de gemiddelde aankomst (1993-2022) 3,2 april. Tussen de vroegste (23 maart) en de laatste (23 april) data zit precies een maand! In de maand maart zijn er 9 aankomstdata (1995/ 2004/ 2006/ 2010/ 2011/ 2012/ 2017/ 2020/ 2021) en in april 21 keer. Al die gegevens zijn vastgelegd in een grafiek hieronder. Uit de trentlijn kunnen we zien dat in Geselaar (Gelderland) de laatste 30 jaar de aankomst in de stal bij Arend Heideman met zeker 5 dagen is vervroegd.
Grafiek aankomst in Gelselaar op boerderij Stokkink.
Uit de grafiek zien we dat de aankomstdata in 2002/2005/1994/2003/1996 en 2022 op 10 april of erboven ligt en dus aan de late kant is. Duidelijk is te zien dat de eerste aankomstdata van 2006 tot 2012 en van 2016 tot 2021 duidelijk vroeger waren dan in de beginjaren. Aankomst van de eerste boerenzwaluwen in stallen kan soms grillig zijn. Vaak zijn het de mannetjes (met lange staarten) die het eerst opvallen. Bij aankomst zingen de mannetjes vaak in de stal/schuur of ligbox, ze inspecteren het oude nest en zijn vaak veel buiten om de eerste vrouwtjes te verwelkomen. Soms help het om in de stal/schuur een zangpost of een ontmoetingsplaats creëren. Dat kan in de vorm van een gespannen draad maar ook op andere ludieke wijze.
Een opgehangen kapstok kan als ontmoetingsplaats of zangpost in de stal opgehangen worden.
Binnenkomende vogelmeldingen van correspondenten 1 helft april.
De laatste weken komen er steeds meer meldingen binnen uit de natuur. Al die meldingen kan in onmogelijk kwijt in het Vogelnieuws in de Leeuwarder Courant. Daarom plaats ik in deze rubriek een deel van de natuurmeldingen. De meldingen worden op volgorde van datum geplaatst. Aanvullingen zijn welkom.
1 april. In Oudebildtzijl zag Peter Adriaan 1 mannetje merel met een witte vlek bij het oog. Kleurafwijkingen bij merels komen vaak voor. Soms geheel witte maar ook regelmatig slechts enkele veren afwijkend.
2 april. Groepje van 10 a 15 lepelaars bij Marrum aan de kust (Jan van Duinen).
3 april. In Bergum bij de woning in het weiland 1 paartje krakeend aanwezig (Mevr. Edema). In Bantega bij de nestkastjes plotseling alle mezen verdwenen, oorzaak kou (van der Pol). In Joure een zwarte roodstaart op industrieterrein De Ekers en bij museum Joure 1 groene specht (Durk Visser). Vorige week nog een groepje van 8 witte kwikstaarten op industrieterrein De Ekers in Joure (Bertus Rijpkema). Bij Hoornsterzwaag al een koekoek gehoord (Jeep van Houten). Te Leons een nest met 4 afwijkende eieren van de kievit gevonden (Klaas Visbeek).
Deze eieren herken je niet direct als kievitseieren.
6 april. In Oudwoude 1 paartje goudvinken (Willem Jonkman).
7 april. Groepje van zeker 15 a 20 kepen en groepje groenlingen al zeker een week in tuin te Kollum (Kor en Cobie Lautenbag). Jurjen van der Meer meldde in Nieuwsbrief 11 het vroege nest (eind februari 1 ei) van de wilde eend in een eendenkorf in Terkaple. Vandaag zwommen en een hele koppel jongen bij de moeder in de sloot. Het vrouwtje heeft rustig gebroed en op 5 april zijn de eieren uitgekomen en 1 dag later kwamen de jongen al uit de korf aldus Jurjen.
Eend met een nog hele toom jonge kuikens in Terkaple
8 april. In Sneek zijn de aantallen oeverzwaluwen nog niet terug bij de broedwand (Anneke Heijnis). Ook in Joure nog geen oeverzwaluwen bij de broedwanden (Tonny de Jong). Steenmarter plundert eendenkorf in Joure, gespot met camera (Karel Gildemacher). In de Westhoek een blauwborst gezien (Auke van Eck, Hitzum).
9 april. In de Scheltingapolder bij de Linde 1 zwarte ibis (Jan Oord).
In de Stienservaart 1 paartje mandarijn eenden (Ger Boersma). Aan de Kerkweg bij Rohel een groepje kemphanen op grasland (Albertje Alkema ten Hoeve). Drie zwartkop gehoord in Joure en in de Haskerveenpolder nog een flinke groep wulpen (Durk Visser). In de Alde Feanen bij Eernewoude (Wikelslân) 6 fitis, 2 blauwborst en 1 roodborsttapuit en bij Lytsemar nog 1 zwartkop en 5 kramsvogels (Rindert Algra).
10 april. In Kollumgroepje van 15 a 20 kepen bij de voersilo. Op 11 en 12 april waren ze nog aanwezig maar op 15 april waren ze plotseling gevlogen (Cor en Cobie Lautenbag). In Franeker is al een tijdje een Kokardezaagbek te zien (Wierd Snijder). Nest met 4 eieren van het waterhoen in Koudum aan Dammenseweg (T. Westendorp). In Goutum 1 beflijster in de tuin (Peter Egbers). In het Wynterper Skar 1 fitis gehoord (Durk Visser, Joure). In tuin 1 beflijster te Suamarreheide (Bareld Storm).
Kokardezaagbek in Franeker is zeker een exoot.
11 april. Twee zeearenden boven wijk Pasveer in Sneek (Hiske van Leeningen). Bij de zandput van Oudehaske 1 fitis zingend (Wouter Schothorst). In Zuiderburen te Leeuwarden 1 fitis zingend (Sybout Jaarsma).
12 april. Te Makkum 1mannetje tjiftjaf gesneuveld tegen vensterruiten (Mark de Graaf). Een huiszwaluw keerde terug bij nest te Kollum (Cor en Cobie Lautenbag). Aan de Korte Ekers Joure 1 boerenzwaluw (Anne Andreas Lenis). In Houtigehage 1 paartje gele kwikstaarten gezien (Willy Pultrum). In Sneek 7 oeverzwaluwen terug bij de broedwand (Anneke Heijnis). Eerste huiszwaluw terug in Harkema (Foppe van der Meer). Drie beflijster in Suamarreheide, twee ervan geringd (Bareld Storm).
13 april. In de Lendevallei bij Wolvega al enkele dagen een zwarte ibis (Wiebe Nijlunsing). Al enkele dagen 1 paar grauwe vliegenvangers in de tuin in Oudemirdum (Joke en Rinke Koopmans). In Stiens 1 braamsluiper bij woning gehoord. Verder in de Wide Mar groep van enkele honderden kemphanen en een 40-tal grutto’s. In Stienserbosk 1 fitis zingend en een ijsvogel nog steeds aanwezig (Gerard Mast). In Hitzum zang van fitis gehoord (Auke van Eck).
14 april. In Drachten 1 gekraagde roodstaart terug (Nel Otter). Te Giekerk 1 beflijster gezien (Wim de Haan). Groepje van plm. 100 kemphaan op nat weiland (SBB) te Koudum (Wouter Schothorst, Joure). In de Westereen (Zwaagwesteinde) 1 gekraagde roodstaart terug (J.W. Lourens).
15 april. In Heerenveen bij de IBF 1 koekoek gehoord (Koen de Jong). In Molkwar al enkele dagen een Casarca eend gezien (Mineke Bekkema).
Aankomst van Boerenzwaluwen in de stal in 2022.
Nu ik dit schrijf lopen de meldingen van terugkerende boerenzwaluwen in stallen flink binnen. Op Goede Vrijdag zelfs meer dan 50 reacties. Hieronder even een lijstje van de reeds gemelde aankomstdata en aantallen (stand 20 april 2022). Mogelijk staat U aankomstdata er nog niet bij, of zijn ze bij U nog niet aangekomen. De lijst is op alfabet van woonplaats genoteerd zodat de melding wat gemakkelijker is terug te vinden. Mocht U onjuistheden of aanvullingen (o.a. data van 2020 en 2021) in de lijst vinden dan hoor ik dat graag even.
Verheugend is dat er ook steeds meer info uit andere provincies binnen komt.
Tot zover het vogelnieuws in de Nieuwsbrief 13 deze keer. Mocht U iets hebben voor de volgende Nieuwsbrief dan hoor ik het graag. Fotos mogen toegevoegd worden. Er worden recent nogal eens bijzondere ringvangsten of vondsten gedaan van vogels met opmerkelijke ringen en herkomst. Een volgend keer daarover iets meer.
Hieronder een opvallende foto uit een artikel van NASA over de al maar toenemende stof en zandstormen die nu ook Europa regelmatig bereiken. Steeds vaker krijgen we in Europa te maken met toenemende stof en zandstormen uit Afrika die voor enorm veel soorten zangvogels problemen kunnen veroorzaken als ze terug willen keren naar hun broedgebieden in Europa.
De kaart hierboven toont een model van de stofbeweging op 17 maart (bron NASA).
(Bron NASA).
De eerste storm begon op 15 maart 2022 over het noorden van Midden-Europa en verspreidde zich van Polen, Tsjechië en Oostenrijk naar het zuiden naar de oostelijke Middellandse Zee. Dit was ook ongebruikelijk omdat er "meestal een directe verbinding is van met een droge stofbron, dichter bij de woestijn zelf."
Op 16 maart volgde een tweede storm het klassieke patroon, dichter bij de bron van het stof in Afrika. De grote, wijdverspreide stofwolk trok verder noordwaarts over Europa in de richting van Scandinavië en de Noordelijke IJszee. Vervolgens bewoog het zich oostwaarts over Noord-Rusland voordat het een bocht nam en op 20 maart terug boog naar Oost-Europa en het Zwarte-Zeegebied.
Eind maart begon er weer een grote stofstorm naar het noorden te trekken die Saharastof over de Middellandse Zee en Europa voerde. Hoewel de laatste storm even groot lijkt te zijn, is hij misschien niet zo langdurig.
“Twee grote [stormen] zoals deze, bijna achter elkaar, is enigszins ongebruikelijk, maar de weerpatronen in Noord-Afrika en Europa tijdens de lente lijken meer bevorderlijk te zijn voor het veroorzaken van stofstormen die Europa bereiken dan in andere periodes van het jaar. ”
Op 25 maart 2022 zat een van de twee katten van Jelske en Johan Vlasman in Leeuwarden aandachtig naar het kachelraampje te kijken. De andere kat liep toevallig buiten achter de woning. De kachel was niet aan, dat kon het niet wezen dus even kijken wat er zo’n aandacht verdient om tijden naar te kijken. Als snel bleek het duidelijk waar de kat naar keek, een …vogeltje!
De kat bleef maar naar het raampje van de kachel kijken.
De spreeuw, een mannetje, was kennelijk bij het zoeken naar nestgelegenheid door het luchtkanaal naar binnen gekropen. Vooral in het voorjaar, maar ook tijdens strenge vorst wil er nog wel eens een vogel in het rookkanaal van kachel of de afzuigkap belanden. Tijdens de wintermaanden zitten de vogels dan vaak dicht op de rand van de schoorsteen (zonder kapje) en raken wat bedwelmt door de koolmonoxide en vallen dan naar binnen. Soms een spreeuw, maar ook uilen, duiven en lijsters kunnen zo naar binnen geraken.
Bij een open haard is het altijd oppassen dat vogel als je de haard opent dat de vogel, vaak met roet besmeurd, niet de woonkamer invliegt. Gelukkig viel het in Leeuwarden wat mee en kon de vogel snel gepakt worden voordat hij roetschade veroorzaakte en de kat had het nakijken.
Ook eens en vogel in de kachel of afzuigkap gehad, meldt het mij even. Soms vliegen ook vogels door open ramen naar binnen.
Een mannetje spreeuw was door het rookkanaal naar binnen gekomen.
Nieuwe aankomst gegevens boerenzwaluw uit Kollum.
In 2011 publiceerde de vogelwacht Kollum in hun jaarverslag Fûgelpraet een lijstje met de aankomstdata van de boerenzwaluw in houthandel Barkmeijer van 1944 t/m 2005. Een unieke reeks! Deze reeks hebben we destijds opgenomen in het Boerenzwaluw Journaal van 2012 (bz.25-27). Dit verslag is op aanvraag via mail te verkrijgen (j.d.jonglc@home.nl ).
Helaas werden na verval van de loodsen van Barkmeijer deze in 2006 afgebroken. Hendrik Poortinga van de vogelwacht Kollum stelde de gegevens van de aankomst veilig en noteerde in een eerdere fase de aankomst gegevens van de “hanenbalken” op papier en hield elk jaar de aankomstdata bij.
In maart 2022 verscheen het prachtige jubileumboek van Vogelwacht Kollum e.o. 75 jaar in woord en beeld.
Op bladzijde 57-59 staat een verslag over de Zwaluwwerkgroepen; Vogelwacht Kollum e.o. ook op de bres voor de zwaluwen. In het jubileumboek ook een opgave van de aankomstdata van boerenzwaluwen bij houthandel Barkmeijer van 1944 t/m 2005. Vanaf 2007 t/m 2021 is Willem van der Kooij met de notities van de eerste aankomstdata doorgegaan met de aankomst in een stal aan de Brongersmaweg 1.
Hieronder de aankomstdata Brongersmaweg 1 Kollum (bron; Willem van der Kooij);
Bij deze reeks van 15 jaar (2007-2021) is de gemiddelde aankomstdata 9,7 april.
Kijken we naar de eerste periode (2007-2013) dan is dat gemiddeld 11,49 april.
De tweede periode (2014-2021) is gemiddeld 8,13 april.
Dat is een duidelijke vervroeging in de tweede periode van 3,36 dagen.
We zien dat de trend van vervroeging van de aankomst zich bij Kollum voortzet.
Was de gemiddelde aankomst bij Barkmeijer in de periode 1944-2005 nog 16,74 april.
In de periode aan de Brongersmaweg 1 is dit (2007-2021) al 9,67 april.
Aankomstdata in schuren zijn van heel veel factoren afhankelijk en deze factoren kunnen bij elke locatie soms weer anders zijn. Toch is het belangrijk om de aankomstdata in stal PER LOCATIE bij te houden. Dit om een verklaring te vinden/zoeken per regio/broedplek. Alleen het waarnemen van een boerenzwaluw buiten de stal locatie geeft geen zekerheid dat het om eigen broedvogels gaat. Meld dus jaarlijks de eerste opgave van aankomst in de stal/broedplaats. Soms verschillen aankomstdata uit verschillende stallen uit een en hetzelfde dorp nogal sterk.
Heeft U als Vogelwacht/ of particulier ook nog gegevens liggen van de aankomst van de eerste boerenzwaluwen in stallen of schuren dan hoor ik dit graag. Vroeger schreef de boer de 1e aankomstdata wel op de balk in het bûthûs of werd dit in de boekhouding genoteerd.
Veel binnenkomende vogelmeldingen uit de provincie.
De laatste weken komen er steeds meer vogelmeldingen binnen. Wel eens leuk om een deel van deze meldingen hiervan toch weer onder de aandacht te brengen. Vroeger publiceerde mijn voorganger (Gerrit Bosch) ook al bijzonder Vogelnieuws in de Leeuwarder Courant en later in Vanellus (orgaan van de BFVW) en allerlei andere kranten en tijdschriften. Zo maar een greep uit de vele reacties die binnengekomen zijn in de maand maart.
Waarnemingen maart 2022;
01-03.4 kluten in een polder bij Formerum (G. Smid).
1 aardhommel in woonkamer van dochter te Leeuwarden (Marianne Borgman).
2 scholeksters langs de weg te Berltsum (Ita Spoelman).
03-03.1 witte kwikstaart terug op dak te Berltsum (Ita Spoelman).
05-03. Vier grote zaagbekken in bosvijver Stienzer bosk (G. Mast).
07-03. Appelvink in tuin te Stiens (Gerard Mast).
Tjiftjaf gehoord in Oudwoude (Willem Jonkman).
Drie grote Alexanderparkieten in natuurgebied de Heide te Heerenveen (Nico Vink).
09-03. Trek van buizerds boven Stiens, ook 1 ruigpootbuizerd gezien (Gerard Mast).
10-03. In Gorredijk tjiftjaf gehoord (Johannes Grondsma).
Grote gele kwikstaart te Hoornsterzwaag (Elske van Houten).
In Stiens kleine vos vlinder en 1 citroenvlinder gezien (Gerard Mast).
11-03. Kleine vos vlinder in Heerenveen (Nico Vink).
12-03.1 witte kwikstaart weer op de nok van de loods in Sondel (Hinke Trinks-Jonkman).
2 raven bij Fogelsanghstate baltsend (Jan Andries Wagenaar).
1 tjiftjaf te Leeuwarden, Kalverdijkje (Tonny de Jong, Joure).
13-03. In Veenwouden bij Wieger van der Wal (82!) 2 jonge Turkse tortels in een oud merelnest in een Hortensia klimplant.
Twee citroenvlinders in de tuin te Joure (Jan de Jong).
Acht groenlingen in boom te Menaam (Oane Baarda, Menaam).
In Ballum op Ameland 1 koolwitje vlinder gezien (Janke Nobel).
In Winsum 1 paartje krakeenden achter huis in weilanden (Teake en Jantine Brouwer).
14-03.1 paar grote bonte spechten en een “lachende” groene specht in Houtigehage (Willy Pultrum).
Bert Bos uit Joure brengt me een dode houtsnip die in Urk gevonden is bij werkplaats. Vaak zijn dit slachtoffers die ergens tegen aan gevlogen zijn. Deze had de nekgebroken,was vet en woog 285,2 Gram.Vleugel; 202 mm. Staart 89 mm. Het was een mannetje met al flink ontwikkelde testes.
15-03. In een sloot van de voormalige psychiatrische inrichting in Franeker zit al 10 dagen een meerkoet te Broeden (Willem van der Meulen). De eerste kuikens worden met 2 weken al verwacht.
Aan de Griene Dyk aan Sneekermeer 1 blauwborst (Bauke Sienema, Heerenveen).
In Oudemirdum 1 paar appelvinken op de voedertafel (Joke en Rinke Koopmans). In Ureterp 1 witte kwikstaart terug bij de buren (Ydwine van der Molen). Bij Goënga 1 witte kwikstaart terug (Rients en Martha de Jong).
16-03.1 dodaars in vijver in Stienzer bos (Gerard Mast). Op 20 maart was ie weg!
1 vrouw blauwe kiekendief op akkerveld tussen Westhoek en Sint Jacobi Parochie (Ita Spoelman).
2 zeearenden bij vogelkijkhut te Wier (Ita Spoelman).
18-03.1ijsvogel te Stiens gezien (Gerard Mast).
20-03. In Oosterzee 1 kleine bonte specht aanwezig (Sibbele Witteveen).
21-03.1 zwarte ibis bij Dronrijp (Susie Hooghiemster).
Zingende spreeuw bij nest te Joure (Bertus Rijpkema). Op 23 maart al slepend met nestmateriaal!
22-03. Groepje kemphanen tussen grutto’s bij Wommels (Jantine Brouwer).
23-03. Roerdomp bij Timertsmar gehoord (Hans de Jong, Grou).
24-03. Visarend bij kijkhut Piaam (Jappie van der Meer).
1 zwarte roodstaart in tuin te Heerenveen (Sjoukje van Sprengen Heidstra).
28-03. Bij L. H. van Esch (81)1 paar goudvinken in de tuin te Drachten.
30-03.1boerenzwaluw bij Ezumazijl (Jeroen Breidenbach).
31-03.1boerenzwaluw gezien tijdens flinke sneeuwbui te Bakkeveen (Koert Scholten).
Heeft U in de maand april iets leuks of bijzonders gezien meldt het dan even.
Eerste eieren.
De melding van de vondst van de eerste eieren van veel soorten werd vroege vaak gemeld. In Friesland ging het vaak om de vondst van de eerste eieren van weidevogels die tijdens het kievitsei zoeken werden gevonden. Maar ook andere soorten hadden de aandacht. Zo horen we graag de data van allerlei 1e ei meldingen van nestkastbroeders en toevallige controles.
Een eerste aanzet voor 2022. Aanvullingen zijn altijd welkom.
Scholekster.
25 maart 1e ei gevonden in Oterleek aan de Huijgendijk.
29 maart 1e ei in akkerbouwlanderijen te Tjalleberd gevonden door Siebren Siebenga. Op 2 april lagen er 3 eieren in zo meldde Wilco Siebenga (Vogelwacht Tjalleberd /Facebook BFVW).
Kievit.
9 maart 2 ei in Hengevelde door Tonny Ruppert (Overijssel).
10 maart 1 ei in Wilnis door Gijsbert Tijsseling (Utrecht).
12 maart 1 ei bij de Cocksdorp te Texel door Cees Dijker (Noord-Holland).
13 maart 2 ei door Jan Pier Cleveringa (Drenthe).
14 maart 2 ei Workumerwaard door Wietse Jan Dijkstra (Friesland).
14 maart 1 ei Zevenhuizen door Bert Jaap Darwinkel (Groningen).
Grutto.
21 maart 1e ei te Oostzaan langs de Haal gevonden door Wout de Jong (Noord-Holland).
23 maart 1 ei in gemeente Stompwijk door Aletta en Martin van de Reep (Zuid-Holland).
26 maart 1 ei in Eemdijk door Jeanette en Matthijs Beekhuis (Utrecht).
28 maart 1 ei in Tolhuislanden door Aalt de Weerde (Overijssel).
30 maart 1e ei in Schettens gevonden door Jelle Hibma (BFVW Facebook).
5 april 4 eieren in Winsum Joop Sijsbolts (prov. Groningen).
5 april 4 eieren in Nijkerkerpolder gevonden door Evert van Veldhuizen (Gelderland).
Tureluur.
2 april 1e ei te Kwadijk gevonden door Meindert van der Meulen (Facebook/Weidevogels in Nederland).
Knobbelzwaan.
1 april. 1 ei in Wezerhaven (Buijs Eco Consult).
Merel.
1 maart 1e ei te Burgum in klimopbosje bij keukenraam (Sytze Elzinga).
7 maart 1e ei onder overkapping te Westereen (J.W. Lourens).
Wilde eend.
28 februari 1 ei in eenden korf in Terkaple (Jurjen van der Meer).
Vroege wilde eenden ei in eendenkorf op een knotwilg in Terkaple.
Rosella parkiet duikt op in Oudehaske
Op 28 maart 2022 vloog er bij de buren van Elsa en Nico Veen in Oudehaske een vreemde vogel rond bij het pinda netje in de tuin. Nico zond me een foto toe van de felgekleurde vogel. Het bleek een rosella parkiet te zijn die kennelijk (uit de omgeving?) uit een particuliere collectie is ontsnapt. De prachtige kleuren van de vogel vallen sterk op. De vogel bleek aan de rechterpoot geringd te zijn met een nogal forse pootring.
Rosella parkiet komt op pinda netje in de tuin af.
Steeds vaker horen we dat in voorjaar of tijdens vakantieperioden er vogels uit particuliere collecties (volières, kooitjes) ontsnappen. Vaak komt dat doordat anderen erop moeten passen en per ongeluk “even” het deurtje open laten staan en de vogel of vogels kans zien te ontsnappen. Kleine zangers hebben vaak tijdens vrij strenge winters vrijwel geen kans dit te overleven. Ze komen dan vaak op voedsel in tuinen af. Doch nu de laatste jaren er steeds meer zwakke winters voorkomen neemt ook het aantal overlevende exoten toe. We ontvangen dan ook graag meer meldingen van deze z.g. exoten die worden gezien in tuinen, parken of het vrije veld. Soms worden vogels (te grote collecties) wel eens losgelaten tijdens economisch slechte perioden omdat er geen geld meer is om ze te verzorgen. Een fotootje met een mobiele telefoon is vaak snel gemaakt.
Mocht U ook vreemde vogels in de tuin zien dan hoor ik dit graag.
Boerenzwaluwen hebben ook in voorjaar 2022 overlast van stof en zandstormen.
Op 15 maart 2022 werd een pluim van Saharastof uit Noord-Afrika en over de Middellandse Zee naar West-Europa geblazen. Net in een periode dat boerenzwaluwen en andere zangers (lange afstandstrekkers) op weg zijn naar hun broedgebieden in Europa. Het stof kleurde op veel plaatsen in Europa de lucht oranjeen bedekte steden en dorpen. Het vermindert de luchtkwaliteit en door regen kwam het op veel plekken naar beneden.
Hele gebieden met stofwolken Sahara-zand in Portugal, Spanje en Frankrijk werden via zuidelijke winden (atmosferische rivieren) naar ons land gevoerd.
Informatie van NASA.
We wisten al dat stof en zandstormen in de Sahara voor veel overlast kunnen zorgen bij ons in voor en najaar. Helaas was het dit voorjaar weer het geval. Via luchtstromingen (“Atmosferische rivieren “genoemd door NASA) komen zowel vocht/regen en stof via stormen snel in Europa. Volgens NASA hebben “heeft 78 procent van de atmosferische rivieren boven Noordwest-Afrika de afgelopen vier decennia geleid tot extreme stofgebeurtenissen boven Europa”. Dat betekent dat de afgelopen periode van 4 x 10 jaar (1980-2020!) we steeds meer met deze ontwikkeling te maken hebben gehad. Misschien toevallig; Maar hebben we niet toevallig (?) sinds de tachtiger jaren te maken met langzaam slechter wordende omstandigheden voor al onze lange afstandstrekkers van en naar Afrika?
Kijken we nu naar de recente foto’s van NASA van 14 en 15 maart (hieronder) dan zien we dat net in die gebieden waar veel van onze Nederlandse /Friese boerenzwaluwen proberen te overwinteren) en hun veren pakket ruien (Nigeria/Ghana /Ivoorkust /Sierra Leone/ Burkine Faso/ Centraal African Republiek/ Congo ook de extreme stofstormen voorkomen.
De stof en zandstormen van 14 en 15 maart in Midden-Afrika worden door de GEOS-5 van NASA aangeven waar ze plaatsvinden en dat is net in het gebied waar onze Nederlandse boerenzwaluwen trachten te overwinteren.
Volgens NASA waait er meer dan 100 miljoen ton stof uit Noord-Afrika, opgetild uit de Saharawoestijn door sterke seizoens winden. Dit gebeurt een paar keer per jaar. Het stof speelt een belangrijke rol in het klimaat en de biologische systemen van de aarde. Het bemest onder anderen oceaanecosystemen met ijzer en andere mineralen die planten en fytoplankton nodig hebben voor de groei. Deze stof en zandstormen tasten echter ook de hoeveelheid zonlicht en de luchtkwaliteit aan. Verder kan het leiden tot verdonkering van de sneeuwlaag waardoor de reflectie (ook albedo genoemd) van de sneeuw met 40% daalt en het oppervlak verwarmt (sneeuw smelt). Volgens NASA verminderde dit in 2021 de sneeuwdiepte in de Alpen met de helft in minder dan een maand.
Kan me voorstellen dat ook vogels (ook vlinders) gebruik maken van deze luchtstromingen (“Atmosferische rivieren “) om zich zo economisch snel te verplaatsen. Volgens mij is de Rosse grutto daar een van.
Rond deze tijd komen de eerste boerenzwaluwen weer terug in ons land. We zijn erg benieuwd wanneer U ze weer tegenkomt in dorp of stad. Voor de statistiek houden we graag bij wanneer de eerste broedvogels weer terug zijn in stallen en schuren. Vaak zie je de boerenzwaluw al enkele dagen ervoor wat rondvliegen, doch dit kunnen dan best geen “eigen” broedvogels uit de schuur, ligbox of garage zijn die bij U altijd broeden. Doch ook zwaluwen van elders kunnen nog aan het voedsel zoeken zijn ver van hun broed of geboortegrond. Graag hoor ik dan ook de aankomstdatum en het aantal terugkerende boerenzwaluwen op de broedplaats. Meldingen graag voorzien van naam en adres, en waar mogelijk het aantal jaarlijkse broedparen. Bij voorbaat mijn hartelijke dank. Ook losse meldingen van eerste boerenzwaluwen zijn welkom. Meldingen kunnen zowel schriftelijk als telefonisch of per email worden opgegeven aan; Jan de Jong E.A. Borgerstraat 66 8501 NG Joure. Tel. 0513-414788. Email;j.d.jonglc@home.nl
Vroege meerkoet in Franeker.
Op 15 maart kreeg ik van Willem van der Meulen uit Franeker een berichtje dat bij de voormalige psychiatrische inrichting daar al tien dagen een meerkoet zat te broeden. Dat is vroeg. Meestal beginnen ze pas begin april met de eerste eieren. Doch door de steeds zachter wordende winters (invloed klimaat) passen meerkoeten zich wat aan. Ook late legsels komen voor. Zo werd op 7 december 2021 nog een nest met 4 eieren van de meerkoet gevonden in vaart bij het MCL in Leeuwarden door A. Terpstra uit Sint Anna Parochie. Helaas heeft het nest het niet gehaald. Zo meldde Jeroen Breidenbach uit Leeuwarden me op 15 januari. Het nest was een stuk verdreven omdat het niet verankerd was en lag in de hoek van de sloot bij het MCL.
Meerkoetnest leeg en naar de hoek van de vaart rechts afgedreven (zonder jongen) bij het MCL Leeuwarden.
Bij het nazien van oude aantekeningen en jeugdherinneringen kwam plots het verhaal wat ik als jongen had gehoord van een plaatselijke broodjager. Een raadsel van een veldwachter en de slimme eierraper dat toen mening eierzoeker in die tijd (vlak na de 2e wereldoorlog) bezighield. Hieronder het verhaal en de ontknoping.
Een veldwachter en een slimme eierraper.
Opgetekend door Jan de Jong
Een kort en waar gebeurd verhaal.
Van uit mijn jeugdjaren weet ik me nog te herinneren dat de eieren van wilde eenden maar ook van meerkoeten in het Lage Midden en zuiden van Friesland na de tweede wereldoorlog (1940-45), tot wel diep in de zestiger jaren, nog werden gezocht en gegeten. Ook vóór de tweede wereldoorlog werden de eieren van de meerkoet gezocht en als eiwit aanvulling op het dagelijkse voedsel gegeten. Dit tot ergernis van de plaatselijke veldpolitie die probeerde de illegale rapers te betrappen en te bekeuren. Vroeger had je meer eendeneizoekers dan kievitseizoekers. Zo weet ik me nog een voorval te herinneren uit mijn jeugd (rond de zestiger jaren) verteld door een plaatselijke broodjager.Een keer werd de eierraper bijna betrapt doch door een gelukkige omstandigheid wist ie zich er toch nog uit te redden.
In en voor de 2e wereld oorlog werd op het zoeken naar eenden en meerkoeteieren wat minder toegekeken. Toch kende de plaatselijke veldwachter in de omgeving van Rohel (bij het Tjeukemeer) wel de mensen die naar deze eieren zochten. Vaak werden regelmatig dan ook rapers betrapt op het meenemen van deze eieren. Toch was de veldwachter gebrand om één van die rapers (beter bekend als alias Jan van Jel) op hederdaad te betrappen en te verbaliseren. Doch dit gelukte hem niet, ook na de 2e wereldoorlog niet. Het bleef een raadsel. Een plaatselijke broodjager vertelde me dat Jan van Jel (later in het stuk Jan genoemd) altijd vroeg op pad was en de veldwachter dus vroeg uit de veren moest om hem te betrappen. Ik heb Jan ook persoonlijk gekend, hij woonde vlak bij ons in Vierhuis aan de vaart. De broodjager kwam er na jaren achter hoe de slimme eierraper steeds aan de veldwachter wist te ontkomen. Tijdens mijn jeugd kwam ik regelmatig bij deze broodjager daar hij ook beroepsvisser was op het Tjeukemeer en bij een van deze bezoeken kwam ik door vragen hoe zoiets toch kan aan de weet.
Het verhaal.
Vaak was de veldwachter al te laat en kwam Jan alweer terug uit het veld. Tijdens een van zijn controles kwam de veldwachter Jan tegen. De veldwachter vroeg hem; Jan wat moest jij vanmorgen zo vroeg in het veld?. Jan antwoorde dan steevast; Ik was op zoek naar kievitseieren, maar helaas kon ik er deze keer geen een vinden. De veldwachter vroeg dan of hij dan ook wel even onder zijn alpinopet, in de broekzakken en in de jaszakken mocht kijken of hij ook andere eieren bij zich had. Ja, natuurlijk zei Jan op vriendelijke toon. De veldwachter kreeg de alpinopet aangereikt. Daar zaten geen eieren in. Wel zat er aan de buitenzijde van de achterkant van de pet een spijker in de rand van de alpino pet. De veldwachter vroeg hem; wat moet jij met een spijker in de pet Jan? Nou zei Jan dan; die heb ik er ingestoken omdat de pet me eigenlijk wat te groot is en als ik die spijker er insteek is de pet wat kleiner en past ie beter op mijn hoofd. Want ja, die kievitseieren zijn maar klein en zouden er zo uit kunnen rollen bij een te grote pet, en dat zou zonde zijn. Ja, natuurlijk zei de veldwachter, maar meteen daarachteraan, ik zou ook graag jouw broek en jaszakken wel eens willen controleren of de eieren daar in zitten. Moet dat dan, ik draag eieren altijd onder de pet antwoorde Jan. De broekzakken werden geleegd; een zakdoek, wat touw, zakmes en een kapotte kam kwamen tevoorschijn. Ook in de broekzakken geen eieren. Dan nu maar de jas even controleren zei de veldwachter. Dat kan zei Jan. Hij haalde een grote fles uit de lange jas en gaf de veldwachter de jas om deze te laten controleren. In de jas zat een oude doek die niet al te fris meer ruikte, maar geen eieren. Wat zit er in die fles Jan? O, deze zei Jan daar zit mijn “Beerenburg” (drank) in. Ik neem die altijd mee het veld in want morgens is het toch nog vrij koud als ik achter een hek zit om de kieviten te observerend, dan heb ik even een hartversterkertje nodig. Of wilde jij ook een slokje veldwachter? De veldwachter keek Jan aan en zei; nee dank je Jan, ik drink niet in diensttijd. Hier is je jas terug en als je weet wie die eenden en meerkoeteieren langs de ruige slootkanten en in de petgaten raapt dan wil ik het wel van jou weten. Jan pakte de jas weer aan en stopte de Beerenburg fles weer terug en groette de veldwachter met de woorden; veel succes veldwachter met het vinden van de eierrapers. De veldwachter gromde dan wat en zei; Ja dat hoop ik ook Jan!
Vaak herhaalde zich het tafereel van aanhouden en controleren zich gedurende een lange periode daar de veldwachter Jan ervan verdacht dat ie toch op een of andere manier de eendeneieren meenam. Misschien had ie ze dan wel ergens verstopt. Op een ochtend ging de veldwachter wel heel erg vroeg uit bed en zei tegen zijn vrouw; ik wil nu de eendenei-raper wel eens te vroeg af zijn en hem op hederdaad betrappen. Nog in donker arriveerde de veldwachter op de fiets en hield zich schuil achter een hek. De fiets wat weggestopt aan de kant van de sloot. Het was die ochtend wat heiig over het veld en de veldwachter hield op gepaste afstand van Jan zijn woning in de gaten zodat hij nog net het erf kon onderscheiden. En nu maar afwachten of Jan op pad zou gaan. Na een tijdje werd het al maar kouder achter het hek en de veldwachter dacht; eigenlijk geen gek idee van Jan om toch maar een fles Beerenburg mee te nemen om het wat warmer te houden.
Toen de veldwachter bijna op het punt stond om de missie toch maar op te geven zag hij in de schemering dat er beweging was bij de achterdeur van Jan zijn woning. Zou hij er toch nog op uit gaan? Nadat de schapen werden voorzien van wat hooi stond Jan nog even achter huis en keek naar het petgatengebied dat dicht achter huis lag. Daar had hij in de loop der jaren al heel wat eenden en meerkoeteieren gevonden. Ze smaakten best. In een klein stukje moeras met trilveen moest toch nog een eendenest liggen, de vorige keer kon ie het nest niet vinden, doch het vrouwtje wilde eend kwam daar wel weg uit die omgeving. Zeker steeds van het nest geslopen en een stukje verder opgevlogen uit het water van het petgat. Toch maar eens kijken of ie het nest nu kon vinden, jas (met fles) en laarzen uit het klompenhok gepakt en er op uit. De veldwachter dacht dat Jan weer in huis ging en stond al op het punt om op te staan toen ie nog net zag dat Jan wegglipte. Met de polsstok sprong Jan met een flinke aanloop over de sloot en liep richting het petgat. De veldwachter zag dat en wreef zich eens in de al maar kouder wordende handen en dacht; It giet oan. Zou hij dan eindelijk Jan op hederdaad kunnen betrappen?
Toen Jan over de sloot sprong zag ie nog net in zijn ooghoeken dat er een kievit verschrikt opvloog van de greppelkant van de derde eker op het weiland. Zou dan daar toch nog de eieren van het kievit legsel wat hij nooit kon vinden liggen? De locatie goed in de gaten houdend waar de kievit opvloog liep hij in rechte lijn naar de plek waar hij dacht dat de kievit was opgevlogen. Bij de plek aangekomen, gooide Jan zijn pet op het grasland neer en zocht dan ook geruime tijd in een steeds wijder wordende kring om de pet naar het nest. De veldwachter zag ook dat Jan nu aan het kievitsei zoeken was en dacht nog; zou hij dan toch de waarheid spreken? Jan die moeite had om kievitseieren te vinden (hij had daar vaak minder geduld voor) wilde het eigenlijk voor gezien houden toen hij vlak voordat hij zijn alpinopet opraapte het nest met vier eieren zag liggen. Ha eindelijk dacht Jan, nu heb ik ze dan toch gevonden. Snel bukkend, een broedsje nog wel, (zijn eerste) en de eieren in de pet. Voorzichtig de pet met de vier eieren opgezet en zijn weg vervolgend naar het trilveen waar waarschijnlijk nog een nest met eieren op hem wachtte.
Daar lag het prachtige mooie broedsjevan de kievit wat Jan zijn eerste was.
Klimmend over hekken en over smalle slootjes met een pet met vier kievitseieren eronder bereikte hij het trilveen. De veldwachter bleef Jan op gepaste afstand volgen en zag dat hij zich nu naar trilveen begaf. Jan hoorde het mannetje wilde eend al roepen in de plas en stapte flink door.
Het mannetje van de wilde eend liet met zachte kwaakgeluiden weten dat er onraad op komst was zodat het vrouwtje het nest voorzichtig kon verlaten.
Daar bij wat zeggenpollen aan de rand van het petgat vloog het vrouwtje eend plotseling vlak voor Jan op. Jan schrok enorm. Het laatste kleine stukje moest ie wel wat voorzichtig aandoen want de bovenlaag van het trilveen was daar dun en je kon daar er zo maar doorzakken. Bij de plek aangekomen zag hij het nest al zitten tussen twee zeggenpollen in, mooi veilig en droog. Er lagen zeker acht eieren in. Ook de veldwachter had gezien dat Jan naar de plek ging waar het vrouwtje wilde eend opvloog. Nu heb ik hem dan toch op hederdaad betrapt dacht de veldwachter op dat moment, eindelijk na zoveel jaren! Jan had zich inmiddels gebukt en de pet naast zich naar gelegd. De Beerenburg fles kwam tevoorschijn! Het duurde nog zeker een vijf a zes minuten voor Jan weer opstond en de pet met eieren weer opzette. De veldwachter had al die tijd gewacht en kwam plotseling van achter een hek tevoorschijn en zag dat Jan weer over het trilveen terugkwam. Jan was geschrokken dat de veldwachter hem had gezien maar vervolgde zijn weg toch maar en liep de veldwachter tegemoet.
Zo Jan, dan heb ik jou dan eindelijk betrapt! Goedemorgen veldwachter: U bent er ook vroeg bij, zei Jan. Jazeker Jan, maar jij bent erbij! Jan keek hem met een paar verbaasde ogen aan en zei; maar veldwachter hoe kom je daar nu bij? Veldwachter lachte en zei; ja Jan hier red je jou niet uit! Laat de eieren maar zien die je gepakt hebt. Ik hem alléén vier kievitseieren antwoorde Jan en haalde voorzichtig zijn pet van het hoofd en liet de vier kievitseieren zien. Jan, zo red je jou er niet uit, maak je zakken maar leeg en leg de eendeneieren terug in het nest. Ik heb ze echt niet zei Jan, je mag alles wel controleren, je vindt toch verder geen ei.
De veldwachter controleerde de broekzakken en trof geen ei aan. Jan deed de jas uit en pakte zijn Beerenburg fles eruit en zei deze jas mag je ook wel bekijken. De veldwachter, al wat vreemd opkijkend dat hij nog steeds geen eieren aantrof zei; Jan, waar heb je die eieren gelaten, ik heb duidelijk gezien dat je op de knieën een tijdje bij het eendennest hebt gezeten. Jan zei; dat zal ik je uitleggen als je wat tot bedaren komt.
Wel nu zei Jan; Toen ik vanmorgen de schapen wat te eten had gegeven meende ik dat ik een kievit hoorde. Al een tijdje verbleef er een paartje achter huis op de landerijen en al die tijd had ik nog steeds het nest niet kunnen vinden. Toch maar een poging gedaan vanmorgen, want ja om eieren te vinden moet je er vroeg bij zijn veldwachter. De veldwachter keek hem aan met een blik van ja dat weet ik maar al te goed.
Jan vervolgde zijn verhaal en de veldwachter begon al wat tegen te strubbelen en zei; ja dat weet ik allemaal wel Jan, ik heb gezien dat jij die kievitseieren daar geraapt hebt. Ik wil graag weten waar jij die eendeneieren verstopt hebt! Maar veldwachter ik heb geen eendeneieren verstopt zei Jan. Toen ik bij het trilveen aankwam realiseerde ik me dat ik een legsel van vier kievitseieren had gevonden en dat ik niet gecontroleerd had of de eieren al reeds bebroed waren. Dus liep ik naar de oever van het petgat over het trilveen en wilde de kievitseieren daar controleren of ze nog vers waren. Dit was me eens gezegd door een broodjager die ook altijd naar kievitseieren zocht. Vlak voordat ik bij de rand van het petgat was vloog die eend voor me van het nest. Ik heb toen voorzichtig de pet van mijn hoofd gezet, en nam eerst even een “slokje” uit de fles om wat van de schrik te bekomen. Ja Jan dat zal wel, ik weet dat je graag een slokje neemt in het veld, had er zelf vanmorgen ook wel een kunnen gebruiken daar ik een hele tijd achter een hek heb gezeten om je te betrappen. Vertel me nu eerst maar waar die eendeneieren zijn. Nou zei Jan, simpel die liggen allemaal nog in het nest. Na dat ik ze bekeken had (wat zijn ze toch groot hé veldwachter) heb ik het nestje weer met het dons van het nest bedekt zodat ze niet door een vliegende rover gepakt zouden worden. De bruine kiekendief is hier elke dag en struint menig plekje af naar prooien.
Dat geloof ik niet Jan zei de veldwachter. Nou zei Jan dan moeten we het nest dan nog maar eens bezoeken wat ik eigenlijk niet goed vind omdat het vrouwtje wilde eend nog steeds in de buurt is. Ik geloof jou niet Jan en wil het nest toch zien zei de veldwachter. Beiden gingen voorzichtig naar het nest. Veldwachter zei Jan, denkt U er wel om niet alle dons van het nest met eieren te halen omdat anders de eend het nest kan verlaten. Schuif het dons wat aan de kant met een rietstengel en controleer maar of de je de eieren ziet, er moet zeker acht in liggen. De veldwachter zei tegen Jan; ga maar wat naar achteren ik wil niet dat je me hier in de plop duwt!
Jan ging naar wat naar achteren en de veldwachter naderde het nest. Voorzichtig met een riet schoof hij het dons wat aan de kant, en…… warempel daar zag hij al enkele eieren stijf tegen elkaar aanliggen door al het eenden dons. Verbaast keek hij naar de witte schalen. Jan had gelijk de eieren liggen nog in het nest. Snel vroeg Jan; en veldwachter klopt het? Ja Jan, ik heb enkele eieren gezien. Nou doe dan voorzichtig het rest van het dons er maar weer over met het rietje en laten we hier dan snel vertrekken antwoorde Jan. Zogezegd zo gedaan, de veldwachter dekte de eieren weer toe en liep voorzichtig terug. Geloof je me nu veldwachter vroeg Jan nog. De veldwachter was nog beduusd hetgeen hij met eigen ogen had gezien en keek Jan met ongeloof aan. Hij was er dan toch zo zelf van overtuigd dat Jan de eieren had gepakt, hij had hem toch een tijdje hier zien zitten bij het eendenest. Ja zei Jan dat deed ik om de kievitseieren te controleren snap je? De veldwachter had daarop geen antwoord. Samen liepen ze nog terug naar de weg en de veldwachter maakte nog zijn excuus dat hij Jan van het rapen van eendeneieren had beschuldigd. Hindert niet zei Jan, jij hebt nu zelf ook ondervonden dat het in de vroege ochtend toch nog flink koud kan zijn, ik zou toch maar overwegen om wat warms mee te nemen. Een slokje “beerenburg” kan niet maar een flinke kan met warme koffie in de fietstas zou wel kunnen. De veldwachter lachte en zei dat ie wel eens gelijk kon hebben. Bij de weg aangekomen namen ze afscheidt met een groet. Thuis gekomen vroeg de vrouw van de veldwachter of ie nou de eierraper had gepakt. Nee, helaas niet vrouw, ik neem een volgend keer als ik weer eens zo vroeg wegga toch maar een warme kan met koffie mee. Sinds die tijd heeft de veldwachter nog vele eendeneirapers gepakt en geverbaliseerd maar nooit heeft hij de slimme Jan kunnen betrappen op het bezit van eendeneieren.
Tot zover het verhaal wat de broodjager me vertelde.
Ik vroeg de broodjager hoe “Jan van Jel”, zo noemden wij hem altijd, dan wel aan zijn eendeneieren kwam en waarom de veldwachter hem al die tijd nooit heeft kunnen betrappen. Nou zei de broodjager daar was ik ook benieuwd naar omdat ik steeds hoorde dat anderen wel betrapt werden maar de slimme Jan niet. Na jaren wachten ging de veldwachter bijna met pensioen en nog steeds was het raadsel niet opgelost. Toch ben ik het te weten gekomen zei de broodjager. Toen Jan al wat ouder werd en steeds minder in het veld kwam trok ik als broodjager de stoute schoenen aan en bracht een bezoekje aan Jan nadat ik de ronde in het veld had gedaan met het jachtgeweer op de schouder. Jan was bezig op zijn kampje grasland met de schapen. Even een praatje over het wild in het veld over kieviten, grutto’s, reeen en de eenden stand in en rond de petgaten. Zo kwam het ter sprake dat er in de loop der jaren heel wat eendeneirapers gepakt waren en dat de veldwachter nu bijna met pensioen ging. Eentje had de veldwachter hem toevertrouwd heeft hij nooit kunnen pakken zei de broodjager. De ogen van Jan glunderden en hij lachte toen. Of weet jij meer zei de broodjager. Dat was ik zei Jan toen. Maar hoe heb je dat altijd geheim kunnen houden Jan. Onder de ogen van de veldwachter eieren meenemen en toch niet gepakt worden. Jan keek hem onderzoekend aan en zag dat hij de broodjager wel kon vertrouwen. Ik wil het je wel vertellen doch je moet mij beloven dat je het zolang de veldwachter nog dienst heeft en ik niet meer het veld in ga als dat niet meer kan het geheim zal houden. Dat beloofde de broodjager.
De ontknoping.
Wel nu zei Jan en pakte zijn alpinopet. In de pet zat nog steeds een lange (nu nieuwe) spijker achter in de rand. Deze heb ik altijd bij me als ik het veld in ga. De alpinopet is me altijd wat te groot en daarom steek ik er spijker door achter in de rand. De broodjager keek naar de pet en antwoorde; met een spijker in jouw pet vroeg hij nog eens? Wat doe je met een spijker in de pet als je toch een ander maat alpinopet kan kopen, zo duur zijn die petten toch niet? Klopt zei Jan, maar ik heb de veldwachter wijs gemaakt dat ik die spijker nodig had omdat anders bij een te grote pet de eieren er wel eens uit konden vallen. De broodjager zag het verband niet met de pet en die spijker en vroeg; hoe kon je de eieren dan meenemen terwijl de veldwachter je in de gaten hield. Nou zei Jan lachend; Ik neem altijd een donkere oude beerenburg fles mee het veld in. Met deze fles en die spijker heb ik al heel wat eendeneieren kunnen binnenhalen. Vond ik een nest met flink wat eieren dan prikte ik met de spijker op beide polen van de eieren een gat en blies de inhoud in de fles. Zo deed ik met alle eieren en lag ze dan soms weer leeg terug in het nest, ook toen ik bijna betrapt werd door de veldwachter. Ook toen ik bijna door de veldwachter betrapt werd had ik de eieren uitgeblazen, dat nam even tijd en was mijn geluk. De veldwachter maakte ik toen wijs dat ik de kievitseieren aan het controleren was (alle vier!), hij trapte daarin. Toch geloofde hij me niet en wilde het nest met eieren zien. Gelukkig had ik de eieren (uitgeblazen ) weer teruggelegd om de concurrentie een lesje te leren. Dat was mijn geluk. Als ik haast had en er veel concurrenten (rapers) aanwezig waren brak ik de eieren ook wel doch dit is een kliederboel. Vandaar dat ik ook altijd een oude doek in de jaszak had. Simpel was het maar het was altijd opletten niet ontdekt te worden. Vandaar de spijker in de alpinopet en de fles zogenaamde beerenburg in de jaszak. Zo deed hij ook met eieren van meerkoet en werd nimmer gepakt met deze slimme combinatie omdat ik bekend stond als iemand die wel een slokje lust. Als ie dan thuiskwam nam hij de koekenpan en vulde de fles met een beetje zout, schudde deze, en bakte zo diverse eieren tot een omelet voor op brood of tijdens de maaltijd.
Slimme Jan (“Jan van Jel”) is al jaren geleden overleden en de veldwachter is er ook al niet meer.
Dit verhaal schoot me te binnen toen ik de meldingen van de eerste eieren van wilde eenden en meerkoeten binnen kreeg en heb het hierbij uitgewerkt en opgetekend. Heeft U ook zo’n “natuurverhaal “dat zich echt heeft afgespeeld laat het ons dan even weten.
De witte kwikstaart is een soort die in zwakke winters in Friesland steeds vaker wordt gezien. Kennelijk overwinteren er in ons land steeds meer vogels door de zachte winters. De herkomst van deze recente overwinteraars is echter nog onbekend. Dit jaar werden in de maanden januari en februari echter op veel plaatsen in de provincie Friesland witte kwikstaarten gezien, soms meerdere bijeen.
Steeds meer witte kwikstaarten overwinteren in Friesland door de zachte winters.
06 januari 2022. 8 bij de Grote Wielen bij Leeuwarden (Koos Klijnsma).
17 januari 2022. 14 in het Lauwersmeer (Theo Bakker).
24 januari 2022. 7 te Oosterwolde (Rudie Huiting).
02 februari 2022. 12 te Oosterwolde (Lex Wieringa.
Meer meldingen uit januari en februari dit jaar verspreidt over de provincie kwamen o.a. uit; Oudemirdum, Feanwâlden, Surhuizum, Beetsterzwaag, Stiens, Leeuwarden, Buitenpost, Bakkeveen, Ferwerd, Harlingen, Kootstertille, Opeinde, Makkum, etc.
Mogelijk zijn deze “wintervogels” meer afkomstig van wat noordelijker gelegen broedgebieden. Normaal keert de soort bij ns in Friesland rond de eerste/tweede decade van maart terug uit Zuid-Europa (Spanje/ Portugal) en de Noord Afrikaanse westkust (Marokko). De echte terugkeer van “onze” eigen broedvogels komt door deze toegenomen recent overwinteraars minder goed in beeld. Toch zijn er aanwijzingen zoals de melding van Ita Spoelman uit Berlikum. Op 3 maart zag ze dat de witte kwikstaart weer terug was bij haar huis, de vogel zat druk te zingen op het dak. Vorig jaar had een paar daar een nest onder de zonnepanelen bij de buren. Ik ben dan ook benieuwd of de witte kwikstaart op meer plaatsen in Friesland begin maart al terug was op de broedplek.
Veel van de in Friesland in de omgeving van Kimswerd/Berlikum op slaapplaatsen (in kassen) geringde witte kwikstaarten in de jaren 1979-1981 zijn teruggemeld uit Marokko. Enkele voorbeelden uit het archief van het Vogeltrekstation in Wageningen (www.vogeltrekatlas.nl ).
A…648119 op 13-8-1983 als eerste jaars geringd te Berlikum.
Vers dood teruggemeld op 3 december 1983 te Tiznit in Marokko.
A…433124 op 4 juli 1981 als eerste jaars geringd te Berlikum.
Op 8 november 1981 gemeld uit Echemmaia in Marokko.
A…235736 op 27 augustus 1979 als volwassen geringd te Berlikum.
Op 8 januari 1981vers dood te Jamaat Shaim in Marokko.
A…408601 op 30 augustus 1980 als eerste jaars geringd te Kimswerd.
Op 10 februari 1981 vers dood gemeld in Sidi Smail in Marokko.
A…235682 op 3 september 1979 als eerste jaars geringd te Oosterbierum.
Op 5 december 1979 gecontroleerd en los te Settat in Marokko.
A…489548 op 29-8-1981 als eerste jaars geringd te Berlikum.
Op 13 november 1981 gecontroleerd te Dar Bouazza in Marokko.
A…356632 op 6 september 1979 als volwassen geringd te Kimswerd.
Op 15 augustus 1989 vers dood gevonden onder Lahsasna in Marokko.
Dit is meteen ook de oudste witte kwikstaart in ons land (9,9 jaar).
A…592345 op 9 juli 1983 als volwassen geringd te Berlikum.
Op 7 maart 1985 vers dood gevonden bij Ourtzagh in Marokko.
Deze vogel was in maart dus nog in zijn overwintergebied in Marokko.
Verder nog een opvallende vondst van een buitenlandse ring in Friesland.
…2312651 op 7 januari 1976 geringd als volwassen man te Settat in Marokko.
Op 14 mei 1976 vers dood gevonden te Rotstergaast.
Er zijn weinig geringde witte kwikstaarten uit noordelijker gebieden gecontroleerd.
Zo zijn o.a. deze twee meldingen bekend uit Denemarken;
AG…07858 op 2 april 2004 als volwassen geringd te Lauwersoog.
Op 10 juni 2004 dood gevonden te Hvide Sandre in Denemarken.
DKC. …9101982 op 13 september 1967 als eerste jaars geringd te Naskov in Denemarken.
Op 25 maart 1969 vers dood gevonden op Terschelling.
Kokmeeuwen zwerven wat om.
Uit de ringgegevens van kokmeeuwen die op de Tsjûkepolle in het Tjeukemeer geringd zijn als nestjong komen soms opmerkelijke zwerfgedragingen voor. Ik zal er eens twee uitlichten.
NLA. …3738887. Geringd als nestjong op 26 mei 2016 op het Tjeukemeer op de Tsjûkepolle bij Oldeouwer. Teruggemeld op 6 februari 2022 in Zwolle in het winkelcentrum Westerholte te Zwolle.
NLA. …2516729. Geringd als nestjong op 7 juni 2019 op het Tjeukemeer op de Tsjûkepolle bij Oldeouwer. Teruggemeld op 5 januari 2021 uit Montearagon, Toledo in Spanje.
Jonge kokmeeuwen hebben een opvallend vlekkerig dons kleed en zoeken wat beschutting bij brandnetels.
De ene kokmeeuw in ons land en gaat niet ver weg (45 km) maar blijft in ons land in de wintermaanden in een winkelcentrum in Zwolle en de andere gaat wel naar het zuiden en verblijft zelfs in Spanje om daar te overwinteren (1643 km). Toch zijn het beide vogels van dezelfde geboortegrond (eilandje). Ook bij vogels heb je dus individuen die meer in eigen omgeving blijven en vogels die de wijde wereld intrekken. We zien dit bij meer levensvormen. Ook onder de mensen heb je “huismussen” en “globetrotters”. De kokmeeuw echter staat bekend om zijn zwerfgedrag. Vooral tijdens koude perioden komen er veel kokmeeuwen uit de noordelijke broedgebieden (Noorwegen, Zweden, Finland, Rusland) bij ons, of trekken nog verder naar het zuiden, om daar te overwinteren.
Daar de winters van de afgelopen jaren steeds zachter zijn door de klimaatsverandering zou je denken dat wegtrekken van onze eigen broedvogels en jongen tijdens zacht winters niet of nauwelijks nodig zijn.
Kokmeeuwen broeden op stenen walbeschoeiing in het Tjeukemeer op Tsjûkepolle.
Boerenzwaluwen zijn in aantocht.
De Boerenzwaluwen zijn in aantocht! De eersten zijn al in Zuid Frankrijk gezien en de aantallen beginnen al aardig op te lopen. Naast de boerenzwaluwen vooral op Corsica ook al een sterke toename van huiszwaluwen.
De aantallen op Corsica (Trekstation Dunes de Prunete) ,met rode stip op kaart in de Middellandse Zee nemen vanaf 1 maart t/m 12 maart al flink toe.
1 maart. 1 boerenzwaluw/geen huiszwaluw.
2 maart. 3 boerenzwaluw/18 huiszwaluw.
3 maart. 9 boerenzwaluw/12 huiszwaluw.
4 maart. 16 boerenzwaluw/22 huiszwaluw.
5 maart. 12 boerenzwaluw/34 huiszwaluw.
6 maart. 7 boerenzwaluw/8 huiszwaluw.
7 maart. 15 boerenzwaluw/52 huiszwaluw.
8 maart. 25 boerenzwaluw/11 huiszwaluw.
9 maart. 71 boerenzwaluw/158 huiszwaluw
10 maart. 48 boerenzwaluw/96 huiszwaluw
11 maart. 188 boerenzwaluw/130 huiszwaluw.
12 maart. 215 boerenzwaluw/236 huiszwaluw.
Door de oplopende aantallen boerenzwaluwen op Corsica (eiland) neem ik aan dat de terugkeer uit de overwintergebieden in gang is gezet
Uit de aantallen op Corsica kunnen we opmerken dat de eerste boerenzwaluwen in aantocht zijn. Of het echter Friese vogels zijn is nog niet te zeggen. Dat moet blijken of ze straks sneller dan andere jaren terugkeren naar de broedschuren. Opvallend is dat er ook al veel huiszwaluwen aanwezig zijn op Corsica.
Trekstation Falaise de Leucate/rode stip (oostelijk Pyreneeën).
Opvallend is dat op de trektelpost Falaise de Leucate in Zuid-Frankrijk (oostelijk Pyreneeën) veel minder boerenzwaluwen en huiszwaluwen zijn gezien dan op Corsica in dezelfde periode.
1 maart. 1 boerenzwaluw/2 huiszwaluw.
2 maart. 4 boerenzwaluw/1 huiszwaluw
3 maart 0 boerenzwaluw/44 huiszwaluw
4 maart. 4 boerenzwaluw/23 huiszwaluw
5 maart. 1 boerenzwaluw/52 huiszwaluw
6 maart. 11 boerenzwaluw/63 huiszwaluw
7 maart. 4 boerenzwaluw/25 huiszwaluw
8 maart. 8 boerenzwaluw/ 0 huiszwaluw
9 maart. 5 boerenzwaluw/11 huiszwaluw
10 maart. 3 boerenzwaluw/23 huiszwaluw
Fenologie van de tjiftjaf verzameld.
Op 10 maart ontving ik van Johannes Grondsma uit Gorredijk de melding dat hij die ochtend zijn eerste tjiftjaf dit jaar weer had gehoord om 8:45 uur bij het sportcentrum Kortezwaag in Gorredijk. Uit de correspondentie bleek dat hij al sinds 1986 (!) de eerste meldingen van deze soort bijhoudt. Op mijn vraag of ie het lijstje nog heeft werd positief geantwoord en werd me dit toegezonden.Een mooie lijst van 1986-2022 met gegevens van de tjiftjaf. Reden genoeg om deze lijst eens te tonen en aan te geven hoe groot soms de spreiding in aankomst jaarlijks wel kan zijn.
Tjiftjaf /Fenologie gegevens Johannes Grondsma Gorredijk
Datum
Soort
Aantal
Plaats
Opmerkingen
9-4-1986
tjiftjaf
1
Joure
Bij Douwe Egberts
7-4-1987
tjiftjaf
1
Joure
bij Douwe Egberts
25-3-1988
tjiftjaf
1
Joure
bij Douwe Egberts
14-3-1989
tjiftjaf
1
Joure
Wildehornstersingel
15-3-1990
tjiftjaf
1
Joure
ook 1 in Oudehaske aan Nannewijd
20-3-1991
tjiftjaf
1
Joure
bij Douwe Egberts
25-3-1992
tjiftjaf
2
Sint Nicolaasga
Vegelinbossen
15-3-1993
tjiftjaf
3
Sint Nicolaasga
Vegelinbossen
21-3-1994
tjiftjaf
1
Joure
bij Douwe Egberts
12-3-1995
tjiftjaf
1
Joure
museumtuin
5-4-1996
tjiftjaf
1
Joure
museumtuin
9-3-1997
tjiftjaf
1
Joure
Heremastate
10-3-1998
tjiftjaf
1
Joure
Overspitting
16-3-1999
tjiftjaf
1
Joure
Overspitting 07:00 uur
16-3-2000
tjiftjaf
1
Joure
bij Douwe Egberts
29-3-2001
tjiftjaf
2
Joure
Vegelinsweg
16-3-2002
tjiftjaf
1
Schiermonnikoog
Kobbeduinen
18-3-2003
tjiftjaf
1
Joure
Jousterweg bij Douwe Egberts
18-3-2004
tjiftjaf
1
Joure
Overspitting
2005
tjiftjaf
geen gegevens
29-3-2006
tjiftjaf
1
Katlijk/Oranjewoud
12:40 uur. Na nacht met matige ZW wind Temp.14 graden
13-4-2007
tjiftjaf
1
Joure
in kom van Joure
2008
tjiftjaf
geen gegevens
21-3-2009
tjiftjaf
1
Gorredijk
Dwersfeart. 17:35 uur
22-3-2010
tjiftjaf
1
Leeuwarden
Begraafplaats
22-3-2011
tjiftjaf
1
Leeuwarden
Begraafplaats
18-3-2012
tjiftjaf
1
Gorredijk
De Leijen. Bomen. Klaas Boersma
6-4-2013
tjiftjaf
1
De Deelen
geen zang
8-3-2014
tjiftjaf
1
Gorredijk
Dwersfeart. 10:00 uur
18-3-2015
tjiftjaf
1
Grou
Oud Friesmahiem/De Warring
23-3-2016
tjiftjaf
1
Gorredijk
Dwersfeart. Bosje
11-3-2017
tjiftjaf
1
Gorredijk
Dwersfeart. 17:50 uur
27-3-2018
tjiftjaf
1
Gorredijk
De Leijen 69
9-3-2019
tjiftjaf
1
Gorredijk
Dwersfeart. 09:40 uur
14-3-2020
tjiftjaf
1
Gorredijk
De Leijen 69
22-3-2021
tjiftjaf
1
Gorredijk
Dwersfeart 10:05 uur
10-3-2022
tjiftjaf
1
Gorredijk
De Leijen/sportcentrum Kortezwaag.
Natuurlijk ziet en hoort de een de tjiftjaf vaak wat vroeger of later dan andere waarnemers. Door nu jaarlijks je eigen 1e waarnemingen bij te houden krijg je een indruk wanneer je de eerste weer ziet of hoort. Uit jou lijst van vroege aankomsten kan je dan een Top 10 samenstellen. Hieronder het lijstje met de Top 10 van Johannes.
Gemiddelde aankomst Top 10 is 11 maart (11,2).
Top 10 1e tjiftjaf
Meldingen Johannes Grondsma Gorredijk
Datum
Plaats
1
8-3-2014
Gorredijk
2
9-3-1997
Joure
3
9-3-2019
Gorredijk
4
10-3-1998
Joure
5
10-3-2022
Gorredijk
6
11-3-2017
Gorredijk
7
12-3-1995
Joure
8
14-3-1989
Joure
9
14-3-2020
Gorredijk
10
15-3-1990
Joure
Dergelijke fenologie lijstjes zullen er ongetwijfeld wel van veel meer vogelsoorten zijn onder de lezers. Bijvoorbeeld van; fitis/ rietzanger/ kleine karekiet/ bosrietzanger/ bonte vliegenvanger/ grauwe vliegenvanger/ boerenzwaluw/ huiszwaluw/ koekoek/ visdief/ tuinfluiter/ spotvogel/ gekraagde roodstaart/ zanglijster/ blauwborst/ grasmus/ braamsluiper/ etc.
Wie heeft er nog oude (aankomst) aantekeningen liggen en zou ze aan ons willen melden?
Ik ben ontzettend benieuwd of er meer mensen aankomst lijstjes en lijstjes met 1e waarnemingen bijhouden. Ook van vlinders (citroenvlinder/ kleine vos/ atalanta/ dagpauwoog/ koolwitje/ etc.) zijn zeker de moeite waard.
Treja Snelter uit Tjerkgaast ontdekte dat er al een tijdje een ransuil bij haar woning in de bebouwde kom aanwezig was. Vorig jaar zag ze hem daar ook al vanuit de woning op die plek. Op 3 februari waren er plotseling weer twee. Mogelijk dat deze ransuilen al teruggekeerd zijn naar de broedplek. In de dichte begroeiing van de boom kunnen ze best een oud nest van een houtduif of ekster gaan betrekken.
3-12-2022. Ransuilen keren vaak snel terug naar hun broedgebied in zachte winter.
De ransuil kan bij zwakke winters soms al vanaf half maart beginnen met het leggen van de eerste eieren. Begin maart kunnen ze al wel een territoria bezetten. Zo vond ik in mijn archief een vijftal meldingen in maart van ransuilen die al bij de nesten waren en of al eieren hadden. Op 8 maart 1979 zat er in Terhorne al eentje op oud eksternest (Hans Noppert). Op 8 april 1984 ontdekte H. Smits uit Terkaple in een natuurgebiedje van Staatsbosbeheer bij zijn woonplaats in een oud zwart kraaiennest op 2 meter hoogte in een wilg een nest met 1 jong en 1 ei. Het nest werd door mij gecontroleerd en het jong bleek 6 a 7 dagen oud te zijn. Bij een broedduur van gemiddeld 28 dagen en legselgrootte van 2 eieren moet het 1e ei rond 10 maart al gelegd zijn. Ransuilen leggen met een tussenpose van 2 dagen een ei en het vrouwtje begint na het leggen van het eerste ei te broeden.
4-4-2014. Broedende ransuil op een oud kraaiennest in de gemeente De Fryske Marren.
De ransuil broedt steeds vaker in de bebouwde kommen van stad en dorp. Dit doen ze om zich te beschermen in de meer beschutte bebouwde kommen tegen de flink toegenomen populatie van haviken. Haviken jagen nogal eens op de ransuil. Vaak zoeken ransuilen oude zwarte kraai, ekster of houdduif nesten op in de meer dichte begroeiing. Zodra de vogels zitten te broeden vallen ze door hun nachtelijke leefwijze overdag zelden op. Tegen de avond zoeken ze vaak voedsel (muizen) en worden dan actief. Doch zodra er jongen zijn kunnen deze overdag in en de schemerig ook worden gehoord als ze bedelen om voedsel. Ik ben dan ook benieuwd of er na deze zwakke winter op meer plaatsen al ransuilen zitten te broeden.
Speciale nestkast voor de boerenzwaluw.
De boerenzwaluw zal ook dit voorjaar wel weer vroeg terug zijn op de broedplek. De mannetjes keren dan vaak als eersten weer naar hun oude nesten terug en bezetten dan de geschiktste broedplekken. Vaak zijn dat plekken die niet erg beschermd zijn tegen predatoren (uilen, ratten, steenmarters, sperwers, gaaien etc.). Jaren terug maakte ik eens enkele speciale nestkastjes voor boerenzwaluwen die we uitprobeerden in Terwispel. We noemden deze kastjes toen Hirundo Palace.
Een bouwtekening is op aanvraag via email (onderaan nieuwsbrief) beschikbaar en wordt U dan toegezonden.
Deze nestkastjes kunnen onder een brede balk worden bevestigd zodat steenmarters en ratten er niet zomaar bij kunnen. Vooral met slechte muizenjaren en langdurige periode met storm en zware regenval jagen kerkuilen ook vaak meer in de schuren en stallen op zoek naar prooien. Ze kunnen dan grote schade aanrichten in broedschuren van boerenzwaluwen als ze gemakkelijk in en uit kunnen vliegen. Vaak grijpen ze dan die nesten waar jongen en of oude vogels gemakkelijk zijn te pakken. Met het plaatsen van een speciale kast onder de steunbalken in schuren kunnen ze maar moeilijk landen en zien de kerkuilen de nesten van boven niet zitten.
02-7-2014. Nest met jonge boerenzwaluwen in schuur in speciale Hirundo Palace nestkast in schuur te Terwispel.
Rita Delger in Bovensmilde (Drenthe) maakte gebruik van de bouwtekening en hing op 28 januari een vijftal in haar pony schuur waar elk jaar meerdere legsels groot worden. De nestkastjes zijn gemakkelijk te maken en te bevestigen en kunnen daardoor bijdragen tot een veiliger broedplek.
Zeven speciale Hirundo Palace nestkastjes zijn snel gemaakt.
Naast het ophangen van nestkastjes kan men voor boerenzwaluwen al snel een plekje maken in schuur of stal waar de vogels hun nest kunnen maken. Soms zijn een paar langen spijkers al voldoende om een nestje van klei, modder en strootjes op te bevestigen. Ook een latje op een balk gespijkerd wordt wel al nestplek gebruikt.
27-7-2021. Nest van een boerenzwaluw op een plankje in de stal.
We zijn benieuwd of boerenzwaluwen ook dit jaar weer vroeg in de stallen zullen terugkeren en of ze ook speciale nestplaatsen gaan benutten. De eerste boerenzwaluwen zijn in februari alweer in Zuid-Frankrijk gezien. Hopelijk treffen ze dit jaar eens geen grote zand en stofstormen in Afrika en kunnen ze veilig bij Gibraltar oversteken naar Europa. Ook in januari en februari zijn er in ons land boerenzwaluwen gezien, voornamelijk in Zeeland en Noord-Holland. Mogelijk zijn dit toch weer vogels die overwinteren.
Waterrietzanger uit gemeente de Fryske Marren teruggemeld uit Frankrijk.
Op 11 augustus 2021 werden er aan de noordoever van het Tjeukemeer op Ringstation Rohel, in het Staatsbosbeheer gebied “Marswâl” twee waterrietzanger geringd samen met 33 rietzangers, de laatste is de algemeen voorkomende soort die ook hier broedt. Waterrietzangers worden zelden in de gemeente De Fryske Marren gezien laat staan gevangen.
Op 30 januari 2022 kregen we bericht dat 1 van de twee vogels door een vogelringer in Frankrijk is gevangen en gecontroleerd op 26 augustus 2021 bij Etang de la Mazière, Villeton, Lot-et-Garonne, Aquitaine in Frankrijk. Afstand 1032 km. Tijd 15 dagen. Gemiddeld dus 68,8 km per dag. Een snelle doortrekker dus. Dit is voor zover bekend de 4e terugmelding uit het buitenland van een geringde waterrietzanger in Friesland (1 x Duitsland, 3 x Frankrijk). Voor Friesland zijn er maar weinig gegevens voorhanden van teruggemelde waterrietzangers. Hier volgen nog drie.
NLA. F…644972. Op 6 augustus 1994 als eerste jaars geringd op de Zuidwaard te Makkum door Willem Bil van de Ringgroep Menork. Op 26 juli 1995 gecontroleerd en los door S. Mueller aan Galenbecker See bij Neubrandenburg in Duitsland. Afstand 557 km. Tijd 354 dagen.
NLA. F.213653. Op 11 augustus 1990 als eerste jaars geringd op de Zuidwaard te Makkum door Willem Bil van de Ringgroep Menork. Op 31 augustus 1990 gecontroleerd en los door Franse ringer bij Etang de Turnvel, Finistere in Frankrijk. Afstand 894 km. Tijd 20 dagen.
NLA. AS…32180. Op 8 augustus 2010 als volwassen vogel geringd op Vlieland. Deze vogel werd op 25 juli 2014 teruggemeld uit Polen bij Szorce.
11-8-2021. Een van de zeldzame waterrietzangers van Ringstation Rohel werd al na 15 dagen teruggevangen in het buitenland.
J. van der Veen uit Drachten zag op 15 februari al dat de ooievaars tussen Lippenhuizen en Beetsterzwaag weer op de nesten zaten. We zijn benieuwd of op andere plaatsen de ooievaars terug zijn. Deels zijn het mogelijk ooievaars die niet zijn weggetrokken(project ooievaars) doch rond half februari kunnen ze al wel hier terug zijn uit Afrika. Mogelijk hebben de stormdagen van vorige week dat wat vertraagd.
De ooievaar zocht vroeger vaak de grote daken van boerderijen uit om er op schoorstenen en “ûleboerd “te nestelen.
We zijn benieuwd hoe het met de nesten en nestbomen is gegaan na de storm van vorige week. Er zijn nogal wat bomen in Friesland gesneuveld.
Zwarte roodstaart in de winter.
Van Keimpe Bleeker uit Oenkerk ontving ik een foto van een vrouwtje zwarte roodstaart die hij gezien had op 10 februari bij Holwerd. Normaal trekken zwarte roodstaarten toch weg schreef hij me? Ja, dat klopt. Een flink deel verlaat in augustus/september ons land en overwinterd in het westelijke deel van het Middellandse Zeegebied tot ver in Noord-Afrika. Een klein deel blijft hier waarschijnlijk in zwakke winters. De winter waarnemingen in Friesland zijn schaars. Zal wel komen door die zachte winters van de laatste jaren dat ze nu hier nog zijn. De herkomst van de wintervogels is nog onbekend. Kan zijn dat het lokale overwinteraars zijn, doch kunnen ook vogels zijn uit meer noordelijker broedgebieden. De eersten komen zo rond begin maart al terug naar de broedplaatsen.
10-02-2022. Een vrouwtje zwarte roodstaart overwinterd in Holwerd
Meldt vroege broedgevallen, bijzonderheden en terugkeer van de eerste zangers.
We zijn benieuwd of er dit jaar ook vroege broedgevallen door het zachte winterweer ontdekt zullen worden van merel, zanglijster, meerkoet en fuut. In Joure zit een Turkse tortel op 16 februari al op het nest in de Midstraat (Tsjepke van der Honing). Ook boerenzwaluw, tjiftjaf en andere zangers worden vroeg verwacht. Houdt U ons op de hoogte van allerlei meldingen uit de natuur?
Op 23 februari vonden we in huis een kleine vos vlinder op de bovenverdieping, de vlinder heeft hier kennelijk overwinterd. Tijdens een zonnige periode hebben we hem zijn vrijheid gegeven en fladderde hij rustig in de tuin op zoek naar de eerste krokussen.
Mocht U verzekerd willen zijn van het lezen van de nieuwsbrief Vogelnieuws Leeuwarder Courant dan kunt U zich kosteloos opgeven (j.d.jonglc@home.nl) als correspondent/lezer van dit vogel en natuurnieuws uit Friesland. Regelmatig worden nieuwsbrieven verzonden.
Lezers die in het verleden al de Nieuwsbrief via de mail hebben ontvangen zijn automatisch al toegevoegd aan de verzendlijst.
Voor velen is de steenuil een onbekende uilensoort die maar weinig wordt gezien in de provincie Friesland. Kijken we naar de laatste broedvogelverspreiding in ons land van 2017-2019 (SOVON) dan is de gemeente De Fryske Marren geheel wit. Noord-Nederland stevent af op het volledig verdwijnen van de steenuil al er niks wordt gedaan aan de bescherming van zijn broedareaal. Vaak is er sprake van onbekendheid met de soort en wordt er maar weinig per gebied met geluid geïnventariseerd om te ontdekken waar de steenuilen zich bevinden. Vanaf half februari tot ver in mei kan men aan de hand van de baltsroep de aanwezige steenuil mannetjes opsporen. Ook helpt een oproep in lokale en regionale couranten om meer aandacht te vragen voor deze voor Noord-Nederland steeds zeldzamer wordende soort te helpen bestaan.
De broedplaatsen die er nog zijn worden soms per toeval ontdekt tijdens het afbreken of renoveren van oude gebouwen, opruimen van rommelige hoekjes en het verwijderen van oude boomsingels met holle bomen. De steenuil lijkt zich vooral uit Friesland, Groningen en het noord- en noordoosten van de provincie Drenthe terug te trekken als broedvogel.
In Drenthe is de achteruitgang recent gestopt door het ophangen van speciale marterproof nestkasten. Zou het ophangen van deze speciale nestkasten in Friesland (en Noord-Nederland) voor de steenuil ook net zo goed werken als dat met de kerkuil het geval is? Zou best eens kunnen dat er toch te weinig (kunstmatige) nestgelegenheid aanwezig is. Of moeten we overgaan naar het uitdelen van oorkonden of vergoedingen (zoals ook bij de grutto) aan eigenaren bij het de zeldzame broed locaties die er nog zijn in Friesland?
Hoe zien steenuilen er eigenlijk eruit?
Vaak wordt me deze vraag gesteld als we het over de steenuil hebben. Veel boeren, nazorgers, vogel waarnemers en correspondenten hebben de soort nog nooit gezien, laat staan gehoord tijdens de aanwezigheid in het veld. Johan de Jong van de Werkgroep Kerkuilen meldde het zo treffend in een artikel wat in maart 2003 in Geaflecht verscheen; De Steenuil is de kleinste onder onze uilen. Hij is herkenbaar aan de geringe grootte (22 cm) en de plompe gestalte. De helder citroengele ogen met de donkere pupil en de afgeplatte kop geven hem een fel en streng uiterlijk. Het verenkleed is van boven bruin met op de kop enkele witte vlekken. De onderzijde is licht gekleurd met donkere vlekken. De staart is bruin en heeft een aantal witte dwarsbanden. De vleugelspanwijdte bedraagt 55-60 cm. De Steenuil is veel minder nachtvogel dan andere uilen. Overdag zit hij vaak te zonnen en tegen de avond, wanneer het nog licht is, gaat hij al op jacht. Wanneer de uil opgewonden raakt, laat hij een blaffend "kjè - kjè - kjè - kjè " horen. De Steenuil is een vogel van het halfopen agrarische landschap met houtwallen en een korte vegetatie. Ook parkachtige landschappen en oude hoogstamvruchtbomen zijn erg geschikt voor de Steenuil. Maar ook bij boerderijen, aan de rand van dorpen en langs landwegen kan hij voorkomen, als er maar rustige hoekjes zijn, zoals oude schuren en holle bomen.
Het voorkomen in ons land en in de gemeente De Fryske Marren.
Kijken we naar de meer uitgebreide gegevens uit vroegere jaren in ons land dan is daar maar weinig bekend over het voorkomen van de steenuil in de gemeente De Fryske Marren in Friesland. Deels zal dat komen door onbekendheid denk ik. Laten we eerst eens gaan kijken wat men vroeger schreef over het voorkomen van de steenuil in ons land en wat de aantallen broedparen waren. Daarbij moet men bedenken dat het in de tijd veel minder hulpmiddelen had om de soort vast te stellen en door determinatie en inschattingsfouten grote verschillen konden ontstaan qua aantal broedparen tellingen.
Wat zegt de literatuur.
1897. Mr. Herman Albarda noemde in zijn Aves Neerlandicae (Naamlijst van Nederlandsche Vogels) in 1897 de steenuil al; In het gehele Rijk voorkomende. Zwerft na den broedtijd rond. Maakt haar nest somtijds in konijnenholen, wat te Lisse en bij Arnhem werd waargenomen.
1925. Dr. G.J. van Oordt en Jan Verwey publiceerden in 1925 in Voorkomen en trek der in Nederland in het wild waargenomen vogelsoorten van de steenuil; “Vrij algemeene broed- en standvogel; op de Waddeneilanden ontbrekende; tegenwoordig ook veel in konijnenholen”.
1942. Mr. Fr. Haverschmidt publiceerde in 1942 in zijn Faunistisch overzicht van de Nederlandsche Broedvogels; Algemene broedvogel, die op de Waddeneilanden echter nog steeds schijnt te ontbreken,wat vooral met het oog op de beschikbare nestplaatsen, in de vorm van konijnenholen, opvallend is. Vroeger broedde de steenuil waarschijnlijk op Terschelling o.a. 1879 (Van Musschenbroek).
1970. De Commissie van de Nederlandse Avifauna publiceerde in 1970 de Avifauna van Nederland. Deze noemde de steenuil; Vrij schaarse broedvogel (250-2500 paar), standvogel.
1977. In Vogels in Friesland, 1977, deel2 blz. 871-873 schreef Piet de Bruin voor Friesland; jaarvogel en schaarse broedvogel (5-25 broedparen). In de periode 1972 t/m 1975 werden er tijdens de broedvogel inventarisatie geen steenuilen vastgesteld in de gemeente De Fryske Marren.
1979. R.M. Teixeira, 1979, noemt in de Atlas van de Nederlandse broedvogels; De Nederlandse broed-populatie wordt (tussen 1973-1977) geschat op 6000-8000 paar, waarvan 75-130 in Groningen en Friesland, 75-150 in Drenthe, 100-150 in Noord-Holland, 950-1050 in Overijssel en de Achterhoek, 75—125 op de Veluwe en de Gelderse Vallei,2000-2400 langs de grote rivieren, 300-500 in Midden-Nederland, 250-400 in West Nederland, 250-500 in Zeeland, 700-1050 in Noord Brabant en 1150-1450 in Limburg.
Vastgestelde steenuilen in gebiedsgrenzen van de gemeente De Fryske Marren.
De gemeente de Fryske Marren (sinds 1-1-2014- heden) heeft een oppervlakte van maar liefst 549,1 km², waarvan 351, 29 km² land en 197,81 km² water. Het heeft een openlandschap met veel meren, plassen en enkele bosgebieden bij Oudemirdum, Sint Nicolaasga en Haskerhorne. Een gevarieerd landschap waarin de steenuil goed zou passen als broedvogel. Ook in de omgeving van Heerenveen en gebieden langs de Tjonger zijn geschikte gebieden te vinden. Nu blijkt dat we elders in Friesland een sterke afname is van de steenuil hebben we onze hoop gevestigd op deze gemeenten De Fryske Marren en Heerenveen. Vooral vanuit de oost en zuidoostelijke grens met de gemeente Weststellingwerf en de provinciegrens met Drenthe zouden steenuilen gelokt kunnen worden met het ophangen van nestkasten (voor broedgelegenheid) op geschikte plaatsen. Ook zou er naast het ophangen/plaatsen van deze speciale nestkasten een intensievere inventarisatie van het gebied (met geluidsdragers) gestart kunnen worden. Naast de hulp van veel boeren (zij zijn vroeg op en horen of zien nogal eens wat) zou men ook overdag in geschikte broedgebieden op zoek kunnen gaan naar de vogel. Ze zitten overdag nogal eens in het zonnetje te rusten in de omgeving van de broedplek.
Voor de gemeente De Fryske Marren zijn er helaas maar enkele zekere broedgevallen in het verleden vastgesteld (Haskerhorne, Doniaga/Sint Nicolaasga en mogelijk Vegelinsoord). Tsjepke van der Honing uit Joure van de Werkgroep Kerkuilen Friesland noemde de steenuil in het jaarverslag 2005 van de Vogelwacht Joure terecht het zorgenkindje onder de uilen.
Ik zou het erg op prijs stellenom op de lijst met waarnemingen en broedgevallen aanvullingen te mogen ontvangen. Naast de meldingen uit de gemeente De Fryske Marren houden we ook uit de andere gemeenten bij waar de steenuilen in het verleden zijn gezien en of er ook broedgevallen of vondsten zijn geweest. Mogelijk dat er toch op veel meer plekken de soort nog aanwezig is en kunnen we mogelijk deze plaatsen nog behouden als broedgebied. Hieronder een kaartje van Friesland met aangegeven plekken (per km²) waar steenuilen in het verleden zijn gezien en of mogelijk hebben gebroed.
Hieronder zie je de verspreiding van steenuilen in Friesland van het aantal waarnemingen wat op www.waarneming.nl is gemaakt. Het kan zijn dat U gebied of woonplaats er niet op staat omdat die niet gemeld. Graag horen we waar recent, maar ook in het verleden, steenuilen aanwezig waren/gebroed hebben/gevonden of gezien zijn.
Hieronder het specifieke aantal meldingen binnen de huidige gemeentegrenzen van De Fryske Marren. Daarbij valt het op dat vooral aan de provinciegrens in zuid- oost Friesland nogal wat meer waarnemingen zijn geweest.
Tabel waarnemingen in de gemeente De Fryske Marren.
Nestje met jonge steenuilen in Waverveen, foto gemaakt door boer aldaar.
Naast de waarnemingen en broedgevallen kijken we ook naar waar er in Friesland steenuilen zijn geringd.In de overzichtsfoto hieronder staan de omgevingen aangegeven waar tussen 1911 en 2021 steenuilen zijn geringd (www.vogeltrekatlas.nl ).
In Friesland zijn tussen 1911 en 2021 zeker rond de 305 steenuilen geringd.
Opmerkelijke terugmeldingen uit Friesland.
Ondanks dat er maar weinig steenuilen in Friesland zijn geringd zijn er toch flink wat meldingen van gecontroleerde en of gevonden vogels. Daar de vogel geen echte trekker is maar een standvogel zijn de afstanden waarover ze gezien en of gevonden zijn niet zo groot.
NLA. 3467232. Geringd door vogelringer Willem Louwsma op 17 juni 1992 als nestjong (uit een nest met 4 jongen) te Jonkershuizen bij boer Haarsma. Dood gevonden door Harry de Vries op 10 Januari 2004 te Sint Nicolaasga. Tijd 4224 dagen. Afstand 19 km. De oudste in Friesland?
NLA. 3413986. Geringd door Willem Louwsma op 16 juni 1988 als nestjong (uit een nest met 3 jongen) te Heidenschap. Op 23 mei 1999 gecontroleerd en weer los door J. van der Sluis uit IJlst te Jonkershuizen bij boer Haarsma. Tijd 3993 dagen. Afstand 9 km.
NLA. 3538393. Geringd door R. Dillerop uit Schildwolde op 7 juni 2008 als nestjong te Anderen in Drenthe. Op 9 juni 2011 vogel gecontroleerd te Blesdijke aan Markerweg (Friesland) door Ringer Ultsje Jellema uit Steggerda. Tijd 1097 dagen Afstand 50 km.
NLA. …78306. Geringd op 20 juni 1931 in de omgeving van Franeker. Gepakt door een kat te Bierum (Groningen) op 6-1-1940. Tijd plm. 3123 dagen. Afstand plm. 92 km.
NLA. 3755861. Geringd op 1 juni 2013 als volwassen vogel bij Randwijk (provincie Gelderland). De vogel is daar op 17 mei 2014 nogmaals gecontroleerd en weer losgelaten. Op 8 april 2016 de vogel gecontroleerd en los bij Burgwerd. Tijd plm. 1043 dagen. Afstand plm. 134 km.
NLA. 3629392. Geringd op 4 juni 2007 als volwassen vogel in de omgeving van Doesburg (bij Achter-Drempt). Op 12 augustus 2010 dood gevonden op eiland Griend in Waddenzee. Tijd plm.1166 dagen. Afstand plm. 150 km.
NLA. 3746404. Geringd als volwassen vrouw op nest op 21juni 2018 te Amen door R. Dillerop uit Veenhuizen. Gecontroleerd 12 juni 2019 te Boijl door ringer Ultsje Jellema. Afstand 26, 9 km. Tijd 356 dagen.
Tot zover de aantekeningen van de steenuil. Wie vult deze aan?