Ik ben Journée Wilfried , en gebruik soms ook wel de schuilnaam PAPOUM.
Ik ben een man en woon in LANDEN (België) en mijn beroep is gepensioneerde , slapen, goed eten en drinken..
Ik ben geboren op 04/06/1944 en ben nu dus 80 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wielersport en tafeltennis, geschiedenis, reisverhalen, chansons, humor..
C'est plein d'Uylenspiegel Et de ses cousins Et d'arrière-cousins De Breughel l'Ancien
Le plat pays qui est le mien.
Tous les chemins qui mènent à Rome Portent les amours des amants déçus et les mensonges des anges déchus.
Pelgrim
Wat zich gaande voltrekt in de ziel van de pelgrim is niet een toenemend verlangen naar het bereiken van zijn reisdoel, niet het vinden van het heilige aan het einde van zijn bedevaart, maar zijn overgave aan de ruimte, aan de kiezels op zijn pad, zijn besef van niet-weten, zijn afdalen in de leegte.
Zijn benen worden zijn vrienden, de regen zijn lijden, zijn angst wordt gericht naar de honden langs de weg, het vele legt hij af en hij rust in het Ene. Al trekkend komt hij nergens, voortgaande bereikt hij niets, maar zijn vreugde neemt toe om een bloem en een krekel, om een groet en een onderdak.
Zijn reisdoel en zijn thuis vloeien samen aan de horizon, hemel en aarde vinden elkaar op het kruispunt van zijn hart. Het heilige verdicht zich in de dieren en de dingen. Zijn aankomst ligt verborgen in de wijsheid van het Zijn.
Catharina Visser
De Weg.
In de verte gaat een pelgrim, eenzaam over het pad. Met een blik voorwaarts, eindeloos turen naar het pad. Het pad dat hem leidt, de wind die hem begeleidt. Samen èèn met de natuur, de geur,het geluid en omgeving. Daar toont de schepping hem, nederig dat het pad van zand zo hard als steen is. Soms ook warm,koud en nat. De pelgrim stapt over het harde pad, met als enige vriend zijn schaduw. Samen op hun weg.
When we got to the sea at the end of the world We sat down on the beach at sunset We knew why we had done it To know our lives less important than just one grain of sand.
En camino de Santiago Sur le chemin de St Jacques Iba una alma peregrina Allait une âme pérégrine Una noca tan obscura Une nuit si obscure Que ni una estrella lucia ; Que ne brillait aucune étoile ;
Le patron de toutes les filles C'est le saint Jacques des Bourdons; Le patron de tous les garçons C'est le saint Jacques des Coquilles. Nous pouvons tous les deux nous donner un bouquet, Coquilles et bourdons exigent que l'on troque; Cet échange affermit l'amitié réciproque, Et cela vaut mieux qu'un œillet.
Dat een pelgrim bij terugkomst niet wordt herkend door de mensen thuis, is een geliefd thema in middeleeuwse pelgrimsverhalen. Waarschijnlijk wil de legende daarmee aanduiden, dat de pelgrim door zijn bedevaart een ander mens is geworden; hij is op Christus gaan lijken. Dat wordt uitgedrukt door de omstandigheid dat de mensen van vroeger de teruggekeerde pelgrim niet meer herkennen: hij beantwoordt niet meer aan het oude beeld, dat zijn nog hebben; de pelgrim is een nieuwe mens geworden.
Betrouw geen pelgrim met een baard Die met een schooikroes geld vergaart Al beed'lend langs de wegen sjokt En met een deerne samenhokt.
Priez pour nous à Compostelle - Barret et Gurgand - 1977.
Par milliers, par millions, le besace à l'épaule et le bourdon au poing, ils quittaient les cités, les chateaux, les villages, et prenaient le chemin de Compostelle. Gens de toutes sortes et tous pays, ils partaient, le coeur brulant, faire leur salut au bout des terres d'Occident, là où la mer un jour avait livré de corps de l'apotre Jacques.
Ik had het eerst niet in de gaten, en opeens zàg ik het spoor dat jij voor mij hebt nagelaten.
Mon père .
Assis dans un vieux fauteuil Recouvert d'un plaid usé, Il rêve de son passé, En attendant le sommeil.
La fumée d'un cigare Flottant au-dessus de lui, D'une auréole, pare, Sa tête grise, de nuit.
Vêtu d'un pantalon gris, Chemise de flanelle Sous le tablier bleu sali. Sa casquette est belle.
Il sait déjà que demain, Sera le grand jour pour lui. Mais il ne regrette rien, Et partira seul sans bruit .
***
La mort .
Le jour où tu viendras, A l'aube d'un matin, Me tendre les bras Me chercher par la main, Entre comme moi Par le fond du jardin.
Tu essuyeras tes pieds Sur le grand paillasson, Pour ne pas marquer Tes pas dans le salon, Et n'oublie pas d'ôter Ton noir capuchon.
La table sera mise Et le vin bien chambré, Quand tu sera assise Nous pourrons le goûter, Avant que je ne suive Ton ombre décharnée .
Mais si tu préfères Par surprise me faucher, Au début de l'hiver Ou au soir d'un été, Pousse la barrière Elle n'est jamais fermée.
Avant de m'emporter, De rendre ma valise, Laisse-moi griffonner Une dernière poésie Où je ferai chanter La beauté de la vie.
Ce n'est pas ce matin Que je quitterai le port, Puisque de mes mains J'ai caressé si fort Ses lèvres de satin Que je t'oublie, la mort.
+++
SEUL SUR LE CHEMIN .
J'ai traversé des villes, J'ai longé des cours d'eau J'ai rencontré des îles J'ai cotoyé le beau !
Tout au long du voyage Rien ne m'a retenu Même pas un signe de croix Tracé d'une main tremblante.
Le vent, la mer, la pluie M'ont façonné le coeur. Je suis leur propre image, Immuable douleur.
Je fais signe aux oiseaux, Seuls amis de ce monde, Qui m'entraînent dans une ronde A m'en crever la peau.
J'ai traversé des coeurs, J'ai rencontré des bras, J'ai caressé des fleurs, J'en ai ceuilli pour toi.
TENNIS DE TABLE MESATENISTA PING PANG QIU TISCHTENNIS TABLE TENNIS
photos courtesy ITTF
乒乓球 Stolni tenis Tenis Stolowy
ITTF TABLE TENNIS Classement mondial 26 - 08 - 2012 World Ranking Weltrangliste Ranking Mundial Värlen Rangordning Classifica Mondiale MESSIEURS : 1. ZHANG Jike - CHN 2. MA Long - CHN 3. XU Xin - CHN 4. WANG Hao - CHN 5. MIZUTANI Jun - JPN 6. MA Lin - CHN 7. BOLL Timo - GER 8. CHUANG Chih-Yuan - TPE 9. OVTCHAROV Dim - GER 10. WANG Liqin - CHN 11. JOO Se Hyuk - KOR 12. OH Sang Eun - KOR
-- DAMES : 1. DING Ning - CHN 2. LI Xiaoxia - CHN 3. LIU Shiwen - CHN 4. GUO Yan - CHN 5. ISHIKAWA Kasu - JPN 6. FUKUHARA Ai - JPN 7. FENG Tianwei - SIN 8. KIM Kyung - KOR 9. GUO Yue - CHN 10. WANG Yuegu - SIN 11. WU Yang - CHN 12. TIE Yana - HKG
De noodklok belt slechts éénmaal Komt weldra de ultieme speeltijd Ademen voor de laatste maal Gelukkig geen haat noch nijd Toch af en toe een flater Een zorg is dit voor later Lopen van os naar ezel Toch af en toe een flater Niet knikkers tellen, wel het spel Lopen van os naar ezel Dagelijks goed aan de kost Niet knikkers tellen, wel het spel Verwachtingen zelden ingelost Dagelijks goed aan de kost De beste blijft mijn moeder Verwachtingen zelden ingelost Water is het kostelijkste voeder De beste blijft mijn moeder Om bestwil een toontje lager zingen Water is het kostelijkste voeder Op zoek naar de diepte der dingen Om bestwil een toontje lager zingen Komt het varksken met de lange snuit Op zoek naar de diepte der dingen Nu is dit pantoumeke bijna uit Komt het varksken met de lange snuit Ademen voor de laatste maal Nu is dit pantoumeke bijna uit De noodklok belt slechts éénmaal.
Tibertyn. ***
Kleine mensenhand strooit op winterse dag kruimels voor de mus.
Schelpen op het strand die worden door de branding voor ons kind gebracht.
Molens in de wind draaien, draaien, en draaien in het vlakke land.
Kerstman in de straat borstelt met grote bezem sneeuw weg van de stoep.
De dode takken breken af bij felle wind van de avondstorm.
Kreten in de nacht van kikkers in de vijver lokken de reiger.
Hulpeloos jong lam verloren tussen struiken waar de wolf vertoeft.
De werkzame bij zoekt in de roze bloesems lekker naar honing.
The country with the biggest population in the world, the People's Republic of China, regards this sport as the most important.”
De pelgrim.
Hij is op de weg alleen al weet hij nog niet waarheen maar ergens stond geschreven dat hij die richting moest gaan en aarzelt hij soms even langs de eindeloze baan terwijl hij in zijn hart voelt dat velen eerder gingen mijmerend over dingen terwijl een windje afkoelt .
Verder dan Rome loopt de weg.
Ervaringen van een pelgrim.
19-04-2011
De Ronde van Toscane voor Beloften.
Tuesday, April 19 2011- Grosseto - Grosseto - 148 km
Wednesday, April 20 2011- Follonica - Casciana Alta - 162 km
Thursday, April 21 2011- Lucca - Montecatini - 140 km
Friday, April 22 2011- Capannori - Subbiano - 165 km
Saturday, April 23 2011- Subbiano - Gaiole in Chianti - 145 km
Na zijn overwinning in de Ronde van Vlaanderen voor Beloften in terra fiamminga , werd Salvatore PUCCIO door zijn tifosi de nieuwe Magni, Ballerini, Tafi, Bartoli, ... genoemd. Hij moet het nu opnemen tegen een zeer sterk deelnemersveld in eigen Toscane in de vierde proef voor de Beker der Naties voor wegrenners die in 1989, 1990, 1991 of 1992, werden geboren.Vijfentwintig teams stonden vandaag aan de start van deze rittenkoers. De senioren wielerfans die nog met nostalgie terugdenken aan de oude tijd van de landenploegen in de Tour de France, zullen ongetwijfeld wakker worden en interesse hebben voor de strijd tussen de nationale ploegen in Toscane, regio met schitterende landschappen, culturele erfenissen, sfeervolle oude steden, fantastische wijnen en streekgerechten, maar ook Terra di ciclismo en land van dichters en mooie vrouwen.
Sean De Bie en Martijn De Baene kregen het vertrouwen van bondscoach Dubois voor editie 2011 van De Ronde van Toscane voor Beloften.
Tim Wellens, 1m83 en 62 kgr, de klimmer en aanvaller uit Aalst-bij-Sint Truiden moet nog 20 jaar oud worden.
Deelnemende landenploegen. Partenti. Frankrijk - België- Groot Brittanië- Rusland- Italië- Denemarken-Nederland- USA - zijnde de besten in het algemeen klassement na de drie ééndagskoersen van april (Ronde van Vlaanderen, La Côte Picarde en France, ZLM Tour Nederland) en voor de komende rittenkoersen ( Toscane- Ville de Saguenay Canada- Tour de l'Avenir France). De andere teams : Australië, Canada, Oostenrijk, Tsjechië, Duitsland, Polen, Wit-Rusland, Ukraïne, Roumenië, Luxemburg, Zwitserland, Slovenië, Kazakstan, Spanje, Portugal, Eritrea, en tenslotte nog het opleidingscentrum van de U.C.I. te Aigle met haar stagiaires uit Iran, Ethiopië Korea, Uzbekistan, Mongolië, Algerijë. Prachtig deelnemersveld ongetwijfeld.
De Belgische ploeg onder leiding van Jean-Pierre Dubois treedt aan met een sterke kern van Omega Pharma Lotto Davo en dat zijn Tosh Van der Sande, Tim Wellens, en Zico Waeytens. Zij worden aangevuld met Sean De Bie van Koninklijk Balen CT, Eliot Lietar van Beveren 2000, en Martijn De Baene van Ovyto Eijssen Acrog CT. Ik meen dat Tosh Van derSande uit Wijnegem mag beschouwd worden als de kopman en ook in de Italiaanse pers wordt zijn naam geciteerd. Reeds gewezen wereldkampioen op de wielerbaan, en dit jaar sterk in de Triptyque des Monts et Chateaux, in de Ronde van Normandië, in de Schelde Prijs voor Beloften, en vooral winnaar ( nog maar geleden van zaterdag) in de kleine Luik-Bastenaken-Luik. De Limburgers en Luikenaars weten echter wel over welk potentieel Tim Wellens beschikt op hellende vlakken. Een gunstig koersverloop kan deze jonge kerel naar de top van de rangschikking brengen. Zico Waeytens, ook met reeds veel internationale ervaring, is zaterdag gevallen doch zal toch in de ploeg blijven. De drie andere renners zijn vaste waarden voor de toekomst. Zij zullen ongetwijfeld bewijzen dat zij hun selectie voor deze reis naar Toscane waard zijn en verdienden.
Eerste rit : een fantastische Sean De Bie wint in de sprint tegen 40 man en grijpt drie leiderstruien.
Organisator Giancarlo Brocci is een gelukkig man op deze 19de april 2011 want hij brengt ' un ciclismo bello' op deze zonnige dag in Toscane. 147 jonge renners uit 30 naties nemen de start en zullen deze koers rijden met een gemiddelde snelheid van 43,063 km/u. Ploegleider Dubois is ook tevreden want in een schone kopgroep van 12 vluchters zit Eliot Lietar en zo werd het voor alle thuisblijvers duidelijk dat Eliot op zijn plaats is in de selectie. De vluchters worden ingelopen en dan laat Tim Wellens zien dat hij de nieuwe Lucien Van Impe is. La maglia arancione (classifica Gpm)e' endata a Tim Wellens, che ha attacato sulle pendenze di Scansana , unica salita di giornato. Tim komt eerste boven met 18" voorsprong. Bravo. Deze eerste rit eindigt te Grosseto op vlakke wegen . In de finale scheurt de groep in twee stukken. Russen en Kazakken schijnen te domineren, maar de snelle Sean De Bie weet maar al te goed dat het op de lijn zelf is dat de prijzen worden verdeeld. Te volgen tot en met zaterdag op volgende websites :
Il belga Sean De Bie ha vinto allo sprint la prima tappa di Toscana, Terra di ciclismo, disputata oggi da Grosseto a Grosseto .
1. Sean De Bie (Belgio) , 2. Youcef Reguigui ( UCI- Algerie), 3. Alexey Lutsenko ( Kazak) , 4. Alexey Tsatevich ( Rusland), 5. Christian Delle Stelle ( Italia), 6. Philipp Ries ( Duitsland), ... en in dezelfde groep ... 22. Tosh Van der Sande (Belgio), ... 40. Zico Waeytens (Belgio) ... op 45" volgt 71. Tim Wellens (Belgio).... 97. Eliot Lietar ( Belgio).... op 3'13" volgt 119. Martijn De Baene (Belgio) ...
C'est au printemps de 1954, qu' Emile-Joseph Glibert découvrit la joie de la grande liberté que la bicyclette offre à l'individu qui s'élance sur les routes et les sentiers. Mais avant d'en arriver à cet instant, ce jeune garçon sacrifia bien des dimanches, empruntant le chemin austère de l'église, en délaissant le plaisir des jeux.
Le petit Jo, comme il était surnommé, avait déjà depuis un certain temps envie d'une vraie bicyclette et il n'arrêtait pas d'en demander une à ses parents et même à sa tante de sucre. Déjà beaucoup de ses camarades faisaient des tours sur leurs bécanes. Lui restait condamné à une immobilité qui lui donnait le cafard. Chaque jour donc, et certainement quand il y avait du soleil, il renouvelait sa demande, mais une fois en plus les refus catégoriques de son père et de sa mère lui étaient opposés. Pourtant il avait déjà plus de huit ans et il était très adroit dans tous les domaines. Donc, également il se sentait capable de pédaler honorablement. Dans sa collection d'images et de photos, il y avait Fausto Coppi en neuf exemplaires et Stan Ockers en quatre. Bien sûr, petit Jo était loin encore de vouloir déjà les égaler, mais il faut un début à tout.
Entendre tous les jours la même litanie finit par irriter la personne la plus calme. Un jour sa mère, cette sainte femme, en eut assez et il lui proposa un marché. C'était un peu du chantage. Elle proposa à son fils qu'il aurait un vélo d'occasion à la prochaine brocante de Hannut s'il accepterait d'aller au mois de juillet en colonie de vacances avec les jeunes de la paroisse. La colonie de vacances n'inspirait pas notre Jo. Un instituteur et le vicaire, entourés par quelques joueurs de football et coureurs à pied, y dictaitent des règles spartiates et militaires. Vivre pendant les belles vacances avec ces gens-là n'enchantait pas le fils Glibert, ni l'idée rouler avec une bicyclette de peu de qualité d'ailleurs.
' Alors tu n'auras pas de vélo...! ' précisa sa mère. Cette sentence était prononçée et irrémédiable. Quelque temps plus tard, une autre décision allait être prise à l'encontre d'Emile-Joseph Glibert, pour le bien de son éducation. Sous le prétexte de l'éloigner des activités dangereuses pour son esprit et pour son corps, mais aussi pour augmenter la respectabilité de sa famille, il fut décidé qu'il serait enfant de coeur. Très croyante et pratiquante maman Glibert avait inscrit son fils à la sacristie et y avait plaidé et obtenu son admission. Il n'etait pas vrai qu'il aurait la vocation sacerdotale, mais l'idée n'était pas si mauvaise que cela à cause de quelques profits existants en religion catholique.
Tous les dimanches, il fallait servir deux messes et les vêpres l'après-midi. De plus, il y avait les mariages, les baptèmes et les enterrements, les processions, les communions, et quelques autres évènements. La maman de Jo constata une belle assiduité pour la nouvelle fonction de la part de son fils et était très fière de lui. Il arrivait souvent le premier et servait en surplis et chasuble rouge avec beaucoup de détermination. Tous ceux qui avaient connu avant ce gamin s'étonnaient de son brusque changement, et de sa bonne conduite. Il est vrai que le vieux curé de ce village ne grondait pas souvent les enfants de coeur, il ne voyait même pas qu'ils buvaient régulièrement du vin de messe.
Emile-Joseph trouvait que le meilleur moment de la messe était celui où le curé demandait à ses honorables paroissiens d'avoir un geste pour le denier du culte et que les fidèles, fouillant dans leurs poches et leurs saccoches, sortaient les pièces de monnaie pour l'offrande. Les enfants de coeur qui assuraient le service ramenaient le trésor récolté à la sacristie. Si pas trop de boutons, ni saintes médailles et ni pièces d'avant-guerre se trouvaient dans les corbeilles, directement après prestation dès la fin de la messe les jeunes assistants du curé étaient bien payés pour leur âge, et ces petits épargnants pouvaient ainsi remplir rapidement leurs tirelires.
La cagnotte du petit Jo au bout de quelques mois, dans un silence complet, capitalisait si bien qu'il comptait et qu'il recomptait ses avoirs en arrivant à la même conclusion : l'achat d'une bicyclette de sport devenait possible ! Il faut ajouter au crédit de ce gamin chrétien qu'il ne dépensait aucun franc de ce qu'il gagnait à l'église, car ces pièces étaient un don du Bon Dieu.
C'est ainsi que Pâques ce cette année-là se présenta, sainte année de son dixième anniversaire. Enfin Emile-Joseph fit à sa mère la révélation des raisons de sa dévotion pour les exercices religieux, et petit Jo, expliquant que le chocolat fait trop grossir les femmes et les cyclistes, expliqua qu'il préférait recevoir un beau billet au lieu de ses oeufs de Pâques, juste le peu qu'il lui fallait encore pour, avec ce que Monsieur le Curé lui avait donné après les quêtes à l'église, s'acheter le vélo rouge et noir avec selle Brooks qui se trouvait dans la vitrine du marchand de cycles. Surpris par les dons de comptable et de trésorier de son fils si jeune encore, Madame Glibert disait enfin ' Oui ' à son gamin , ' Oui' pour cet objet dont il rêvait depuis presque trois ans.
C'est ainsi que le Jour de Pâques de l'Année 1954, le Bon Dieu qui créa le ciel, la terre, la montagne, les pavés, les routes de France et de Navarre, les sables et les océans, avait aussi permis à un champion cycliste en herbe de se mettre position pour pédaler. Depuis ce jour, à l'heure où les cloches des églises, et même des cathédrales, sonnent un cycliste en maillot rouge et cuissard noir, laissant porter la soutane à ceux qui ont cette vocation-là, préfère aller faire ses bonnes dévotions le long des chemins. Il fait entendre aux filles, aux pélerins, aux paysans, aux militaires, le bruit de la sonnette de son guidon. C'est une musique aussi sainte que le ton cristallin des clochettes de l'Elévation lors de la messe du dimanche.
Quelques lignes cyclopoétiques avant le départ de la Doyenne.
Ces hommes vinrent du pays vert des collines des champs,de nos mines et profondes vallées ou parfois des quartiers tristes des usines têtes dures, jambes belles et bien musclées.
Certains aussi avaient les coudes très pointus des poignets gros, des mains qui étaient des pattes et avec leur courage ils tiraient bien plus sur leur guidon maudit comme des diables.
De La Rochelle, Luchon et de Grenoble aux parents, frères, amies, ils ont expédié des timbres de France sur cartes postales jamais dans le Tour ils voulaient abandonner.
De Paris ils revinrent poches pleines d'or qui servit à acheter cochons et vaches pour bien vivre, être heureux jusqu'à la mort buvant bières aux cafés de nos villages.
Bourgeois sont devenus d'autres,riches marchands de cycles et meubles qui du Peyresourde si souvent encore parlaient les yeux brillants de leur vie au grand air de mémoires lourde.
Héros du peuple lors des soirées de fête il leur arriva de pleurer, de se soûler les souvenirs les plus mauvais dans la tête car douleurs en surface peuvent remonter.
Au fil du temps anges ou démons un à un dernière ligne droite, puis enterrement les pédaleurs qui nous ont charmé sont défunts et hélas les jeunes les oublient maintenant.
Het is de moeite waard om op 11 april terug eens de schijnwerpers te brengen op een belangrijke overeenkomst die de geschiedenis van Europa in een nieuwe richting had gestuurd. Ik wil het hebben over de Vrede van Utrecht van 1713 die nooit mag verward worden met de Unie van Utrecht van 1579. De Unie was de laatste stap die na talrijke pogingen steden en gewesten uit het huidige Nederland en Vlaanderen tot samenwerking bracht tegen de Spaanse overheersers. Het ging over een regionaal conflict . De Vrede van Utrecht verwijst naar dezelfde stad, kwam in een verdere eeuw na vele oorlogen met partners en tegen concurrenten na een strijd om machtsverhoudingen op wereldvlak.
De Vrede van Utrecht 1713 is een bijzondere historische gebeurtenis, omdat deze vrede tot stand kwam na diplomatieke besprekingen en niet niet na een bloedbad op een slagveld wanneer de verliezers de wet van de sterksten moeten ondergaan. De onderhandelingen te Utrecht duurden 15 maanden en besloten de Spaanse Successieoorlog en ook de koloniale oorlog aan de Oostkust van Canada en de Verenigde Staten die zich hadden afgespeeld tussen 1701 en 1713. De tegenstanders in deze oorlog waren aan de ene kant de Koninkrijken van Frankrijk en Spanje, en aan de andere kant de coalitie van Het Verenigde Koninkrijk van Groot Brittanië en De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, Het Hertogdom van Savoye, en Het Koninkrijk Portugal. Ongeveer twee eeuwen was er een reeks verwoestende oorlogen geweest tussen de grote mogendheden in Europa, alsook in India, Afrika en Aerika. Op 11 april 1713 kwam een vredesregeling op wereldniveau, na dialoog tussen culturen die thans nog in Europa naast mekaar bestaan. Deze belangrijke gebeurtenis van toen zal in 2013 te Utrecht worden herdacht op gepaste wijze. Het is niet mijn bedoeling hier een lange bespreking te laten volgen . Ik wil alleen even onderlijnen hoe belangrijk de datum van 11 april 1713 is geweest. Louis XIV kreeg een eervol einde , maar hij was wel de grote verliezer van de Vrede van Utrecht en door de wijzigingen in Noord Amerika zou de Franse taal daar plaatsmaken voor de Engelse taal . Meer daarover op internet en in de geschiedenisboeken.
Octave Lapize (Fra) van La Francaise wint en wordt de Eerste Monsieur Paris - Roubaix !!! Bittere tranen voor de Flandrien Cyrille Van Hauwaert. gemiddelde snelheid 31,294 km/u - 120 vertrekkers.
Sedert op 19 april 1896 voor de eerste maal een wegkoers tussen Parijs en Roubaix werd gehouden groeide de algemene belangstelling voor dit jaarlijks gebeuren in het Noorden van Frankrijk. Duizenden arbeiders gingen op zondagnamiddagen naar de wielerbaan te Roubaix waar elke meeting een feestelijk gebeuren was. Toen op 16 april 2011 (Pasen) de 16de editie van de grote wegkoers werd gelopen gebeurde dit niet meer zoals eerder met gangmakers op de fiets of met gangmaking door auto's zoals in 1898-1899-1900. Zoals het jaar voordien was het een individuele koers over een afstand van 266 km. Start 07h00 -Route de St-Germain, 47, Chatou, richting St-Ouen-L'Aumone-:Pontoise, Beauvais- Place Jeanne Hachette, Breteuil - Place de l'Hotel de Ville, Doulles -Taverne Moderne, Arras- Place de la Cité, Hénin-Liètard, Seclin -Auberge du Forgeron, ROUBAIX- Vélodrôme du Parc Barbieux, tussen 16u00 en 18u00.
De poorten van de wielerbaan worden geopend om 12u00. Muziek, eten, en drinken wacht er op de sportmannen. Vanaf 15u00 is er een sportief programma met een atletiekproef over 5km met 10 lopers. Baanrenners uit Parijs, Brussel, Rouen, Rijsel, Amiens, Béthune en Roubaix, bekampen mekaar vor geldprijzen over 1000 m (3 ronden) in de Grote Prijs van Pasen voor sprinters, in de Regionale voor profs, in koersen op tandems, in de Herkansing Grote Prijs Snelheid van Pasen. Amateurs sprinten voor medailles en prijzen in natura in de Proef van l'Union Vélocipédique Française. Het is de eerste maal dat zo'n prachtig programma in afwachting van de aankomst der wegrenners doorgaat. Op Paasmaandag volgt een andere aantrekkelijke meeting met een individuele over één uur voor de wegrenners die Parijs-Roubaix eindigden, met de Finale Snelheid van de Grote Prijs van Pasen, met koersen op tandems, met animatie door premiesprinten, met een koers waarin 5 snelheidsduivels op motorrijwielen optreden.
De taaie Maurice LETURGIE was de winnaar geweest van de Grote Schelde Prijs van Schoten 1907 toen de Ronde van Vlaanderen en Luik-Bastenaken-Luik nog niet werden gereden.
Belangrijkste wielerkampioenen van dat ogenblik, beroepsrenners met of zonder naam, drungelen zich naar de inschrijvingstafel vanaf 5h25 wanneer de heren van l'Auto de registers openen voor wat volgens de krant La Vie Sportive zou moeten worden 'La Grande Journée' . Bij de bookmakers staan Lapize en Garrigou 3/1, Van Hauwaert en Faber 4/1, en dan komen tegen 8/1 Trousselier, Ganna, Petit-Breton, Brocco en Emile Georget. Dit wat betreft de favorieten. De wielerliefhebbers zijn triest omdat nummer 5 afwezig blijft, Crupelandt die door valpartij in de lappenmand ligt. Zij hopen op een goed verweer van Leturgie en Niedergang, eveneens uit Roubaix. Om 7 h13 wordt niet langer gewacht op zij die nog niet het controleblad tekenden en een kwartier later vertrekken 120 dapperen, goed voorzien van banden, eten en drinken want er is geen bevoorrading. Smak en nog eens smak ... verschillende mannen liggen op de grond , zodat reeds het peleton in twee stukken komt met op kop van de koers Louis Trousselier die een rijdt aan recordsnelheid. Een groot renner heeft zes minuten achterstand, Lucien Petit-Breton. Hij is gewond aan het hoofd, verliest bloed, vecht moedig verder tot Amiens waar hij uit koers wordt genomen. De sterksten zijn nog samen na 160 km in de helling van Doullens, waar de finale van de koers meestal begint. Georget, Garrigou, Lapize, verdelen daar de premies en tekenen op het controlepunt . Nog 40 renners zijn vooraan gegroepeerd, maar dan volgt een akelige situatie . Er liggen nagels op de wel en vele bandjes sneuvelen, zelfs autobanden van auto's van officials. Even na 14h00 blijven 9 renners op kop van de koers, met 7 minuten op Passerieu en Niedergang , op 9 minuten komen 8 andere concurrenten waaronder Trousselier die de hele namiddag zijn krachten verkwistte. Het moment komt voor Lapize en Van Hauwaert om toe te slaan. Zou het opnieuw een duel worden tussen die twee, een spurt op de wielerbaan die helemaal is gevuld met supporters ? In het stof van de weg komen diverse wagens aangereden . Daar komt dan de eerste, de aanstaande winnaar voor wie geld en glorie wacht op de lijn. De Belgen , zeker zij die veel bier dronken en geen Frans verstaan schreeuwen ' Cyriel, Cyriel, .... ' , maar de Fransen hebben hem wel herkend , want hij de winnaar van de Tour , held van de zware bergritten, hij is de Lapize die alles en overal wint, Octave, bijgenaamd ' Le Frisé ' wegens zijn krollekopje. Hij is klein van gestalte, amper 1m65 en hij is gehandicapt want hij is doof. Maar wat een kampioen ! Na hem volgt Charpiot uit Lyon , niemand weet van waar die komt want hij was tot op dat ogenblik nog niet in het koersverhaal... en hij is ongelooflijk vuil en onherkenbaar, hij reed de koers van zijn leven . De Belgen menen dat hij Van Hauwaert moet zijn , de geweldige Flandrien uit Moorslede en uit de Sportwereld van Karel Van Wijnendaele. Zij roepen zijn naam ... maar het blijkt dan toch die Charpiot te zijn. ' Qu'ils sont bêtes ces Belges...' zeggen de wielerkenners uit Roubaix ....!
Eugène Christophe en Charles Crupelandt, sterke kleppers, geliefde renners, zo vaak pechvogels.
Lapize rijdt onder het applaus en het geschreeuw van de supporters dat hij niet kan horen de vier toeren op de piste en dan nog een ereronde, terwijl de Marseillaise reeds wordt gespeeld door de fanfare op het middenplein. Hij heeft 4 minuten voorsprong op Charpiot. Cyrille Van Hauwaert kreeg een platte achterste band bij de doortocht van Ascq . Door de ontgoocheling rijdt hij zijn laatste meters al wenend van miserie. Hij wil zelfs geen podiumbloemen meer . Oei, oei, ook voor de stevige Vandenberghe, die in zijn sprint tegen Garrigou nog eens valt, is de Hel zonder genade, zodat de Fransman gemakkelijk zijn schone ereplaats verovert.
Octave Lapize was nog zeer jong toen hij op die zondag driemaal op één rij Parijs-Roubaix won. Pas in 1980 zou Francesco Moser een gelijkaardig record evenaren. Octave Lapize stierf aan het front in 1917. Door zijn doofheid werd hij afgekeurd als dienstplichtige, maar hij tekende later toch als vrijwilliger om zijn vaderland te dienen. In het boek 'Un siècle de vélo , des hommes et des machines, à Huy' van André Chapelle en Roger Wéry kan worden gevonden op blz.70 dat op een wielerbaan van 500 m, te Hannut er op 4 juni 1911 een koers over 80 km is geweest met een uitslag waarin we terugvinden ... 3. Lapize, 4.D'Awans, 5. Vandenberghe ... Wellicht ging het om een tijdelijke velodroom op gras of in gestampte aarde, reeds lang verdwenen en door niemand nog gekend. Op 25 juni 1911 zouden tijdens een andere meeting Garrigou en Van Hauwaert daar ook hebben gekoerst op die toch wel lange wielerbaan in het Haspengouwse stadje Hannuit .
G.Garrigou Het debuut van de nieuwe grote kampioen Henri Pelissier.
1924 - De vluchtelingen Misha en Knar, verdreven uit Armenië door de burgeroorlog in Rusland bekomen te Parijs hun visum niet voor de USA omdat er al te veel immigranten uit hun regio waren dat jaar. Hij is bariton zanger en zij is zwanger en artieste. Het koppel moet zich dus nog voorlopig te Parijs vestigen. Om geld te verdienen beginnen zij in de Rue Huchette een restaurantje waar vrij spoedig immigranten, muzikanten en artiesten komen eten, vooral Russen want vader Misha is de zoon van iemand die ooit nog gekookt had voor de tsaar. Een kind wordt daar op 22 mei geboren, een zoontje met als officiele naam Chahnour Varinag Aznavourian. Vader verdwijnt na enige jaren en moeder vestigt zich als naaister in het Quartier Latin, nabij een school voor artiesten. De kleine Charles gaat onregelmatig naar school, verdient zakgeld met de verkoop van kranten, en met zijn moeder geraakt hij reeds voor bijrollen in film en theater. Hij bezoekt ook de artiestenschool waar ontdekt wordt dat zijn stembanden gedeeltelijk verlamd zijn en hij zeker nooit zo goed zal kunnen zingen als zijn vader. Bovendien is hij een klein, mager en lelijk ventje zonder enig talent volgens de leraars. Charles probeert het dan maar als danser in nightclubs, en grijpt alle jobs die hem worden aangeboden om toch maar wat te verdienen. Vanaf 1944 doet hij een stap voorwaarts. Samen met Pierre Roche maakt hij liedjes die hijzelf zingt of in duet met deze compagnon. Charles gelooft nog steeds niet dat hij enige kans maakt om wat te worden in muziek en cabaret, maar toch mogen Roche & Aznavour op meer en meer plaatsen optreden, zodat zij stilaan in het milieu thuishoren, zij het dan wel als laag betaalde artiesten. Kritiek komt weldra in de kranten wegens de obscene taal in de slechte liedjes die zij brengen, en de censuur van het Ministerie van Cultuur plaatst de liedjes zelfs op de index. De schorre stem van Aznavour hoort niet thuis in een zangtheater van enig niveau, alzo andere tegenstanders. Maar ondertussen eindigden de optredens met Roche en is Aznavourtje een goede vriend geworden van dat kleine vrouwtje met de naam Edith Piaf en ook van Juliette Gréco, de opkomende ster van Saint Germain des Prés. Piaf wordt zijn beschermvrouwe. Hij schrijft liedjes voor haar, is tevens haar secretaris en privé-chauffeur. Samen werken zij heel hard en in 1948 vertrekken zij naar Amerika. In Frankrijk ongewenst, probeert Charles zijn composities te verkopen in de USA, maar dat lukt hem niet, terwijl Edith Piaf wegens ziekte niet meer kan optreden. Daarom begint hij rond de wereld te zwerven, af en toe voor weinig centen (pour un minable cachet ...) optredend in obscure clubs. Pas in 1956 duikt hij met enig succes op te Casablanca, hetgeen hem een jaar later brengt in de Olympia te Parijs waar het publiek razend enthousiast wordt door zijn timide stem en zijn charismatische houding op het podium. Na vele moeilijke jaren loopt alles zeer goed voor hem en schittert hij op een avond ook in de Carnegie Hall van New York waar een optreden slechts mogelijk is als men de absolute top heeft bereikt . Talrijke filmregisseurs werken graag met hem samen en blijven hem vragen, want de fans van de zanger zien de filmster Aznavour graag op het witte doek. De kleine melancholische man van 1m60 zal trouwens spelen in niet minder dan 60 speelfilms. Naast acteur zal Charles Aznavour natuurlijk vooral een zanger zijn en een liedjesschrijver en dichter. Hij maakte 1000 liedjes voor zichzelf, voor anderen en met anderen. Hij zong 800 van deze liedjes in het Frans, Engels, Italiaans, Spaans, en Armeens. Hij veroverde de hele wereld door verkoop van 100 miljoen platen.
Charles Aznavour trouwde met Micheline (1946), Evelyne (1956), Ulla (1967) en heeft 2 + 1 + 5 = 8 kinderen. Deze man is werkelijk een onverwoestbaar artiest . Op bijna 87-jarige leeftijd treedt hij nog steeds op. Sedert 1960 is hij een wereldberoemd zanger en acteur. Voor de Armeniërs verspreid over de hele wereld is hij een levende heilige. Aznavour woont in Zwitserland.
In 1998 ging Time Magazine na onderzoek over tot de Verkiezing van Entertainer van de XXste Eeuw. Dit was de uitslag :
1. Charles Aznavour 2. Frank Sinatra 3. Bob Dylan 4. Elvis Presley .
2011 - Nog steeds het boegbeeld van het Franse chanson.
(1) - Mon ami Charles .
Op het einde van het jaar 1965 verscheen ik na afwezigheid wegens legerdienst terug in mijn dorp. Ik had weinig geld, nog geen auto, mijn kameraden waren verdwenen omdat zij waren getrouwd, op hun beurt legerdienst vervulden en dan meestal in Duitsland, of zich op zondagen verstopten op plaatsen die me toen onbekend waren. Alzo was ik noodgedwongen een nieuwe klant geworden van Rachel, de dochter van de melkboer, die op een hoek van de straat die wij vroeger namen om naar de jongensschool te gaan een dorpscafé had geopend. Rachel was niet van het soort jonge vrouwen die mannen kon lokken door haar sexy uiterlijk. Daarentegen was zij vriendelijk, eerlijk, en was haar nieuw café proper. De plaats had nog andere troeven, namelijk een nieuwe vogelpik spel dat pas later bekend zou worden als darts, een nieuwe geluidmakende flipper, en een juke-box Rock-ola eigendom van de melkboer. Aan de toonbank waren vele merken sigaretten, alsook mogelijkheid om Tuborg te drinken in de hoge fijne glazen, en in andere aangepaste glazen die nergens anders in het dorp reeds in gebruik waren Gueuze Bellevue met grenadine, tomatensap met selderpeper, en Schweppes Tonic met ijs en citroen. Vleesballen met ketchup, cervelas van de plaatselijke beenhouwer, en chips met zout of paprika waren er ook. Zeker niet mis voor een simpel adres uit een boerendorp uitgebaat door de dochter van een kleine zelfstandige. Dit café kende een zestal jaren groot succes. Toen verdween dochter Rachel in het huwelijkbootje met een kerel die niemand van ons ooit had gezien, een bediende van de Boerenbond die iedere avond en ook 's zaterdags nog overuren deed als notarisklerk. De café werd toen gesloten, terwijl hij toch zeker drie jaren lang een goudmijn was geweest. Een van de pluspunten van het staminee Bij de Melkboer was in de sixties de kwaliteit en de diversiteit van de 45-toeren plaatjes die er op de glinsterende juke-box werden gedraaid. Commercieel inzicht had de dochter des huizes een magnum fles laten plaatsen op de toog naast de tapkranen. Daar kon iedereen de overschot van zijn zondagse pree induwen en achterlaten voor een goed doel, een doel dat beter was dan waarvoor de schaal van de pastoor diende. Iedere maand werd de inhoud van de grote glazen spaarpot eerst geteld en daarna verdubbeld door de jonge lokaalhoudster. De alzo bekomen som werd besteed aan de aankoop van de allernieuwste platen voor de jukebox van het café. Evenwel hadden de klanten die met hun vijffrank stukken zorgden voor muziek democratisch inspraak. In een schriftje werden de titels en de zangers genoteerd volgens de desiderata van de trouwe tooghangers. Er kwam evenwel kritiek omdat het altijd dezelfde personen waren die de nieuwe platen voorstelden, diegenen die de evoluties van de hitparades volgden en op de hoogte waren door de muziekprogramma's op radio en televisie. De tijd van toen werd volledig beheerst door het Beatlemania. Een lange lijst met plaatjes van de jongens uit Liverpool behoorde tot de keuzes. Verder werden tot ieders bijna-doofheid Pretty Woman van Roy Orbison, Strange Effect on you van Dave Berry, Satisfaction van de Rollingstones, Wooly Bully van Sam the Sham & the Pharaons, zeer dikwijls gedraaid en waren Elvis Presley en Paul Anka moeilijk te omzeilen, zoals uiteraard ook The Shadows, Nat King Cole, en Bill Haley. Net toen de keuze van die maand werd gemaakt viel ik Bij de Melkboer binnen. Omdat er een vrij ernstige discussie aan de gang was, werd mijn advies gretig gevraagd door Rachel. Had zij toen een oogje op mij of wilde zij mij definitief binnenlokken in haar café om haar verkoopcijfers van Tuborg te zien stijgen ? Ik vond dat er een naast al die Engelse en Amerikaanse hits ook plaats moest zijn voor het Nederlandstalige lied, de Duitse schlagers, la Chanson Française, Spaanse en Italiaanse liedjes. Maar zeker moest er ook een nieuw overzichtelijk klassement komen, want vele schone 45-toerenplaten waren in de bonte wanordelijke mengeling maar maar moeilijk terug te vinden, zeker voor zij die met een sigaret in de mondhoek en een pint in de hand de toetsen met letters en cijfers wilden intikken in het rumoerige café. De Waal Pierrot, record consument van Horse Ale in Houtain Village, stelde zich aan mijn zijde op en bekloeg zich over het gebrek aan musique et chansons francophones. Het was niet omdat de nieuw taalgrens ons dorp uit de Province de Liège had overgeheveld naar Brabant dat er geen Franse chansons op de jukebox mochten staan in een Maison du Peuple gelegen aan de hoek van de Piercostraat, waar de fabrieksbus van Cockerill-Ougrée het werkvolk kwam halen en brengen. Rachel wilde nadenken en de volgende dag vertelde een leeftijdsgenoot me dat zij de beslissing had genomen van mijn gedacht te volgen. Vele platen zouden vervangen worden. Een tombola met als prijs de afgedankte platen zou zorgen voor meer geld in de spaarfles. Ik was aangesteld om een lijst van nieuwe Franse chansons op te stellen die door Rachel zouden worden aangekocht.
Vijfenveertig jaren gingen voorbij, maar ik ben niet vergeten wat op mijn lijstje kwam :
Gilbert Bécaud : Nathalie, Quand il est mort le poète, Et Maintenant. Charles Aznavour : La Mamma, Que c'est triste Venise, Et Pourtant. Henri Salvador : Zorro est arrivé. Alain Barrière : Ma Vie. Adamo: Vous permettez, Monsieur. France Gall : Poupée de cire, poupee de son. Hervé Villard : Capri, c'est fini. Richard Anthony : J'entends siffler le train .
En inderdaad, toen ik volgende zondagnamiddag Bij de Melkboer binnen was gestapt, behoorden al deze nummers tot de selectiemogelijkheden op de Rock-ola. Ik kon van dat moment af niets anders meer doen dan heelwat van mijn geldstukken te laten verdwijnen in de gleuf van die muziekmachine.
Het was vooral tijdens volgend liedje dat in ons dorpscafé, de bijna zatte mannen, de rokers, de kaartspelers, de flipperaars, de toogfilosofen, de afgewezen verliefde jongelingen, de lustige weduwenaars of de gelukkig gescheiden mannen, en de anderen, even verstilden om te luisteren naar Charles de entertainer met zijn speciale stem.
Que C'est Triste Venise Charles Aznavour
Que c'est triste Venise Au temps des amours mortes Que c'est triste Venise Quand on ne s'aime plus
On cherche encore des mots Mais l'ennui les emporte On voudrait bien pleurer Mais on ne le peut plus
Que c'est triste Venise Lorsque les barcarolles Ne viennent souligner Que des silences creux
Et que le coeur se serre En voyant les gondoles Abriter le bonheur Des couples amoureux
Que c'est triste Venise Au temps des amours mortes Que c'est triste Venise Quand on ne s'aime plus
(2) - Mon ami Charles .
Samen met mijn echtgenote was ik met de Reizen Lauwers naar Praag getrokken, die prachtige stad toen nog gelegen achter het ijzeren gordijn. Met onze groep kwamen we op een avond terecht in een kelder waar werd gezongen, gedanst, gerookt, gebabbeld, en vooral gedronken. De halve liters pils werden door stevige dames rondgebracht. Pieter Breugel de Oudere zou er ongetwijfeld inspiratie gevonden hebben voor een mooie schilderij, door de vrolijkheid van de bezoekers die op die avond de Praagse bierkelder vulden. Ik had plaats genomen aan een tafeltje waarop onnoemelijk veel pinten Pils werden afgeladen, en ik had bovendien ook het genoegen van te zitten naast een mooie dame die onze gids was en die graag met mij Frans wilde praten om zich in deze taal te verbeteren. De andere Vlamingen van onze groep spraken immers liever Duits of Engels met onze begeleiders. Aan een andere tafel rechts van ons was gezeten een gezelschap van goed uitziende mensen, zwart van haar en bruin van vel, die een heel vreemde taal spraken. In het Russisch begon een van hen vragen te stellen aan mijn buurvrouw, de Praagse gids. Zo kwam ik te weten dat een paar Armeniërs ook wel graag Frans wilden spreken, ook al was hun schoolse kennis van die taal miniem omdat zij nog nooit Westerse mensen hadden ontmoet. Door het uitstekend bier van Tjechoslovakijë was ik die avond in grote forme, en ik stortte me dus hals over kop in een dialoog met een vriendelijke Armeniër. Over wat praten echter met zo iemand met een dikke zwarte snor uit de verre Kaukasus ? Opeens komt in mijn hoofd het idee dat ik me moet uiten als een grote fan van Charles Aznavour. Ik sta dus recht met een grote pint pils in mijn hand en ik roep uit volle borst : Vive l'Armenie ! Vive l'Armenie ! Je vais vous chanter une chanson de Charles Aznavourian, le célèbre Arménien que nous aimons tant en Belgique. En ik probeer het volgende te zingen, ook al zijn de woorden die ik gebruik soms wat anders dan die van Charles, en dan breng ik nog andere stukken van Aznavourian liedjes, terwijl ook de Armeniêrs brokken uit het repertoire van le Napoléon de la Chanson Aznavour beginnen te zingen in hun taal. Niet veel later willen die Arméniërs me op de danspiste zien om met hun vrouwen te dansen, een soort kuskusdans, een boerenpolka uit hun land of van waar ook in het Wolgagebied. Ik moet nog meer pinten drinken op kosten van mijn buren uit Armenië.
Een uurtje later zal ik echter op het podium worden gesleurd door de orkestleider om mee te doen aan een internationale match bierdrinken Italië-Rusland-Armenië-België. Helaas, ik ben dan al goed poepeloere zat, en tot boven gevuld en zo nat als een kozak. Ik kan helaas niet meer met grote snelle slokken bijkomend nog een pul van één liter leegdrinken om de eer van mijn vaderland te verdedigen. Ik word in schande vierde en laatste van die match voor harde pilsdrinkers.
Hier encore J'avais vingt ans Je caressais le temps Et jouais de la vie Comme on joue de l'amour Et je vivais la nuit Sans compter sur mes jours Qui fuyaient dans le temps
Mes jours passent, mes nuits pleurent Et pleure le temps Ma raison sombre et se meurt Quand meurt le temps Ce temps mort que je regrette Tant et tant Car sans joie ma vie s'arrête Et je t'attends
J'attends l'air que je respire Et le printemps J'attends mes éclats de rire Et mes vingt ans Mes mers calmes et mes tempêtes En même temps Car sans joie ma vie s'arrête Et je t'attends
Je t'attends Viens ne tarde pas D'où que tu viennes, qui que tu sois Viens le temps est court Je t'attends Mon rêve inconnu Quel est ton nom, quel est ton but Le mien c'est l'amour
(3) - Mon ami Charles.
De hele avond hadden wij lekker gegeten, gedronken, naar de televisie gekeken, op klokslag van middernacht mekaar gekust, een champagnefles ontkurkt en schuimend in de glazen geschonken, een paar pijlen vuurwerk afgeschoten in de tuin, en dan telefonisch onze verse nieuwjaarswensen overgemaakt aan geliefde familieleden. Het nieuwe jaar begon dan zoals gewoonlijk weer met de naakte danseressen uit de Lido te Parijs die onvermijdelijk in die jaren altijd weer, zoals de zwaluwen in de lente, op ons scherm kwamen. Wij ontsnapten toen nog aan de jaarlijkse nieuwe moppen van Geert Hoste want toen de nineties aanbroken was het medialandschap nog niet zoals vandaag gevuld met zovele B.V.'s . Mijn vrouw en mijn twee dochters die nog bakvissen waren , en nog niet uitgingen op Nieuwjaarsnacht , gingen naar bed. Eindelijk was ik alleen in onze gezellige living, met open haard en malse lederen zetels, en eindelijk kreeg ik het doosje om te zappen in mijn hand, nadat ik mezelf nog een groot glas rode wijn had geschonken. Er was geen twijfel mogelijk. Nergens was het toen beter dan in mijn eigen huiskamer en ik was echt een gelukkig man toen de nieuwe muurkalender aantoonde dat de 1ste januari van 1990 was geworden, en we reeds realiseerden dat het jaar 2000 in aantocht kwam. Ik weet niet meer waar ik hem tegenkwam, op welke zender in Frankrijk, België, Nederland, Duitsland, die nacht een optreden van Charles Aznavour was te zien. Tijdens de heerlijke minuten die ik beleefde, met mijn buikje goed gevuld, met mijn glas dat ik met kleine slokjes ledigde, genoot ik intens van de chansons van de legendarische Franse troubadour. Hij zong toen in een zeer grote zaal, waarschijnlijk Sportpaleis Bercy te Parijs, voor duizenden fans. Hij was klein, eenvoudig en helemaal in het zwart gekleed en toch was hij zo geweldig groot. Plots na het einde van zijn zoveelste lied werd het stil en donker in de hele zaal. Even later volgde een lichtstraal die ergens begon te schijnen tussen het publiek op een enkele vrijgelaten vierkante meters, waar de unieke kleine Armeniër stond. Hij zong helemaal alléén ' a capella' terwijl zijn muzikanten rustten. Hij zong zijn lied ' Sur ma vie' . Tijdens de volgende vijf minuten besefte ik en de mensen in de zaal definitief en voor altijd dat Charles Aznavour tot de allergrootsten uit zijn vak behoorde, dat hij een reus van een artiest was, le plus grand des grands comédiens, poètes et fantaisistes. Allen in die zaal stonden recht en klapten minutenlang in hun handen. ' Le Tout Paris ' erkende zijn meesterschap en La Légion d'Honneur was verdiend door de kleine immigrant en bohémien van weleer, de liedjeszanger die ongewenste teksten schreef.
Voici les paroles ou lyrics de Sur ma vie interprétées par Charles Aznavour :
Sur ma vie je t'ai juré un jour De t'aimer jusqu'au dernier jour de mes jours Et le même mot Devait très bientôt Nous unir devant Dieu et les hommes
Sur ma vie je t'ai fait le serment Que ce lien tiendrait jusqu'à la fin des temps Ainsi nous vivions Ivres de passion Et mon coeur voulait t'offrir mon nom
Près des orgues qui chantaient Face à Dieu qui priait Heureux je t'attendais Mais les orgues se sont tues Et Dieu a disparu Car tu n'es pas venue
Su ma vie j'ai juré que mon coeur Ne battrait jamais pour aucun autre coeur Et tout est perdu Car il ne bat plus Mais il pleure mon amour déçu
Sur ma vie je t'ai juré un jour De t'aimer jusqu'au dernier jour de mes jours Et même à présent Je tiendrai serment Malgré tout le mal que tu m'as fait Sur ma vie Chérie Je t'attendrai
Voorwoord: Na verschillende grote reizen kwam plots een grote verandering in mijn leven in maart 2002. Door een groot probleem aan mijn linkerheup kreeg ik van de dokters de raad om in mijn 58-jarig lijf een totale heupprothese te laten plaatsen aan mijn linkerzijde. Dat zou voor me veel beperkingen betekenen in mijn toekomst. In april 2002 werd deze heelkundige ingreep uitgevoerd en begon ik aan een langdurige revalidatie. Mijn oudste dochter Anne was na haar verblijf te Glasgow met snelle schreden vooruit gegaan in het leven. Zij had ondertussen een diploma, een job, een echtgenoot, een stuk bouwgrond. Mijn tweede dochter Martine had ook al de man van haar leven ontdekt, en in de voetstappen van grote zus was zij vertrokken naar Aberdeen om haar studie van bio-ingenieur te vervolgen. Vermits nu de studies verliepen volgens semesters zou zij in Schotland gedurende een kortere tijd verblijven. Door het niet precies overeenstemmen van de leerstof , en door onenigheid tussen de hoogleraars verliep haar start te Aberdeen moeilijk tijdens haar eerste weken in het land van de Angus Beef. Als zorgzame ouders, vader reeds op vervroegd pensioen en moeder met nog onnoembaar veel op te nemen vakantiedagen, besloten wij om reeds een week na het vertrek van de studente uit Leuven (waar zij haar studentenkot bleef behouden) een aantal voorwerpen naar Schotland te verhuizen om daar het confort van haar kamer te optimaliseren.
23/9/2002. Landen . Vertrek op maandagmiddag met VW Passat. Enige vrees omdat auto reeds 262.000 km afgelegd had en onze tocht lang en zwaar zou worden Jaren later pas zouden wij beseffen met welke goede auto we toen echter reden. Na 200 km stop te Damme, wandeling en drankje. Om 16u00 bereiken wij Zeebrugge Haven. Ferryboat Seafast. Afvaart om 18u30. Na aperitief volgt avondbuffet met als wijn van de week een witte Côte de Beaune Latour voor 15 - à volonté garnalen, vis, vlees, desserts, fruit.We slapen in de zetels van Conference Zaal B maar tijdens de nacht missen we wel een slaapzak of een deken. Die liggen onbereikbaar in onze wagen. Weinig volk maakt de overtocht op deze datum.
24/9/2002. Redelijk goed geslapen, niet in een duur en eng kajuit waar Sonja angstig wordt. Om 7u30 kijken we naar de Noordzee die zich vrij kalm gedraagt. Breakfast Buffet. Fantastisch goed. De twee maaltijden op de ferry werden op het reisbureau gereserveerd voor 55,00 £ per persoon.Er speelt reeds een orkestje in de grote zitplaats wanneer wij door de Firth of Forth varen en de haven van Rosyth bereiken. Onze eerste pogingen om links te rijden verlopen zonder ongeluk. We beslissen om door te trekken tot Aberdeen, gelegen op 180 km, want onze dochter Martine wacht op de bagage die wij brengen. In de buurt waar de studenten wonen, in de Don Street waar het Hillhead South House ligt, vinden wij wel haar kamer maar niet ons kind. Aangezien het uur niet zo gunstig is om de studente te vinden, gaan we eerst op zoek in de Kingstreet naar een Bed & Breakfast. De wagen wordt geparkeerd naast een universiteitsgebouw waar onze dochter onderzoek zal doen. Mama bewaakt de auto. Papa gaat op zoek naar een kamer. Wanneer hij met de glimlach terug komt met de sleutel voor ' a room for the night' staan moeder en dochter reeds op de parking naast de wagen te babbelen, zelfs zonder telefoon zijn zij steeds verbonden via een telepathische lijn. We lopen een LIDL binnen om te zien of daar hetzelfde te koop ligt als in de LIDL op 200 m van onze thuis. We hamsteren eten en drinken, en vooral drie mooie Angus steaks omdat we vrezen dat onze studente nog niet veel heeft gegeten sedert zij te Aberdeen is, door haar vele bezigheden om vaste voet te krijgen in het voor haar nog vreemde land. Maar de scoutsleidster beweert dat zij al de problemen die zij ons enkele dagen eerder had gemeld ondertussen reeds had kunnen oplossen. Zij heeft het op de weekdagen druk van 8u00 tot 18u00.We komen aan in het studentenhuis, waar wij de drie grote steaks bakken in de gemeenschappelijke keuken. Plots komt een internationale zwerm studenten onze dochter afhalen en zij moet met hen mee te gaan naar een fuif, waar genoeg natjes en droogjes zijn. Hops, daar is onze oogappel plots verdwenen. Wij bakken toch maar de steaks verder, eten die op met brood, bier en augurken. Met de letter M op het pakje laten wij nog vlees achter in de frigo. Dan trekken de vermoeide oudjes, die we zijn, naar hun gehuurde kamer.
25/9/2002. Na de breakfast wandelen wij door Kingstreet en Unionstreet. Met mijn stalen heup gaat dit, maar ik gebruik toch ook een wandelstok, waarmee ik mijn vrouw en mezelf zou kunnen beschermen tegen honden en slecht volk. Bezoek aan Turist Info en aan Shopping Center Bon Accord. We vinden daar de baked potatoe met white cool terug, die wij in 1995 zo lekker hadden gevonden. Te voet bezoeken wij de Beach Boulevard, de duinen, het voetbalstadion, en de golfbaan. Van 15u00 tot 17u30 rusten wij op onze kamer. We eten er de aangeboden koekjes met koffie die we zelf maken met de waterverwarmer die ter onzer beschikking staat, een gewoonte in gastvrij Schotland. Om 18u00 vervoegen wij Martine in Southouse 202A. Rijdend naar het Noorden langs de zee ontdekken wij het Cook & Bull Restaurant, een eethuis van hoge kwaliteit. Soep van tomaten en brocoli, en nog veel meer. Lekkere en gezellige avond. Dessert and red Lindemans wine from Australia. Met de auto verkent ons trio nog een tijd lang Aberdeen by Night tot 22u00. Gezien haar drukke dagelijkse bezigheden moeten wij afscheid nemen van onze dochter. Wij reisden zo ver en konden haar maar gedurende 1 uur + 4 uren ontmoeten.
John O'Groats waar de beschaving eindigt.
26/9/2011. Aberdeen. Voor de twee nachten met ontbijt betalen wij 80,00 £ . We schrijven zes zichtkaarten naar familie van uit de mooie tuin van het museum der Gordon Highlanders - 10u/12u. Op de A96 naar Inverurie. Langs de weg ontmoeten wij de Morgan McVeigh Croft Shop. We neuzen er rond en eten wat haddock met chips. 15u30 - Glen Grant Whisky Distillery. Bezoek aan de romantische tuinen. Uitleg en aankoop. Tot onze verwondering is het oorspronkelijke merk eigendom geworden van Picon-Ricard die het oude topmerk commercialiseert onder de naam Chivas.Te Elgin stoppen wij aan de Turst Info. Daar zal mama de keuze maken voor wat betreft de B & B . Stortbad en relax. Wandeling. We kopen melk en een cake.
27/9/2011 . Elgin. Zeer goede breakfast voor onze 2 X 20,00 £ . Bezoek aan de XIIIde eeuwse ruïne van de cathedral. We draaien terug naar Fochabers op 15 km voor een bezoek aan Baxter Village Vistors Center. Alle lekkernijen van Schotland zijn er samengebracht. Shopping. Baxter specialities. Kerstmarkt in aantocht. Daarna terug naar Cachemire Johnstone of Elgin. De echte Barbours kosten er 159 £, hetgeen duurder is dan bij ons in België. We beperken ons tot een hapje, baked potatoe met cola, en banana split met thee. Volgt dan een autorit tot voorbij Nairn. Om 15u30 zijn we te Fort George een militair bolwerk uit de XVIIIde eeuw. Sedert onze start reden wij ondertussen 677 km. Te Milburn stoppen we in the Youth Hostel, waar we voor twee nachten boeken. Dat kost 43 £. We beschikken over een aparte kamer, doch we slapen niet op het stapelbed want we leggen onze matrassen op de grond naast mekaar. Inkopen bij Marks & Spencers. In the kitchen volgt self catering.Wij drinken wijn met onze ovenmaaltijd samengesteld uit coliflower, cheese, en lasagne.
In hedendaags Schotland zal de reizende pelgrim zeker niet van honger omkomen
Saturday 28/9/2002. Wij sliepen tot 9u30, korte breakfast, en vertrek om 10u00. 11u00 - We bereiken op de A82 Loch Ness, het langwerpige meer van 230 m diepte waarin een legendarisch monster zou leven. Bezoek aan de Exhibition. Duidelijk boerenbedrog voor 5,95 £ per persoon. Wandeling rond Urquhart Castle. Lunch voor 17 £ te Invermoriston. Wandeling te Fort Augustus. onze Passat volgt de Nessie Trail, smal en heuvelend, tot waar we koffie kunnen drinken. Net voor sluitingstijd komen we bij James Pringle Weavers d'Inverness. Blitzbezoek van amper 10 minuten maar toch twee plaids gekocht voor 30 £. We bereiken Inverness waar we in de Safeway aan km 828 Diesel tanken. De prijs is 0,749 £ per liter. Kleine shopping in de Safeway voor onze self catering van die avond. In de lounge van de jeugdherberg vinden wij veel reislectuur. Naar onze matrassen om 22u00.
Sunday 29/9/2002. Ross and Cromarty. We slapen tot 9u00 en eten daarna onze scones als ontbijt en we rijden naar een punt waar dolfijnen en walvissen worden geobserveerd, maar op zondag geeft niemand de bezoekers uitleg. 12u00. Dunrobin Castle tussen Golspie en Brora, bij The Earl of Sutherland & Stafford. Ingang 12,5 £ voor twe personen, hetgeen duur schijnt maar zoveel volk dat aanschuift toont ons dat het wel de moeite waard zal zijn, en dat wordt bevestigd. Driedelig programma voor groepjes met gids. Kamers met meubilair en souvenirs. Museum met jachttrofeën en archeologische verzamelingen. Vooral de demonstratie op de Falcony is merkwaardig. We zien beschermde roofvogels. We leren dat er enorm verschil is tussen een arend, een valk en een havik. Te Wick, veel hoger op onze landkaart, bekend voor het glasblazen, is er niet veel meer te zien op de Glass Verrerie. Negatieve indruk. We bereiken het befaamde geographische eindpunt John O'Groats om 17u30 na 1043 km. Foto op deze mythische plaats. Ik verken er een Bed & Breakfast in een oud huis. Kleine dure kamer. Ik stoot ook mijn kop tegen de balk van een te lage deur, duidelijk teken dat de plaats niet goed kan zijn. Het begint te regenen en we schuilen in de wagen, maar dan toch na een soep en een stuk taart. Op zomerdagen worden hier mooie boottochten georganiseerd naar de Orkney Islands, zeker de moeite waard, maar het seizoen is reeds voorbij als wij er aankomen.Verder naar Thurso, zoekend naar een in de Trotter Gids aanbevolen B & B, waar de baas niet 40 jaar oud is zoals ons boekje vermeldt maar minstens 70 jaar. We schrijven ons daar toch in. De Bancontact van de plaatselijke Lloyd's bezorgt ons 200 £. Zo kunnen wij met aangevulde beurs in Lounge St-Clair gaan eten voor 18,60 £, twee pints beer per persoon inbegrepen.
30/9/2002. Thurso. Na het betalen van 32 £ starten we om 9u00. We genieten langs Bettyhill, Tongue en Durness van fantastische landschappen. Na 2 uren heeft onze Passat ons 100 km verder gebracht. Verbazende panorama's. Uitwijkplaatsen op smalle weg. Scourie op de West Highland Tourist Road. Om 14u00 stop te Kylestrome Harbour voor een gastronomisch etentje dat ons 30,20 £ zal kosten. Sonja koos crab cake met groentjes en Thaï dressing, geroosterde langoustines met lookmayonnaise, frieten. Wilfried koos mosselen in lobstersaus met look, tagliatelle met crevetjes in roomsaus. Daarbij, om dit seafood door te spoelen, twee frisse pints beer. We maken daarna een schitterende lus in westelijke richting naar Point of Stoer, langs een smalle weg over een nooit geziene gevaarlijke toboggan. Lochinver. Elphin. Om 18u50 bereiken wij de jeugdherberg van Ullapool. Overnachten kost daar 19,50 £. Wandeling. Koffie met cake als avondmaal. Geweldige rit voor rallyrijders over 286 km.
Dinsdag 1/10/2002. Ullapool. Wakker om 7u30. Koffie in de jeugdherberg. Bezoek aan the Highlands Stoneware potteries, zoektocht naar kunst in de Quilt winkeltjes. Museum Ullapool-Loch Broom. Brood, koolsla, bacon, gekocht. Vertrek om 11u00. Langs snelweg A835 terug naar Inverness. Te Tomatin gaan we eten in The Little Chef. We rijden op de A9 naar Aviemore, een druk toeristisch gebied met veel commercie. Stop aan de forelkwekerij en aan de voet van de Gairloch. Koffie en scones. Te Kincraig bezoeken wij de schapenboerderij met de befaamde collies, de afgerichte honden, de slimste honden ter wereld. Wachten tot 16u00 voor de demonstratie. Een man met een speciaal fluitje laat 12 honden, de kampioenen van Schotland, een groep schapen verzamelen. Prachtig. Zonder stoppen vorderen we over Kingussie, Newtonmore, Dalwhinnie, tot Blair Atholl. Knitwearcentrum.We vinden een B & B voor 2 X 17 £ . Wandeling tot aan het imposante Atholl Arms Hotel waar we verwonderd zijn dat het bier duurder is dan elders.
2/10/2002. Blair Athol. Breakfast 8u30. We moeten wachten tot 10 o'clock want dan pas gaat het meest bezochte kasteel pas open. Bezoek kost 6,25 £ per persoon. Wandeling in de Jardins d'Hercule en de speeltuin. Prachtig gebouw. Te bewonderen in de 30 kamers zijn kunstvoorwerpen, historische objecten, schilderijen, souvenirs van de edele familie die in het grote kasteel reeds eeuwenlang verblijft. We rijden naar Pitlochry met haar electrische centrale, dam, en zalmladder. Wandeling. We kopen er een wegwerp fototoestel Kodak, eten fish and chips, en The Bank of Scotland bezorgt ons 200 £ , en dan verder langs de A9 naar Dunkeld. Perth, richting Stirling. Doch weldra rijden wij naar Dunblane en naar the countryside. Te Doune komen we aan Farmhouse Inverardoch, overnachting aan 20 £ p.p.. Zeer goed onthaal. Prachtig zicht op kasteel en op de River Teith bekend om Salmon Fly Fishing, merkwaardig torentje. We slagen er in van onze Martine te bereiken per telefoon. Alles verloopt voor haar prima op de universiteit te Aberdeen, hetgeen ons een goed gevoel geeft. In de Spar kopen wij verse witte koolsla om in the evening op te eten nabij ons bed. We stellen vast dat in een pub op het platteland de pints veel goedkoper zijn, voor twee kost het 3,5 £ althans in de Rode Leeuw van Doune. Shell Diesel kost in dit dorp 39,40 £ voor 52,61 liter, precies aan dezelfde prijs als tijdens onze vorige tankbeurt.
3/ 10/ 2002 Zeer goede breakfast terwijl wij door de vensters in de tuin de konijntjes zien spelen. Km 1764 . Vertrek naar Callander, de poort van de Trossachs. 9u30. Stop. Parking 2 £ tot 12u22. Winkelstraat. Bezoek aan de Hamilton Toy Collection, een museum van speelgoed dat wel in een groter gebouw zou moeten komen. Het Rob Roy Visitors Centrum. Was deze volksheld een bandiet of een weldoener ? Na een ijsje rijden wij terug over Doune naar Stirling. We zien het Wallace Monument, voor een andere volksheld, die recent in de belangstelling kwam door de film Braveheart. Stirling Castle, een van de belangrijkste kastelen van Schotland, daterend uit de Renaissance. Entree kost 7 £ per persoon, maar we passen omdat wij toch al zovele kastelen zagen. Langs de oude weg rijden wij naar Edinburgh. Om 15u00 stoppen wij even te Falkirk, verplicht door een regenbui met smeltend ijs. Pech is wat later niet ver, nadat wij met onze autoband tegen een bordes reden, met een deuk in de velg als gevolg. Aan km 1847 stoppen wij te Cadgers Brae om onze wegkaart foutloos te bestuderen, voor versnapering en korte rustpauze. Via de snelweg naderen wij de hoofdstad Edinburgh in de verkeerschaos op het einde van de werkdag. Zoekend naar B & B doorkruisen wij de hele stad, tot Portobello Beach in het Oosten. Na meerdere poging om een kamer te vinden, kunnen wij terecht voor 25 £ p.p. in Guesthouse Camus, met zicht op de zeearm. Na een avondwandeling eten wij op de grote kamer chesterkaas, brood, chocolademelk.
4/10/2002. Portobello. Breakfast. 10u00. Wij vragen om onze kamer nog een tweede nacht te mogen behouden en dat is mogelijk. Op weg naar het Kasteel van Edinburgh kost een veilige parking ons 10 £ voor de hele dag. Na veel stappen betalen wij samen 16 £ om het kasteel te bezichtigen. Dit is uiteraard een hoogtepunt, het kasteel van Mary Stuart, Queen of the Scots, thuishaven van de Royal Regiments. We brengen er 4 uren door. Koffie is er slecht ondanks een koninklijke prijs. Wandeling langs het park, langs Princess Street, zolang tot onze voeten gezwollen zijn en wij met een biertje, een backed potatoe met coleslaw, rust nemen. At the Balmoral Hotel loopt 's vrijdag na het werk het Happy Hour. Heineken van 't vat wordt er geserveerd aan 1,40£. Zoveel zuipend mansvolk maakt Sonja bang. In de rustiger Pizzahut, zonder zatlapperij, eten wij voor 19 £ starters en pizza. Nadien te voet terug naar de parking komen wij in een straat waar overal in de portalen junkies onder dekens hun roes uitslapen of wachten op dealers en verzorgers. In deze onderwereld wilden twee rare kerels aan ons 5 £ wisselen. Opgepast... ! Wat was hun bedoeling ? Hoopten zij dat wij iets kwamen verkopen ? Thuis om 21u30. Vermoeiende dag en heerlijk slapen op de schone kamer van de Camus.
De Smidse van Gretna Green .
5/ 10/ 2002. 9u45. Breakfast, waarna we afrekenen. Dit bedraagt 100,00 £ mooi rond. Km 1921. Vertrek in de richting van Joppa, bekend om zoutwinning uit het zeewater, Musselburgh, and The Southeast Coast of Scotland, door East Lothian tot Berwick-on-Tweed. Natuurpark. Quilt winkeltje. The small fishing village St-Abbs. Nieuwsgierig kijken we naar de tewaterlating van een nieuwe boot voor het Rescue Team van het Dunbar Lifeboat Station. Eyemouth is een haventje bekend om zijn haring, en ook omdat een telg uit de adelijke familie Churchill als eerste titel Lord of Eyemouth droeg. We genieten er van een ijsje. Nu zijn we echt in de hoek van Schotland waar veel werd gevochten, zoals tijdens de veldslagen van Dunbar in 1296 en in 1650. Ook Berwick-upon-Tweed, garnizoenstad van groot militair belang, wijst met haar versterkte muren naar oorlogen uit het verleden. Weldra rijden we over de English Borders om te komen in Northumberland, waar we de Honey Farm bezoeken. Het is een gebied waar vele rijke abdijen waren, zoals de Benedictijnen van Kelso Abbey, en de Cisterciënzers van Melrose Abbey, waar het hart van Robert the Bruce zou begraven zijn en waar in de 14/16de eeuw een bibliotheek was van onschatbare waarde. Voor 19 £ kunnen wij te Melrose overnachten met self catering in de jeugdherberg. In een winkeltje kopen we het nodige om spaghetti te maken. Tijdens de avondstonde maken wij een flinke wandeling en we drinken Fosters Beer. We reden op deze zaterdag 196 km met de auto.
6/10/ 2002 - Melrose. Am Maol Ras ( in 't Scottish Gaelic ). Start om 9u40. Ons Schots programma is voorbij. Wat zullen wij nu verder doen ? We volgen de A72 naar Peebles, stad op the River Tweed, van waar de beroemde ontdekkingsreiziger Sir Hugh Munro was die de beschaving naar Nigeria bracht.Wandeling over the Bridge en daarna vorderen naar Biggar, waar we fish & chips eten. Volgt daarna een langdurig bezoek aan New Lanmark van de wever Robert Owen (1771-1858). Hij ijverde tijdens de vreselijke tijden van de Industriële Revolutie voor een betere wereld met meer sociale rechtvaardigheid. Hij zorgde voor nette huizen, propere straten, goede gezondheid, onderwijs voor de kinderen van de arbeiders, terwijl hij goed gedrag verlangde en geen drankzucht wilde zien bij zijn werknemers.Vijf exhibitions lopen op deze World Heritage Site. Daarna verder naar het Westen en naar Ayr aan de kust, via de A70. Om 18u20 stoppen we een tijdje te Cumnock in East Ayrshire om een boterhammetje te eten in de auto. Dit was de stad van de grote socialist James Kerr Hardie. We hadden toen 147 km afgelegd sedert Melrose. We rijden nog 30 km tot wanneer het reeds donker wordt. In de oude badplaats Ayr, groter dan verwacht, want er wonen toch 46.000 mensen stellen we vast dat de jeugdherberg werd herbouwd tot een onderwijsinrichting. We moeten dus iets anders vinden. Een dame op wandel met haar hondje wijst ons gelukkig een goed adres. 20u00. Voor 50 £ zijn we gelogeerd in een prachtige kamer met twee grote bedden.
7/ 10/ 2002. Ayr. Inbhir Air. R. JOHNSTONE - Kensington House - Millerroad 37- KA7 2AX te Ayr - Tel 012 92 266301 is zeker een zeer goed adres om te onthouden. Goede zeelucht. Vertrek om 9u30 . Na een rit van 83 km is het 11u40 en nemen we wat rust op de parking van de Safeway te Newton Stewart in Dumfries and Galloway. Daarna bollen wij 138 km om te komen op het bekende plaatsje Gretna Green. Het is dan reeds 15u00. Bezoek aan de zeer beroemde Blacksmih's Shop bekend om de Runaway Weddings.Op de oude postkoetsweg van Londen naar Edinburgh is Gretna Green het eerste dorp over de grens van Schotland. Vanaf 1710 was er een ongelijkheid in de wetten van het United Kingdom. In Engeland en Wales mochten jonge verliefde mensen pas vanaf 21-jarige leeftijd zonder toestemming van hun ouders trouwen, terwijl in Schotland dat reeds mogelijk was op 14 jaar voor de heren en op 12 jaar voor de dames. Vele te jonge koppels namen daarom de postkoets, stapten uit in Gretna Green waar de smid van de postkoetshalte tevens ambtenaar van de burgerlijke stand was die wettelijk tellende huwelijken kon registreren. Zo groeide een traditie, en het is nogal altijd zo dat er met of zonder toestemming van de ouders jaarlijks ongeveer 5.000 huwelijken worden afgesloten bij de Blacksmith, oord van de grote liefde. Dit is natuurlijk een goudmijn voor het dorp Gretna Green en haar inwoners. Dumfries. Zoektocht te Newbridge naar de 12 prehistorische menhirs die de twaalf apostelen zouden voorstellen. We rijden terug wat naar het Oosten tot in the Royal Burgh of Annan. Veel moeite om logies te vinden, maar tenslotte komen wij terecht in een prachtig oud landhuis met 8 zeer dure kamers vol antieke meubelen. Indien we dineren krijgen we echter een flinke reductie op onze overnachting en dus slapen we in het Warmanbie Country House Hotel & Restaurant *** .
8/ 10/ 2002. Annan aan de Solway Firth. Dit Country House is inderdaad a small hotel with a big welcome, een ideale plaats om relax te overnachten. We betalen 76 £ voor room, dinner, breakfast, 15,50 £ voor een fles wijn , en 4,30 £ voor een Glenfiddish whisky aan de bar. Dat valt mee. Op te merken valt dat wij bij het inschrijven reeds 50 £ moesten afdokken. Het is echter een plaats waar de gentlemen op zalm komen vissen. In het salon was er een uitgebreide documentatie voor de vissers, en een grote keuze tussen vele merken whisky, drank die absoluut heilzaam werkt na lange tijd met de mansbenen te hebben gestaan in het koude rivierwater. Er waren twee andere groepjes gasten, maar we konden geen contact leggen. Misschien was de Belgische wagen waarmee we reden te min want die dames en heren beschouwden ons als lucht. Annandale werd reeds bewoond door de Romeinen, die op de wegen naar Rome tot aan de Wall van Hadrianus kwamen. Het groeide uit tot een vrij belangrijke marktplaats en haven.
Op het programma van deze dag staat een ontmoeting gepland met Thomas Huxtable, een fietsende pelgrim die ik in 1999 had ontmoet op weg naar Santiago de Compostela en waarmee ik nadien enige correspondentie had gevoerd. Ik had hem een maand eerder verwittigd van mijn bezoek, maar onze tocht naar Aberdeen viel samen met een reis die hij met zijn vrouw naar Sicilië maakte. Zou hij al terug thuis zijn ? De onthaaldame van het Country House kent Huxtable, een gepensioneerde militair, en zij legt ons uit waar wij zijn huis zullen vinden en hoe dat huis er uit ziet. Wij ontmoeten onze Schotse tochtgenoot van op de Camino, verblijven gedurende enkele uren in zijn veranda om te babbelen en om thee en cake te eten. Maar zijn vrouw is niet zo vriendelijk. Zij zijn pas de avond voordien met het vliegtuig terug gekomen. Zij wil reeds aan de vuile was beginnen, in haar tuin werken, en Thomas was ziek in Sicilië en om 14u00 moet hij naar een afspraak in het hospitaal voor een geneeskundig onderzoek. Zeer positief is echter dat hij met zijn telefoon onze terugreis Hull - Zeebrugge regelt. Wij bekomen de code F 16003156 en zo hebben wij één dag later een reservatie met cabine. Nadien piloteert Huxtable ons met zijn wagen naar de M6. De echtgenoten Huxtable verkeren in een zware depressie omdat hun zoon onlangs zelfmoord pleegde door overdosis. Ja, ook wij zagen te Edinburgh de junkies op straat liggen, een onderwerp waarover in het fiere Groot-Brittanië niet en nergens wordt gepraat. Mevrouw Huxtable heeft het er moeilijk mee dat een voor haar totaal vreemde man hun probleem kent. Ja, pelgrims op weg naar Santiago, vertellen aan en luisteren naar mekaar, en zij biechten op Spaanse grond soms zelfs de grootste geheimen aan mekaar op tijdens de lange avonden, met een glas Rioja in de hand of gezeten naast hun fiets, knabbelend op een stuk brood en kaas, de lauwe thee uit hun bidon drinkend. Door wegwerken kunnen wij de indicaties van Huxtable niet volgen.
Na wat rust op een parking vegen we de goede Schot uit onze gedachten. We bereiken Kirkby Lonsdale, Skipton, Harrogate, en weldra York. We tanken nog eens Diesel bij Shell aan 0,749 £ per liter. De wegen waren nogal druk. Nabij het voetbalstadion van York City Football Club vinden wij een B & B voor 22,00 £ p.p.. Het huis waar we logeren en het stadion dragen dezelfde naam : Bootham Crescent. Tijdens onze wandeling naar de kathedraal gaan we voor de laatste maal Engelse poen tanken aan een geldkastje van een bankkantoor. We voelen ons voldaan, tevreden over onze autotocht die ondertussen 2785 km lang was geworden. In een pub drinken wij bier en eten wij hapjes van op één grote telloor, something to share with your sweetheart. We genieten van live music tot wanneer bedtijd komt.
9 / 10/ 2002 . Wednesday. Old City of York . Breakfast at Bootham Crescent en om 9u15 reeds on the road again. Ritje. Parking. Stapje door de straten van York. Quilt Shop gevonden. In 'n winkeltje voor toeristen een soort Pinocchio wielrenner met elastieken benen gekocht om aan het plafond te hangen, een kadootje voor mezelf. Bezoek aan de Cathedral waar vele offerblokken zijn, want ' Donations are free ... ' . York, een stevige stad met 137.000 inwoners, is gelegen aan de samenvloeiing van Ouse en Ess. De grootste kathedraal van Noord-Europa is deze van York. Het is de kerk van de aartsbisschop van York, die de tweede belangrijkste man is van de Anglicaanse Kerk, nipt volgend op de aartsbisschop van Canterbury. Te York en omgeving is zeer veel te zien maar ons jachtig nomadenbloed en de op ons wachtende boot duwen ons weer de weg op. Vaarwel dus Eboracum, Eoferwic, Jorvik, York, of welke naam je eens had. Vaarwel ook stad van de Heilige Wilfried, de eerste bisschop van York, die mijn vader in 1944 had uitgekozen om aan zijn zoontje een voornaam te bezorgen voor levenslang gebruik. Om 12u50 zijn wij terug aan het rijden op weg naar Hull. We stoppen echter nogal vlug wegens goesting en hongergevoel wanneer wij een leuke Kentucky Fried Chicken zien staan langs de weg. We zenden ook een zichtkaart naar Aberdeen om aan Martine te melden dat we terugkeren naar huis, zonder blutsen in onze wagen en in onze ziel , zonder ruzie, in uitstekende gezondheid, tevreden over al wat Schotland ons liet bewonderen.
We bereiken Kingston-upon-Hull, meestal kortweg Hull genoemd. Na wat ronddolen en draaien vinden wij in de haven het kantoor van de veerdiensten Hull- Zeebrugge. Op naam van Gournaa en Lendeman liggen daar inderdaad tickets klaar sedert een telefonische reservatie. Om 15u30 is dat helemaal in orde. We zullen overnachten in cabine 2108. We rijden terug naar het City Center van Hull, parkeren onze Passat in George Street.
Gesticht door monniken van het klooster van Meaux met de naam Wyke, was Hull reeds bekend door de vroegere zeevaarders die er wol, stoffen en huiden kwamen ruilen tegen wijn, hout, bont en kleurstoffen. Later vaarden de boten uit Hull op de Noordzee en tot ver op de Baltische zee om handel te drijven met alle Duitse en andere Hansesteden. Vanaf 1299 werd de naam van deze haven officieel King's Town upon Hull, gelegen aan de monding van de Humber en de Hull. In onze tijd is het de moeite waard om eens te gaan kijken naar de prachtige Humber Bridge, een zeer lange single-span-hangbrug.
Nu wordt het voor ons tijd om onze Engelse biljetten die we voor de veiligheid op diverse plaatsen verstopten eens goed bijeen te harken om nog wat shopping te doen. In een dieetwinkel kopen wij producten, die minder duur zijn dan in België. Ook Marks & Spencers ziet ons langs haar kassa aanschuiven. Ex-bankbediende papa kan het niet nalaten om binnen te gaan in de Bank of Scotland. Martine opende zopas een nieuwe lopende rekening bij deze bank. Is deze rekening reeds operationeel ? Ja, want de loketbediende vindt in haar computer, nummer, naam, en adres van Martine Journée, studente te Aberdeen. Zo kan papa Journée bij de Bank of Scotland te Hull reeds 630,00 £ storten op het krediet van deze nieuwe rekening en zullen er geen kosten zijn voor internationale overschrijving en wissel. Op de boot zijn ondertussen vele wagens aangekomen en overal lopen er mensen rond. Wij drinken bier en knabbelen op wat wij hebben gekocht in de winkels te Hull. We drinken ook whisky in de dancing-room waar een pianist de reizigers vermaakt. Om 21u00 reeds installeren wij ons in het matrozenkamertje in de buik van het schip. Good night everybody !
10/ 10/ 2002 - The End. Na zovele ochtenden is een typische Engelse breakfast niet zo aantrekkelijk meer. We beperken ons dus tot een koffie met een koekje en zo geraken wij onze laatste munten uit het land van de Queen dan ook kwijt. Wegens hevige tegenwinden op de Noordzee heeft de boot twee uren vertraging. Tijd dus voor een bijkomend slaapje tot 10u30 Belgische tijd uit de Eurozone. We bereiken Zeebrugge, tanken terug Diesel die me met Euros betalen aan 0,802 de liter en twee uren later vinden we ons hondje terug, onze familieleden, en ons huis waar het zo goed is.
Desiderius ERASMUS ( 1466 - 1536 ) werd op het begin van de XVI-de eeuw beschouwd als één van de grootste denkers van West-Europa. Hij had in verschillende landen gestudeerd en gedoceerd aan talrijke universiteiten. Toen in 1987 een uitwisselingsprogramma voor studenten werd opgericht werd de naam van deze humanist, theoloog, filosoof en schrijver, terug naar voren geschoven. De zeven letters van de naam Erasmus worden immers teruggevonden in EuRopean Action Scheme for the Mobility of University Students .
Mijn oudste dochter Anne was vanaf 1991 beginnen toegepaste economische wetenschappen te studeren aan de Katholieke Universiteit te Leuven waar zij moeilijk kon aarden. Zij bleef haar zelfde studentenkot behouden en spoorde dagelijks van Leuven naar Brussel, waar zij in de Economische Hogeschool Sint Aloysius wel goed haar draai vond. Zij was ondertussen volwassener, zelfstandiger, zelfzekerder geworden en daar had zij ook veel voor gedaan, ondermeer door haar probleem van faalangst te verdrijven door het intensief beoefenen van karate en andere gevechtsporten.Toen zij in september 1995 afreisde naar Glasgow om daar één schooljaar door te brengen hadden wij haar liever zien vertrekken naar een wat zonniger oord, maar als ouders wisten wij dat onze dochter oud en wijs genoeg was geworden om zelf te beslissen wat zij wou. Zes weken na haar afreis zijn wij echter toch eens gaan zien hoe zij het daar maakte in Glasgow, en zijn we haar een valies propere kleren gaan brengen.
Maandag 30/10/1995. Opstaan om 6u00. Papa, mama, zus Martine. 6u42 - Trein van Landen naar Brussel Noord. 7u46 - Trein naar Zaventem Luchthaven. Aanmelden bij British Midlands Airways. Bagage afleveren ( twee valiezen) - veel stappen om doorheen douane en veiligheid te geraken. Door zware mist worden alle vluchten uitgesteld, eerst onze vlucht naar London Heathrow van 9u00, daarna de vlucht van 11u00. We slenteren daarom lange tijd tussen de welriekende flesjes van de Tax- Free-Shopping. Papa vindt een kabeltje om zijn bril niet meer te verliezen. Plots, ongelooflijk, maar waar ... daar komen Eddy en Axel Merckx met snelle pas voorbij, vader en zoon zijn allebei gekleed in een lange zwarte lederen jas.
B30- Zoals velen moeten wij geduldig wachten. We melden onze pech telefonisch aan het thuisfront, aan Mimi die een week lang zal zorgen voor ons zes maand oud hondje Luca. Wij krijgen van de vliegtuigmaatschappij een extra bonnetje voor een 'sorry' drink ! 12u00- B32 - We mogen naar het vliegtuig, maar daar moet nog worden gewacht. 13u00- Start- Voor de vijftienjarige Martine is het de luchtdoop, Sonja vloog niet meer sedert onze vluchten door Rusland van 1978, en ikzelf vloog 3 jaren eerder een zeldzame keer naar Washington D.C.. We zijn dus niet echt regelmatige bezoekers van Zaventem.
Zovele uren wachten, en dan zijn we 45' later reeds te London, na een etentje dat ons werd gebracht met veel show door de elegante hostessen. Klare hemel, helemaal geen mist. We volgen de pijlen. British Midlands past onze tickets aan, we bekomen onze boarding passes. In de wachtzaal drinken wij donker bier zonder schuim.
15u00 - Tweede vlucht van deze dag : London- Glasgow. Terug etentje. 57 minuten later zijn we er al. 16u00 - Deze vlieghaven is kleiner dan te Brussel of te Londen. Direct weerzien met Anne. Zij ziet er goed uit. De vreemde kleuren van de vreemde stad bevallen ons niet echt. Na de busrit in dubbeldekker nemen we een taxi voor 4,00 £ tot onze bestemming in 33, Hillheadstreet, waar we in het Bed & Breakfast 'Chez Nous' inschrijven voor 6 dagen tegen 20,00 £ per dag en per persoon. Rond 1 november 1995 was de wisselkoers voor 1 £ gelegen tussen 45,60 en 46,00 Bfr, hetgeen we beschouwden als zeer voordelig voor Belgische bezoekers.
Na onze installatie, toiletgebruik en uitblazen, nemen we met vieren opnieuw een taxi voor 3 £ tot Maryhill waar onze Erasmus-studente logeert in een groot griezelig huis met vele kamers. Onze dochter kon nog maar pas de vorige dag een grotere kamer bekomen. De hogere huurprijs is 50 £ per week. In de nieuwe kamer is een grote sofa en de jongere zus beslist dat zij tijdens de volgende dagen daarop zal blijven slapen, en niet in de Chez Nous samen met papa en mama. Kennismaking met student Anders uit Noorwegen en met An Remy handelsingenieur in spe uit Brussel. Beide ouders, met een kaart van deze stad, maken een lange wandeling terug. Even voor aankomst in Chez Nous kopen zij een platte doos met een grote pizza en gezellig knabbelen zij die samen op, kijkend naar de televisie tot het in slaap vallen, na deze toch wel vermoeiende reisdag.
Studentenhuis op Maryhill Transport Museum Glasgow
Dinsdag 31/10/1995.
Breakfast in Chez Nous. Op zijn Schots nog wat steviger dan bij de Engelsen. Eggs, bacon, sausages, marmelades, tomatoes, toast, ketchup, brown sauce, thee and coffee. Door de bus komen we te laat op onze afspraak van 9u00 bij onze dochters. Het is regenachtig weer. Te voet begeven wij ons samen naar het centrum van de stad. Niet veel later zijn we reeds tussen de winkels. The Shopping Feever overvalt ons en onze oren hebben moeite met de van het standard english afwijkende taal van de mensen uit Glasgow. Na London is Glasgow toch wel the place to be om te winkelen. Alle grote merken ter wereld zijn er aanwezig. Buchanan Street. Argyles Street. Sauchiehall Street. Mc Enoch Center. Princess Square Center.
De namiddag wordt besteed aan zuiver toerisme en zonder het gezelschap van Anne die aan The Caledonian University moet cursus volgen. We bezoeken de Cathedral, het oude Lordship House, het Saint Mungo Museum. Omdat onze voeten pijn doen, maken we de terugrit gedeeltelijk met de metro, met de Clockwork Orange. Tonight it is Halloween en de hele stad Glasgow griezelt nogal veel. Overal zien we diddies en muppets.
Om 18u30 komt onze lovely daughter en gids Anne ons reeds halen om naar een Grieks Restaurant te gaan. Daar eten wij heel goed. Terug in Chez Nous wordt nog wat verder gepraat, doch papa is dan reeds in slaap gevallen. Met een late bus rijden beide jonge dames terug naar het studentenhuis op Maryhill.
Woensdag 1 /11/1995.
Allerheiligen wordt te Glasgow niet gevierd. Gesterkt door breakfast stappen W & S opnieuw naar het City Center , waar om 10u30 Martine wordt opgepikt aan de Gap. In een enorme muziekwinkel speuren wij wat rond. Martine hoopt iets te vinden van TAKE THAT, maar zij heeft reeds alles over deze boysband. Wij zien de Glaswegian black horses.
Bezoek aan de Wintergarden en aan Peoples Palace. Doorheen de mooie omgeving bereiken wij terug het Saint Mungo Museum, de Zentuin, en de grote Victoriaanse begraafplaats. Te voet en via de metro terug naar St-Enoch, waar we genieten van een heerlijke milkshake. 18u00 - Anne komt ons halen voor serieus pubbezoek. In een druk bezocht oord proeven wij van het bier, pie en potjeseten, maar onze buikjes zijn daar toch niet zo gelukkig mee. We besluiten daarom om nogmaals een reusachtige pizza te gaan afhalen om op de kamer op te eten. In een nachtwinkel kopen wij een fles chianti en een fles coca-cola. 20u00 - Pizza night with the family op onze kamer van Chez Nous. De vrouwen babbelen en babbelen en papa valt ook vanavond weer in slaap. De studentinnen rijden met de bus terug naar Maryhill.
Donderdag 2 /11/ 2011
Na breakfast, zelfde scenario, papa en mama, terug met hun tweetjes op stap door de Schotse City. Wat onze Lassies vandaag doen weten wij niet. Wat we wel weten is dat iedere buzzin uit Glasgow, of hij nu voor de Celtics of voor de Rangers supportert, niet langer dan één minuut recht zal blijven staan na ongewenste handtastelijkheden, want onze stocky Anne-Lisa is geen bum maar wel reeds zwarte gordel in karate waard, graad die zij officieel door haar studies nog niet kon verwerven. Na het kopen en schrijven van zichtkaarten, vervolgen W & S met een gespierd programma voor flinke toeristen. Hunterian Art Gallery. McIntosh House. Glasgowian University. Hunterian Museum. Kelvingrove Park. Museum and Art Gallery. Transport Museum. Met de metro en met onze eigen benen kwamen wij daar overal, niet zonder enige rustpauzes, zoals voor soep en voor koffie met koekjes. Maar de hoofdhap van de dag willen wij verorberen in de grootste Fish and Chips ter wereld. Na enig speurwerk vinden we deze plaats. We proberen daar de plaatselijke gastronomie en de potjes azijn om over de lelijke frieten te gieten. Haddock, chips, beans, beer, tea, ice, coffee. Goed gevuld proberen we te voet de terugtocht, maar we weten nu al goed waar de metro komt voorbij gereden en we zijn ook vertrouwd met de prachtige en propere toiletten die overal gratis kunnen worden gebruikt in de prachtige stad Glasgow, waar we ons reeds thuis voelen. Een poging om naar België te telefoneren mislukt. We kopen melk en nootjes, bereiken terug onze kamer in Chez Nous. Kijken naar TV. Papa valt in slaap na het drinken van zijn zoveelste glas milk.
The Botanic Garden te Glasgow uit Victoriaanse tijden. Schilderij van S.Dali in St-Munro
The GLASGOW CALEDONIAN UNIVERSITY is sedert 1/3/1993 een merger (fusie) van The Queen's College (1875) en Glasgow Polytechnics (1971). Studeren te Glasgow in deze moderne universiteit is voor iedere Erasmus-student such a great experience. People at the Caledonian are so friendly welcoming and make you feel at home.
VRIJDAG- ZATERDAG- ZONDAG.
Notities in ons schrijfboekje over de vrijdag en zaterdag werden er niet meer gemaakt, noch over de terugreis. Ik weet echter nog dat we met de autobus to ver buiten de stad zijn geweest, in de heuvels en aan een loch, in de natuur getooid met haar herfstkleuren, om te kijken naar speciale koeien, die behaarde ' cattle uit de Highlands'. We aten ijsjes, sannies, haggis en scones, dronken ook eens ' a wee dram' of Whisky, puur of 'on the rocks' zonder ' Ful eh it' te worden. Vooral een grote gebakken aardappel in de schil, opgevuld met lekkere witte koolsla begon ons hoe langer hoe meer te smaken. Na veel rondneuzen vonden onze drie dames dat het ten slotte toch best in de Gap zou zijn dat wij veel ponden zouden spenderen voor passende kledij voor dames met grotere gestalte, the long tall Sally's .
The return flight naar België werd een echte ramp. Glasgow- Londen Heathrow verliep vlot. Te Londen werden we urenlang opgehouden door verschillende onaangename situaties, die ik liefst uit mijn memorie wens te wissen. Onze boarding passes werden afgepakt omdat we wegens aankoop van sterke drank te veel tijd verloren in de overbevolkte taxe free shop en we werden overgeboekt naar een volgende vlucht. Toen was er bomalarm, werd een deel van de vlieghaven ontruimd, duizenden reizigers strompelden verdwaasd rond en er werden vele vluchten uitgesteld en afgeschaft. Wat later werd een algemene staking afgekondigd vanaf middernacht. Met veel geluk bekwamen we de laatste drie zitjes op de laatste vlucht, na dertien uren wachten. Met mijn lange benen had ik veel te weinig plaats en dan was ik nog gevangen in een zetel naast een moeder met onwelriekende zuigeling. Eindelijk terug in ons Zaventem in het diepste van de nacht tussen zondag en maandag. Slapen liggend op onze valiezen in de luchthaven tot aan de eerste trein van de nieuwe week. Voor Martine en Sonja was het die maandag herfstvakantie, maar Wilfried moest wel zijn dagtaak van oude bankbediende volbrengen. Thuiskomen, een stortbad, spek en eieren, sterke koffie, proper hemd en kostuum, andere sokken en schoenen, en dan vlug met de wagen naar het werk .
Het belangrijkste was echter wel dat onze dochter Anne zich opperbest voelde in Schotland.
IN MEMORIAM : De Ronde van Limburg voor profs te Sint-Truiden.
De laatste winnaar van de Limburgse Ronde MarcWauters
Tijdens de eerste zondagen van het wielerseizoen 2011 waren vele wielerliefhebbers uit Haspengouw en Limburg aanwezig op de koersen te Brustem, te Zepperen en te Runkelen, terwijl ook reeds de organisaties te Aalst-bij-Sint-Truiden weldra zullen volgen. Dit zijn nu de grote wielerzondagen van ieder voorjaar. De plaatselijke renners, en ook zij die van verder komen, krijgen er de kans om te bewijzen dat zij niet alleen op mooie nieuwe fietsen koersen, maar ook dat zij zich tijdens de winter als voorbeeldige sportlui hebben gedragen. De oudere en vooral de zeer oude supporters zakken af naar de koersen in Zuid-Limburg met verdriet in het hart, omdat zij weten dat in het Sint-Truiden van vroeger er een heel grote wielerkoers was, namelijk de Ronde van Limburg. Deze semi-klassieker van weleer, evenwaardig aan Kuurne-Brussel-Kuurne van tegenwoordig, is van het kalender verdwenen, in de sportstad waar bijna alles in het teken kwam te staan van Koning Voetbal. De laatste winnaar was in 1994 de geliefde Limburgse wielerkampioen Marc Wauters. Hij was pas toen overgestapt van de Lottoploeg naar het meer internationale Team Wordperfect en stelde al onmiddellijk zijn nieuwe werkgevers tevreden door zijn schone overwinning in de fruitstad.
De Ronde van Limburg was geen kleine koers. Niet minder dan 60 keren werd deze wegrit betwist in de vaak slechte weersomstandigheden die er in het voorjaar kunnen bestaan. De vroegere beroepsrenners konden zich nog niet voorbereiden in warme oorden, doch warm ingeduffeld trainden zij samen in groepjes hier in Vlaanderen, op wegen die door minder auto's veel veiliger waren. Het was hard om op de eerste zondag van maart reeds een koers over 200 km te bewisten door winderige velden en boomgaarden. Maar toen was er ook winterbedrijvigheid in de overdekte velodrooms. Daarom was de Ronde van Limburg vaak een strijd tussen de baanrenners met hun snelle benen en de zuivere wegrenners die de lange afstand beter verteerden.
Via internet is het mogelijk om in de archieven het volledige palmares van deze Ronde van Limburg voor Beroepsrenners te vinden. Iedere oude wielerliefhebber verbleekt en vraagt zich af hoe zo'n schone koers, met zoveel sportgeschiedenis, is kunnen verdwijnen. Grote namen uit de wielersport stonden te Sint-Truiden op het podium. Ik wil ze graag citeren : de wereldkampioenen Marcel Kint, Eloi Meulenberg, Rik Van Steenbergen ; de winnaar van de Vuelta Ward Van Dijck ; de winnaars van Parijs-Roubaix Georges Claes, Peter Post, Eddy Planckaert, Eric Vanderaerden ; de winnaars van Luik-Bastenaken-Luik Fons Schepers, Frans Schoubben, Guido Van Sweeveldt ; de winnaars van de Waalse Pijl Frans Verbeeck, Willy Vannitsen, Daniel Willems ; de winnaars van Parijs-Brussel Frans Bonduel, Georges Van Coningsloo, en Wim Arras .
Mooie opsomming, uiteraard, maar er ontbreken toch ook vele beroemde mannen op dat palmares. Geen spoor van Merckx, De Vlaeminck, Van Looy, Schotte, Godefroot, Ockers, Leman, e.a. ... zij gingen één dag eerder heel diep en moesten rusten, vroegen een te dikke startpremie, waren al op reis naar een buitenlandse koers, of zij vonden dat er op Limburgse wegen te weinig eer en te weinig centen te verdienen waren. Ieder jaar hadden de afwezigen wel een goede reden kan woren aangenomen. Naast de renners van wie de namen niet werden vergeten, omdat het grote kampioenen waren, kenden vele andere renners hun gloriedag te Sint-Truiden. Ik noem maar twee van zulke renners : Karel Van Dormael , de wielerheld van Montenaken uit de fifties, en Jos Dewit, winnaar in 1964. Deze laatste is inderdaad die motorrijder met de cameraman van onze televisie die gedurende zovele jaren zorgde dat wij in onze warme huiskamers gezellig de koersen op onze schermen konden volgen.
De oude fans zullen Willy Vannitsen nooit vergeten.
De vijfde Milaan-San Remo werd betwist op 2 april 1911.
Het was regenachtig toen 70 wegrenners om 5u40 in de ochtend vertrokken voor 289 km. Talrijke renners die op de inschrijvingslijst stonden, namen de start niet, maar dat gebeurde meer in die dagen. Tussen deze forfaits waren Ernest Paul, de halfbroer van Faber, en Dortignac een bekend Frans renner, alsook 24 Italianen. De vier enige finishers van 1910, de verschrikkelijkste editie ooit die betwist werd in sneeuwstormen, waren wel aan de start, Christophe, Cocchi, Marchese, en Sala.
Om te onderzoeken of de koersfietsen uit Frankrijk nog altijd beter waren dan die uit Italië zouden twee zeer sterke teams mekaar bekampen. Alcyon staat op de Piazzale Ticino met de grote François Faber, de Belgen André Blaise en Jules Masselis, en de Fransen Eugène Christophe, Gustave Garrigou, Louis Trousselier, en Henri Lignon. Bianchi treedt aan met Carlo Galetti, Eberardo Pavesi, Mario Bruschera, Dario Beni, Giovanni Rossignoli, en Carlo Oriani. Verder nemen aan deze grote koers voor beroepsrenners nog volgende merkenploegen deel : Legnano, Senior, La Française, Automoto, Atala, Fiat, Torino en Dei, hetzij dan slechts met één tot vier renners. De andere renners rijden voor eigen rekening en worden gesteund door wielerclubs of door hun familie.
Het startschot is nog maar pas gegeven of daar valt de Duitser Strasser reeds. Hij moet opgeven want zijn fiets is kapot. Vele andere renners worden ook niet gespaard, gevloek in de nattigheid en het slijk wordt regelmatig gehoord. Zelfs de topvedetten als Petit-Breton en Galetti krijgen een platte band. De kampioen van Italië Petiva staat gedurende 12 minuten langs de kant te sleutelen om zijn velg terug recht te krijgen. De Tourwinnaar Lucien Petit-Breton die afkomstig was uit Argentinië (zoals Juan-Antonio Flecha heden ten dage) moet opnieuw een ander bandje leggen. Te Pavia voor eigen deur stopt Rossignoli om te repareren. Michelotto, een ander sterke renner verliest zijn koers omdat hij plots moet uitwijken voor een onvoorzichtig kind en zo zijn wiel breekt tussen de stenen.
Slechts kleine inspanningen worden gedaan om animatie in het peleton te brengen. Te Ovada ( km 120 ) is er tot dan nog geen ontketende renner gezien, noch een beul die de benen en de pezen van zijn tochtgenoten heeft willen pijnigen. Meer helllingen wijzigen weldra de groep in een lang lint. Na Masone wordt het ernstiger door de aanmoedigingskreten van het talrijk publiek en de Turchino die in het zicht komt. De spanning stijgt bij renners en volgers. Vijftien renners rijden samen in de kopgroep. Wanneer de Fransman Lignon het tempo nog verhoogt blijven weldra nog negen mannen vooraan en dat zijn bekende namen : Lignon, Galetti, Ganna, Garrigou, Masselis, Blaise, Trousselier, Faber en Godivier.
Km 145. Top van de Turchino. De sterke Lignon komt eerst voorbij met in zijn wiel de andere vluchters. Daarna volgen Durando en Bianco op 1', Cuniolo op 2', Agostoni op 2'10", Bolzoni, Sala, Fattori, op 2'40", Rossignoli op 3", Luigi Azzini op 6', Pavesi, Canepari, Petit-Breton komen al op 11' . In de bergaf beginnen Garrigou en Trousselier te rijden als gekken. Zij vliegen door Voltri ( Km 157) met reeds 1' voorsprong op hun landgenoten Lignon en Godivier, en 2' op Masselis, Faber, Blaise, en dan volgen ontelbare kleine groepjes. Opmerkelijk is de prestatie van Luigi Azzini die in achtervolging nog veel sneller reed dan de Fransen die de race kleur geven.
Garrigou en Trousselier, de rugnummers 56 en 57, bundelen hun krachten en gaan op zoek naar de heldenstatus. Nadat vele Italiaanse renners achterstand hadden goedgemaakt, klonteren zij weldra samen in groepjes waar niemand nog wil werken. Te Savona gekomen (Km190) noteren de persjongens dat de voorsprong van beide vluchters 5' is geworden. Te Vado ( Km 195) kan Louis Trousselier het tempo van Gustave Garrigou niet meer volgen. en zeven km verder is het gat tussen de twee koplopers reeds 2'40" geworden. Langs de zee loopt Garrigou naar de zege. De overige achtervolgers zijn ondertussen op 6'20" gefietst, en zij willen of kunnen niet beter.
Deze Garrigou, die in de eerste Milaan-San Remo reeds een hoofdrol had gespeeld, gedraagt zich nu als een koning op weg naar een triomf die later van hem een van de grootste renners uit die heroïsche periode maakt. Hij vliegt over de 'capi ' die het eind van deze klassieker zo kunnen verzwaren. Met 7' voorsprong op zijn ' équipier' bereikt hij de eindstreep. Zo neemt hij weerwraak. Want reeds als jonge renner was hij de sterkste geweest in 1907, maar hij werd toen te zenuwachtig door de discussies op het laatste van de koers, met de Diavolo Rosso Gerbi en de lepe Lucien Petit-Breton.
Onze twee landgenoten, de Luikenaar Blaise en de Westvlaming Masselis bleven aan de zijde van hun vriend Faber, de reus van Colombes die niet echt goed presteerde tijdens deze klassieker. We mogen hen toch niet als knechten beschouwen, want na de afwezige Van Hauwaert waren zij toen in de lente 1911 de twee sterkste Belgische wegrenners. Garrigou zal dat jaar de Tour winnen. De tweede, Trousselier, had die Tour reeds gewonnen in 1905. Ganna is de winnaar van de Giro 1909. Carlo Galetti zou dat jaar de Giro winnen.
De veertiende van de uitslag Carlo Oriani is een naam die moet worden onthouden voor de sportkwissen. Deze Carlo won de Giro di Lombardia 1912 en de Giro d'Italia 1913. Hij stierf aan het front in 1917 door een longontsteking omdat hij in ijskoud water sprong om een andere soldaat te redden. Girowinnaar en een oorlogsheld, zo'n kerel mag nooit vergeten worden ! De Fransen bewezen hoe sterk zij waren en hoe goed het materiaal was dat zij gebruikten. Niemand merkte op die 2de april 1911 langs de kant van de weg een jonge wielrenner op, die de grote profs van de Primavera kwam bewonderen. Tot grote woede van zijn vader oefende hij reeds gedurende drie jaren dagelijks 40km maar in de koersen realiseerde hij niets. Maar deze boerenzoon harkte moedig verder en twee weken nadat hij Garrigou en Trousselier had gezien, won hij zijn eerste wegkoers bij de amateurs te Stazzano over 96km. Costante Girardengo, geboren op 18 maart 1893 heeft gedurende het wielerjaar 1911 nog 20 andere koersen gewonnen en dat leverde hem een profcontract op bij de Fietsen Maino. De eerste campionissimo was in aantocht.
Individueel Klassement
1. Gustave GARRIGOU (Fra-Alcyon) en 9h37'00" 2. Louis Trousselier (Fra-Alcyon) à 6'00" 3. Luigi Ganna (Ita-Atala) à 16'00" 4. Carlo Galetti (Ita-Bianchi) à 20'00" 5. Henri Lignon (Fra-Alcyon) 6. Eugène Christophe (Fra-Alcyon) à 21'00" 7. Dario Beni (Ita-Bianchi) à 23'00" 8. Marcel Godivier (Fra-La Française) à 23'30" 9. Alfredo Sivocci (Ita-Senior) à 23'40" 10. Luigi Azzini (Ita-Legnano) à 24'00" 11. André Blaise (Bel-Alcyon) à 24'30" 12. François Faber (Lux-Alcyon) à 27'30" 13. Jules Masselis (Bel-Alcyon) 14. Carlo Oriani (Ita-Bianchi) à 29'00" 15. Giovanni Rossignoli (Ita-Bianchi) à 33'00" 16. Ugo Agostoni (Ita-Atala) à 34'00" 17. Pierino Albini (Ita-Atala) à 38'00" 18. Eligio Bianco (Ita-Torino) à 39'00" 19. Lauro Bordin (Ita-Senior) à 40'00" 20. Carlo Durando (Ita-Torino) à 40'30" 21. Faccio Bolzoni (Ita-Dei) à 46'00" 22. Giovanni Cuniolo (Ita-Individueel) à 50'00" 23. Enrico Sala (Ita-Senior) à 50'02" 24. Mario Pesce (Ita-Individueel) à 52'00" 25. Clemente Canepari (Ita-Legnano) à 52'01"
Nade neerslag van de voorbije dagen is het ongewoon warm in Mazurië. De trein bracht me via Bialystok naar Suwalki, een grensstadje . Ik rammel van de honger en haal brood, bananen, kaas, worst, melk en water in een sklep (Poolse winkel). Het is vandaag Christus Koning, een belangrijk kerkelijk feest voor de meeste Polen. Na de kerkdienst viert de familie verder aan de feesttafel. Vandaag begint ook de grote zomervakantie.
Na de picknick in het park en een hazenslaapje kan ik er weer tegen. Bij het verlaten van Suwalki vraag ik met de nodige gebaren aan twee vrolijke scholieren of ze een foto van me willen nemen. Zo'n kiekje net onder een wegwijzerpaal is een herinnering voor later, maar ook een bewijsstuk. Op het thuisfront heerst vaak twijfel of opa zo ver geraakt is op de fiets.
De voorbije weken was ik goed bezig en bezocht de toeristische topper Krakoven Warschau. Nu voel ik wat pijn in de kuiten, maar ook de voldoening van het fietsen door de oneindigheid van het vlakke Poolse landschap. Ik fiets door bossen en langs meren, akkers en weiden, zo groen als alleen in Mazurië gras groen kan zijn in dit jaargetijde. Dorpen met vreemd klinkende en nietszeggende namen lachen me toe. De richting die ik uitga geeft weinig kopzorg: steeds rechtdoor naar het westen met de wind op mijn linkerflank. Ik zie ooievaars, wilde eenden, een sierlijke zwaan met een kroostrijk gezin. Plots dreigen zwarte wolken, weldra gevolgd door donder en bliksem. Het duurt niet lang voorleer het nat uit de hemel klotst. De eenden op het meer zijn dolgelukkig, snoek en karper jumpen omhoog en zwemmen van zottigheid rugslag. Na een spurtje bereik ik de aanlegplaats voor boten en het café aan de waterkant. Een waterspoor achterlatend stap ik het restaurantje binnen. Het ruikt er heerlijk naar frituurvet. Maar hoe bestel je in een plaatsje als Olecko frieten met tartaarsaus en braadworst?
Ik begin alvast met een biertje en kijk wat er op tafel komt rondom mij. Daar zitten vooral lijnvissers die door het onweer naar hier afzakten. Zij bestellen bier en ijskoude wodka, verse komkommers en, hoe gemakkelijk voor mij, gebraden worst en frieten. Aan het meisje achter de toog leg ik in mijn beste Duits uit dat ik ook zo wil eten. Enkele minuten later pluk ik met de linkerhand frietjes uit mijn teljoor, en vul met de rechter mijn dagboek aan. Het meer met het dartele waterwild biedt een prachtig spektakel. Het blijft doorgaan met stortregenen, wat een nattigheid! Gelukkig staat mijn tweewieler droog, beschermd onder een groot stuk plastiek dat ik vandaag al eerder gebruikte. De parking is bezaaid met plassen en de voeten van de nieuwe klanten zitten helemaal onder de roodbruine modder. Negen mannen, ik vermoed een aannemer met zijn werkvolk, komen het café binnen. Zij horen niet bij een katholieke parochie, althans zij vieren Christus Koning niet. Op zijn eerste vakantiedag is ook de plaatselijke schoolmeester de gelagzaal binnengekomen en neemt plaats naast mij. Het café begint meer en meer op een volle harington te lijken. De schoolmeester begint een praatje, eerst in het verschrikkelijke Pools en daarna in de aloude taal van Goethe. We geraken op dezelfde golflengte en voeren weldra een behoorlijk gesprek. Mijn tafelbuur legt me uit dat de plaatselijke volleybalploeg waarvan hij de coach is, hier verzamelt om het speelseizoen waardig af te sluiten met een etentje. Hij vreest dat met zoveel onverwachte klanten van de verhoopte gezelligheid weinig in huis komt. Hij nodigt me uit naast hem plaats te nemen aan de grote eettafel. Een reus van een vent laat meerdere kratten halve liters Pools bier Zywiec aanrukken. Mijn tafelgenoten drinken met gulzige slokken en om te bewijzen dat ook Belgen wat afweten van bierzuipen, schakel ik mijn slokdarm op een groter verzet. Dit gaat me goed af, ik heb de vorige dagen veel gezweet en mijn body voelt als een droge spons. Een nieuwe voorraad frisse halve liters wordt aangevoerd. De schoolmeester heeft mij ondertussen bij zijn sportmakkers als een verdwaalde fietsreiziger voorgesteld. Ik sla geen mal figuur tussen de drinkebroers en de man met het enorme postuur verwelkomt mij met een toast als een eregast. Hij blijkt de voorzitter van de club te zijn. Op tafel komen schotels met braadworst en knapperige komkommers, terwijl uit de binnenzakken van de mannen alcoholflessen rollen die van hand tot hand gaan tot ze leeg zijn. Nazdrovnjé!
Al een tijdje houdt een magere kerel aan de toog ons in de gaten. Hij wipt de ene wodka na de andere naar binnen, terwijl de dienster enigszins bezorgd naar hem en dan weer naar de sportgroep kijkt. Opeens begint onze tooghanger met een dubbele tong een resem scheldwoorden naar de schoolmeester te roepen. Deze legt me uit dat hij die kerel omwille van zijn wangedrag uit de ploeg heeft verwijderd. Een oud conflict dat door het onweer weer de kop opsteekt. De tooghanger werpt de schoolmeester ook het woord 'Swoecham' voor de voeten en dat betekent noch min of meer 'Nazi'. Dat de schoolmeester mij in het Duits te woord staat ligt zoveel jaar na het einde van wereldoorlog II blijkbaar nog gevoelig.
Door de zatheid van meerdere disgenoten glijdt de sfeer alsmaar af naar een bedenkelijker niveau. Daarom geef ik mijn 'przyjaciel skolameister' te kennen dat het voor mij tijd is om op te stappen. Ik druk hem en ook de voorzitter de hand. Ook in het café gaat het er alsmaar wilder aan toe. Het is ondertussen al een hele tijd opgehouden met regen, ik trek een paar droge sokken aan en spring op de fiets.
Na de regen dampt het landschap van goed gevoel. De lucht is zuiver en vol ozon. Onbeperkte energie welt in me op. Ik volg de N655 als een veroveraar, als een generaal van het Rode Leger. Mijn fiets is een felle Sovjettank.
Wronki. Wydminy. Zo heten de dorpen waar ik doorfiets. Ik krijg terug dorst. In een winkel die al gesloten is, bezorgt een ongerust kijkende winkelierster me toch nog een liter cola. Zie ik er zo meelijwekkend uit? Verder, steeds verder rijdt de eenzame fietser. Het is een heerlijke avond en ik heb een goed gevoel. Nog meerdere uren fiets ik zonder veel moeite verder, dan beginnen mijn benen te verzwakken. Ik hou het toch nog vele kilometers vol doorheen een vlakte, de bijna oneindigheid tussen Oeral en Oder. De nacht nadert. Nergens is iets te zien dat lijkt op een hotel. Een oude haas kan hier overal terecht voor een rustig slaapje. Tussen een haag en een graanveld leg ik mijn fiets neer en spreid het tentzeil. Gelukkig heb ik ondertussen een gebied bereikt waar het vandaag weinig regende. Een van mijn fietstassen dient me als kopkussen en ik kruip in mijn slaapzak. Boven mij fonkelen de maan en alle sterren van onze melkweg. Een weinig later val ik gelukzalig in slaap, verbonden met moeder aarde.
Met dauwdruppels in mijn baard begint de volgende morgen een nieuwe Poolse dag.
Maandag 31 - Leer . Kinderstemmen wekken mij. Om 7u55 ben ik in de keuken waar ik afspraak had met de bazige Mutti van zondagavond. Een uitgebreide Frühstück wacht op mij, doch het is een andere vrouw die me vraagt of ik misschien eitjes wil, gebakken of gekookt. Ik bedank daarvoor. Geen teken meer van de jonge dames uit Beieren. Een bon in twee exemplaren ligt klaar. Mijn naam, lidnummer, handtekening en afrekening komen er mooi op. Ik betaal en ben weg uit dit hotel voor protestanten. Ik zou graag de mooie fietsen bij Oltman gaan betasten, maar de winkel is gesloten. Om 8u45 ben ik reeds buiten de stad Leer. Mijn forme is uitstekend en de wind blaast in mijn voordeel. Ik koop twee blikjes Isostar om dat eens te proberen. Mijmerend over de mooie momenten en de wijn uit De Paardenbloem vervolg ik mijn route.
Hesel, Wiesmoor, propere weg met schoon fietspad, en er is ook goede bewegwijzering voor de mountainbikers langs het kanaal te volgen tot Wilhelmshaven. Prachtige dijk, aquarium met dieren uit de Noordzee, maar 'Schiff nach Helgoland' is niet meer mogelijk op het einde van het seizoen. Ik blijf wat snuffelen in de haven en kom aan het marinemuseum. Wilhelmshaven was belangrijk tijdens de Tweede Wereldoorlog met als glorierijk moment het te water laten van het Slagschip Tirpitz, en als dieptepunt op 6 mei 1945 de overgave van de Duitse marine aan de Poolse pantzersdivisie. Het regent weer. Ik schuil in het station, koop een Duitse telefoonkaart, maar vind er geen mogelijkheid om een ferry te nemen . Ik moet dus verder fietsen in wind en regen. Aan een afgelegen bar met sauna, in de natte polders, kan ik me goed schuilen wanneer dat nodig is geworden. Gelukkig is dit oord vol van dure verleidingen gesloten en komt mijn pelgrimszieltje niet in gevaar. Een kuuroord zou me moeten logeren kunnen doch ik draai verder om een langere afstand te scoren op mijn tellertje. Te Varel, eertijds de residentie van de graven van Altenburg, na 111 km kom ik aan Hotel Ahrens, stevig Pruisisch, nog van rond 1900 met de oerdegelijke gastvrijheid voor een niet te dure prijs. Zo eindigt de maand october voor mij nog redelijk goed. De kamer kost 40 DM. Ik drink voor 12 DM bier en knabbel voor 19,5 DM aan een geweldig Eisenbein.
De talrijke oude Duitse steden hebben een lange en boeiende geschiedenis.
Dinsdag 1 -Varel. Ontbijt met lekker brood. De 45-jarige zoon van de hotelbaas gedraagt zich nog als een teenager en draait Pop Music dat totaal niet is aangepepast aan de plaats, het uur, en de gasten. Het personeel is veel beter, beleefd en gedienstig. Aan een muur hangen kaders met verzamelingen foto's van wielrenners zoals Rütt; Ellegaard, en vooral van Willi Arend. Daar kan ik van genieten.Tot mijn verbazing is de houten kar waaraan ik mijn fiets had vastgeketend verdwenen uit de garage, maar gelukkig staat mijn vervoermiddel er nog. Toch besef ik dat ik mijn kabel en slot dus wel erg slecht had gebruikt en bovendien weet ik zelfs niet meer wat ik deed.
Fris en fit vertrek ik uit Varel. Vlug stel ik een probleem vast. Door zand en regen op de velgen zijn mijn remblokjes weggeschuurd. Ik heb geen remmen meer. Omdat de wegen vlak zijn, moet ik nergens remmen, maar in bebouwde kommen wordt het gevaarlijk ook al rijd ik niet sneller dan 20 km/u. Na 7 km stop ik om mijn vier remblokjes te draaien. Bravo. Dat ging gemakkelijk. Ik moet meer in mijn eigen kunde van mekanieker geloven ! Het is een schitterende dag om te fietsen. Zon. Goede frisse wind. Met vlotte pedaalslag vorder ik in de richting van Bremerhaven. Met een sprintje bereik ik te Blexen de ferry-boot, en dat was zeer nipt want drie seconden later is de boot al aan het varen. Aan de overkant gekomen probeer ik te telefoneren. Met mijn Duitse telefoonkaart gaat dat niet, ofwel versta ik het systeem niet. In ieder geval komt er op het venstertje van de telefoonkast ' Nicht Gültig ..! '. Ik troost me door in een restaurant in de haven zeevis met kartoffelsalat te bestellen : 13,90 DM voor de schotel en 3,50 DM voor ' Bitte ein Bit ...' . Voor een fietser is de doortocht van een buurt vol industrie niet zo aangenaam. Weldra kan ik gelukkig de richting van Bederkesa nemen, hetgeen duidelijk ''meer de natuur in" betekent. Eerst stop ik nog in een centrum waar ik in de Volksbank Belgisch en Nederlandse geld omwissel en ik ook een wegkaart koop van Schleswig-Holstein. Het is voor de mensen hier een gewone werkdag in de week, en dat is toch wel vreemd voor iemand aan wie men had geleerd thuis, op school, en ik de kerk, dat Allerheiligen toch zo'n belangrijke dag was, zoals Pasen en Kerstmis. Terwijl ik doorfiets denk ik nog aan Allerheiligen 1955, toen mijn heilige de wielergod Stanneke Ockers was, en toen ik voor het eerst vrij kwam uit het Klein Seminarie te Sint-Truiden. Dat mocht dan nog mits het naar huis meenemen van een pak straf ( het afschrijven van tien Franse lessen). Dit bijkomend schoolwerk had me wel goed gedaan want later op het jaar was ik de eerste van de klas in Franse taal. Ik fiets door het landelijke Schleswig-Holstein, mijmerend over mijn nare tijden van vroeger. Waarom toch ?
De jeugdherberg van Bad Bederkesa is de hele winter - en precies vanaf 1 november- gesloten. Om te bekomen van dit slechte nieuws ga ik koffie drinken op de oever van het meer. Mijn gulzigheid doet me een stuk Schwarzwalderküche bestellen en zo ben ik weer 9,80 DM kwijt. Goed bestemd geld want waar ik me bevind is het fantastisch mooi, een droom op deze schone herfstdag. Het toeristisch kantoor is gesloten, maar toch zit er nog een bibliothecaris die orde in de winkel aan het zetten is. Deze man regelt voor mij een kamer in het Dock See Hotel. Een weinig later kom ik daar aan. De manager en zijn vrouw, allebei 74 jaren oud, en ook bezitters van het restaurant aan het meer, ontvangen mij vriendelijk. De man kan niet nalaten van me te vertellen dat het grote geluk uit zijn leven was geweest dat hij de oorlogsjaren te Eeklo en te Lebbeke had mogen doorbrengen, en niet op gevaarlijke plaatsen waar duizenden andere jongens van zijn leeftijd waren gesneuveld. Na een wandeling ben ik overtuigd dat iedere toerist op weg naar Denemarken en verder gerust als halte Bad Bederkesa mag inlassen.
Strammer MaxWurst mit Kartoffelsalat
Ik eet een Strammer Max, en geniet daarna van mijn hotelkamer,doe mijn wasje, en belangrijk is dat ik doorneem wat er nog allemaal in mijn bagage steekt. Een versleten onderbroek, mijn oude pijamabroek, mijn natte fietsschoenen, de rotte zolen van mijn wandelschoenen, belanden in een pakje voor de vuilbak. Ik voel pijn in mijn nierstreek. Heb ik gedurende die natte dagen te weinig water gedronken ? Op deze dag legde ik zonder te forceren 72 km af. De kamer kost 70 DM.
Woensdag 2 - Bad Bederkesa. Op de 3de etage van het Seehotel ben ik lekker aan het ontbijten. Ik mag nog bijvragen al wat ik wil volgens de dienster, maar nog wat koffie meer maakt me al gelukkig. Die alte Germaanse Frau die nog graag over der Krieg en de tijd van toen praat, brengt het gesprek op de afgedankte onderwerpen van rond 1940, over rassenmengeling en over de gemeenschappelijke banden van Vlamingen en Duitsers. Het is een vriendelijke maar staalharde Wirtschaftsfrau. Ik leg haar uit dat ik ben geboren op 4 juni 1944, op de langste dag die was voorzien om alles toen te doen kantelen, en ook dat de voornaam Wilfried ook met een bijzondere betekenis op mijn kopje werd geplakt in die oorlogstijd van toen, waarover het goed is te kunnen praten nu, ongedwongen en met wijze koppen.
Ik stop nog aan het meer om mijn fiets wat te kuisen en te smeren, en om mijn pakje in een container te laten verdwijnen. Klein windvoordeel. Zeer mooi weer. Mijn nieuwe wegkaart is niet te groot, zodat de wind het papier niet scheurt noch wegblaast. Met munten telefoneer ik te Lamstedt nog maar eens naar mijn schat thuis voor 4,30 DM. Ik koop yoghurt, thee,cola, die ik meedraag in mijn stuurtas.
Rare ontoeting. Ik haal twee fietsers in die nog zwaarder geladen zijn dan ik. Zij zien er uit zoals clochards en zij zigzaggen op mankele oude tweewielers. Ik vertrouw zulke kerels niet in een eenzaam gebied tussen bossen en velden. Zij doen teken, maar ik negeer hen en vlieg hen zo snel mogelijk voorbij. Volgens mijn schatting komen zij uit het Oostblok en zoeken zij ergens werk en onderkomen in de boerderijen van Schleswig-Holstein. Zo bereik ik Wirschhafen waar ik voor 4,00 DM de boot kan nemen naar Glückstadt. Dit is de mooie overtocht van de Elbe ( Labe genoemd in Tsjechië), een van de belangrijkste stromen van Europa. De Elbe is 1164 km lang en op haar benedenloop ligt de wereldhaven Hamburg. Ik stel plots vast dat mijn electronisch tellertje blijft staan op km 4224,3. Het pilletje is op, want door de regen kan het niet zijn, vermits de zon schijnt en alles opdroogt. Ik nam de start op km 3070,0 en weet nu hoeveel ik reed sedert mijn start. Ik zal dus in mijn boekje verder noteren, alhoewel ik mezelf de vraag stel of dit eigenlijk van enig belang is.
Te Krempe wil ik in een bankagentschap nog een eurocheck gaan innen, dat geeft me de kans om te zien hoe zo'n kantoor er in Duitsland uitziet, vermits ikzelf al ruim een kwarteeuw doorbracht in zulke werkplaatsen. Ik ben krampachtig aan het zoeken naar mijn laatste papieren check. Mijn portefeuille valt op de grond zonder dat ik het voel. Gelukkig komt Herr Director de stoep opgewandeld en niet een gauwdief. Die vriendelijke man van de Sparkasse raapt mijn zo belangrijk stuk eigendom op en stopt het me goed in de hand.
Mijn organisatie in mijn fietstassen is slecht. Het is een absolute noodzaak van precies te weten waar alles steekt in de diverse onderverdelingen, aan het stuur, in de zakken aan het voorwiel, in de zakken aan het achterwiel, onder het zadel, op de porte-bagage, en ook wat en waar er iets op mijn lijf of in mijn kledij steekt. Dan verklap ik hier nog niet dat er ook heimelijk geld in mijn schoenen steekt, traveler checks tussen toegeplakte bladzijden van mijn notaboek verscholen zijn, en de ultieme reserve ergens is ingenaaid voor de allerhoogste nood. Een oude pelgrim op een randonneursfiets sleurt immers zowel het minimum als het maximum mee. Dat is echt niet zo eenvoudig !
Ik bereik Itzehoe tegen etenstijd. Vermits ik opmerk dat veel mensen zitten te eten in een wegrestaurant parkeer ik er vlug en veilig mijn fiets, goed zichtbaar voor mijn eigen ogen terwijl ik aan het tafelen ben . Wow, ... geweldige 'plat du jour' ... Wurst mit Kartoffelsalat ! Een uur later volgt een grove fout. Ik heb alvorens te stoppen mijn ketting niet van het grote 52 kamwiel laten zakken naar 42. Bij het verlaten van het Wurst & Kartoffel Haus wandel ik nog 30 m te voet tot aan het verkeerslicht dat volgt. Daar wacht ik tussen de auto's, steunend met mijn bil op mijn Brooks-zadel en met een voet op de straat. Op het ogenblik dat het licht op groen springt en alle autochauffeurs me vervloeken omdat ik in hun weg rijd, dan maak ik een te hevige beweging om op een verzet van 52 X 14 terug te vertrekken met mijn zwaar beladen fiets. Ik voel een korte hevige pijn in mijn knie. Terwijl ik op lager verzet lichtjes verder toer op mijn ovalen kamwiel blijft die pijn bestaan. Aan een klein hotel gekomen, denk ik dat ik misschien beter stop, maar omdat ik een visitekaartje meekreeg van een hotelletje dat 19 km verder ligt, rijd ik op dit uur van deze schone namiddag toch verder. Nog even stop ik op een plaats waar gratis een nieuw soort bier wordt uitgedeeld. Ik maak daar bij die bierdrinkers wat lol. Daarna begin ik weer te pedaleren , doch de ernst van mijn situatie wordt duidelijker. Ik heb nog altijd een pijnlijk gevoel in mijn knie door mij zo zwaar op te trekken aan dat kruispunt, onopgewarmd na mijn maaltijd.
Het herkenningsteken van de jeugdherbergen brengt me redding. Ik volg de pijlen naar deze oase van Itzehoe, terug achteruit op mijn route. Nog netjes op tijd kan ik me inschrijven zoals de strenge regels van het huis dat vragen. Ik huur een laken-slaapzak, vraag nacht, avondeten, en ontbijt. Dat kost niet meer dan 33,10 DM. Op een vroeg uur nog eet ik twee telloren soep, een pizza, met fruitsap à volonté. Zeer goed. De blonde Mutti heeft krolletjes, is jong en vriendelijk. Twee klassen slapen er die avond, één met bakvissen van 15 jaar, en één gemengde klas met 12 jarigen. Tijdens het nemen van mijn douche masseer ik mijn knie met heet water, en ongelukje, ook al bezocht ik de WC-pot wat eerder, ik ontdek in de douche dat ik wat diaree heb. Na vele liters heet water, en na wat lekker gelegen te hebben op mijn bed in mijn propere lakenzak, voel ik me veel beter.
Het is gedurende de vooravond daar veel te rumoerig. Ook al zijn er prachtige Lolita's tussen die schoolmeisjes, ik moet me als een wijze, eerlijke en deftige reiziger, mezelf verplichten tot een schone wandeling doorheen de Itzehoer Winkelstrasse Ik telefoneer naar huis om te vertellen over mijn knieprobleem. Op dat moment verneem ik dat er thuis geen probleem is, doch wel bij mijn moeder te Walshoutem, waar mijn twee broers en ik al vele jaren lang in het oude Zwembad Olympia een groot aantal vissen houden, aangekochte, elders gevangen, en van eigen kweek. Door de warmte, door de algen en waterpest, de blaren van de bomen en de rottende waterplanten, door de verloederde kwaliteit van het bronwater, is er een grove vissterfte begonnen en ontelbare vissen drijven al stervend aan de oppervlakte, terwijl de reigers komen dineren. Een vreselijke ecologische ramp is bezig in mijn heimat, in de jungle van mijn jeugd, en niemand heeft de tijd, de kennis, de kracht, de middelen en de wil om in te grijpen. Mijn oude moeder is razend ! Wat wil je dat ik doe, ik ben gestrand in Itzehoe ... ?
De Miami Ice is een lekkere tent waar ik soelaas zou moeten vinden, tot bedaring komen, en nadenken. Ik eet een Fantasia van drie bollen, drink een San Pellegrino watertje, en een expresso, en dat kost me 11,00 DM. Tijdens mijn weg terug kom ik langs een reisagentschap waar een berg reisgidsen van 1994 buiten op de stoep staat voor zij die nog enige interesse zouden hebben. Ik neem er enkele mooie mee om te lezen op mijn kamer. Terug in de jeugdherberg waar het muisstil is, want Duitse schooljeugd is gedisciplineerd na het doven van de lichten, open ik die mooie gekleurde boeken , maar vlug val ik in slaap na mijn knie te hebben ingesmeerd met verwarmend marmottenvet. Mijn verkenning van Itzehoe was voldoende om te weten dat er een spoorwegstation is van waar naar iedere bestemming uit de reisgidsen kan worden vertrokken, zelfs naar de Pepijnstad Landen, zo goed op de ijzeren weg gelegen tussen Lüttich und Brüssel.
Donderdag 3 - Itzehoe Mijn ontwaken verloopt moeizaam. Tot mijn verwondering heb ik nog weinig pijn in de knie, maar des te meer in mijn nierstreek. Ik realiseer dat ik uitgedroogd ben en afvalstoffen niet genoeg langs nieren en blaas werden verwijderd omdat ik sedert twee weken te weinig plat water heb gedronken. In de nattigheid had ik nooit dorst en reed ik vaak verder met lege drinkbussen. Ik begin mijn dag dus met het slikken van veel kraantjeswater .
Zittend op mijn bed moet ik nu de zware beslissing nemen. Moet ik op de zeventiende dag van mijn tocht verder rijden naar Flensburg en de Deense grens, of moet ik omkeren en terug naar huis ? Het stilvallen van mijn kilometerteller, pijnen aan de knie en in de rug, de doodgaande vissen, en het feit dat er te Itzehoe treinen stoppen, zijn voldoende redenen om op dat moment te stoppen. Maar geld en tijd heb ik nog genoeg om verder te zwerven terwijl na slecht weer, in dit komend begin van november meerdere uitzonderlijk warme dagen worden verwacht.
Alea Iacta est . Itzehoe - Landen per trein zal het worden. Ik zweer dat ik later een vervolg zal plannen, een fietstocht met start te Itzehoe, door de noordelijkste hoek van Duitsland, over de grens van Denemarken, die me zal brengen naar Flensburg, Kiel , Lübeck, Rostock, en waarom niet tot Berlijn. Ik zal me dan ook een week vestigen en uitblazen te Travemünde. Schone plannen voor later, niet zo lang meer want van vervroegd pensioen zal ik vanaf één maand na mijn 52-ste verjaardag kunnen genieten, vermits de Spaarkas zich omvormt tot de Bankverzekering Fortis.
Ik gebruik één van mijn grote groene plastieken zakken die in mijn Karrimor fietstassen mijn kledij hebben droog gehouden. Om gemakkelijker met de trein le reizen laat ik in de stad van burgemeester Harald Brommer veel overbodige bagage achter. Ik verspil niets want ik vertrok met kledij die al veel had gediend en dus mocht worden afgedankt waar en wanneer dat tot iets kon dienen. Een trainigsvest, een zwarte lange trainingsbroek, een volledige pijama, grijze en witte sokken, mijn rennerstrui met lange mouwen, drinkbussen, blauwe handdoek, Coca-Cola handdoek, gescheurd onderlijfje, dat verhuist allemaal naar de wegwerp in die plastieken zak, zodat heelwat volume vrijkomt in mijn twee achterste Karrimors. Ik kan al mijn andere tassen, mijn slaapzak, mijn pomp, en mijn papieren zo samenbrengen in die linkse en rechtse Karrimors, die aan mekaar worden gehecht en in de hand als een compacte reistas kunnen gedragen worden.
Na een vluchtig ontbijt, me goed bedienend met vlees en kaas die de schoolkinderen na vertrek lieten liggen, neem ik vriendelijk en zelfzeker afscheid van de Herbergmütti. In het station van Itzehoe leg ik mijn reisroute uit. Een dame kan me niet volgen, doch een andere Frau die wat hoger in rang is bij de Duitse Spoorwegen tovert mij verschillende bladzijden uit haar computer. Twintig minuten later heb ik een volledig Fahrplan tot Aachen, met de zekerheid dat mijn fiets me niet zal verlaten, met alle uren van aankomst en vertrek, met de nummers van de perrons inbegrepen. Zonder enig probleem rekent die vrouw ook vlot af met mijn Eurocard. Viermaal overstappen . De kostprijs bedraagt 150,30 DM . Mijn eerste trein vertrekt reeds om 9u42 en omstreeks 17u00 zal ik te Aachen zijn aangekomen, en dat is dan toch zo dicht bij België. We zullen op deze terugreis echt niet moeten sukkelen dankzij die handige computerlijst die ik bekwam.
's Avonds kon ik terug in eigen huiskamer naar het nieuws van Martine Tanghe kijken. Om 21u 00 slaagde ik er in van onze waterpomp terug te laten draaien en zo pompte ik beter water van de buurman waterkerskweker naar onze visvijver zodat vele vissen zouden in leven blijven. De rest van mijn vakantie bracht ik door met grote onderhoudswerken aan onze vijver, terwijl mijn broers toen wel een reden hadden om niet te moeten meewerken in de vuiligheid, maar me wel ontgoochelden.
Kaart van het nieuwe Duitsland na de val van de muur. Das Alte Rathaus von Itzehoe.
Tijdens mijn treinreis Itzehoe - Landen schreef ik in mijn notaboek deze woorden op van een groot dichter en alhoewel ik niet zeker ben of dit overeenstemt met het originele gedicht krijgt dit hier een plaatsje :
' Après mille dangers sur les routes sauvages je serai de retour dans mon village pour raconter aux miens et aux autres, à la veillée ou près d'un verre de vin, les splendeurs des crépuscules des Mers du Nord, les beautés aperçues là où nul autre s'en est allé et où mes coups de pédales m'avaient conduit suivant mille bons vents ... '
Op weg naar Rome verbeeldingsvol proza brengend op de tijdloze heirbanen van deze blog is het niet uitzonderlijk van een Roman tegen te komen, maar als de man Romain Gary heet dan is het de moeite om het even beter te bekijken.In het grote circus van de Franse letterkunde was Romain Gary ( 1914/1980 ) een piloot, schrijver, vertaler, filmregisseur, diplomaat, literair meesteroplichter, in tijden toen Charles De Gaulle, Gilbert Bécaud en Brigitte Bardot, zo belangrijk waren. Geboren te Vilnius - toen nog in Polen of was het elders - tijdens oorlog en revolutie, was Roman de zoon van een artieste. Zijn natuurlijke vader was onbekend en de man die zijn moeder huwde droeg de familienaam Kacev, hetgeen zorgde voor officiële papieren. Maar die echtgenoot liet vlug zijn kroost in de steek. In de woelige tijden van de burgeroorlog emigreert mama zoals velen uit Oost-Europa, en in 1925 runt zij te Nice een bed & breakfast. terwijl haar jongen in de Franse taal naar school gaat te Aix-en-Provence. Deze taal zal hij tijdens zijn leven zeer goed hanteren, terwijl hij zich eveneens uitdrukt in het Russisch, Yiddisch, Duits, Pools, en Engels.
Vanaf 1933 studeert Roman Kacev rechten te Parijs, waar hij omwille van het antisemitisme zijn naam wijzigt in Romain Gary en hijdoor naturalisatie Fransman wordt. Meer op café dan op de schoolbanken, haalt de levensgenieter toch zijn universitair diploma, en neemt hij in 1938 dienst als officier-piloot bij de Franse Luchtmacht, hetgeen een bijzondere wending zal geven aan zijn leven. In 1940 vliegt hij over naar Engeland waar hij zich aan de zijde van Generaal De Gaulle schaart. In Noord-Afrika, Europa, Egypte, Syrië, overleeft hij vele gevaarlijke opdrachten. Le Compagnon de la Libération, décoré de la Croix de Guerre, de oorlogsheld, Romain Gary wordt vanaf 1945 aangeduid door le Quai d'Orsay voor belangrijke jobs in de diplomatie, in Bulgarije, Zwitserland, Bolivië, en hij wordt weldra benoemd tot secretaris van de Franse delegatie bij de UNO te New-York. Nadien krijgt hij de hoge post van consul-generaal van Frankrijk te Los Angeles.
Romain Gary debuteert als schrijver in 1945. Hij munt uit door verzorgde stijl en door veel bittere humor. Hij schrijft minstens 37 boeken, die hij ook vertaalt en hij huwt met de Engelse schrijfster Lesley Blanch. Ondanks zijn werk als ambtenaar, zijn reizen en zijn verschijningen in het uitgangsleven, schrijft hij iedere dag gedurende vier uren. Hij noemt dit ' son évaluation quotidienne'. Hollywood biedt hem kansen in de film, zijn proza komt op het witte doek. In 1962 zorgt Romain Gary voor het scenario van The Longest Day , de unieke periode in 1944 die hij zelf had meegemaakt in Normandië. De bekende speelfilm Lady L met Sophia Loren, Paul Newman, David Niven, is ook volgens zijn scenario. Maar als criticus, scenarioschrijver, filmmaker, verdient hij niets.Wel ontmoet hij zo de mooiste vrouwen. Als diplomaat (1946-1961) heeft hij wel de middelen om een goed leven te lijden. Als beroemdheid en schrijver weet hij vanaf 1962 niet meer wat hij verdient, en in de seventies valt hij op door zich bijvoorbeeld in zeer speciale outfits te kleden.
Overal waar hij komt laat Romain Gary niemand onverschillig, zeker ook de dames niet. Maar er komt kritiek op hem, want een winnaar van de Goncourt Prijs zou volgens de critici zijn talent niet mogen verkwisten. Zijn liefdesaffaire met de jonge actrice Jean Seberg wordt dagelijks in de boulevardkranten uiteengesmeerd. Hij trouwt met haar in 1962. Roman Kacev, altijd nog op zoek naar zijn roots, niet verlegen om zich te verplaatsen met valse pasports of identiteiten, de schrijver die tijdens het werken aan een nieuw verhaal als het ware in het vel van zijn hoofdpersonage kruipt, brengt nu boeken in de winkels die geschreven zijn door René Deville, Fosco Sinibaldi, en vooral Emile Ajar. Hij voedert de persjongens met lokaas. Weldra bijten die in de door hem gebakken wafels. Zij schrijven dat er een nieuwe generatie is die veel beter het Frankrijk van na 1968 begrijpt. Penneridders die te veel in de USA verblijven, zoals Romain Gary zijn voorbijgestreeft en uit de mode. Maar die nieuwe Emile Ajar is ongetwijfeld de beste van de 'nouvelle vague' uit de boekenwereld. Wat moest gebeuren, is dan ook gebeurd, zulk een jong talent als Emile Ajar kreeg de Prix Goncourt.
De Académie Goncourt kende haar prijs in 1975 toe aan Ajar zonder eigenlijk te weten wie achter die schrijver zat. Een tijd lang beweerde Paul Pavlowitch (een zoon van Gary's neef), dat hij Emile Ajar was maar het bleef mysterieus rondom zijn schrijverschap. Tot aan het moment van Gary's overlijden in 1980 bleef de spookschrijver Ajar een vraagteken.Vermits Romain Gary ook al in 1956 met Les Racines du Ciel de prijs had gewonnen werd hij de enige schrijver die dat kon waar maken, met een geweldige goocheltruck weliswaar. Aan de Prix Goncourt, wellicht de belangrijkste litteraire prijs in Frankrijk, is amper een geldprijs van 10,00 verbonden (om met de metro terug naar huis te geraken), maar ieder jaar sedert 1903 hangt er een commercieel succes aan vast, de verkoop van honderduizenden exemplaren en ook vette baten voor de vertaalrechten.
Jean SEBERG (1938/1979) Toen de grootmeester van de Amerikaanse film Otto Preminger besloten had om het leven van Jeanne d'Arc te verfilmen liet hij aan 18.000 jonge vrouwen testen afleggen om de geschikte actricete vinden die deze moeilijke rol zou kunnen vertolken. Twee starlets bleven tenslotte over : Barbara Streisand en Jean Seberg. Het was deze laatste, een studentin uit Iowa die werd gekozen. Met haar androgyne verschijning, haar onschuldige maar toch erotische uitstraling, werd deze Jean Seberg in korte tijd een superster te Hollywood en te Parijs. Bonjour Tristesse, Jeanne d'Arc, A Bout de Souffle, Paint your Wagon, en Airport, zijn slechts vijf van de meer dan dertig films waarin zij was te zien. Ook al werd zij als Patricia Mancini in A Bout de Souffle een ikoon van de cinema aan de zijde van Jean-Paul Belmondo, toch is zij de vrouw van de flamboyante diplomaat Romain Gary. Maar de Amerikaanse is vooral graag verliefd en dat is zij zowel in fictieve affaires op het witte doek, als in het dagelijkse leven, en de lezeressen van de vrouwenbladen, magazine's over film, en de boulevardkranten, willen alles over haar weten. Haar grote liefde met Romain Gary duurt tot in 1970.
De slanke Seberg is op korte tijd schatrijk geworden. Volgens de toen heersende mode waaraan ook Maryline Monroe, Jane Fonda, e.a. zich begaven laat de Hollywoodster zich graag zien in de politieke middens die de gang van zaken in de Westerse democratiën contesteert. Zij verdedigt liberale gedachten en toont haar sympathie voor de Black Panther Party van MalcolmX. Een blanke filmster die optrekt met revolutionnaire zwarten, die deze verstopt in haar woningen en die ook geld geeft voor hun strijd, de gelijkheid van blanken en zwarten in de USA, dat kwam in het nieuws, dan werden de persjongens gieren. Jean Seberg staat weldra op de zwarte lijst van de F.B.I. en J.Edgar Hoover laat haar dag en nacht in het oog houden, en pesten met 'dirty tricks'. De filmster beweert dat zij als baas van eigen buik ook mag slapen met wie zij goesting heeft, zwarten, en latino's inbegrepen. Dat is toch immoreel vindt het blanke deftige America dat haar wegspuwt. Jean Seberg vlucht naar Parijs. Zij is zwanger, en de roddelbladen strooien rond dat de baby een negertje zal worden. Zij wint een proces tegen Newsweek dat leugens over haar had gepubliceerd. Maar deze toch wel bijzondere vrouw die te sterk meeleefde met zij die werden achtervolgd, voor zij die opkwamen voor het milieu en voor de mensenrechten, begon stilaan de situaties te onderschatten. Zij verloor haar kindje dat vroegtijdig op de wereld kwam. Zo gleed zij van depressie tot depressie, werd verslaaft aan alcohol en aan medicamenten, en soms leed zij echt aan obsessies en achtervolgingswaanzin. Tijdens een nieuwe crisis werd zij plots vermist. Pas 11 dagen later, op 30 augustus 1979, werd zij dood teruggevonden in haar auto op een parking waar zijzelf zeker niet kon naartoe gereden zijn. Er was grote twijfel of het geen moord was, want die frele vrouw had 8-promille in het bloed op het moment van haar dood. Zo iets is onmogelijk. Het graf van Jean Seberg bevindt zich in de Cimetière Montparnasse te Parijs.
TIRED OF BEING NOTHING BUT MYSELF. Op 2 december 1980 pleegde Romain Gary zelfmoord met een kogel door zijn mond naar de hersenen. De man die van zijn moeder en van vele vrouwen had gehouden, die had gevochten tegen het racisme, voor de rechten van de mens, en voor het behoud van het milieu, de man die joodse synagogen niet belangrijk had gevonden en katholieke kerken ook niet, de man die wel een vriend was van Charles De Gaulle, maar die niet aan politiek deed, vluchtte op het einde van dat jaar voor zichzelf. De man die voor oude waarden was ' pour la mère patrie ' meldde dat zijn daad niets te maken had met Jean Seberg, van wie hij na hun scheiding een vriend was gebleven. Deze romantische en tragische figuur, die uitbundig en vol passies had geleefd, zakte soms helemaal wanhopig weg. De laatste woorden die hij schreef waren : ' Je me suis bien amusé, au revoir et merci ... ' . Dertig jaren na zijn dood blijft deze veelkleurige schrijver velen intrigeren , en dat zal in de toekomst niet verminderen.
"La vérité, c'est qu'il y a des moments dans l'histoire, des moments comme celui que nous vivons, où tout ce qui empêche l'homme de désespérer, tout ce qui lui permet de continuer à vivre, a besoin d'une cachette, d'un refuge. Ce refuge, parfois, c'est seulement une chanson, un poème, une musique, un livre."Education européenne - Romain Gary .
Maandag 25 - Zwolle. Gezellig ontbijt - praatje met een andere blonde met blauwe ogen. Ik maak nog een rondje, maar dan vind ik dat mijn fiets moet gekuist worden. Ik doe dit met vuil ondergoed dat ik daarna deponeer in een vuilbak. Met kattenvet voor mijn benen smeer ik terug mijn ketting. Ik fiets tot Kampen aan de Yssel waar ik stop aan het postkantoor en Dronten waar ik tijdens een regenwolk ga schuilen aan de bankautomaten van de Amro. Ik bereik Flevoland, de zoute vlakte die werd afgenomen van de zee. Op de lange rechtlijnige stukken van het vuile fietspad liggen veel takjes en bladeren. Lelystad. Aan een supermarkt stop ik om yoghurt en fruitsap te kopen. Nogmaals zie ik een automaat dat niet dient om volle flessen uit te halen, doch om leeggoed in te stoppen met teruggave van munten. Ik zie het station en de haven, alsook de vele moderne wijken, pleintjes, fietspaden, parken, kanaaltjes. Overal zijn er nog werken bezig. Deze stad bestaat nog maar officieel als gemeente sedert januari 1980. Op het VVV kantoor krijg ik een fantastisch goede service. Ik moet om 16u45 in de Donaustraat zijn waar ik mag logeren voor 35 guldens. Ik spring alzo weer op mijn fiets en kom in een nieuwe wijk met bizarre woningen en straten die de namen dragen van Europese stromen. Ik fiets door de Rhone, de Schelde, de Maas, de Taag, tot waar Guus op mij wacht. Hij is een magere man van 1m95 , gekleed in rood en zwart, een soort artiest of Oosters filosoof. Hij runt een vegetarisch restaurant dat op deze dag is gesloten, maar dan heeft hij precies veel werk met inkopen en voorbereidingen. Hij zal ook de nacht doorbrengen bij een vriendin om samen transcendente meditatie te beoefenen. Daarom krijg ik de sleutel van zijn huisje en voor de rest zullen wij mekaar niet meer storen. Hij toont me in zijn tuin het kot met kruiwagens waar mijn fiets kan staan en geeft me een adres waar ik voeding kan gaan halen hetgeen niet zo evident is in zijn woonwijk, en hij duidt mij de plaats aan waar ik zijn sleutel zal moeten achterlaten .
Ik verken mijn huisje en slaap een beetje op het bed dat voor de gasten is voorzien. Twee uren later neem ik een douche, doe ik mijn was , en vermits er veel muggen zijn houd ik een minutenlange jacht op deze beestjes. Dan vertrek ik in de avond. Ik vind een telefoon om naar Sonja te bellen want die weet graag waar ik ben en volgt me op een landkaart aan de muur. Bij een Chinees bestel ik maïssoep en omelet met crab voor 27,50 gulden.
Dinsdag - 25 - Lelystad .
Mijn dure fiets sliep in het huis en niet in dat kot in de tuin. Met alle middelen maak ik me een uitgebreide breakfast. Met de waterverwarmer van Guus maak ik me een grote hoeveelheid thee met veel suiker waarmee ik mijn drie drinkbussen vul. Ik kuis alles op en verlaat die woning. Nu komt de zee in 't zicht ! Uit een winkel die zich ' De Gezonde Voedingszaak ' noemt, komen prachtige maar dure bananen in mijn etenszakje. Ik laat mijn oude traingsbroek achter sedert de start van deze rit in gebruik tijdens regen en wind. De slingerende fietspaden rondheen Lelystad brengen me tot aan de Batavia. Een buitengewoon groots opgevat plan zorgt voor de reconstructie van een replica van het beroemde galjoen Batavia waarmee de Hollandse zeevaarders van de Verenigde Oost-Indische Compagnie de oceanen en verre eilanden veroverden, om met rijk terug te komen. Het entreegeld bedraagt individueel 15 gld maar in het zog van een groep bezoekers met gids loop ik ongewild gratis mee binnen. Gezeten naast de Batavia schrijf ik een half dozijn zichtkaarten naar vrienden en collega's in België.
Met wind in de zeilen op de Houtribdijk volg ik weldra tussen Markermeer en Ysselmeer de N302 naar Enkhuizen. Aan Check Point Charlie stop ik tussen lucht en water voor vis met frietjes en twee pintjes. In het prachtige haventje Enkhuizen aan de overkant wacht me echter grijsheid en regen. In het droge museumcafé tijdens koffie met taart schrijf ik nog kaartjes naar adressen die ik bijna was vergeten, en zo zijn dan mijn postzegels opgebruikt.
Via Andijk kom ik fietsend op een hoge dijk te Medemblik. De vele historische gevels en de St-Bonifaciuskerk uit 1404 tonen hoe rijk deze marktplaats in het verleden was. Na twee mislukte pogingen opent Pension Singelzicht voor mij haar deur, na 68 km afgelegde weg. Nacht en ontbijt kost er 35 gld. Het bad is in mooie blauwe steentjes. Ondanks blijvende motregens ga ik wandelen. Voor het eerst zie ik een agentschap van de VSB-bank sedert kort een partner bij verenigd Fortis. Ik ga wat eten en probeer gebakken mosselen met brood. Het bier is er zo slecht dat ik een bruisende watertje vraag om door te spoelen. Wat later in een kroeg kan ik niets dan goed zeggen van Heineken, want het vocht uit drie pintjes glijdt zachtjes door mijn keel. Midden in de nacht word ik wakker. De oude hond van Pension Singelzicht kwam aan mijn deur krabben. Hij mag van mij aan de voeten op m'n bed slapen. Hij mag ook terug weg want ik laat voor hem mijn kamerdeur open staan.
Woensdag 26 - Medemblik . Om 8u30 precies word ik pas wakker. Dit was ook het afgesproken uur voor het ontbijt dat reeds op me wacht. Alle tijd echter omdat het buiten al onwedert met regen, donder, en bliksem. Praten met de vrouw des huizes kan nu, over de keuze die ik zal moeten maken : Texel of Terschelling ? Ik fiets door de Wieringermeer polder, doorheen een bos, op de natte recreatieweg van de kuststrook, tot Den Oever waar het etenstijd is : bruinebonensoep met boterham en kaas. Ik neem de tijd want het regent weer. Plots sta ik op, spring op mijn fiets, en ook al is het apocalyptisch met felle slagregens en winden, ik waag me toch op de Afsluitdijk. Met een snelheid van 32 km/u vlieg ik vooruit. Af en toe stop ik om dromend naar de grootsheid van het oneindig waterlandschap te zien en als een wielerheld bereik ik fier Kornwederzand op het einde van een fietstocht die ik nooit zal vergeten. Omdat ik helemaal nat ben en de regenval is gestopt, parkeer ik me in een autobushalte. Ik droog mijn lijf af met een propere handdoek en ik verander van kledij. Op heerlijke droge kousen fiets ik nadien verder naar Harlingen. Dit gebeurt langs de zijdijk vanaf Zurich en het is alsof ik 'n flieger uit vroegere dagen ben op een reusachtige velodroom, terwijl het de wind is die van mij een kampioen maakt.
Te Harlingen vul ik mijn geldbeugel terug met biljetten uit een automaat. Ik drink druivensap maar dat geeft me dadelijk het zuur op de maag, en dus gooi ik de helft weg. Het fietsen in de koude regen heeft me honger gegeven zodat ik van zodra mogelijk warme worstenbroodjes ga eten, maar dat duurt toch zo lang eer die gebakken zijn en me worden opgediend. Zo kom ik te laat om nog op die dag met de boot naar Terschelling te varen. Ik zal dus moeten te Harlingen deze rit afsluiten. Op de VVV zoekt men voor mij een kamer voor twee dagen in Pension Havenzicht. Dat kost mij 90,00 piek vermeerderd met 2,50 voor de telefoonkosten . Voor mijn fiets zal het op de tiende dag een volledige rustdag worden. Douche. Telefoon naar Sonja. Tijdens mijn verkenning van Harlingen koop ik me sigaartjes, toevallig bij de eigenaar van Pension Havenzicht van wie de familie reeds lang de befaamste tabakswinkel van deze havenstad runt.Als pelgrim kom ik uiteraard terecht in de straat van Sint Jacob. Bij Veldeman, een grote viswinkel met restaurant, wil ik wel wat guldens gaan uitgeven. Weer zo'n lekker blond Hollands wijf brengt me aan mijn tafeltje en presenteert me de volle kaart. Ik bestel de admiraalschotel, de dagspecialiteit uit hun viswinkel, voor 26,50 gld ,met daarbij nog ijskreem, biertjes en extra-fooi voor 15,5 gld. Ik betaal met mijn Golden Eurocard om te bewijzen in dit schone restaurant, dat ook ik ondanks mijn sportieve kledij van goeden huize ben, zoals het keurige klienteel aan de vele andere tafels.
Donderdag 27 - Harlingen - Terschelling . Tijdens het ontbijt blader ik in de Dominicus reisgids, praat ik met twee vrouwen op weg naar Vlieland, en met de bazin van Pension Havenzicht. Zij wijst me hoe ik de snelboot naar Terschelling kan nemen. Om 9u30 ben ik reeds in de haven en betaal ik voor een ticket van de Ferry Friesland. De overtocht duurt twee uren. Het regent echter en dat bederft weerom mijn plezier. Op het eiland gekomen regent het nog meer. In een koffiehuis met winkel moet ik schuilen en koop ik een rode wollen muts, want ik heb een koude kop en weinig haren beschermen mijn hersens. Met het slurpen van hete erwtensoep met spekjes vul ik de tijd en mijn maag. Daarna bezoek ik de Vuurtoren Brandaris en Het Behouden Huis. De vondsten van de jutters en de door duikers opgeviste schatten uit gezonken schepen, werden daar verzameld. Maar vooral het Epos van Willem Barentz, de man die naar China wou varen via de Noordpool wordt er duidelijk uitgelegd, de Overwintering op Nova Zembla. Na de regen vertrek ik voor een schone wandeling, want plots is de zon teruggekomen. Zij schittert op een unieke manier over wolken, land, en zee. Ik zie het goddelijke licht dat de grote Hollandse schilders nodig hadden voor hun inspiratie. Ik rust uit in DE WALVIS, en terwijl ik geniet van een Terschelling Koffie, het Friese broertje van Irish Coffee, aanschouwen mijn ogen de prachtige schittering van de zee. Als volgent punt op mijn programma komt het Museum Zee Aquarium, toch ook een aanrader die de bezoekers alles leert over de Wadden, de vogels, de duinen, en de vissen. Door gebrek aan tijd en vermoeide benen kan van echt wadlopen geen sprake meer zijn. Een andere boot, de eigenlijke snelboot waarvoor ik 7,50 gld extra had betaald vertrekt met mij om 16u45 en vaart terug naar Harlingen in amper 45 minuten. Heerlijke tijd op zee, goede lucht, zon, oneindigheid van verten en wolken, en het toppunt wordt ook nog het zien van wilde zeehonden op een zandbank. Terug op vaste grond loop ik nog wat rond in Harlingen. In een ander visrestaurant dan gisteren, meer een eethuis voor de gewone man, met de naam Bij Wally schuifel ik naar binnen voor het avondeten. Ik bestel ook daar De Schotel van de Admiraal, de grootste portie voor de felle eters. Dit werd een zware dag met veel inspanning voor voeten en benen, en er kwam veel te veel vochtige lucht in mijn longen.
Vrijdag 28 - Harlingen.
Terug wielrijder ! Ik maak een praatje met een lieve blonde dame die het ontbijt serveert en de kamers in orde brengt. Onverwachts maakt zij me discreet duidelijk dat zij voor 50 gulden ook wel privédiensten verzorgt op het bed. Ik ben geen zeeman, maar wel een fietsende pelgrim. In mijn koersbroek volg ik met blote benen op deze zonnige herfstdag de Waddenzeeroute. Ik kom in de St-Jacobiparochie. Dit land aan de zee is het paradijs voor de jutters en de wadlopers. Vele schapen zorgen in de polders en op de heide echter voor veel stronten. Vermits ik in een verlaten gebied kom, besluit ik van mijn stuurtas te vullen met cola, pepsi, en snickers. De wind waait op de fietspaden en op de dijken in mijn voordeel. Gedurende een tijd pedaleer ik in het gezelschap van een man die me wel uitvraagt doch die zelf slechts kan zeggen dat ik de Bijbel zou moeten lezen tijdens deze periode van mijn leven wanneer ik van jong naar oud aan het kantelen ben. Ik bereik Lauwersoog. Na wat geknoei op een militair domein en om de goede weg te vinden, begrijp ik eindelijk dat in het Noorden van Friesland alle wegen niet meer naar Rome leiden, maar - en dat is toch zeer logisch - alle wegen lopen in het Noorden naar Groningen. Ik moet lang rijden op een fietspad dat werd verhard met zeeschelpen. Omdat Groningen toch zo een belangrijke stad blijkt te zijn wil ik er in een boog rond rijden. Het malen van kilometers blijft maar verder gaan. Om 17u00 en aan Km 100, vind ik dat ik mag afblazen, want de zon verliest reeds haar klaarte.
Te Winsum is de VVV gesloten. Ik vraag aan mensen op straat of er nergens mogelijkheid is om een kamer te huren voor de nacht. Geen antwoord. Ik stap een winkel binnen, geef 5 guldens, en vraag aan de winkelierster of zij telefonisch voor mij een kamer kan vinden. Zo geraak ik toch spoedig bij oma en opa Groeneveld naast het kanaal. Op korte afstand kan ik bij een Italiaan Pizza du Chef eten vergezeld van een fles Valpolicella, en ook naar België telefoneren. Op één gulden na zijn mijn 50 gulden, die ik ook al zou kunnen onkuis gebruikt hebben rond 9 u00, dan toch goed opgebruikt om 19u00. De avond wordt verder gezellig doorgebracht tot 23u00 in de living van die oude mensen.
Geschreven in het Gastenboek bij de Groeneveld's. Zij verstonden geen Frans, maar vonden het mooi dat er wat van die vreemde taal in hun boek kwam te staan. ' Pélerin sans foi, vagabond trop riche, supportant mal le poids de mes cinquante années, cherchant un ailleurs par les mille vents du Sud-Ouest, suivant mille canaux, digues, ponts, et fietspaden, après dix jours de route ma bicyclette s'est arrêtée ici en la modeste cité de Winsum où une épiciére gentille m'a indiqué la maison des Groeneveld. Le ciel était lourd mais un grand soleil illuminait la demeure de ces gens. La qualité de leur hospitalité est rare. Merci opa et oma Groeneveld. C'était bien bon chez vous. Demain et bien plus tard, je penserai encore à vous.' - W. Journée - Landen ( Belg ) - 0032 11 883709 .
Zaterdag 29 - Winsum . Om 8u00 daal ik naar beneden om post te vatten op 't toilet van de familie Groeneveld. Nu ontdek ik pas dat er schilderijen hangen met wielrenners uit vroegere tijden. Mooi. Het bed was hard. Er was geen douche en ook geen bad. Voor 30 gulden mag niet veel worden verwacht. Door de fles rode wijn die ik had gerdronken bij die pizzaboer had ik weinig eetlust.Toch moet een wielrenner deze maaltijd als ernstig beschouwen om 'de man met de hamer' nergens te ontmoeten.
Pech reeds voor de start. Mijn achterste band staat plat en ik ontdek hoe vuil mijn fiets is door de schapen, de nattigheid, het zout en het zand. Op straat geef ik mijn fiets een flinke beurt met emmers water en een borstel. Op dat moment komt opa Groeneveld weinig vriendelijk zeggen dat ik me wat moet haasten omdat mijn gastfamilie om 9u20 wordt afgehaald om naar een braderie te gaan. Ik ruim mijn kamer op, plaats mijn fietstassen op de stoep , en begin aan de herstelling. Wat te zenuwachtig omdat de oude Fries me bijna wegjoeg nadat ik hem mijn guldens gaf, ook al was ik een propere gast geweest, ben ik onhandig en de buitenband geraakt moeilijk terug op de velg. Om 9u15 neem ik afscheid van de oma en ik neem richting Groningen. Maar om 9u30 reeds sta ik terug stil omdat mijn achterste band opnieuw plat is. Nu stel ik vast dat er een scheur is in mijn buitenband want die is als het ware ontploft. Gelukkig ben ik niet meer op het platteland of aan de zee. Vrijwel direct vind ik een fietsenwinkel en een kantoor van de Amrobank. Omdat het de laatste zaterdag van de maand is, moet ik wel één uur aanschuiven om mijn eurocheck van 200 gld te innen. Ondertussen babbel ik met een postman die ook een fervente fietser is en wordt mijn fiets hersteld door een specialist. Hij plaatst een Vredestein Gran Ruta op mijn achterste velg. Een flesje olie, een doosje Simson plakkertjes, een binnenband, een leuke sticker voor mijn dochter, en de werktijd van de hersteller, voor een totaal van 81,00 gld, lossen al mijn problemen op. Het is alsof de wegen naar Groningen in stervorm liggen want ik zie het centrum van die stad maar niet komen omdat ik altijd op fietspaden rijd in schuine richtingen. Met mijn nieuw geld uit de Amro ga ik inkopen doen om 's zondags geen honger te moeten lijden. Ik sla yoghurt drinks, chocolade, nootjes, en snickers in. Ik verander van schoenen en sokken wegens koude voeten heb, en ook zet ik mijn zadel terug wat hoger. De nattigheid blijft aanhouden en ik bol daarom flink door naar het Oosten. Na een zigzag route in landelijk Friesland arriveer ik te Delfzijl. Ik vrees aan de kust concurrentie van de weekend toeristen en ga zo vlug mogelijk aan het spoorwegstation de VVV opzoeken . Gesloten. Ik droog me daar goed af en pas mijn kledij aan, want meer dan 48 km zal ik op deze zaterdag niet fietsen. In een boekenwinkel krijg ik goede info. Weldra vind ik zo een mooie kamer in het prachtige Ems Hotel aan de zee. Drie sterren en 110,00 gld. Dat mag wel zoveel kosten om een zondagochtend uit te slapen. Bad. Kleurentelevisie. Diner met kaarslicht maar zonder enige geliefde. Wel eenzaam slikkend tijdens het leegmaken van glazen goed Witte Raaf Bier. Ik ben aan de Bocht van Watum en logeer in een grote paalwoning. Regenwolkjes blijven maar alles besproeien, maken kikkers, eendjes en vissen gelukkig, en vullen de kanalen en de riolen. Ik geniet van warmte en van luxe.
Zondag 30 - Delfzijl. De meeuwen tateren er maar op los. Weinig gasten in het Emshotel. Alles is er grijs behalve dan de witte vogels. Lekker ontbijt. Omdat ik veel moet betalen, steel ik wat terug door suiker en thee te pikken voor mijn drinkbussen, en ook een broodje met konfituur voor later op de dag. Ik rijd door de polders. Even stop ik aan een kerkhof waar de sfeer van Allerheiligen reeds voelbaar is. Het regent heel fijne druppeltjes. Lange rechte stukken weg, helemaal vlak en eentonig. De Dollard zee is niet ver. Over een sluis op het kanaal geraak ik Duitsland binnen. Daar is het nog natter en kouder. Te Ditzumverlaat op zondagmiddag ben ik fier op mijn eigen wanneer ik besef dat mijn Duits nog altijd goed genoeg is om mij verstaanbaar te maken. Schuilend onder de ingang van de Sparkasse praat ik met voorbijgangers. Is er hier ergens een Zimmer Frei ? Plots is er een vrouw met een lichte motorfiets die werkelijk een barmhartige Samaritane is. Zij nodigt me uit bij naar thuis om toch wat beter te schuilen en warme thee te drinken, hopend dat ik later op de dag tot Emden kan geraken waar er in het Novotel kamers genoeg zijn. Zij telefoneert zelfs naar dat hotel om zeker te zijn. Deze Frau Kuper van de Bundenhammer te Dollart en haar echtgenoot, een amateur-chiropracticus, zorgen voor koekjes en thee, en ik ben de entertainer met een goede babbel gedurende een paar uren.
Bij mijn vertrek, wanneer de regen voorbij is, krijg ik een goede Duitse wegenkaart mee. Via Jemgun en Bingum steek ik de Ems over en zo bereik ik de stad Leer in Ostfriesland. Ik begeef me naar een zeer groot gebouw van de Hervormde Kerk waar de Jeugdherberg zich bevindt. Alle deuren zijn er open, doch er is geen kat, geen muis, geen kind, geen boer,geen godsdienstleraar, ... niemand, behalve dan die ene vreemde pelgrim op zijn fiets. In de grote ingangshal maak ik mijn fiets goed vast aan de verwarming, zodat hij droogt want dat is wel nodig. Ik verken te voet even Leer , ontdek de geweldige fietsenhandel Oltman, en in de Texas Bar stap ik binnen om een half haantje met brood te eten en Union Bier te drinken. Met de Duitse munten die ik daarna heb, kan ik in een cabine naar huis telefoneren.
Terug in de jeugdherberg is er nog altijd niemand. Het is daar zo groot als een klooster. De signalisatie toont mij wel waar de slaapkamers zijn. Ik zorg zelf dat ik boven ben ingekwartierd en dat mijn fiets veilig staat. Ik neem een douche en ga wat op een bed liggen om te rusten en om warm onder dekens te blijven. Een uurtje later word ik wakker door lawaai. Ik maak kennis met de herbergmutti die zeer onvriendelijk is. Zij is bezig met twee meisjes uit te kafferen die ook willen slapen in de jeugdherberg, hetgeen hen geweigerd wordt om welke reden ook. Is deze jeugdherberg nu open of gesloten ? Er staat hier geen borje ' Geschlossen '. Ik dreig haar over te schrijven wegens afwezigheid op haar job. Ik ben reeds overal in de wereld geweest in jeugdherbergen maar dit heb ik nog nooit gezien ! Dan bekent zij dat zij eigenlijk maar een vervangster is die waakt op honden, katten, en kinderen. en dat zij niet weet hoe zij gasten moet boeken. We boeken dus niet, wij slapen hier naamloos. Gij blijft dus maar naar uw televisie kijken en chips eten, en wij zullen onze plan wel trekken ! Einde discussie, en vrede op aarde voor de mensen van goede wil. Oef, echt zo 'n bazig wijf, gangmaakster van de parochie, zoals mijn tante Maria. ! De twee rugzaktoeristen uit Munchen beschouwen mij als een ridder van de Ronde Tafel, en zij zullen op het zaaltje naast mij slapen op dezelfde gang. We beloven van samen te spannen als er nog problemen volgen.
Omdat ik door mij op te winden zeker nog niet kan slapen ga ik terug naar het Stadsmitte van Leer in Nedersaksen. Ik ontdek het Kulturcafé Taraxacum ( de paardenbloem- le pissenlit) zopas ingericht als Frans Café met als naam 'La bonne Baguette '. Ik eet er ' Crêpes aux oignons '. Op alle muren zijn foto's van Parijs, van Jacques Prévert et ses chansons. Ik probeer Frans te spreken met de dienster, maar deze begrijpt me niet. Het is de eigenaar van de tent die zorgde voor de Franse stijl maar niemand die daar werkt is ooit in Frankrijk geweest. Voilà ce qui est très drôle !.
Wanneer de bladeren van de bomen zijn gevallenen dood op de grond liggen ... Wanneer de heimwee naar gelukkiger dagen ons hart droevig maakt .
Op het einde van deze natte ellendige zondag gebeurt er een mirakel. Ergens ver in een niemandsland aan Ems en Leda worden voor mij alléén de mooiste Franse chansons gespeeld en ik drink een fles Bourgogne Passetoutgrain. Dààr kan alleen mijn vriend Saint Jacques le Majeur voor hebben gezorgd.
Eenzame kille nacht in de leegte van die grote jeugdherberg van Leer .
Songtekst:Jacques Prévert.
Les feuilles mortes. O je voudrai tant que tu te souviennes Des jours heureux où nous étions amis En ce temps là la vie était plus belle Et le soleil plus brûlant qu'aujourd'hui Les feuilles mortes se ramassent à la pelle Tu vois je n'ai pas oublié Les feuilles mortes se ramassent à la pelle Les souvenirs et les regrets aussi Et le vent du nord les emporte, Dans la nuit froide de l'oubli Tu vois, je n'ai pas oublié La chanson que tu me chantais C'est une chanson, Qui nous ressemble Toi tu m'aimais Et je t'aimais Et nous vivions Tous deux ensemble Toi qui m'aimais Moi qui t'aimais Mais la vie sépare Ceux qui s'aiment Tout doucement Sans faire de bruit Et la mer efface sur le sable Les pas des amants désunis C'est une chanson, Qui nous ressemble Toi tu m'aimais Et je t'aimais Et nous vivions Tous deux ensemble Toi qui m'aimais Moi qui t'aimais Mais la vie sépare Ceux qui s'aiment Tout doucement Sans faire de bruit Et la mer efface sur le sable Les pas des amants désunis.
1994. Inleiding. Ik was vijftig jaren oud geworden en had mijn midlife crisis gekend. Op mijn werk in de openbare kredietinstelling ASLK-CGER was een omwenteling aan de gang die toen de naam Fortis in onze straten liet komen. Een sociaal plan voorzag het afvloeien van werknemers bij de aloude Spaarkas die sedert 1865 bestond en die een huwelijk aanging met haar vroegere aartsvijand De Generale Bankmaatschappij. De nieuwe managers van Fortis besloten van met het Flexi Plan 200 bedienden uit de administratie naar meer commerciële posten te brengen. Ik werd aanvaard in die groep, veranderde van taalrol, en kreeg een stoel aan een snelloket te Sint-Truiden. Even vroeger had ik ook reeds mijn aanvraag ingediend om het statuut van 'Disponibiliteit 52+ ' te bekomen. Dit betekende dat ik nog maar 20 maanden zou werken alvorens vervroegd op pensioen te mogen gaan op 52-jarige leeftijd. Sedert mijn fietstocht naar Schotland in 1987, was ik bijna helemaal stil gevallen als toerist. In 1990 had ik mij een randonneursfiets op maat laten bouwen bij Vlerick te De Pinte, en ik kocht ook een iglotent, een dure slaapzak en fietstassen. Maar door ziekte en onzekerheid stond mijn prachtige trekkersfiets gedurende vijf zomers in mijn kelder zonder dat ik het kon aandurven een internationale fietstocht te ondernemen. In october 1994 had ik nog vele verlofdagen. Ik vroeg dus een hele maand vrijaf, en ik bekwam dit op mijn bankkantoor waar iedereen reeds veel verlofdagen had opgebrand en alle werkposten in october bezet waren.
Jonagold Cox Orange Ambiorix
Dinsdag 18 . LANDEN. Start met de kilometerteller op 3070 . Vertrek om 10u00. Ik volg Vlaanderen Fietsroute, Haspengouwroute. Na 20 km stop ik om mijn remmen beter af te regelen. Na 30 km rustig nabij een tumulus is het tijd om te picknikken. Op weg naar Heks bewonder ik hoe de Jonagold pluk overal flink bezig is. Bommershoven. De onverharde weg die ik volgde loopt dood in een wei, maar wat verder zie ik de staatsbaan. Ik rijd door het gras, maar moet wel mijn fiets over de prikkeldraad heffen met het risico van mijn dure nog nieuwe zakken te scheuren. Eerste dwaasheid ! Het is zonnig, maar een koude tegenwind waait. Onze oudste stad Tongeren, van Ambiorix en van Konings, de ene koning van de Eburonen en de andere koning van de mosselen met friet. Langs de Jekervallei tot Glons, en dan de lange klim van Houtain St-Siméon. Km 68. Visé. Voor een slecht gertrainde is het niet slecht, maar in de helling was ik niet in staat van een verzet te vinden dat mij paste.Ik ga te voet tijdens het verlaten van de Maasvallei. Daarna fiets ik ontspannen door 's Gravenvoeren en Sint-Martens-Voeren. Reeds om 16 u20 bereik ik de Jeugdherberg De Veurs, na 78 km te hebben gefietst. Tijdens het wachten op de opening van de deuren, eet ik appels, vers van de boom en afgepoeld aan een waterkraan. SNOEP VERSTANDIG EET EEN APPEL . Om 17u 00 kan ik me inschrijven. Met mijn nog niet in dat jaar gebruikte lidkaart is er een bonnetje dat mij gratis nacht en ontbijt geeft. Na douche kan ik al avondeten. Veel boterhammen. Koffie, suiker, melk, is onbeperkt. Ik maak een babbeltje met wandelaars uit Westende, een militair op definitief verlof. Tijdens een wandeling door het dorp telefoneer ik aan echtgenote Sonja. In de Centre Culturel et Sportif drink ik ' Blanches de Hougaerde dans un verre givré '.Terug in de jeugherberg speur ik nog wat rond en zo kom ik te weten dat er een pot is vol met condooms, gratis ter beschikking voor jongeren met onrustige hormonen, dat er ook een 'Kartoffelvakantie ' bestaat, dat alle vuile schoenen moeten buiten blijven, dat er een afdak is voor fietsen, en dat de bazin nog maar pas een kindje heeft gekregen, want er staat een houten ooievaar naast haar deur.
Woensdag 19. Sint-Martens-Voeren. Deze fietstocht moet bewijzen of ik tijdens mijn komende jaren van mijn vervroegde pensionering goed zal kunnen genieten van mijn vrijheid en mijn nog goede gezondheid. Ontbijt aan lange tafel, met op deze weekdag 12 + 6 = 18 gasten in deze Vlaamse Jeugdherberg. Ik fiets terug naar Moelingen, en dan naar de grens. Het is goed weer. Ik volg een fietsroute langs Rijckholt en Gronsveld, door bos, over hellingen, en soms onverhard tot Oost-Maastricht, richting Amby. Stop in resto Mac Donald nabij het voetbalstadion van MVV. Elsloo. Kasteel. Op een bank nabij vijver doe ik een dutje. Wat een heerlijk landlopersbestaan ! Stein. Ik volg het Julianakanaal en zie vele blauwe reigers.Vissers, wandelaars, fietsers. Urmond. Sittard. Aan de kruispunten kunnen fietsers groen vragen door op een knopje te drukken. Ik zoek naar de jeugdherberg van Sittard, doch Het Molenrad werd zopas omgebouwd tot tehuis voor gehandicapten. Dus moet ik naar het ANWB kantoor waar ik een kamer huur voor 85 guldens in Hotel Oranje. Het is een compacte nette kamer met TV en ik geniet van een heerlijke douche.Mijn tocht van vandaag was 66 km lang. De avond in Theaterstad SITTARD vervolgt met koffie in de Sirkel. Op het grote plein stap ik het Chinese Restaurant binnen. Drie biertjes en eten in een korf kosten me 27,5 guldens. Aan de Postbank staat een bedelaar en die krijgt van mij 5 gulden want ik vind dit een avond om gelukkig te zijn. Wandeling met een boogje naar het hotel, waar ik nog geniet van een ijsje en een biertje. TV . Braaf in 't bed .
1765 - De Schutterij Sint Martinus van Sint-Martens-Voeren . 1641 Kevelaer
Donderdag 20 - Sittard. TV - Douche - Ontbijt - Kaarten geschreven aan familie en vrienden. Susteren - Echt- Montfort- Linne . Ik geniet van de grootsheid van de velden. Gelreroute. Roermond. Stop voor een frietje en een cola. Daarna volg ik ANWB route voor fietsers naar Arnhem. Mijn pedaalarm kraakt en komt los. Ik herstel zelf. Voor zo'n bagatel durf ik geen fietsenhandel binnen stappen. Overal worden fietsen met veel glitter verkocht, maar waar is eigenlijk nog zo'n goede oude hersteller ? Swalmen- Reuver-Tegelen. Ik geniet van koffie en gebak. Ik koop één liter limonade in een recycleerbare plastieken fles met 1 gulden statiegeld. Te Venlo kom ik tussenwerken gereden, veel buldozers en een moeilijke omleiding. In het ANWB kantoor van Venlo koop ik een goede kaart om gemakkelijker Kevelaer te bereiken langs kleine wegen en aan de andere kant van de grens. Rust op een bank, en opknabbelen van een appelsien, daarna fietspad naar Straelen. Oei, mijn pedaalarm komt teug los. Ik wil beter herstellen, maar mijn sleutel is te klein, met een mesje en andere kant van sleutel gaat het beter. Eindelijk voel ik nu dat de wind in mijn rug blaast. Met groot verzet en hard duwen kraakt de pedaalarm niet meer ! De zon begint te dalen, zodat ik ondanks vermoeide benen toch sneller begin te rijden . Om 18u00 bereik ik de jeugdherberg van Kevelaer waar slechts één man zal overnachten en dat ben ik. Pittig detail : hier probeerde ik in 1987 een kamer te bekomen voor vier personen en een hond, mijn hele familie, maar dat lukte ons niet wegens overbevolking. Tussen de vele jongeren had mijn hondje vlug vrienden. Doch, weldra paniek , in onze verwarring om een kamer te vinden, vergaten wij even onze Bibi. We waren reeds verder gereden zonder te denken dat ook hij met ons meereisde. Op minder dan één uur was onze hond al de grootste vedette van die jeugdherberg geworden, en ook hij was ons eigenlijk vergeten omdat hij zoveel aandacht kreeg van talrijke jongens en meisjes die nog nooit zo'n braaf en lief beestje hadden ontmoet ! Goed gewassen en in andere kledij maak ik een wandeling. In een Oud-Duits Restaurant neem ik een tafeltje. Voor visschotel, Wienerschnitsel, 3 glazen bier, betaal ik 42,00 DM. In de donker en terwijl akelig sirenes loeien stap ik terug naar mijn logement. Afgelegde weg op de fiets : 92 km.
Vrijdag 21 - Kevelaer. Na mijn individuele Fruhstuck om 8u00 vertrek ik reeds, en ik pik ook nog één Brötchen mit Käse mee, ' one for the road ...' . Voor de start probeer ik mijn pedaalstang stevig te fixeren, maar omdat het resultaat me niet bevalt beslis ik om te zoeken naar een professional die zorgt voor de oplossing . Ja, hoor, in deze stad vind ik een grote zaak van Koga Miyata met een vrouwelijke manager die me vriendelijk ontvangt; In het atelier wordt gewerkt aan drie punten : de remmen, de versnellingen, en de pedaalstang. Een wandeling door Kevelaer, plaats van religie en godsdienstige kunst, kan me niet boeien. Ik zie prachtige houten beelden. eens koop ik nog wel de apostel Jacob als pelgrim , of dan enkele figuren voor Kerstmis. Even praat ik met iemand in Joola training, een Tischtennisser uit Wolfsburg. Stop te Weeze. Cola en koek. Ik telefoneer naar huis voor 2,30 DM en schrijf zichtkaarten. Alles loopt goed met mijn fiets, alhoewel de remmen zeer dicht tegen de velgen komen. Ik meende dat zij er tegen schuurden want ik geraakte slecht vooruit. Tegenwind, bergop, slechte forme, waren echter de redenen die mijn snelheid aan het beperken waren. Op deze dag zou ik 76 km afleggen. Velospellen rond mijn benen zorgen dat mijn broek netjes blijft, maar zij sluiten ook mijn bloedsomloop af. Mijn voeten vallen in slaap. Nabij Hasselt in Niederrhein gooi ik daarom die fietsspellen weg. Ik maak een omweg naar Xanten, zeker de moeite waard , want Xanten ligt op de weg naar Rome. Het weer is lekker goed, en ik neem al mijn tijd om de Alte Römerstadt te bezichtigen. Tweeduizend jaren geleden kwam de Rijn hierlangs maar hij wijzigde zijn loop. Ten tijde van keizer Augustus was Xanten een fort aan de grens van het Romeinse Rijk. Twee legioenen ( 10.000 soldaten) verbleven hier. Zij maakten vele kinderen met de plaatselijke vrouwen. Tot de inval van de Franken in 450 na Christus duurde hun invloed en hun cultuur, waarvan nu nog vele zichtbare sporen overblijven. Mijn dochter Martine kwam op schoolreis ook Xanten bezoeken. Een valse portier en bewaker van de fietsstalling vraagt me 2,00 DM. Ik zeg eerst dat ik hem niets anders wil geven dan een pak slaag, en dat zal ik ook vlug doen. Hij druipt af. Vijf minuten later rijd ik terug langs hem voorbij. Ik stop en geef de man 4,00 DM, zeggend ' Es ist so eine schöne Tag, gehen Sie ein Bierchen trinken auf meine Gesundheid ...! ' . Ik maak een ritje naar het Niebelungen Ferienbad, een grote zwemvijver voor zomerse dagen. Praatje met fietsers, daarna koffie en gebak voor 9,30 DM. Verder naar Bedburg-Hau waar ik terecht kan in een Fremdenzimmer. Wat verder in dit bosrijk gebied is er een grote kliniek die horizontaal werd uitgebouwd . Wandeling, bad, avondeten, lektuur.
Xanten, Saintes,Geel, Salibury, Stoere Romeinen, behalve als Ambiorix aankwam overal kwamen mijn fiets en ik.
Zaterdag 22 _ Bedburg-Hau . Aan Frau Schuska betaal ik met een eurocheck van 36,50 DM. De Via Romana volgend naar Kleve stop ik nog even om vuil ondergoed te dumpen in een container die reeds vol was met patattenschillen. Wandeling te Kleve. Te Kranenburg zie ik een forelkwekerij met veel circlatie van water in buizen en goten, opgehangen aan altijd groenen Tannenbaumen. Terug in Nederland, te Groesbeek kom ik aan het Tivolipark. Ik geniet van de prachtige herfstkleuren in dit bosrijk en heuvelachtig gebied. Stop aan de Canadese begraafplaats. Het is goed weer, ik heb gezweet, en ik verander daar van kledij. In het visitors book schrijf ik mijn gevoelens op bij het zien van de graven van de gesneuvelde soldiers. Ik bereik Mook en volg het fietspad aan de Maas-Waal , daarna volgt Malden en Nijmegen. Er is veel drukte. Temperatuur 16°C. 16u00. Op deze zaterdag zal mijn rit 91 km bedragen.
Ik moet nog 16 km tot Arnhem fietsen en doch ga eerst voor de regenbui schuilen aan Supermarkt Jan Linden waar ik yoghurt drink tot wanneer de lucht weer droog wordt. Het is nu zuurstofrijk en op het fietspad Maastricht-Arnhem kan ik een flinke vaart aanhouden. Te Elst lokt een hotelletje mij, maar ik meen dat het nog te vroeg is. Zo waag ik me dan in de lange doortocht van Arnhem. Tweemaal is er geen plaats meer , in Hotel Blanc en in de Old Dutch. Ook nabij het station mislukt het tweemaal. Ik koop een telefoonkaart en telefoneer naar huis. Door de natte avond rijd ik nog 10 km verder . Ik val bijna op gevallen herfstbladeren, verlies me op kerkhoven voor joden en katolieken. Mijn geduld wordt beloond want in Alseveer Youth Hotel zal ik de nacht mogen doorbrengen. Eten, slapen, ontbijt, veilige plaats voor mijn fiets, kost me in totaal slechts 40,75 guldens. Ik maak kennis met Piet Schütz en zijn zoon Turi, ook fietsers. Ik geniet van bier en van thee aan de bar, tot 23u00, maar ik zal slecht slapen .
Zondag 23 - Alseveer. Ik heb nuttige informatie over de jeugdherbergen in Nederland, en ik mijn zadel wat hoger geplaatst omdat ik met droge schoenen met een dikkere zool wil verder rijden. Fietsend langs een militair vliegveld, op fietspad door bos en hei kom ik doorheen het Park Hoge Veluwe . Als ik in Rheden ben en niet in Loenen, besef ik dat ik verloren ben gereden, maar het is daar aan de Yssel zeer leuk, en daarom maak ik er halte om te telefoneren, en ik kan echt niet weerstaan aan aanbod van Italiaans ijsdiner dat me daar lokt. Langs het Appeldoorns Kanaal verder, schaf ik mijn bezoek aan Zutphen af. Appeldoorn in de regen inspireert mij ook niet en zo bereik ik weldra op deze rustige zondagnamiddag Deventer. Ik vind het daar zeer mooi.
Bij een Turk eet ik mijn buikje vol met een Kebbab van 16 guldens.
Op Sint-Valentijnsdag van een jaar dat nu al zolang voorbij is dat de kinderen die door de liefde toen werden verwekt bijna grootmoeder of grootvader zijn, toen ik mij reeds een tijdje aan het afvragen was of ik mijn palet maar niet definitief moest opbergen, nam ik op die bewuste zaterdagochtend toch maar de tram om te gaan deelnemen aan het Premier Tournoi de Tennis de Table du Cercle Sportif du Personnel de la Radio et Télévision Belge. Het was toch te slecht weer om te gaan fietsen of te gaan wandelen, en voor een pas gescheiden vrouw zonder kinderen waren er op die dag toch maar weinig andere mogelijkheden.
Ik voelde me die week niet bijzonder fit, maar toch had ik aanvaard om de kleuren van de Spaarkas, mijn werkgever, te verdedigen op dit sportief gebeuren voorbehouden aan personeelsleden van een aantal bedrijven, banken, parastatale instellingen, ministeries, pensioenkassen. De Sportkring van de ASLK was ook uitgenodigd geworden en had beloofd van het gevraagde aantal van vier spelers of speelsters af te vaardigen, en die moesten dan spelen netjes volgens sterkte en kleur verdeeld over vier reeksen.
In mijn jeugd had ik in het tennis en in het tafeltennis enige reputatie opgebouwd, en ook zelfs in het zwemmen en in cross-country, maar dat gebeurde dan wel in mijn thuisbasis te Walshoutem, in de steden Borgworm, Hannuit en Hoei, en zelfs te Luik, maar in de hoofdstad Brussel was ik totaal onbekend in het milieu van het pingpongballetje. Met mijn klassement Interbanques 3 bevond ik me, zoals ingeschreven door mijn Cercle Sportif de la Caisse d'Epargne, op tabel III met tafeltennissers die niet sterker dan D2 waren.
Met hoogte- en dieptepunten spartelde ik, met telkens verlies van een set, door mijn eerste matchen tegen gespierde kerels in korte broek die wel hard op de bal sloegen maar veel te veel misten, zelfs tijdens hun opslag. Na drie overwinningen dronk ik een grote tas gesuikerde koffie, met een stukje taart, terwijl de mannen toen reeds pinten bier dronken. Ik had ook een kommetje rijstpap meegebracht met veel bruine suiker en dat heeft me goed gesmaakt. Na de pauze vanaf 14u00 versloeg ik iedereen, ik had geen enkele moeite meer om ook nog mijn vier andere concurrenten af te straffen. Ik moet wel verklappen dat ik voor het begin van de namiddagmatchen goed naar de toiletten kon gaan en dat ik dan ook helemaal van kledij ben veranderd, zelfs met verse sokken, onderbroekje en bustehouder heb ik me toen herkleed in de zeer propere damestoiletten van de Belgische Televisie, waar ook zo vaak onze beroemde omroepsters zich ontspannen. Dit tafeltennistornooi werd immers georganiseerd in een zaal die eigenlijk op andere dagen ook wordt gebruikt voor de opnames van televisieuitzendingen, zij het dan met anderen meubelen dan die pingpongtafels.
Deze kerels heb ik toen alle zeven geklopt tijdens de schiftingen.
Als eerste van het bovenste gedeelte van Tabel III zou ik aldus om 20u30 de finale moeten spelen tegen André Noël van de Bank van Brussel die de beste van het onderste gedeelte van dezelfde tabel was geworden. Noël had een match meer dan ik moeten spelen en leed ook eerder op die dag reeds een nederlaag, zonder gevolg voor de uiteindelijke rangschikking van de andere poule. Ik moest wel enkele uren geduldig wachten, en ook nog enkele keren arbitreren, en zo vorderde de grote studioklok langzaam maar zeker naar het 'moment suprême' de start van de finale van de reeks D-Open.
DE FINALE : De partij begon voor mij slecht. De BBL-er had groene noppenrubbers op zijn palet waarmee hij zowel kon aanvallen als passief en afwachtend spelen. Ik moest tegen mijn goesting het balletje gaan oprapen en het was al snel (1- 7) . Ik nam een slokje uit mijn glas spa-citroen, en ik dacht : ' Het zal wel niets worden ... ' . Regelmatig veegde ik mijn gezicht af met de handdoek waarop het embleem van de ASLK stond afgebeeld, want als ik niet zou winnen zou ik dan toch voor wat publiciteit zorgen voor mijn werkgever. Ik vloekte tegen mijn eigen en zei aan mezelf : ' Oude wringster, gij speelt hier de finale, vergeet dat niet ... ! Dus, Frieda meisje, meer tactiek en kalm blijven ... en smashen kunt gij niet, gij zijt te lomp ! Laat je toch niet belachelijk maken, ... allé, hup, hup, ...! (3-10). ' Sukkel ! Nog een misser ! - (6-14)- Waarom toch, na zolang ... kunt gij nog altijd niet pingpongen ... ? (9-16) ! Het gaat hier gedaan zijn met ballen rapen ...! Ik moet alles kort spelen aan zijn rechterkant, zonder te couperen, lage balletjes ... ! Zo gaat het verder, en tijdens iedere balwisseling laat ik zowel mijn tong als mijn tanden zien. Ik vertraag opzettelijk, en de score glijdt amper nog vooruit. De scheidsrechter, een oudere heer van de RTB, is niet meer zo gelukkig als toen hij pintjes dronk aan het buffet. Hij toont nu eens zijn linkerwang en dan eens zijn rechterwang op het eentonige ritme, van ping, pong, en pang. Triest heen en weer gaat het balletje, en steeds naar diezelfde zijkant achter het net volgens de ijzeren wil van de kleine Frieda met zwart krulhaar. (10-18).
Mijn twee vorige ballen had ik hopeloos slecht verspeeld, en dat doet me nu echt fel blazen. Duidelijk toon ik aan mijn tegenstrever tekenen dat ik me er al neerleg om deze match te verliezen. Het balletje van 38 mm diameter is net door mijn vijand heel ver de zaal in gesmasht, een misser, hoog boven hoofden, lampen, en tafels. Toch een puntje voor mij, eindelijk ! Ik neem nog eens mijn handdoek en met mijn rood geworden kop denk ik even na , voor zover dit in de ring nog mogelijk is. Plots zie ik een lichtje. Het was mij opgevallen tijdens enige balwisselingen dat ik het ronde ding goed onder mijn controle kon houden, zodat mijn betere toekomst tijdens dit spel ook toch zou kunnen liggen in kapbewegingen met een draaiende pols in mijn backhand. Op dat kritieke moment van mijn finale beslis ik plots van volledig mijn spel te veranderen. Van zacht schuiven met mijn rechtse schakel ik over naar mijn kappende backhand. Er gebeurt een wonder vermits de BBL-man driemaal zijn retourbal in het net legt. Hij vloekt en geeft dan nog een domme opslag weg die afketst op de boord van zijn tafelkant.
Zo komen wij , ik en mijn supporters, weldra aan 17-18 en André Noël wordt zenuwachtig en raakt de bal met zijn wijsvinger. Na een slokje aan mijn spa-citroen, kijk ik eens in zijn ogen waarin ik verwarring zie opkomen. In een ware euforie durf ik nu zelfs ook smashen, en met succes ! Ik voel me echt high ! In mijn hersens weerklinkt de verschrikkelijke ' Banzaï ' kreet van Kimura. Met de klasse die enkel op de grote dagen van mijn leven haar neusje soms liet zien, los ik nog een paar loeiers . Geweldig ! De punten zijn allemaal voor mij. Als de zegevierende Zatopek loop ik door en kom ik over de meet, de 21-lijn van het einde van deze eerste set . ( 21-18 ) - . Dat was er op en er over ....! Bravo Frieda !
Voor de vijftiende keer op deze zaterdag heb ik zo'n set gewonnen. Ik sta er nu goed voor. Dit is aan het gebeuren in de finale, en hoe verschrikkelijk sterk was ik toch op het laatste, in de sprint ! Frieda'ke, Frieda'ke toch, er groeit hier een schone kans om nog weer een keer een tornooitje te winnen. Er staat daar zelfs een schone beker en een doos met een prijs in natura. Wat zou dat zijn ?
Mijn tegenstrever, de op het eerste zicht toch vriendelijke André Noël, zit nu op een stoel te schuimbekken, en hij is fel kwaad op zichzelf omdat hij ondanks voorsprong niet kon afwerken tegen die madame met haar roodbruin ouderwets paletje. Al direct na de eerste bewegingen over de tafel komt hij op het begin van de tweede set met grof geschut. (1-6) - Ik moet alles doen om mijn concentratie en mijn fighting spirit terug in de gepaste slagorde op te stellen, terug vertrouwen leggend in die kapeffecten die tijdens de eerste set goed meevielen. Mijn beste wapens hebben immers die vorm en dat wordt bevestigd - ( 4-6) - Ik neem geen risico's. Ik vertraag, houd het balletje laag, en aan de rechterkant van de man die mijn 'pong' moet verteren. De score vordert geleidelijk en wreed langzaam : (8-10)- (12-12) - (14-14) . Ik vecht tegen de andere kant, tegen de vijand, doch ook nog meer tegen mezelf. Ik moet mijn concentratie maximaal laten renderen en mijn zenuwen baas blijven. Ik moet zoeken naar de harmonie tussen kalmte en agressiviteit, de beste cocktail om in dit balspel te zegevieren, om na de inspanning feest te kunnen vieren.
De BBL-er geeft me de indruk van wat te puffen. Is hij moe aan het worden ? Hij speelt ook reeds zijn negende match, en op zijn gespierde beentjes heeft hij reeds veel afstand afgelegd achter die duivelse pingpongtafel met dat domme net van vijf duimen hoog. Plots komt een C-speler van een andere tennistafel onze speelruimte ingesprongen. Ondertussen is het al 21u00 voorbij en wordt ook nog een andere finale gespeeld, niet erg ver van ons. Die speler roept ' ... Deux balles ...! De balwisseling tussen Frieda Genné en André Noël duurt nog geen eeuw, maar toch reeds lang genoeg en het is spijtig dat dit nu op zo'n dwaze manier wordt onderbroken. Ik stop onze pingpongbal met mijn vrije hand, en met mijn voet schop ik het andere Flick-balletje terug uit onze speelruimte in de richting van die storende onderbreker. Het wordt een bijkomende rustpauze, een incident dat voor de drie belanghebbende toch welkom is, want zowel de speler, als de speelster, als de puntenteller, beginnen na deze lange sportdag moe te worden.
Het is Valentijnsdag. Maar ik heb geen man, geen vent, geen minnaar. Ik ben een gelukkige en vrije vrouw die pingpong speelt. Ik ben niet eenzaam want iedere kenner, alle aanwezigen hopen op mijn overwinning, behalve dan misschien die enkele homosexuelen die gluren naar het kontje van Noël, en dan die sportliefhebbers aan de druk bevolkte bar die alleen houden van Jupiler en Bellevue. Een stem diep in mij treft me op dit cruciale moment. Mijn engelbewaarder, die mijn coach in alles is, huilt dat ik niet meer mag verdedigen en afwachten, want ik moet zonder pardon toeslaan .... ! Vooruit nog zeven punten ... ! Ik luk een leuke smash . - ( 15-15) - Zie je wel dat ik het kan ! Van onder mijn middenrif sleur ik mijn derde adem uit. Een nieuwe vloed van energie spoelt over mijn vrouwenlijf. Ik pomp en pomp mezelf moed in, als ware ik moederlijk bezig met de bevalling van mijn baby. Patat, patat, ... wow, .. nu lukt de BBL-er toch wel twee smashes. - ( 15-17) ! Zo iets is niet goed, en snoert me de keel ! - (16-18) !
Plots komt opnieuw die grote lomperik van een C-speler van de Pensioenkas in zijn zwart Fred Perry bloesje met een sprong in onze richting en hij roept opnieuw ' ... Deux balles ...! ' De scheidsrechter roept ' Stop ! ' en dat is voor mij heel erg omdat precies op dat moment mijn vis-à-vis de bal slecht had terug geslagen, in het net. Ik verlies zonder twijfel dat punt, of beter gezegd Noël wordt niet gestraft voor de duidelijke fout die hij aan het maken was. Ik laat een harde schreeuw, zoals een gewond hert, en ik word razend als een bedrogen Romeinse wolvin. Ik bedreig zelfs alle daar aanwezige kerels ! Rotzakken, die denken dat ik een persoon van het zwakke geslacht ben, een secretaresse van 1m 55 van de Sociale Dienst van de ASLK ! Althans zo doe ik, want deze uitingen zijn slechts Commedia dell'Arte ! Op zulke momenten door enig voorval gestoord worden, betekent immers ongetwijfeld ineenstorting en ondergang, of sportieve zelfmoord. Ik speel theater in de studio van onze Nationale Televisie. Is het een tragedie, of wordt het een burlesk blijspel ? Ik ga naar mijn handdoek en droog mijn natte kop nog maar eens goed af om te kalmeren. Noël weet nu echt niet wat er zal gaan gebeuren. Ik drink spa-citroen, maar zal ik van dat groene broebelende vocht naar iemand spuwen ? De scheidsrechter beseft op dat ogenblik dat hij misschien wel een gele of zelfs een rode kaart zou moeten hebben, en hij heeft enkel een potloodje en een fiche met onze beide namen om de score te noteren. Ik kan terug op adem komen en mijn tegenstrever is ondertussen de draad van zijn match kwijt. But than the show must go on ! ... en na dit incident plaatsen wij ons terug achter de boordlijn van de tafel. Ik kijk heel, heel triestig naar de scheidsrechter, doch die heeft geen hart voor alleenstaande vrouwen die op een Valentijndag een finale spelen in die voor haar weinig romantische avond. Hij zegt : ' A nouveau ( 16-18 ) ! '
Ik heb helemaal niets gezegd of gevraagd aan Noël. Hij mag voor mij lucht wezen. Tussen ons staat een standardmeubel van vijf voet breed en negen voet lang, precies netjes in twee delen verdeeld door een netje. De kalmte is weergekomen. Iedereen in de zaal weet nu dat er een intense kamp bezig is tussen de staatsbank ASLK en de privébank BBL. Zoals zijn familienaam het laat zien is André Noël een pingponger die in februari zo vrijgevig is als de Kerstman van december. Hij laat lichtjes het balletje naar het net rollen en zo verkwist hij met opzet het volgend punt. Hij roept met een lach ... ' Cadeau ...! ' - ( 17- 18) . U had dit punt al gemaakt ... . Dat vond ik ook !
'Wat een sjieke type toch, die André ... ' ben ik op dat ogenblik aan het denken. Maar 'zoef 'scheurt het ... alvorens ik terug in de game ben en weer mijn tactisch vernuft, balgevoel, en techniek, op toeren heb. Wanneer de loodjes heel zwaar wegen op het einde van een finale kamp, na elf uren pingpong in een rumoerig lokaal, kan die kerel van de BBL in zijn te kort broekje nog een onweerstaanbare liftbal uit zijn plankje toveren. - (17-19) - ! Opgepast die Kerstman zonder baard is wel een gentleman, maar hij wil nog altijd graag winnen ! Alles kan nog !
Het volgend punt is absoluut verschrikkelijk belangrijk. In de Pingpang Qiu kan met een plotse bliksem gewonnen of verloren worden ! Set, match, en de buit, ... de ereprijs en de roem, ... zijn pas binnen na het scoren van het ultieme pingpongpunt. Ik adem diep. Ik besef nu 100% dat ik aan de opslag ben. Het was lang geleden dat ik die vuile doch reglementaire opslag duizend malen had uitgevoerd op training . Een balletje vol venijn volgt tweemaal in het midden achter het net. (18-19) ! (19-19) ! Niemand kan geloven dat Noël zulk een belachelijk botsend balletje niet kan over het net terug brengen. Plots ketst het onbetrouwbaar balletje van mijn palet. Het gaat omhoog, veel te hoog, maar komt toch nog gelukkig op de goede kant bij Noël terecht. Die ziet dat het moment gekomen is voor zijn zwaarste mokerslag. Hij slaat de bal echter op het net dat met al haar veerkracht het celluloïd de ruimte in katapulteert. Trilling, stuiptrekking, waarmee zal toch het volgende punt worden gescoord ? Zo fladdert de score in mijn voordeel naar - ( 20-19) - ! Verdorie ! Ik kan nu winnen !. Dit is al een matchbal !
' Alleluia ! ... Hier komt de bruid ... Maar, pas nog eventjes op, want .... ! Laat hem nu maar komen. Het kan maar een kwestie meer zijn van ogenblikken, seconden, hoogstens nog één minuut. Ik moet die nachtmerrie van een bal rechts en laag houden Ik moet ooo ... p ... letten, oei, ... bijna nog een misser ! Ik gluurde naar den André van de BBL en ik hoopte dat de elastiek van zijn groen broekje plots zou breken , en dat iedereen in die pinpongzaal zijn valentijnte zou zien. Maar neen, dit was iets veel erstiger. Wij waren in een Spaanse arena aan het kampen. Hij was de stier, en ik was de toreadora met de fijne degen die diende om te doden. Ik dacht dat ik al zolang aan het strijden was, misschien was deze kamp al eeuwen oud , en vermits er niets nieuw onder de zon is, zijn wij David en Goliath, een HoratIër en een Curatiërs, zijn onze paletten goedendags, geuzensabels, bajonetten, bokshandschoenen. Ik bleef op ritme en in concentratie, en mijn benenspel was nog steeds van betere kwaliteit. Plots gaat de arm van mijn vijand van dit uur met een beweging van onder naar boven voor de moeilijke zweepslag die gevreesd wordt door alle verdedigers. Mijn reactie is uitmuntend, met gesloten bat weerkaats ik het schichtige balletje terug. Het veert zelfs weg naar een moeilijke hoek aan de overkant. De speler van de BBL, in een verwarde beweging, ergens links van de tafel, weet het balletje nog even terug te zenden, en kan één enkele keer nog zijn bankroet wat uitstel bezorgen. Alles hangt nu af van de baan die het witte projectiel zal willen volgen in het beperkt luchtruim rond en boven die pingpongtafel. Baan is geen geschikt woord hier. Ik verkies trajectoire want in die mengeling steekt er wat van tragedie. De bal doorklieft dus de lucht in die studio van de RTB. Wordt het 3m16 dan zal een doffe ' pong' worden gehoord en dan is de bal nog goed aan het botsen. Wordt het echter 3m 24 , dan is heel de gigantische strijd die we hebben beschreven voor goed beslecht. Het zou hopeloos 3m78 worden, en dus mag ik mijn armen in de hoogte steken ! ( 21-19 ) . ! Einde wedstrijd ! Bravo ! Deze geweldige match diende tot de meerdere glorie van de sport, van de fairplay , van de natie.
Met André Noël, die toen dacht dat hij een vrouwtje als ik gemakkelijk zou kunnen kloppen.
Bijkomende uitleg : Oorspronkelijk bestond dit verhaal als HET EDELE PINGPONGSPEL . Wilfried Journée, een echte tafeltennisser, won toen in werkelijkheid te Brussel de reeks D van een pingpongtornooi bij de URBRASCO & INTERBANKEN op Valentijnsdag in de lokalen van de Televisie. Drie maanden later beschreef hij dit in een stukje dat bestemd was voor een prozawedstrijd van Het Open Venster , zesmaandelijks tijdschrift van de Kring voor Kunst en Kennis van het personeel van de ASLK-Bank. Wilfried won toen een prijs en zijn edel pingpongspel kwam flink in de belangstelling. Vierentwintig jaren later besluit hij van zijn prozastuk te herschrijven onder een andere vorm. De schrijver ex-pingponger situeert zijn match nu twintig jaren vroeger in 1967 en de winnaar van de match is niet meer Wilfried zelf , doch een imaginair dametje dat zeer goed kan pingpongen want zij vloert alle mannelijke tegenstrevers. Wilfried Journée werd veranderd in Frieda Genné en de verliezende speler van de BBL is nu van een in mekaar geknutselde identiteit : André Noël , zijnde de voornaam van een persoon en de familenaam van een andere persoon die de schrijver in 2011 regelmatig ontmoet. De zwartwit foto's werden geplukt op het internet , gewoon om te illustreren . Waarom ? Wel, met zo iets kan een senior zich nog eens goed amuseren op zijn blog ! Het moet niet altijd de waarheid en niets dan de waarheid wezen zoals op het Tribunaal !
Dit stond natuurlijk niet in een dagblad in ons land . Het moet dan ook een vertaling zijn uit De Sportvriend van het Japanse Kobe-shi zijn , tenzij het natuurlijk pure fictie is, en met iemand die zoals Papoum op zijn oude dag zweeft tussen de virtuele wereld, de droomwereld, het verleden en de vochtige werkelijkheid van een koude februaridag, is dit zeer mogelijk.
De legendarische takkyù samouraï uitgeschakeld in de kwartfinale !
De score was 11-5, 8-11, 11-8, 12- 14, 9-11, 11-2, 13-11. Hiermee won de amper zestienjarige Koki Niwa in de vijfde ronde van de hoofdtabel van de Open Japanse Kampioenschappen tegen de ruim vijfentwintig jaar oudere Yujin Supotsu, na een heroïsche tafeltennismatch van negentig minuten. De verliezer gaf aan de winnaar en aan de scheidsrechters een handdruk, het bewijs dat hij het resultaat aanvaardde, en dat de strijd zich met de grootste fairplay had voltrokken. Op weg naar de kleedkamers bleef hij nog even staan, omringd door een horde reporters, fotografen, en enkele cameramen, en toen na een groet aan het publiek meldde hij met duidelijk verstaanbare stem dat hij precies op dat ogenblik de beslissing nam om te stoppen met zijn sport, na vijfendertig jaren intense trainingen en competities.
Kijken naar Yujin was een streling geweest voor de ogen van alle kenners. Deze prachtige atleet was een kunstenaar in wat hij deed. Hij was de perfectie zelf in het mannelijk verdedigend tafeltennis. Hij was een model in zijn sport. Nooit had hij puntjes gestolen, nooit had hij een fout tegen de sportreglementen begaan. In en buiten de sportarena was hij een gentleman. Nooit had hij één druppel saké gedronken en nooit één yen aan geisha's gespendeerd.Veertien maal was hij individueel kampioen van zijn land. Gekoppeld aan Hiroshi Matshumita won hij zesmaal de titel in Heren Dubbelspel, en gekoppeld aan vijf verschillende speelsters won hij ook vijfmaal het Gemengd Dubbelspel. Toen hij nog in de jeugdafdelingen speelde won hij ontelbare titels met zijn tweelingbroer Koji, maar deze overleed als negentienjarige in een ongeval toen hij te snel reed met een motorfiets. Naast zijn leven van sportman, werd Mister Yu ook een belangrijk zakenman. Op zijn veertigste vierde hij de opening van zijn veertigste sportwinkel in Japan. Om deze reden werd hij ook maar weinig gezien buiten zijn land, want hij had het veel te druk als zakenman. Toch was hij steeds blijven zijn konditie en techniek onderhouden door daaraan dagelijks vier uren te besteden onder de begeleiding van sparringpartners en medewerkers die hij bezoldigde en inschakelde in zijn bedrijven.
Yujin Supotsu stopt, maar door zijn voorbeeld die hij aan anderen doorgaf op gebied van liefde, inzet, uithoudingsvermogen, in zijn sport zal hij nooit worden vergeten. Sayonara Yujin !
Bewonder de prachtige stijl van deze grote tafeltennisser uit de stad Kobe.
Une page d'histoire - Le tennis de table d'il y a 40 ans.
1970- 1971 - Les principales équipes et les classements des joueurs.
MACCABI ANTWERPEN
A1 - Norbert Van de Walle, A4 - Alex Rosmarin , A9 - Louis Heremans, A.as- Etienne De Weerdt
LE LOGIS BRUXELLES A2 - Frans Bekaert, B°- Paul Van Elewijck, B2- Romain Schalley,B2- Jacques Henri, B4- Jean-Paul Marquass, B6- Roger Nys, B6- Guy Haesaert.
ROYAL PANTHEON BRUXELLES A3- José Baudry, B°- Roland Petré, B2- Gaby Gayer, B2- Robert Ponte, B2- Roger Wilmet, B4- Sinclair Van Gelder, B6- Tristan Schwilden - DameA7- Mavis Van Gelder
ROYAL STANDARD CLUB DE LIEGE A5 - Frans Lanckman, A6- Daniel Sanctoario, A12- Marcel Lambiotte, A.as-Bruno Gilon, A.as- Pierre Juliens, B2- Christian Gilon, B4- Jean-Pierre Heinen, B6- André Damman,
GOUDEN PALET GISTEL A7-Walter Dugardin,
CERCLE SPORTIF FLEUR BLEUE BRUXELLES A8- Maurice Cornil, B° Alain Cussac, B2- Stan Vandermaelen, B6- Tibor Ujhazy, Dame B0 - Mireille Van den Driessche,
SALAMANDER MECHELEN A10- Emiel Van Krieken, A14- Roger Wuyts, B2- Gaston Balaes,B2- Robert Opdebeeck, Dame A6- Magda Verlinden
TENNIS DE TABLE DE ANS A11- Gaston Detaille, A12- Joseph Saccone, A.as/dameA1- Josiane Detaille, B° Jacky Rahier, B° Jean-Paul Saive,B2- Joseph Raeymackers, B6- Pierre Mingelbier, B6- Hadelin Verreydt,
CERCLE TENNIS DE TABLE ALPA BRUXELLES A15- Freddy Hofmans, A.as-Alexandar Filipovic, A.as - Jean Godts, B° Pierre Bertrand, B° Guy Delabarre, B° Dirk Roels, B° Guy Derkinderen, Dame A3- Mary Detournay, Dame A4- Claudine Collignon, Dame A8- Andrée Crevecoeur, Dame Api- Micheline Stas.
CERCLE DE TENNIS DE TABLE DE HERVE A.as - Dany Jacob, B° André Smets, B° Georges Henrard, B°- Alphonse Rensonnet, B2- Tran Quang Nhuong,
Norby était célèbre en Belgique et aux Etats-Unis.
De mannen die indoor of outdoor regelmatig nog wat aan sport hebben gedaan tijdens de voorbije winterperiode, zo vol koude, sneeuw en nattigheid, en die probeerden te ontsnappen aan de winterse snotvallingen en griepjes, mogen fier zijn omdat zij hun goede voornemens zijn nagekomen. Voor hen zullen de eerste clubuitstappen en trainingen van het nieuwe wielerseizoen niet te zwaar uitvallen. Maar spijtig genoeg is het zo dat de meeste van die goed afgetrainde wielrijders, die we op de zonnige dagen van 2010 hebben gezien, na een luie winter nu toch wat traag, vet en stijf zijn. We mogen gewoon zeggen dat iedereen weer helemaal van nul moet herbeginnen, of dit nu gebeurt op de oude koersfiets van vorig jaar of op een fonkelnieuwe machine waarin zopas werd geïnvesteerd.
Is er wat misgelopen ? Neen, zeg ik. Maar, wanneer we evenveel eten maar veel minder beweging hebben tijdens de maanden november, december, en januari, dan slaan wij automatisch caloriën op als reserve. We krijgen dan een dikker buikje. Door te fietsen verbranden we zonder te overdrijven gemakkelijk 3.000 caloriën per week en als we niet meer fietsen stapelen deze caloriën zich op tijdens de wintermaanden. Dat wordt dan in ons lijf een hoop van 42.000 caloriën , hetgeen een vetlaag betekent van 6 kilo's. Wie ook nog vaak aanzit op soupers van verenigingen, wie veel taart en frieten eet tijdens familiebijeenkomsten, of wie de geldmiddelen heeft om gastronomisch te tafelen ziet zijn cijfers op de weegschaal nog hoger klimmen. Allemaal extra vet !
In de zomer is een biertje, zelfs een goede bruine pot van een abdij, gezond en noodzakelijk voor een wielertoerist uit het Vlaamse land. Maar de feeststemmingen rond de jaarwisseling, de vieringen van diverse kampioenen, kan het aantal liters bier dat door de keelgaten glijdt wel flink doen toenemen. Dat betekent ook bijkomend gewicht, maar bovendien schade aan de algemene fitheid. Dit zal duidelijk zijn tijdens een bloedanalyse in januari, want cholesterol, urinezuur, en andere cijfers zullen er dan slechter uitzien dan na een schone sportieve zomer.
Een tijdje voor we terug op ons zadel kruipen zullen we dus bijzonder oppassen op gebied van voeding. Een goede verspreiding van de verschillende energiebronnen is aan te raden. Wij proberen daarom een voeding met 15% eiwitten (proteinen), 25 % vetten (lipiden), en 60 % suikers (koolhydraten). Eenvoudiger uitgedrukt : we eten minder vlees, minder vet, minder zout, en we proberen onze honger te stillen met macaroni, spaghetti, vermicelli, rijst, groenten, bruin brood, muesli, fruit, peulvruchten, bonen, noten, soja, terwijl wij plantaardige olie en magarine gebruiken als smeermiddel of tijdens de voorbereiding.
TRAINING. Het opdrijven van uithoudingsvermogen zal ons doel zijn in februari en maart. Rust roest. Dat is zeker ook waar voor onze belangrijke hartspier. Daarom bestaan onze eerste ritten uit extensieve duurtraining. Het is op het begin van het seizoen beter driemaal één uur flink te fietsen dan éénmaal drie uren, waarvan het laatste uur wellicht minderwaardig zal zijn.Vooral soepel ronddraaien aan een hoge trapfrequentie is belangrijk.
Wat dit betekent op gebied van aan te wenden verzet en snelheid volgt nu en verstandig je electronische snelheidsmeter gebruiken is hierbij de regel. Op 42 / 21 tegen 25,6 km/u - Op 42 X 20 tegen 26,9 km/u - Op 42 X 19 tegen 28,3 km /u- 0p 42 X 18 tegen 29,8 km/u - Een van deze mogelijkheden zal je best passen.
Een soepel traptempo volhouden gedurende één uur en drie ritjes per week, zal ongetwijfeld heilzaam zijn voor de wat in mindere conditie verkerende herbeginnende wielertoerist. Zulke inspanning gebeurt aan de drempel van je uithoudingsvermogen maar niet er over. Door een praattest kan worden gecontroleerd of het niet te rap gaat. Tijdens zulke trainingsritten moet er steeds nog genoeg lucht en zuurstof in je longen blijven om tijdens het fietsen luidop te kunnen praten. Tijdens zo een babbeltje in jezelf of tegen een kameraad niet tegen de stoep rijden en ook blijven uitkijken naar de auto's en de loslopende kinderen en huisdieren om niet te vallen, blijft natuurlijk ook nog een must, een gulden regel voor iedere wakkere fietsgenieter .
Na zes weken toepassing van deze voedingsadviezen en trainingsadviezen zal je gemakkelijk kunnen meerijden tijdens de eerste wielertoeristische proeven, zal niemand van je clubmakkers je in de bergop een helpend duwtje moeten geven, en zal je de hele zondagnamiddag niet moeten recupereren thuis in je zetel of daarin zelfs in slaap vallen tijdens de wielerreportages van Michel Wuyts.
Quand on partait de bon matin Quand on partait sur les chemins A bicyclette Nous étions quelques bons copains Y avait Fernand y avait Firmin Y avait Francis et Sébastien Et puis Paulette
On était tous amoureux d'elle On se sentait pousser des ailes A bicyclette Sur les petits chemins de terre On a souvent vécu l'enfer Pour ne pas mettre pied à terre Devant Paulette Faut dire qu'elle y mettait du cœur C'était la fille du facteur A bicyclette Et depuis qu'elle avait huit ans Elle avait fait en le suivant Tous les chemins environnants A bicyclette
NATHALIE.
La place Rouge était vide Devant moi marchait Nathalie Il avait un joli nom, mon guide Nathalie... La place Rouge était blanche La neige faisait un tapis Et je suivais par ce froid dimanche Nathalie... Elle parlait en phrases sobres De la révolution d'octobre Je pensais déjà Qu'après le tombeau de Lénine On irait au café Pouchkine Boire un chocolat... La place Rouge était vide Je lui pris son bras, elle a souri Il avait des cheveux blonds, mon guide Nathalie... Nathalie Dans sa chambre à l'université Une bande d'étudiants L'attendait impatiemment On a ri, on a beaucoup parlé Ils voulaient tout savoir, Nathalie traduisait Moscou, les plaines d'Ukraine Et les Champs-Élysées On a tout mélangé et on a chanté Et puis ils ont débouché En riant à l'avance Du champagne de France Et on a dansé... La, la la... Et quand la chambre fut vide Tous les amis étaient partis Je suis resté seul avec mon guide Nathalie... Plus question de phrases sobres Ni de révolution d'octobre On n'en était plus là Fini le tombeau de Lénine Le chocolat de chez Pouchkine C'était loin déjà... Que ma vie me semble vide Mais je sais qu'un jour à Paris C'est moi qui lui servirai de guide Nathalie... Nathalie
Marianne de ma jeunesse Ton manoir se dressait Sur la pauvre richesses De mon rêve enchanté
Les sapins sous le vent Sifflent un air étrange Où les voix se mélangent De nains et de géants
Marianne de ma jeunesse Tu as ressuscité Des démons des princesses Qui dans moi sommeillaient
Car ton nom fait partie Marianne de ma jeunesse Du dérisoire livre Où tout enfant voudrait vivre
Marianne de ma jeunesse Nos deux ombres enfuies Se donnèrent promesse Par-delà leurs joies et leur vie
Marianne de ma jeunesse J'ai serré sur mon cœur Presque avec maladresse Ton mouchoir de pluie et de pleurs
Il avait poussé par hasard Dans notre cour sans le savoir Comme un aveugle dans le noir Mon arbre Il était si petit Que c'était mon ami Car j'étais tout petit Comme lui J'attendais de lui le printemps Avec deux ou trois fleurs d'argent Un peu de vert, un peu de blanc Mon arbre Et ma vie s'accrochait A cet arbre léger Qui grandissait Comme je grandissais
Chanson de GILBERT BECAUD
Quand tu n'es pas là Tous les oiseaux du monde Quand tu n'es pas là S'arrètent de chanter Et se mettent à pleurer Larmes de pluie au ciel d'été Quand tu n'es pas là Le silence qui gronde Me donne si froid Qu'un jour ensolleillé Me fait presque pleurer Larmes d'ennui malgré l'été La ville fait de grâces La lune des grimaces Qui me laissent sans joie Les cantiques d'églises Malgré tout ce qu'ils disent Me font perdre la foi Quand tu n'es pas là Tous les oiseaux du monde La nuit sur mon toit Viennent se rassembler Et pour me consoler Chantent tout bas ' Elle reviendra ' Quand tu reviendras De l'autre bout du monde Quand tu reviendras Les oiseaux dans le ciel Pourront battre des ailes Chanter de joie Lorsque tu reviendras !
Le Pianiste de Varsovie Gilbert Bécaud
Je ne sais pas pourquoi Cette mélodie me fait penser à Chopin Je l`aime bien, Chopin Je jouais bien Chopin Chez moi à Varsovie Où j`ai grandi à l`ombre A l`ombre de la gloire de Chopin Je ne sais pas pourquoi Cette mélodie me fait penser à Varsovie Une place peuplée de pigeons Une vieille demeure avec pignon Un escalier en colimaçon Et tout en haut mon professeur Plus de sentiment Plus de mouvement Plus d`envolée Bien bien plus léger Joue mon garçon avec ton coeur Me disait-il pendant des heures Premier concert devant le noir Je suis seul avec mon piano Et ça finit par des bravos Des bravos, j`en cueille par millions A tous les coins de l`horizon Des pas qui claquent Des murs qui craquent Des pas qui foulent Des murs qui croulent Pourquoi? Des yeux qui pleurent Des mains qui meurent Des pas qui chassent Des pas qui glacent Pourquoi Le ciel est-il si loin de nous? Je ne sais pas pourquoi Mais tout cela me fait penser à Varsovie Une place peuplée de pigeons Une vieille demeure avec pignon Un escalier en colimaçon Et tout en haut mon professeur
What does not destroy us makes us stronger.
Rondvraag / Poll
Wie wordt wereldkampioen 2012 bij de profs ?
À la claire fontaine
M'en allant promener, J'ai trouvé l'eau si belle, Que je m'y suis baignée.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Sous les feuilles d'un chêne Je me suis fait sécher, Sur la plus haute branche, Un rossignol chantait.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Chante, rossignol, chante, Toi qui as le coeur gai, Tu as le coeur a rire, Moi, je l'ai à pleurer.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
J'ai perdu mon ami Sans l'avoir mérité, Pour un bouquet de roses, Que je lui refusai.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Je voudrais que la rose Fût encore au rosier, Et que mon doux ami Fût encore à m'aimer
Turning and turning, the world goes on We can't change it, my friend Let us go riding now through the days Together to the end Till the end
Les bicyclettes de Belsize Carry us side by side And hand in hand, we will ride Over Belsize Turn your magical eyes Round and around Looking at all we found Carry us through the skies Les bicyclettes de Belsize
Spinning and spinning, the dreams I know Rolling on through my head Let us enjoy them before they go Come the dawn, they all are dead Yes, they're dead
Les bicyclettes de Belsize Carry us side by side And hand in hand, we will ride Over Belsize Turn your magical eyes Round and around Looking at all we found Carry us through the skies Les bicyclettes de Belsize
Julia Tulkens .
Hebben wij elkaar gevonden in dit land van klei en mist waar tussen hemel en aarde ons leven wordt uitgewist ?
Ben ik nog schaduw, ben ik al licht, of is d'oneindigheid mijn aangezicht ?
Treed ik in wolken of in hemelgrond ? Er ruist een hooglied aan mijn lichte mond. In uw omarming hoe ik rijzend ril ... Mijn haren wuiven en de tijd valt stil .
Julia Tulkens.
SONNET POUR HELENE
Quand vous serez bien vieille, au soir, à la chandelle, Assise auprès du feu, dévidant et filant, Direz, chantant mes vers, en vous émerveillant : Papoum me célébrait du temps que j’étais belle.
Lors, vous n’aurez servante oyant telle nouvelle, Déjà sous le labeur à demi sommeillant, Qui au bruit de mon nom ne s’aille réveillant, Bénissant votre nom de louange immortelle.
Je serai sous la terre et fantôme sans os : Par les ombres myrteux je prendrai mon repos : Vous serez au foyer une vieille accroupie,
Regrettant mon amour et votre fier dédain. Vivez, si m’en croyez, n’attendez à demain : Cueillez dès aujourd’hui les roses de la vie.
Regretting my love, and regretting your disdain. Heed me, and live for now: this time won’t come again. Come, pluck now — today — life’s so quickly-fading rose.