- Onderstaande bloginhoud dialect-linken zijn geklasseerd volgens Provincie en eventueel gewest, alfabetisch de steden en gemeenten met daaronder de deelgemeenten waarvan het dialect is opgenomen. - Ken je het dialect van je stad, gemeente of dorp? Laat het ons eventueel geworden. Hoe beperkt in omvang het ook is! Mailen klik hier Dank bij voorbaat!
Een ergernis in het taalgebruik Het Vlaams taalgebruik vernederlandst, dat is de vaststelling die gemaakt wordt. In Nederland gebruikte woorden worden in Vlaanderen meer overgenomen. Bij het gebruik van het Nederlandse woord ‘Leuk’ leid dit zelfs tot een bepaalde mate van ergernis. In het Vlaams spreekt men over iets ‘Plezant’, in het Nederlands is het ‘Leuk’ Ook Vlamingen gebruiken dus momenteel bij iets plezant af en toe het woord leuk, dat tot ergernis van de Vlamingen die fanatiek voorstander blijven van het oorspronkelijke taalgebruik Nederlands met Vlaamse accenten..., niet onterecht vrezen zij dat ons specifiek Vlaams taalgebruik zal verwateren. Een facebook club met de naam ‘Terug Plezant’ wenst daar tegen in te gaan. > Terug Plezant Club (www.facebook.com)
Komen er nog dergelijke initiatieven? Wij leggen zeker ons oor te luisteren!
Forums Taalgebruik > Forum Het Vlaams woordenboek (www.vlaamswoordenboek.be/forum) > Forum Vlaamse woordenschat (www.vlaamsetaal.be/forum) Vlamingen wensen terecht hun dialecttaal te behouden en deze prachtige moedertaal ongeschonden aan het nageslacht door te geven. Brengen we ook onder de aandacht dat niet alleen via het aangeleerd beschaaft Nederlands het woordgebruik van de Vlaamse taal meer en meer wordt gewijzigd en onder druk komt te staan, maar zeker ook het insijpelen van Engels woordgebruik, dit niet alleen maar vooral door en bij de hedendaagse jeugd.
>>>Scroll lager voor 'Verengelsing van de Nederlandse taal'.
-Afscheid nemen en verwelkomen liggen dichter bij elkaar dan je denkt. -Als de boer forellen plant, is hij niet bijzijn verstand.Als de haan 's nachts lustig kraait, wordt zijn bakkes dichtgenaaid. -Als de haan 's nachts lustig kraait,wordt zijn bakkes dichtgenaaid. -Als de hond naar varken ruikt,heeft hij vast een zeug misbruikt. -Als het hooi is in de schuur, zit het wijf bij de gebuur. -Als het kalf verdronken is, heeft de koe verdriet. -Als het paard geen haverlust, dat het dan mijn kloten kust. -Als je de sprong niet waagt kom je nooit verder. -Beter een goede buur dan een verre vriend. -Beter een gat in mijn broek, dan een broek in mijn gat! -Beter één vogel in de hand dan tien in de lucht. -Beklaag toch nooit den morgen die met zorg en last begint ‘tis schoon te zorgen voor ‘tkroost. -Brand bij fruitteler: De schade loopt in de meloenen. -De morgenstond heeft goud in de mond. -De tijd vliegt snel, gebruik hem wel. -Een andere paraplu geeft dezelfde bescherming. -Een vogel is koning in zijn woning. -Eigen haard is goud waard. -Er bestaan geen blunders, alleen leermomenten. -Geluk is een richting, geen punt. -Het staat geschreven en gedrukt:"Je moet schartenwaardat jukt. -Het verleden kan toch nog toekomst hebben. -Hij die het laatst lacht, heeft de mop niet begrepen. -Hoe meer zielen, hoe meer chrysanten. -Ieder huisje heeft zijn kruisje. -Je moet de waarheid niet verwarren met de mening van de meerderheid. -Je zit tegenwoordig vaster in het verkeer dan in de gevangenis. -Lachen en eten doet leed vergeten. -Men lijd het meest aan het lijden dat men vreest. -Met de hoed in de hand schijnt de zon in je ogen. -Ook deze tijd zal eenmaal de goede oude tijd worden. -Oost-West, t’Huis Best. -Scherpe messen snijden zeer, kwade tongen nog veel meer. -Van stommiteiten kan je leren. -Vroeg begonnen veel gewonnen. -Wat baten borst en bil als de fluit nie stijf wil. -Wat baten condoom en pil als ‘t wijf nie poepen wil? -Wat baten kaars en bril als de uil niet zien en wil. -Wie een put graaft voor een ander, heeft veel gewerkt. -Wie het laatst lacht, heeft de mop niet begrepen. -Wie het zwijn voert met kaneel, is niet echt professioneel. -Wie een put graaft voor een ander, heeft goed gewerkt. -Wie zijn haar soigneert met stront,is waarschijnlijk donkerblond. -Wie zal dat betalen? Wie heeft zoveel geld? -Wie zijn kind benzine voert, mag niet roken als het boert -Wie zijn kruis krabt met een riek, eindigt vaak in de kliniek. -Wie zoekt die vind, wie kakt die stinkt. -Wilt gij winnen, wint met mate. -Zit je haar vol blauwe sneeuw, dan ben je bescheten door een meeuw. -Zoals ’t Klokje ’t Huis tikt, tikt het nergens. -Zoo de ouden zongen, zoo piepen de jongen. -Zou men armoe lijden om een mondje meer? Och waar mensen strijden helpt de heer. -Zwijnen op een landingsbaan, leiden nooit een lang bestaan.
- Vanaf een zekere ouderdom doet ook vreugde pijn. -Veel mannen die op hun vijfentwintigste sterven, worden pas begraven op hun vijfenzeventigste. - Hoe oud zou je zijn, als je niet wist hoe oud je was? - Jeugd is een roes zonder wijn, ouderdom wijn zonder roes. - Een man heeft 3 leeftijden: jeugd, ouder zijn en "Je ziet er nog goed uit". - Uit beleefdheid sta ik nooit mijn plaats af aan een oude persoon. Dat is mijn manier om hem te laten weten dat hij nog jong is. - Na je veertigste heb je de keuze tussen een buik zonder plooien of plooien zonder buik. - Het afnemen van alle krachten, bij het toenemen van de ouderdom is stellig zeer droevig, maar het is noodzakelijk, daar anders de dood te zwaar zou vallen. - Je hebt twee soorten dwazen. De eerste zegt: "Het is oud, daarom is het goed". De tweede zegt: "Dit is nieuw, daarom is het beter". - De beste manier om je echtgenoot iets te laten doen, is te suggereren dat hij er misschien te oud voor is. - Foto's waar je oud op staat moet je bewaren. Daarmee kan je over 10 jaar bewijzen dat je niks veranderd bent. - Hoe ouder de foto, hoe jonger we eruit zien. - Grootmoeders zijn misschien meteen oud, maar worden beslist nooit ouder. - Witte haren zijn de vlokken die de zee bedekken na een storm. - Jeugd is een voorschot. Ouderdom is de afrekening. - Je wordt pas jong als je zestig bent en dan is het te laat. - Als je jong bent, krijg je de schuld van misdaden die je nimmer hebt begaan. Als je ouder wordt, worden je deugden toegeschreven die je nimmer hebt bezeten. - Men kan zich pas jong voelen als men oud is en dan gaat het niet meer. - De jongeren zijn erg aardig: zij laten het jong zijn over aan de ouderen. - Knappe jonge mensen zijn een speling van de natuur. Knappe oude mensen zijn kunstwerken. - De jongeren kennen de regels, maar de ouderen kennen ook de uitzonderingen. - Oefen nooit kritiek uit op koffie, er komt een tijd dat je zelf oud en slap bent. - Een tip voor alle mannen die al een beetje op leeftijd komen en die zich in het verleden te veel hebben bezig gehouden met "Wein weib und gesang": Hou op met zingen. - Een man wordt pas oud als hij de hele nacht nodig heeft voor wat hij vroeger de hele nacht deed. - Oude mannen zoeken hun troost graag in goede raad als ze geen slecht voorbeeld meer kunnen geven. - Hij had zoveel rimpels in zijn voorhoofd, dat hij er gemakkelijk zijn hoed kon op vastschroeven. - Van niets word u zo oud als van de ontdekking dat uw kinderen in de geschiedenisles leren wat u nog in de krant hebt gelezen. - Je wordt oud als je bij het schaken buiten adem geraakt. - Je wordt oud wanneer je begint te zeggen: "Ik heb me nog nooit zo jong gevoeld." - Ouderdom kan meer zien in een ruwe tegelsteen dan jeugd in een spiegel. - Iedereen wil oud worden maar niemand wil het zijn. - Vroeger was ik jong en mooi, nu ben ik alleen maar mooi. - Het is niet waar dat oude mensen het hier slecht hebben. Ze moeten het alleen stellen met een beetje minder luxe: zoals televisie, radio, kleren en voedsel. - Op mijn verjaardagsfeest probeerde ik de kaarsen te tellen, maar ik werd teruggedreven door de hitte. - Hoe oud men is geworden, ziet men aan de gezichten van mensen die men jong heeft gekend. - Als je lang wilt leven, moet je heel oud worden. - Oud ben je als je je rimpels in de spiegel weg kunt krijgen door je bril af te zetten. - Het geheim van jong blijven is: correct leven, langzaam eten en liegen over je leeftijd. - Menigeen zou nog lang niet oud hebben geschenen als hij een jonge vrouw genomen had. - Wie echt liefheeft wordt nooit oud; men kan sterven op een oudere leeftijd maar men sterft jong. - Oud betekent voor mij 10 jaar ouder dan ik. - Ik wil best een oude man ontmoeten, als het maar niet in de spiegel is van mijn kapper. - Je houdt niet op met lachen omdat je oud wordt, je wordt oud omdat je ophoudt met lachen. - Oud worden, is de kans hebben gemist om jong te sterven. - Oudere mannen geloven dikwijls dat ze nog zulke hartstochtelijke minnaars zijn, als ze nooit geweest zijn. - Ik heb de leeftijd bereikt waarop men mijn inspanningen begint te verwarren met mijn mogelijkheden. - Ik hoop dat ik nooit zo oud wordt als ik mij 's morgens voel. - Als je morgen even oud bent dan vandaag ben je dood. - Het zou oneindig veel leuker zijn als je op je tachtigste geboren werd en langzaam achttien zou worden. - Je wordt oud als je aan je vijfde wagen toe bent. - Als men ouder wordt, wordt woede treurigheid. - Vroeger waren ze "vieze oude mannetjes". Nu noemen we ze "seksueel actieve senioren" - Wilt gij in uw ouderdom gelukkig zijn, dan moet gij vergeten wat gij in uw jeugd verzuimd hebt. - Wanneer je oud wordt, duurt het langer om uit te rusten dan om moe te worden. - Wanneer je herinneringen je verwachtingen overwoekeren, ben je oud. - Van een bepaalde leeftijd af zijn alle mensen even oud. - Je bent oud als al de namen in je adressenboekje namen van dokters zijn. - Ik heb mijn hoge leeftijd te danken aan het feit dat ik heel lang geleden geboren ben. - Je bent een oude man als je alleen nog maar naar bed gaat om te slapen. - Had ik het geweten dat ik zo oud zou worden, zou ik mezelf beter hebben verzorgd. - Je wordt oud als je lichaam korter wordt en je verhalen langer. · Ik ben op een leeftijd gekomen dat ik eerst mijn gebit en gehoorapparaat nodig heb om te vragen waar mijn bril ligt. - Oud zijn is lichter te dragen dan oud worden. - Seks na je 90 ste is als biljarten met een stuk touw. - Je wordt oud als je probeert je sokken op te trekken en ontdekt dat je geen sokken draagt. - Het leven van een oude man doet denken aan de vlam van een kaars in de tocht. - Wie oud wordt, beleeft vele verrassingen. - Het is niet leuk om een jaar ouder te worden, maar het is nog altijd beter dan het alternatief. - We waren van plan de kaarsjes op zijn verjaardagstaart te tellen, maar de hitte hield ons tegen. - We stoppen niet met spelen omdat we oud worden, maar we worden oud omdat we stoppen met spelen. - Je moet zo oud worden dat je het niet meer merkt. - Je moet de 70 niet passeren, want dan raak je verslaafd en wil je niet meer dood. - Een man is pas oud als hij 's morgens wakker wordt zonder wens in zijn hoofd. - Er zijn grijsaards van 3 en kinderen van 1OO jaar. - Ik kan op mijn 80ste nog alles wat ik kon op 18. Kan je nagaan wat een sukkelaar ik wel was toen ik 18 was. - Ik relativeer niet omdat ik ouder word maar om niet oud te worden. - Men is nooit te oud om iets af te leren. - Oud: als jij en je tanden niet meer in dezelfde plaats slapen. - De jonge wijnstok geeft meer druiven; de oude geeft betere wijn. - De ouderen begrijpen de nieuwe dingen. Maar alleen de jongeren kennen de namen. - De meeste mensen die vroeg oud worden, zijn het altijd geweest. - Zodra mensen oud genoeg zijn om beter te weten, zijn ze seniel. - Iedereen wil lang leven, maar niemand wil oud zijn. - Je voelt je pas echt oud worden als je merkt dat je kinderen vaker seks hebben dan jij. - Zeventig jaar jong zijn, is heel wat aangenamer en hoopvoller dan veertig jaar oud zijn. - Als je oud wordt, wordt alles slechter, behalve het vergeten, dat wordt beter. - Het verschil tussen jonge en oude mensen is, dat oude mensen weten wat het is om jong te zijn, maar jonge mensen niet weten wat het is om oud te zijn. - De tragedie van de ouderdom is niet dat men oud is, doch dat men jong is. - Oud worden, is ziende worden. - Ik word alleen oud in aanwezigheid van mijn advocaat. - Als we ouder worden, verliezen we heel wat fouten. We hebben ze dan niet meer nodig. - Het beste middel om oud te worden, is te blijven leven. - Wie klaagt over zijn oude dag, moet eens over het alternatief denken. - "Zestig worden, hoe vindt u dat?" - "Ach, ik zag het al een hele tijd aankomen." - Bezie het langs de zonnige kant: hoe oud u ook bent, u bent jonger dan u ooit zult zijn. - Naarmate men ouder wordt, neemt de zwaartekracht toe. - Eigenlijk kijken oude mensen liever uit op een straat waar wat gebeurt, dan op groen dat een rust geeft die ze niet nodig hebben. - Oud zijn, is verlaten zwemmen. - Een oude P rijdt met een L. - Ik heb de leeftijd bereikt dat eten belangrijker is dan seks. Daarom heb ik boven de keukentafel een spiegel aangebracht. - Hoe oud zou je zijn als je niet wist hoe oud je was? - Oude mannen zijn de buren van de dood. - "Taxi, wil u deze oude heren naar het kerkhof brengen?" - "Moet ik ze ook terugbrengen?" - Dat we steeds langer leven is mooi, maar waarom pas als we al oud zijn. - Sommige mensen worden wijzer als ze ouder worden, maar de meeste worden alleen maar koppiger. - Vele mensen sterven al op hun veertigste maar worden pas 30 jaar later begraven. - Je bent oud als je nog geïnteresseerd bent in sex als je maar geen trappen moet oplopen. - Een verliefde oude man lijkt op een bloem in de winter. - Is dit beeld oud? Wat heet oud. Wat het in elkaar houdt zijn de houtwormen die elkaar een hand geven. - Je bent pas oud als je moeder sterft. - Je weet dat je oud wordt als je weer begint te fietsen terwijl je kinderen de auto nemen. - Het mooiste van oud worden is, dat het zo lang duurt. - Zij was zo oud dat de kaarsen op haar verjaardagstaart duurder waren dan de taart zelf. - Niemand is zo oud, of hij denkt nog wel één jaar te kunnen leven. - Zeventig worden is geen bijzondere prestatie. Als ik mijn adem had ingehouden was het niet gebeurd. - Voor jongeren is een 40+ er al een sterfgeval of een opgewarmd lijk. - Hoe ouder je wordt, hoe meer je op jezelf gaat lijken. - Het is niet altijd leuk om een jaar ouder te worden, maar het is nog altijd beter dan het alternatief. - Oud worden: wakker worden met een kater zonder dat je de avond ervoren gedronken hebt. - Veertig is de ouderdom van de jeugd. Vijftig de jeugd van de ouderdom. - Ik ben op de leeftijd gekomen dat ik moet bewijzen dat ik even goed ben als ik nooit geweest ben. - Ouderdom is een land dat je pas bezoekt als je je er gaat vestigen. - Spotten met ouderdom is het huis vernielen waar je vanavond in moet logeren. - Een zeer groot voordeel van ouderdom is dat bijna elke fout aan je leeftijd wordt toegewezen. - Twee betrouwbare symptomen van ouderdom: op de jeugd schelden en de jeugd vleien. - Eén van de vreugden van de ouderdom waar de jeugd geen idee van heeft: ergens niet heengaan. - De avond van het leven brengt zijn lamp mee. - Ouderdom behoedt niet tegen dwaasheid. Jeugd niet tegen voorbarige wijsheid. - Ouderdom begint op de dag dat je besluit iets niet te doen onder het voorwendsel dat je het al eens gedaan hebt. - De avond van het leven brengt zijn lamp mee. - De ouderdom vangt aan op het ogenblik waarop men vrede met de wereld sluit. - Het jeugdgevoel is een ouderdomsverschijnsel. - De ouderdom is een beleefde mens. Hij klopt enkele malen aan. - Oude mannen geven goede raad omdat ze geen slecht voorbeeld meer kunnen geven. - Niets maakt dat een vrouw zich ouder voelt als de ontmoeting met een kale man die op school twee klassen lager zat. - Als je wil weten hoe oud een vrouw is, vraag het dan aan haar schoonzuster. - Een vrijgezel merkt dat hij oud wordt, als hem niet meer wordt gevraagd waarom hij nog niet getrouwd is, maar waarom hij het niet geweest is. - Mijn hele jeugd lang hebben ze tegen mij gezegd: Je ziet wel eens zien als je 50 bent. Ik ben 50 jaar. Ik heb niets gezien. - De sterkste jonge os is slechts zo sterk als de oude os met een gebroken poot. - Mensen hebben twee wensen: oud worden en jong blijven.
Pieter Breughel en de spreekwoorden Even klikken op een figuurtje op het schilderij van Brueghel en ......... ziedaar ! Er zijn meer dan 100 spreekwoorden verborgen in het schilderij. > Pieter Breughel schilderij Mijn schatten op zolder Een gezellig sfeervol gedichtenboekje > Een gezellig sfeervol gedichtenboekje
Een synoniem of evenwoord van een bepaald woord in eentaal is een ander woord in dezelfde taal met min of meer dezelfde betekenis. Dit verschijnsel wordt synonymie genoemd. >Lees meer op www.wikipedia.org
Beeldspraak is figuurlijketaalen als zodanig eenstijlfiguur. Als we denken aan iets bepaalds komen daarbij andere dingen in de gedachten. Dit gebeurt vaak als beide dingen een bepaalde overeenkomst hebben. Deze overeenkomst heet associatie. Vrijwel elke vorm van beeldspraak berust op een dergelijke associatie.
Voorbeelden: Standaarduitdrukkingenin hetNederlandsdie op beeldspraak zijn gebaseerd zijn: - Hij is zo koppig als een ezel. - Het hart van de stad.
Net zoals vele andere beroepen is ook deBelgische Krijgsmacht gevuld met een vaak kleurrijk en uniek jargon. Deze soldatentaal is natuurlijk geen officieel jargon binnen de Krijgsmacht en is ook niet eigen aan een bepaalde personeelscategorie. Wel is het zo dat sommige woorden eerder gebruikt worden binnen een bepaalde component of eenheid of typisch zijn voor een bepaalde periode, zoals bijvoorbeeld de periode dat de dienstplicht nog gold of de tijd dat het Belgisch leger in Duitsland aanwezig was. > Militair jargon (www.google.be)
Acht Militaire dingen die leken fout zeggen
Duikboten bestaan niet. In ieder geval niet bij onze Koninklijke Marine. Duikboten heten Onderzeeboten en worden bemand door militairen van de Onderzeedienst. Ondergetekende (vroeger van de Landmacht) heeft dat precies 1x fout gedaan en kreeg de hele twitterende marine over zich heen. Onderzeeboten dus.
Een militair is geen soldaat. Tenminste niet alle militairen. Soldaat is een rang stand die gebruikt wordt bij de Landmacht en de Luchtmacht. Elke soldaat is wel een militair. Maar niet elke militair is een soldaat. Een militair kan bijvoorbeeld ook een marinier zijn, of een wachtmeester, of een kapitein-luitenant ter zee, of een ritmeester, of een brigade-generaal. Maar soldaat als synoniem voor alle militairen, is onjuist.
Een militair heeft geen geweer of pistool. Een militair heeft een persoonlijk wapen. En dat persoonlijk wapen heeft een naam: een Colt, een Glock, een HK. Maar geweer, of nog erger schietgeweer, nee daar doen militairen niet aan.
Dat persoonlijke wapen wordt geladen met patronen, niet met kogels. Een kogel is een onderdeel van het patroon, en is het puntje van de patroon dat via de loop het wapen verlaat. Om te oefenen schieten militairen met oefenmunitie, of ‘blanks’. Niet met losse flodders. Die bestaan niet.
Schepen van de Marine worden niet bemand door mariniers, maar door militairen van de vloot. Soms zit er wel een team mariniers aan boord van een schip, maar mariniers zijn militairen die gespecialiseerd zijn in onder meer amfibische landingen. Ze houden zich dus niet bezig met het reilen en zeilen op een schip. Dat doen de militairen van de vloot. Elke militair van de Koninklijke Marine een marinier noemen, is dus onjuist. Het grote plaatje boven dit artikel, daar staan mariniers op.
Een voertuig met rupsbanden is niet per definitie een tank. Sterker nog , als het om een Nederlands rupsvoertuig gaat, is de kans het grootst dat het geen tank is. Die hebben we namelijk niet zoveel. Meestal betreft een infanteriegevechtsvoertuig CV90, of de wat oudere (en bijna verdwenen) YPR. En dat zijn allebei geen tanks. Dat is wel de Leopard, die we nu leasen van Duitsland. En de Leopard is veel zwaarder, en heeft een veel groter kanon. En dat kanon van die tank heeft geen loop, maar een schietbuis.
Niet elke Luchtmachter is een piloot. De meeste luchtmachtmilitairen kunnen niet eens vliegen. Piloten zijn ver in de minderheid en heten ook geen piloot. Bij de Luchtmacht heten die militairen vlieger. Maar het zijn er dus erg weinig. En het zijn dus vliegers, geen piloten.
Zo’n parcours met hindernissen heet een hindernisbaan, geen stormbaan. Militairen korten dat af tot HiBa. Van Hindernisbaan. Een stormbaan hebben ze wellicht bij het KNMI, maar bij de Krijgsmacht dus niet.
Tags:Militair, Jargon, Leger
Haven & Scheepvaartjargon
Haven & Scheepvaartjargon
De wereld van havens en scheepvaart is erg complex en kent een eigen jargon.
Lijst van rangen in de keuken Net als bij andere groepen van personen die samen een taak uitvoeren en een doel nastreven, kent het werk in de keuken een zekere mate van organisatie. Een organisatie van een keuken vergt een logische en een redelijke verdeling van het werk en de samenstelling hangt af van de grootte en de werking van het restaurant. Het gezamenlijke personeel dat in de keuken belast is met het bereiden en/of afleveren van spijzen noemt men de keukenbrigade. Naar de aard van het bedrijf is deze onderverdeeld in "parties", mede door de visie van AugusteEscoffier. Begeleiding hierover heeft een chef de partie. De ene partie kan groter en beter bezet zijn dan de andere, dit naargelang van de opdracht binnen de keuken. De totale leiding over de keuken berust bij de chef-kok. Een sous-chef (of souschef) is de assistent van de chef-kok van een professionele keukenafdeling. Conform het rangensysteem geeft hij leiding aan de keukenbrigade en vervangt hij de chef-kok bij afwezigheid. Al het keukenpersoneel staat hieronder gerangschikt, beginnend bij de personen met het hoogste in rang en eindigend bij personen met de laagste rang. > Lijst van rangen in de professionele keuken (http://nl.wikipedia.org)
Veel mensen schamen zich om over seks te praten. Daarom zijn er in eeuwenlange tradities voor alles wat met seksualiteit te maken heeft vele alternatieve woorden verzonnen. Veel van deze alternatieve eufemistische woorden hebben naast hun seksuele betekenis ook een normale betekenis in het dagelijks leven. Andere worden gebruikt als scheldwoord.
Een overzicht van seksuele volkstaal ♥ Anale seks: aarsbatsen, de achterdeur nemen, achterom, de achtertuin aanschoffelen, achteruit inparkeren, anaal gaan, anaal speciaal, anaalgeneraal spelen, anaalridderen, (via) de artiesteningang, backstage gaan, (olie op)boren, bruinwerken, chocoprinzen, darmcoureur, darmtoerist, endeldarmracen, endeldarmtoerisme, (op z'n) Grieks, hole-in-one, in de anoes, in de stront roeren, kontenbonken, kontneuken, een mijnramp veroorzaken, nauw&wauw, reetracer, reetroeien, rioolwerken, schoorsteenvegen, sluitspiermassage, stekker in het stopcontact steken, sterrenjagen, sterrenkunde, sterspelen, strontpompen, strontstoempen, (op z'n) Turks
♥ Cunnilingus: aan de postzegel likken, aan de rosbief snuffelen, beffen, bever eten, broodje rosbief nemen, flaphappen, greppeltje likken, kutlikken, likken als Lassie, met je bek in `t natte gras liggen (Amsterdams), met je neus in de bosjes en de tong in de sloot, minetten (Limburgs en Vlaams), preutlikken, pruimlikken, de sloot vullen, tapijt happen, tongracen, een visje happen/eten, vlaflippen, vlinderen, vrouwelijkevoorhuidvoenzen, wijwaterke, een zoute snor halen, zure mossel eten
♥ Eikel: dop, Duitse helm, helmpje, jiggy, pretbal
♥ Erectie: dikke, hard latje, harde, harde plasser, hem-omhoog-krijgen, in het gelid staan, kabouter, kapstok, KOE (Kolossale Ochtend Erectie), lantaarnpaal, mast, een mietert hebben, ODOL (Ontzettend Dikke Ochtend Lul), paal, spier, staander, stijve stok, strakke plasser, tent(e), tentenkamp, tentpaal, het tentzeil strak spannen, last van de ochtendspits (Ochtenderectie)
♥ Ejaculatie: arriveren, er-zijn, je kinderen uitlaten, klaarkomen, klaarspuiten, komen, van je navel een zwembad maken, schieten, sprietsen, spuiten, stralen, uitkering aanvragen, z'n zak legen, zaadknallen
♥ Facial: cumshot, cummen, een proteïnerijk gezichtsmaskertje geven, zaadsmeren
♥ Geslachtsgemeenschap: aan Venus offeren, aanduwen, afkarren, afrijden, aftoppen, alle hoeken van de kamer/het bed laten zien, baarmoeder verven, ballen, batsen, het bed delen, bekennen, berijden, beuken, een beurt geven, bezwangeren, biechten, bijslapen, bonken, iemand de broek vol jong'n jaag'n (Oud-Twents), brommers kieken (Achterhoeks), cohabiteren, coïre, coïteren (contaminatie van de twee voorgaande), consumeren, copuleren, dakken, dammen, dekken, het doen, de hele kamer (of: het hele bed) doorjagen, de kelder witten, de koffer induiken, de liefde bedrijven, de oudste beweging ter wereld maken, de puddingbuks doorladen, doktertje spelen, doppen, een doppie maken, d(o)uwen, een d(o)uw zetten, één vleesch worden, eigen inbreng geven aan, fietsen, flenzen, hokken, in de suikerpot roeren, ingaan tot, (de auto) inparkeren, keppe doen (West-Vlaams), ketsen, kezen, kieren, kierklappen, kitten, klepelen, knikkeren, krikken, masten, met de puddingbuks deur de vla-deus reur'n (Twents), mo(r)sen, naaien, naar bed gaan, een natte neus halen, nemen, neuken, nummeren, een nummertje maken, oliën-en-doorsmeren, op de muts gaan, op de schroef gaan, er overheen gaan, paalzitten, (iemand) pakken, palen, palen laaien (= palen laden (Brabants)), paren, partijtje gemengd dubbel spelen, een plaatje peperkoek eten/nemen, plat gaan, plempen, ploppen, poepen (alleen in België), poken, pompen, pookstoten, prikken, pruimen op sap zetten, een punt zetten, raggen, rammen, rampetampen, regelen, rijden, rimpelstiften, rollebollen, roompotje roeren, haar rozenperkje wieden, schaambeenbonken, sjemmen, slootpoken, soppen, sporten, stoten, tjoppen, tunnelen, uw mannelijkheid in het geding brengen, van bil gaan, van de grond gaan/komen, van Wippestein gaan, een veeg geven, vogelen, volblaffen, volstouwen, vossen, vozen, vrijen, vruchten plukken, wippen, worpen
♥ Homoseksueel(man): aambei-indiaan, aarsridder, anaalvandaal, analist, anusje-van-alles, billenbatser, billenridder met helm en bilknaap (= homoseksueel met partner), bilnaadpiraat, bilridder, bipsridder, bruinduiker, bruine ruiter, bruinridder, bruinwerker, chocoladeridder, chocoprins, darmcowboy, darmkanaaladmiraal, darmtoerist, endeldarmtoerist, flikker, de Griekse beginselen toegedaan zijn, holbewoner, holrazer, jeannet, kont(en)bonker, kontkannibaal, kontkrijger, kontridder, kringspiermusketier, kringspierpionier, lansdrager, miet(je), nicht, parkeerplaatstoerist, pijpendraaier, poot, queer, rectaalrecreant, reetkever, reetridder, relnicht, Ridder van de Bruine Dreef, ridder van de Bruine Orde, Ridder van de Bruine Ster, rugridder, rugtoerist, sluitspiermusketier, sterrenkundige, sterspeler, van de "Club"/"Vereniging", van 't handje, van 't sport, van de verkeerde kant, vrouwtje, holnaadpiraat
♥ Masturbatie (algemeen): avondstudie, doe-het-zelven, EHBG (eerste hulp bij geilheid), eigen hulp, de hand aan zichzelf slaan, handkarren, handwerk, handwerkersvriendenkring, huboën, kapelaan maken, meester beer opbellen, met jezelf spelen, naar de Gamma gaan, onanie, de paus pesten, rechterhandgymnastiek, schlemielen, solden doen in de Aldi, soloseks, violieren, vrijen met marie la main, de vuist ballen
♥ Masturbatie (man): aan je aap sleuren, de aap op zijn bakkes geven, een abrupt einde maken aan miljoenen levens, (af)beren, afjuinen, afkarnen, afrukken, aftrekken, de Duitse helm poetsen, de eenogige slang gedag zeggen, DIY, doe-het-zelvert, elleboog stomen, een-en-twintig-twee-en-twintig, er effe een haal aan geven, fappen, fierljeppen, flubberen, geilpompen, geiltrekken, handballen, handgymnastiek, handjiven, handneuken, heren enkelspel, je beste vriend verwennen, je broer een hand geven, je ponnie melken (West-Vlaams), jeux de boules, jossen, het kwaad der knapen, lekker jurren, lijn 5 nemen, losse flodders schieten, maandag josdag, masten, melken, met de handkar gaan, met de handkar over de zolder, mijn vriend de hand schudden, momentje-voor-jezelf, onaneren, paalhangen, paalwalsen, de paarse helm poetsen, pachen, de paling strippen, piemelen, het plafond witten, de president een hand geven, roeiepoetsen, roppen, rukken, sausje maken, schudden, schwoengen (Limburgs), seks uit 't vuistje, sjorren, sjorsen, slingeren, snokken (Zeeuws en Vlaams), snukken, stengelzwengelen, stoksnokken, stroepen (Noord-Nederland), tirren, tsjoppen, trekken, vendelzwaaien met de korte stok, voorhuidjoggen, vuistjes dochter, vuistvogelen, wieksen (Limburgs), de yoghurtfles leegschudden, zich(zelf) melken
♥ Masturbatie (vrouw): achtjes draaien, blubben, clitsjoelen, figuurvingeren, plonsen, de poes voederen, poezelen, strelen, vaginaal rukken, de vijver laten vollopen
♥ Menstruatie: aan de flatsch, aan de rooie zijn, bloedgrot, bloedserieus kutprobleem, brol, Dracula's theezakje, er is een maand om, feestweek, de ferrari staat voor de deur, de japanse vlag (hangt uit), last hebben van het rode kruis, loeten, opoe is op bezoek (of: ik heb opoe), regels, de rode vlag (hangt uit), de Russen zijn in het land, socialistenverkiezing, tante Rosette is op bezoek, de tijd van de maand, de vodden, lid van het rode kruis
♥ Pedofiel: cliniclown, donswerker, droomdocent, kinderknuffelaar, kinderlokker, kinderprikker, kindervriend, knapenschender, Martijn (als in stichting ~), Michael Jackson II, pederast, pedo, PD
♥ Pedofilie: donswerken, dutroux'en, grondboren, kalekuttenseks, kinderpiklikker, kleuterneuken, met snoepjes rondlopen, met de teddy-camper meegaan, pekkiepakken (Afrikaans), vloer keren, zandventen
♥ Die aan prostitutiedoet: betaalmuts, dame die zich liggende staande houdt, dame van lichte zeden, dame van plezier, del, hoer, kutverhuurster, lichtekooi, meretrix (vulgair Latijn), prostitué (m.), prostituee (v.), putain, pute, slet, slijtmuts, temeier
♥ Schaamhaar: bermudadriehoek, brillospons (= alles er nog op, maar wel kort in de vorm van stekeltjes), bush, gazon, gevarendriehoek, grasveldje, hairy popper (als ze veel schaamhaar heeft), junglestrip (streepje in de vorm van een landingsbaantje), oerwoud, ontplofte mol (de ergste vorm), pakje shag, streepje, vachtje, venusheuvel
♥ Zoöfilie: bestialiteit, animalsex, dierenseks, ieder diertje zijn pleziertje, geitenneuken, kipwippen, naar de kinderboerderij gaan, paardenneuken, schapenneuken, beast fuck, boerderijseks Bron: Wikipedia > Woordenboek over seksualiteit (seksencyclopedie.nl) ♥ Bospoeper: woord dat gebruikt word om overspelige mannen aan te duiden. ♥ Swaffelen: staat voor 'het laten slingeren van het mannelijk geslachtsdeel en er moedwillig tegen een object mee aantikken'. Dat gebeurt onder andere met de bedoeling een ander of zichzelf op te winden. Swaffelen woord van het jaar 2008 > Swaffelen woord van het jaar (nieuwsblad.be)
Tags:Seksueel, Volkstaal
MSN-taal en SMS-taal
Emoticons
Smiley
Chattaal
MSN-taal en SMS-taal
MSN-taal is de taal en interpunctie die veelvuldig tijdens het chattengebruikt wordt. Het wordt vooral gekenmerkt door het gebruik van emoticons, afkortingen en spreektaal. De term MSN komt van MSN messenger, de voormalige naam van Windows Live Messenger.
MSN-taal is een fenomeen van de laatste jaren, met de opkomst van chatprogramma's en -websites zijn jongeren steeds meer varianten gaan bedenken. Veel woorden zijn modeverschijnsels en er komen dan ook regelmatig nieuwe woorden (of afkortingen/verbasteringen daarvan) bij, waar andere in de vergetelheid raken. Veel afkortingen worden ook gebruikt in SMS-berichten en op online forums en weblogs.
Met de komst van MSN-taal heeft ook het gebruik van zgn. emoticonseen vlucht genomen. Dit zijn combinaties van letters, cijfers en interpunctie waarmee een boodschap wordt gegeven. Tegenwoordig hebben fabrikanten vaak al een hele reeks aan geanimeerde icoontjes in communicatiesoftware zitten, waardoor de tekst kan worden opgeleukt. Het eerste en nog altijd meest bekende icoon is de smile of smiley: .
Nederlandstalige afkortingen Onderstaande lijst geeft enkele veelgebruikte termen en zinnen weer -ajb: Alsjeblieft - bjen: Ben je er nog? - btje: Beetje - drom, drm: Daarom - ff: Even - G1 id: Geen idee - gwn: Gewoon - hvj, hhvvj: Hou (heel veel) van je - ieder1, iedr1: Iedereen - idd: Inderdaad - omg: Oh Mijn God.. - iig: In ieder geval - kweenie, kwn: Ik weet het niet - lama: Laat maar - mss, miss: Misschien - nix: niks - w8: Wacht - w88: wachten - w8 ff: Wacht even - w817: Wacht eens even - wjnmk: Wil je nooit meer kwijt - wrom, wrm: Waarom - wrs: Waarschijnlijk - suc6, s6: Succes - Hoest, Hoesti: Hoe gaat het - Hoessie: Hoe is het - wattan, ttan?: Wat dan? - bje?: ben je er? - knzj: kan niet zonder jou - kmk: kus men kloten - jwz: je weet zelf - jwp: je weet precies - bew, biw: ben er weer
Engelstalige afkortingen - brb: Be right back (ben zo terug) - afk: Away from keybord (weg van toetsenbord) - btw: By the way (trouwens) - cu: See You (zie je / later) - cya: See You (zie je / later) - imho, imo: In my (humble/honest) opinion (naar mijn (bescheiden/eerlijke) mening..) - lol: Laughing out loud (hardop lachend) - np: No problem (geen probleem) - omg: Oh my god (oh mijn God) - omfg: Oh my fucking god - rofl: Rolling on the floor, laughing (rollend over de vloer, lachend) - ty: Thank you (bedankt) - wb: Welcome back (welkom terug) - thnx, tnx, thx: thanks (Dank je) - Ftw: For the win (voor het winnen) - Ntb: Not to break (Niet te breken) - Lmao: Laughing my ass off (Lach mijn kont af) - cv?: Alles goed? (ça va?) - idd: Indeed (Inderdaad) - nwly: Never wanna lose you (Wil je nooit (meer) kwijt) - idk: I don't know (Ik weet (het) niet) - wzzp: What's up? (Wat is er aan de hand, wordt vaak gebruikt om te informeren naar de gesteldheid van de gesprekspartner) >SMS & MSN-taal (www.sms-taal.nl) > Nederlands chatwoordenboek (www.chatwoordenboek.nl)
Emoticons
Emoticons zijn symbolen die emoties weergeven door middel van een plaatje of een combinatie van lees- en lettertekens. Emoticons worden vaak verkeerd als smileys aangeduid, ter onderscheiding; een smiley is één type emoticon. Een bekend voorbeeld van een emoticon is deze tekenreeks: Dit voorbeeld is een smiley. Het emoticon begon als een korte tekenreeks die een gezichtsuitdrukking uitbeeldt en waarmee de schrijver van een tekst een gevoel wil uitdrukken. Vooral bij computertoepassingen als e-mail, smsen chat, waar vaak korte berichten uitgewisseld worden, helpt het emoticon om de bedoeling van de schrijver toe te lichten.
Wat is dialectloket? Inwoners van het ene dorp spreken anders dan die van het andere, jongeren anders dan ouderen en Vlamingen van vreemde herkomst anders dan inheemse Vlamingen. Nergens ter wereld hoor je zoveel talige variatie als in Vlaanderen! Dialectloket werd ontwikkeld door de dialectologen van de Universiteit Gent om die variatie in onze Nederlandse taal te illustreren. Dialecten, tussentaal, Surinaams Nederlands, Afrikaans,… Alles komt aan bod in tal van informatieve teksten, digitale woordenboeken, honderden geluidsfragmenten, boeiende video’s en taalkaarten. Begin in het dialectloket aan je eigen trektocht door het gevarieerde en boeiende taallandschap. Even de weg kwijt? Het tekst-, woord-, geluids- en beeldloket leiden je steeds weer naar een spoor vol nieuwe ontdekkingen! > Dialectloket (www.dialectloket.be)
Vlaamse dialecten
10 Mooiste dialectwoorden van Vlaanderen 1. geroezemoes: zacht geluid van door elkaar klinkende stemmen. 2. goesting: zin, lust of trek in iets hebben. 3. kittelorig: Kittelig, lichtgeraakt of prikkelbaar. 4. klootjesdrogerij: synoniem voor "seminarie". 5. ledikant: zonder matras en beddengoed (onderdeel van een bed) 6. lichtekooi: oudere benaming voor een vrouw van lichte zeden (prostituee). 7. Oelewapper: niet in de betekenis van dommerik maar wel in die van “idioot, wat hebt ge nu weer uitgestoken”. 8. Poelepetaat: synoneem voor parelhoen; "dit woord illustreert de belachelijkheid van dat dier". 9. Reutemeteut: rommel, boel of stapel. 10. Verdonkeremanen: stiekem inpikken,verduisteren, verbergen, ontvreemden, doen verdwijnen, verschacheren.
Het Oost-Vlaams is een groep dialecten die in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen gesproken worden. De taal wordt ook in het oostelijk deel van Zeeuws-Vlaanderen in de provincie Zeeland, alsmede in een strook in het oosten van West-Vlaanderen gesproken. Het behoort tot de Nederfrankische taalgroep en kent een dialectcontinuüm met zowel het West-Vlaams als het Brabants. Sommigen zien het hele Oost-Vlaams als een overgang tussen West-Vlaams en Brabants. Ook taalkundig wordt het soms, samen met West-, Frans- en Zeeuws-Vlaams bij de Vlaamse groep gerekend, soms bij de Brabants-Oost-Vlaamse groep. De dialecten in het (noord)westen van Oost-Vlaanderen leunen soms dicht aan bij het West-Vlaams, die van de Denderstreek en het oosten van het Waasland bij het Brabants. Het Oost-Vlaams wordt gesproken rond de steden Aalst, Beveren, Deinze, Eeklo, Gent, Geraardsbergen, Hulst,Lokeren, Ninove, Oudenaarde, Sint-Niklaas, WetterenenZottegem. Het is volgens recente metingen de snelst gesproken taal in Vlaanderen, op geringe afstand gevolgd door het West-Vlaams. De verschillen zijn evenwel van weinig belang. Zoals alle Vlaamse streektalen heeft ook het Oost-Vlaams veel invloeden van buitenaf gehad, o.a. van de Spanjaarden, de Oostenrijkers en de Fransen. Er zijn redelijk wat woorden uit het Frans in opgenomen vanwege de verfranste hoge kringen van Vlaanderen tijdens de 19e en vroege 20e eeuw. Opmerkelijk is dat het dialect van de stad Gent zeer sterk verschilt van de taal van de omliggende gemeenten. Karakteristiek is bijvoorbeeld de Gentse 'R'. Hoewel dit vaker voorkomt bij stadsdialectenis de overgang van de taal in de stad en haar omliggende omgeving veel minder in bijvoorbeeld Brugge of Antwerpen. Opmerkelijk is ook de overeenkomst tussen het Gentse dialect en dat van Ronse, dat wellicht een gelijkaardige ontwikkeling meemaakte. De "gebrouwde R" heeft zich hoogstwaarschijnlijk ontwikkeld onder invloed van het Frans, dat lange tijd de voornaamste voertaal is geweest van de maatschappelijke elite van deze twee steden. Taalhistorisch onderzoek heeft aangetoond dat de Oost-Vlaamse dialecten tot in de 16e eeuw veel kenmerken gemeen hadden met het West-Vlaams, maar dat die verwantschap sindsdien sterk verminderd is door de invloed van het Brabants. >Lees meer op www.wikipedia.org >De Oost-Vlaamse Wikipedia Den Uest-Vloamse Wieqepeedja > Oost-Vlaanderen in dialect (powerpoint) >Bezoek Provincie Oost-Vlaanderen (blog vlaanderen)
Béste weinsche veur tweeduustentiene Och meinse,van vlies en bloet, tweeduustentiene,'tgoa ulder goet, E schieve schoatse,e verfroumelde gazette Stoveraaje mee friete,e krampe in ulder kiete Médekamente,buus -aksiedénte E zatse kafee mee en koekske,den open irt en een boekske La esterella die zeingt, e lampe die spreingt E vat uitgegotte,e stuk in ulder kluute Blojze in tsakske,de kleur van eu kakske Meinen tsoak die jukt Ne belastengsbrief,e gewillig lief Firme tétte,e schuune moale Nuumy de pille vergete,euwe eige nomme nog wete E boajle in euwen otto,zesse zuust mee te lotto zeve doge op zeve,en eindelaak geweun,moar gelukkig leve !!! Beste weinsche veur 2010 Op zijn Gents gezegd! - Dag politieman waar vind ik de Korenmarkt ?:Hee vuile fliek woar es de kurenmarkt ? - Dag juffrouw, mag ik een boterham met ham en eentje met hoofdvlees:Hee boetse geef ne kier nen botteam mee espe en ienen mee uuflakke - Ik vrees dat ik een beetje dronken ben:'k Geluuve da 'k een stuk in mijn valize hé. - Wouw, die dame heeft wel indrukwekkende boezem !: Jawadde da wijf ee veel volk in de stoase ! - Let op makker of ik geef u een pak rammel: Pas op appelsoeze of ik geef eu nen trok in euwe living da al euw meubels schief stoan. - U bent toch niet met mijn voeten aan het spelen hé ?: Eee moat, ge zijt er toch nie mee aan 't rammelen hé ? - Mag ik eens dansen met u vriendin ?: Past op, ik goa eu lief ne kier tegen mijne zielee trekken. - Jonge dame wat heeft u een mooi bh'tje aan: Jawadde gij klein spuuk, es da ne schuune loezebabla diede gij aan et. - Is hier nog een stoel vrij voor mijn schoonmoeder ?: Est t er ier nog ne stoel leeg veur verslunsten dahlia ? - Ik heb geen centen meer: Inmijnen slekkestekker zit gien ballen mier. - Kijk eens wat een lange benen die schoonheid heeft: Ow zeker moatse, ge moet ne kier kijken doar, dienen eksternest hangt uuge in die buum zulle. - Mijn buurvrouw is een echte klikspaan, let op wat ge doet: Oesje, mijn gebûurvréwe es een echt commeerwijf, let op wa dadde uitspuukt. - De politiemannen van Gent zijn ware toppers: Vodde mee biene da zijn de flieken van Gent ! - Stop u krant maar in de brievenbus: Steekt eu gazetse moar in de boate. - Let op er moet een fotograaf voorbij komen: Trekt eu gat in, dienen portrettentrekker moet passeren. - Mijn echtgenote heeft een veel te kort rokje aan: Mijn treeze luupt were mee guul eur fuure bluut. - Die oude dame lijkt me flink verliefd te worden: Oas een éwe schure in brande schiet, es 't er gien blussen ne meer oan. - Kom schat we gaan naar huis voor een romantische nacht: Allez, treute we zijne vuurt, ik zal eu thuis ne kier tuugen woar da het Belfort echt stoat. Politie van de Stad Gent werft aan! FLIEKENSTAD GENT POLIESE Inschraavingspapier veur Fliek (oischeu misschraaft, moede'n neeuwke vroage aanuwen waakazent)
(ZELVE NINVULLE EN EU NIE LOATEN MEE ELPE DEUR EUWIJF OF EUNE MOAT!!)
(Nie aan beginne oas g'eu derde studejoar nie uitgedaan et !)
VROAGE:
1. EUWE NOAME
2. EUWE VEURNOAME
3. EUWE BIJNOAME
4. EUWE PA ZIJNE NOAME
(oist nie dezelfsten es van den euwe moede nie beschoomd in zijn, we zijn da geweune)
5. EU MA EURE NOAME
(zuust moar oist de ze kent, anders schrijfd'op: VONDELINKSKE)
6. EU WIJF EURE NOAME OF DEN DIENE VAN EUWE VENT AS G'EN WIJFZIJT
8. EU SEKSE: vent - wijf alletweeje -ge twijfelt nog
9. HEDDE GASTE: woar?bij eu wijf - ieveranst elderes - ge weetet niet zijnt'euwe?joat - nient - ge, weetet uuk nie trekke z'op eu?Joans - niens - 't zijn zwoarte - 't zijn roaste hoeveele? lene - mier daniene - getze no nie geteld
* oeveele es ien plus ien? ............... (ge meugt moar ientje mis zijn).
* Wien es den beurgemeester van Gent? Walter De Buck - Pierlala - den roaste wasser
* Wien es de keunink van Belge: Romain - Aaijskes - Patriek Oamers
* Wa gazette leesde? Tleugeneerke - tvolkske - tloastenieuws
* Wa stoatter op tbelfort? Nenoane - neliew - eun droake - een bluut wijf WERKREGELINGE:(nie verschiete, tes moar veur te lachen)
* woake ploeg wilde doen? tsnachts - denuchtink - aliene de zondag veur controle aan de Gantoise
dawil zegge dagen streepe moet trekke doar tgeen dadde niejen wilt.
Hierunder moet uwen puut zette en afgeeve op tgemeentenhuis.
Puut
Computerles voor Gentenaars
Oas ge ' t nie verstoat, toens zijde gienen echte
Save
Smijt da doar ieveranst da ge ' t nog keunt wérevinde
Shut down
Aawd ui muile, kleppe toe
Uitloggen
A schuppe afkoisen
Username
Oe ietè gà manneke?
View
Kier kaaken
Delete
Smaat moar in de voailbàk
Icon
Prentsen
Floppy disk
Plakoatse dade der insteekt
Hard disk
Plakoat da ter al inzit
Cd-rom
Plakoatse da blinkt
Toetsenbord
Planke mé knopkes
Opties
Wa kunde doar allemoal mé doene
Replace all
Gruute kois
Format C
Nog gruutere kois
Crash
Pataat, t 'es noar de kluute
Click
Duuwe
Double click
Nog ne kier duuwe
Muisknop
Vuile proat over de wijve
Cut and paste
Een kollage moaken
Attachment
Iet da ter an angt
Backspace
E vette kont
Laptop
Veur op uiwe schuut
Windows 98
Program veur ui machien noar de kluten ' t elpen
Windows ME
Aawe wijn in niewe zàkke
Windows XP
Serjeuzen bucht
Apple
Van de groenselboer
Browser
Kerjeuzeneuzemosterdpot (teirenteyn)
Chatten
Kafféklets
Dot
Puntse
At
En a mé e krullewietse
Escape
Wegluupen
Help
Legd-uit oe da ge ' t zelf keunt doene
Internet
Café dad-eigeleik nie echt bestoat
Tab
Doar komme pintjes oit
Home
Noar-uis
Insert
Iet tusse plàkke
Print Screen
Op papier zettè wa-da-ter op uiwe tv stoat
Ctrl-Alt-Del
Veur oas eu machien nie mier wil loisterè
Moederbord
Ne schuune balkon
Processor
Nog slimmer dan iene van ' t unief (professor)
RAM
E schoap mé kluute
WWW
Ne kleine die vrie oant blèten es
Paralelle poort
Névest de Brugse puurte, nie verre van de Muie
Gentsche definities * Autobus: voertuig da twie kiers zu rap rijdt oas ge'r achterluupt of oas ge der in zit. * Bankier: persun die akoord zoe zijn veur u een lieninge te geven op kondiese da hem keunt bewijzen dadde ze ie vandoen héd. Uuk te vergelijke mee nen hulpveerdigen typ die u zijne paraplu lient en hem u were vroagt oast begint te regene. * Boy scout: Een kind geklied gelijke ne kluutzak, gekommandeerd deur ne kluutzak, geklied gelijk een kind. * Kapitalist: Iemand die hem in zijnen otto mee airconditioning noar zijne g'aclimatiseerde club loat vuere veur der een stuumbad te pakke. * Mutske: kledingstuk da ne kleine moe droagen oas zijn ma kéwen hee. * Ne consultant: dad es iemand die op uw horloge kijkt, u zegt hoe loate da 't es en u tons zijn prestoase loat betoale. * Econoom: nen expert die u morgen goa expliceren hoe da 't komt dat gien dat hij vandoage veurspeld hee niet uitgekomen es. * Nen intellectueer: wordt gezeid van iemand die capoabel es om mier of twie uren op iets anders te peizen dan op sex. * Huufdpijne: 't meest gebruikte contraceptief bij vréwen. * Huwelijk: instellinge die 't aan twie persunen meugelijk moakt de problemen te verdroagen dien ze nie zoen g'had hén, moesten z' alliene gebleven zijn. * Nen orthodontist: dat es nen tuvenirre die een stuk in uwe mond steekt dat hij eest uit uw zakken g'hoald hee. * Parlement: komiek Frans woord soamengesteld uit de wirkwoorde 'Parler' en 'mentir'. * Ne pessimist: dad es nen optimist me wrie veel ervoaringe. * Ne programmeur: dad es ne persuun die op een onbegrijpelijke maniere op uwe computer problemen oplost oarvan dadde zelve nog nie wist dadde z' hoat. * Veuruitgang: doctrine diet er in bestoat om dagene te komplikeren da wrie simpel es. * Ne psycholoog: dad es den dienen diet d'anderen bekijkt oast er een schuun meiske in de koamer binnenkomt. * Ne wekker: instrument dat uitgevonden es veur menschen wakker te moaken die nog gien kindres hèn. * Geheim: informoasje diede moar vertelt aan ienen persuun tegelijk. * Snobisme: dad es de aktie van dingen te kupen diede nie gere ziet, mee veel geld dadde nie hèd mee de edoelinge van mensche t' impressioneren diede nie keunt verdroage. * Synoniem: dad es een woord dadde schrijft in de ploatse van da dadde nie keunt schrijve. * Team-work: da geeft u de meugelijkheid van uw feiten op nen andere te steken. * Een vedette: dad es iemand die guul zijn leven wrie hard wirkt veur bekend te worden en die tons ne zonnebril moe droagen veur nie herkend te worden. > Gents dialect (www.mijnwoordenboek.nl/dialect/Gents) >Gent dialect van a tot z (http://home.planet.nl) >Gentse spreuken in dialect (powerpoint) >Oost-Vlaams dialect (info op deze site)
Lochristi heette oorspronkelijk kortweg Lo en de gemeente wordt in de volksmond nog steeds zo genoemd. De naam "Lochristi" komt van "Loe Sancti Christi" 1330, dus "Lo in de Christusparochie". Lo betekent oorspronkelijk "open plaats in een bos". Scheld of spotnaam van Lochristi: ? >Diverse informatie aangaande gemeente Lochristi (blog vlaanderen)
Zaffelaars dialect heeft weinig verschillen met Lochristis. Toch ook eigen dialect uitdrukkingen. Woorden moeder: moedere ; vader: voadere ; Gezegden en uitdrukkingen - dat kon men denken: dat was te peizen hé. - hij doet niet: hij n doe. - omdat dat op; omda ta op. - voeten niet op tafel of je krijgt een slag: gien puutn op tuifel, of ge krijg ne wuifel. - persoon A vraagt: hij slaapt; persoon B antwoordt: hij en doet ; >Tekst in zafelaars ‘De Veefukker’ (www.lochristinaar.com)
In de late 9e eeuw was de toenmalige naam VUehtre niet meteen een duidelijke gelijkenis te maken. Nadien was sprake van Wethre (1098), UUethra (1100 ), Wettra (1011 ), UUetera (1044 ), Wettre (1210) en Wettere (1227). De naam wordt verklaard als een samenstelling van de Germaanse adjectieven ‘hwata' en ‘haru' die respectievelijk ‘scherp' en ‘zandige heuvelrug' betekenen. Wetteren ligt inderdaad op een zandige hoogte. Bijnaam, spotnaam of scheldnaam van de Wetteraars: Mosselmans; Haringfretters. >Diverse informatie aangaande gemeente Wetteren (blog vlaanderen)
Het dialect van Dendermonde wordt Termonds genoemd. Dendermonde wordt in het dialect Deiremonne genoemd. Het dialect van Dendermonde is Termonds. In Dendermonde zijn ruwweg een viertal dialecten te onderscheiden. De differentiatie tussen die dialecten valt te verklaren door de ligging op een kruising van rivieren. Rivieren zijn sterke demarcaties van dialectgroepen. Net als in de rest van Vlaanderen verarmen de dialecten en is het aantal courante sprekers sterk afgenomen. Het in Grembergen gesproken dialect leunt aan bij de Wase dialecten, zoals dat van de buurgemeenten Zele en Hamme. In Appels, Oudegem, Mespelare en Schoonaarde, die aan de linkerzijde van de Dender liggen hoort men de Oost-Vlaamse variant van het dialect van de Denderstreek. Sint-Gillis-bij-Dendermonde en Baasrode hanteren de Brabantse variant. Een sterke differentiator tussen die twee is de uitspraak van de "g", die sterk gutturaal is aan Brabantse zijde en zwak aan Oost-Vlaamse. Ten slotte is er het merkwaardige stadsdialect van Dendermonde zelf, dat kenmerken van het Denders en Wasecombineert met invloeden van andere stadsdialecten. Onder meer de lange "aa", die "oe" wordt, is ontleend aan de inwijking van Brusselse arbeiders in de 19e eeuw, toen Dendermonde een sterk oplevende industrie kende. Zij bewoonden de wijken die ontstonden aan de "Brusselse forten", de overblijfselen van het Vauban-verdedigingssysteem van de stad, en gaven een stevig pigment aan het dialect binnen de wallen. Bron: wikipedia.org > Termonds dialect (www.mijnwoordenboek.nl) >Oost-Vlaams dialect (info op deze site)
De naam Baasrode word plaatselijk Bostroïe uitgesproken. Wanneer in 821voor het eerst van Baceroth wordt gesproken, werd een domein bedoeld waar ook Sint-Amands en Mariekerke toe behoorden. Baasrode is een dorpje met een dubbele naamgeving. Zowel het 'officiële' Baasrode als varianten op de nog steeds geldende dialectvorm Bostroë waren doorheen de geschiedenis courant. Al in de veertiende eeuw werd er gesproken van Bastroe en nog later van Baestroey.Spotnamen van Baasrode: kalfeters (in verband met scheepswerf) > Diverse informatie aangaande gemeente Baasrode (wikipedia.org/Baasrode)
In dit filmpje maakt u kennis met het Lebbeekse dialect. De betrokken partijen praten over een nieuw soort kookpotten, waar je blijkbaar heel wat mee kan doen... geniet van dit natuurlijk in de gloria-tafereel.
De naam Zele moet waarschijnlijk worden opgevat als ‘grote zaal in een gebouw van een vorstelijk of adellijk domein'. Misschien was Zele oorspronkelijk een Karolingische fiscus of kroondomein.Scheld of Spotnaam van Zele: kloddezak. >Diverse informatie aangaande gemeente Zele (blog vlaanderen)
Aalst wordt plaatselijk Oilsjt uitgesproken. Middeleeuwse benaming Alostum411. Aalst is een zeer oude localiteit. De tot hiertoe vroegst teruggevonden naam van de stad is te lezen in de kronieken van de Abdij van Lobbesvan het jaar 866 . De herkomst van de naam blijft duister, fantasieverklaringen over de naam zijn voldoende in omloop: 1. AELST is de samentrekking van alt en stede, van oud oord dus. 2. De originele naam zou ALOSTUM zijn. Samengesteld uit al-ost, wat zou moeten betekenen dat de plaats helemaal in het oosten van Vlaanderen lag. In vroegere tijden lag AALST echter in Brabant. 3. AELST is de samentrekking van AELSTE of AELSTEDE, de woonplaats van Ale of Alex. 4. ALLODIUM: adellust. 5. ALHUSTA: heidens heiligdom. 6. AALST is afkomstig van het Keltische ost waarmee bedoeld wordt: "plaats aan het water". Daarmee zou de naam van de stad dezelfde herkomst hebben als de andere plaatsen met de naam AALST, zoals Aalst bij Sint-Truiden, Aalst bij Eindhoven, Aalst aan de Maas en Gelderland. 7. ALUSOTH: elzenbosje. Bron: home.scarlet.be/~ir001380/www/naam.htm enwww.wikipedia.org Spotnamen van Aalst: ajuinen, de draaiers, voile janetten. >Aalsterse legenden (www.figy.be/legenden) >Diversie informatie aangaande de stad Aalst (blog vlaanderen)
Aalsters dialect
Het dialect van Aalst wordt plaatselijk Oilstersj genoemd. Het Aalsters behoort, net als bijvoorbeeld het Opwijks, het Asses en het Ternats, tot de groep van de Brabantse dialecten. Het Aalsters behoort tot het Zuid-Brabants, in het bijzonder tot het Kleinbrabants. Aalsters is een stadsdialect: in de omringende gemeenten (ook de deelgemeenten van de fusiegemeente Aalst) spreekt men verwante, doch anders klinkende dialecten, die vooral in het westen meer naar het Oost-Vlaams dan naar het Brabants neigen. Bron: www.wikipedia.org
De mooiste woorden in Oilsjters dialect vlinder: ne pemel. het onze vader bidden:.ne vedrons. Woorden in Oilsjters dialect aalsters: oilstersj ;aardbei: errebees ; bloedworst: Zwerten trip ; emmer: iemer, auker ; ijsje: cremken; kikker: poit ; kruiwagen: kerrewoaugen ; meikever: moiljer ; regenworm: teerlink ; schort: vesschoeit (klemtoon op laatste lettergreep) ;schommel: bais ; taartje: toort ; taal: tool ; toilet: wc ; vlinder: pemel ; Verschrikkelijk, niet te beschrijven:graalek (kan zowel positief als negatief geïnterpreteerdworden bv.een mooi grietje (meisje): graalek schoein moksken ; iemand die een slag op hethoofd gekregen heefd(bij manier van spreken): graalekke zot ; op zijn geldbeugel zitten(gierig zijn): graalek pinnig) zakdoek: neisdoek ; >Oilstersen diksjonair (www.oilsjtersen-diksjoneir.be) >Oilsjters dialect (www.mijnwoordenboek.nl/dialect/Aalsters) >Oost-Vlaams dialect (info op deze site) >Oilstersj dialect (www.youtube.com) >Aalst (www.youtube.com) >Stad Aalst in beeld (www.google.com)
Deelgemeente Moorsel .
Vroegere plaatsnaam van Moorsel, Morcelle1119. De Betekenis van de plaatsnaam Moorsel is onduidelijk, naar het Oergermaans wordt aangenomen dat plaatsnamen eindigend op sel of sele duiden op een gebouw, woning, zaalgebouw, nederzetting of beschutting. Bron: www.wikipedia.org Spotnaam van gemeente Moorsel: Boksers. >Diverse informatie aangaande gemeente Moorsel (wikipedia.org)
Nieuwerkerken heeft zijn plaatsnaam te danken aan een nieuwe kerk. De naam "Nieuwerkerken" wordt sinds 1480gebruikt. Vroeger werd het dorp aangeduid met de naam "Nieukercke", in 1378 werd het "Nuwerkerken" en in het Latijn "Nova Ecclesia". Spotnaam van gemeente Nieuwerkerken: schapenkoppen, lompe boeren. >Diverse informatie aangaande gemeente Nieuwerkerken (wikipedia.org)
De gemeente Erpe-Mere ontstond bij de fusie van Belgische gemeentenin 1977. Bij het kiezen van de naam voor de fusiegemeente raakten Erpe en Mere het niet eens. Erpe wou dat de gemeente Erpe zou heten omdat ze het grootst in oppervlakte was. Mere daarentegen lag centraal en had meer inwoners. Als compromis werd de naam Erpe-Mere. In 1057 werd Erpe voor het eerst in een document genoemd, al is het dorp naar alle waarschijnlijkheid veel ouder. De naam is afgeleid van de naam Erpo (Germaaanse mannelijke persoonsnaam). In 1003 werd Merein een document genoemd als Meren. Wellicht stamt de naam af van de vele moerassen (meren) in de buurt van het dorp. Scheld of spotnamen ven Erpe: palokeneters, dieven. Scheld of spotnaam van Mere: papboeren. >Diverse informatie aangaande Erpe-Mere (blog vlaanderen)
Merelbeke was oorspronkelijk door zijn bruuske hoogteverschillen een gebied met enerzijds bossen en heide; anderzijds met zeer waterrijke gronden waarin zich moerassen, poelen en vijvers bevonden. Al in geschriften van de 12e eeuw werd verwezen naar de samengestelde plaatsnaam van ‘meer’ (merle, marila) en ‘beek’ (baki, beca) met Romaanse en Germaanse invloeden. Merelbeke betekent volgens deze verklaringen ‘beek-van-het-meertje’. Een andere betekenis van ‘meer’ is ‘mergel’, de ondergrond waardoor de vermelde beek zich een weg baande naar de Schelde. Pas omstreeks 966 was er sprake van een dorpsnaam ‘Merelbeke’. Opeenvolgende plaatsnamen: Marlabeca, Marlebeca, Merlebecca, Meerlebecque, Merlebeke, Meirelbeke, Merelbeke. Merelbeke wordt plaatselijk Meirelbeke uitgesproken. Bron:www.merelbeke.be/geschiedenis Scheld of Spotnaam van Merelbeke: ? >Kaart van Merelbeke (www.google.be/maps) >Diverse informatie aangaande gemeente Merelbeke (wikipedia.org)
De naam Welden zou een pre-Germaanse oorsprong hebben. Het dorp ontstond, net als het gehucht Neerwelden, op de licht verheven drogere, matig natte gronden van de Scheldezone. Zowel Welden als Neerwelden liggen net boven het oude overstromingsgebied van de Schelde met zijn schorren en weiden. >Diverse informatieaangaande gemeente Welden (wikipedia.org)
De naam Ronse, voor het eerst vermeld als Rotnace (855-873), wijst op een Belgischeof Keltische oorsprong. Deze naam is afgeleid van de nabijgelegen rivier de Ronne met het Keltische achtervoegsel -acum, wat ongeveer "vestiging aan de Ronne" betekent. Door de eeuwen heeft hij zowel een Germaanse ontwikkeling met klemtoon op de eerste lettergreep (Ronse) en Romaanse ontwikkeling die de klemtoon bewaard heeft (Renaix), doorgemaakt. Scheld of spotnaam van Ronse: slekkentrekkers, (in verband met de Fiertel), zotten. >Sage: De vloek van Lange Mele (www.figy.be/legenden/Ronse) >Diverse informatie aangaande stad Ronse (blog vlaanderen)
Ronse dialect
Het dialect van Ronse wordt Ronsies of Ronsisch genoemd. Het Ronsisch dialectontstond onder invloed van Brabantse dialecten, namelijk het zgn. Pajottenland en, verder nog, onder invloed van het Brussels. Ook enkele gemeenschappelijke klanken met de rollende accenten uit de Denderstreek vallen er in het Ronsisch dialect te horen, terwijl het nochtans nabije West-Vlaanderen, en de typische klanken van de Schelde- en Leie-dialecten van generlei invloed waren. Dat komt, omdat de stad het eindpunt was in een eerste germaniseringsgolf die bekend staat als de lijn Ronse - Béthune. Pas later kwam het (deels door de zee vrijgegeven en herschapen) kustgebied onder Germaanse (lees: Vlaamse) invloed te staan. Men zou er dus uit af kunnen leiden dat de streken ten oosten van de stad mede haar taal en haar uitwisselingen vorm hebben gegeven. Bron: wikipedia.org
Uit 1428 dateren vermeldingen van het dorp als Sente-Marien-Oudenhove. In de volksmond wordt nog regelmatig gesproken van "Aunove". De naam heeft eenzelfde oorsprong als Sint-Goriks-Oudenhoveen zou liggen bij het ontstaan van een gemeenschap rond een hof dat er altijd (van ouds) heeft gestaan. Oudenhove kan dan geïnterpreteerd worden als "het oude hof". >Diverse informatie aangaande Sint-Maria-Oudenhove (wikipedia.org)
Geraardsbergen werd na 1060 gesticht door Boudewijn VI van Vlaanderenwegens zijn strategische ligging op een heuvel aan de rechteroever van de Dender op de grens met het hertogdom Brabanten het graafschap Henegouwen. Het graafschap Vlaanderen was tot 1046 in het oosten begrensd door de Schelde. In dat jaar palmde Boudewijn V, graaf van Vlaanderenhet gebied tussen de Schelde en de Dender in. De oostgrens werd vanaf dan de Dender en de steden op deze rivier moesten het nieuw verworven gebied beschermen. Vervolgens kocht Boudewijn de heuvel met het omringend gebied van Geraard van Hunnegem, vandaar de naam Geraardsbergen die hij aan de nieuwe plaats gaf. Maar de plaatsnaam Geroaldi Montem, de Latijnse vertaling van Geraldsberg. In de geschiedenis, de letterkunde en geschriften komt de naam Geraardsbergen onder verschillende vormen voor : Geroaldi monte (1034 -1058), Geraldimontem (1081), Geraldimons (1096), de Geraldi monte (1107), Geraldimontensis (1092 - 1110 ), Geromontensis (1142 ), de monte Geraldi (1166), Geralmont (1167), de Geraudi monte - Graumont (1195), Geromontis (XIIe), Geraumont of Gerautmont (1201), Geramont (1211), Gerardi monte (1225) , Gerardimontium, Geroaldimontem, Gheeraerdsberghe, Gheerardsberghe, Gheraertsberghe, Gheeroutsberghe, Gheroudsberghe, Geroudsberge, Geroutsberghe, Gheeroudsberghe, Gheroustberge, Geertsbergen, Geeraerdsbergen, Gramont, Grandmont, Grantmont, Grammont. Bron: wikipedia.org >Diverse informatie aangaande de stad Geraardsbergen (blog vlaanderen)
Voor de plaatsnaam betekenis van Asper verwijzen Etymoloogen naar verschillende afkomst en uiteenlopende betekenissen. Van de 10de eeuwaf zijn de plaatsnamen Haspra, Aspera, Haspere en vanaf 1200 Asper. Het zou met weiden en rivieren te maken hebben. Ook kan de plaatsnaam met een lokale grondbezitter te maken hebben. >Diverse informatie aangaande gemeente Asper (wikipedia.org)
Dialecten Het is vijf voor twaalf voor de dialecten', 'Alle dialecten zullen verdwijnen!', ... zijn tegenwoordig vaak gehoorde opmerkingen. Maar klopt dat ook? Spreken jongeren minder dialect? Het Waaslands dialect wordt naar men beweerd meer en meer Verbrabantst. Tijd dus om het oorspronkelijk dialect van de diverse Wase gemeenten in hun specifieke schrijfwijze te bewaren.
Vooral de zeer zware A is typisch voor het Sinneklase dialect , ook het stopwoord zunne op het einde van een zin of als tussenwerpsel gebruikt , wurre was ook iets dergelijks , in de omgeving van de stad is dat telkens een kleine variatie , onderandere , in Sint-Niklaas was er eertijds een duidelijk verschil naargelang de straat waarvan je afkomstig was , het meest , zoals die van Tereken , nu niet meer in gebruik het klonk als muren ;mieren , luiken aan een huis ; blaffetieren , plansier schieren = voetpad schuren enz... > Sinnekloases dialect leren (www.youtube.com)
Getallen in Sint-Niklaas (Sinnekloases) dialect vijftien: vuftien vijftig: vuftug Op zijn Sint-Niklaas (Sinnekloases) gezegd - Dat kan ik niet betalen: da kan mijnen bruinen nie trekken - Heb het begrepen: 't zit in de sakosj - Iemand aanhouden, vastnemen: bij zijn lurven pakken. - Komt er nog iets van: awaal - Langs daar: lanst doar - Mijn ouders: m'n aars - NMBS (Nationale maatschappij Belgische spoorwegen): ijzeren weg. - Niet helemaal de waarheid vertellen: zwaënzen - Nogal enen: kadee - Op bedevaart: beewegen - Pietje juist: pezewever - Wat doe je daar: elaba - Iets niet naar behoren doen: konkelfoezen - Dat meisje heeft een grote boezem: die mok 'ee ne vrieén balkon. - Je moet daar niet bang van zijn: ge moet dor nie benaat va zin. - Vrouw die met alle mannen meeloopt: allemanswies. - Omdat ge veel last hebt moet ge nog geen ruzie maken !: omda ge veel ambras ' êt moete nog gieënen ambras moaken ! - Tegen iemand die zich haast zegt men: ge moet oa zooë nie afstaan, ge komt er waël zonder oa t' osten ! - Kijken wat iemand doet: ziene kieér achternoar wa dedtie ammel uitstikt ! - Iemand achternadoen: ge moetda zotteke nie achternoardoen ! - Na het werk en pint bier drinken: as da weirk af ' ein gommen un pint pakken ! - Als men hard moet werken zegt men: vur zoeên preeken gin ' é zun klooëten niemer afdrwaain ! - Tegen iemand die met drogredennen afkomt zegt men: ge moet mi dieé flaa zieéver nie afkommen ! - Als men zegt waar men geboren is: mi moeder kocht mi op d' arduine scheepen va Puivaëlden. - Laat ons nog een pint bier gaan drinken: lot ons nog moar nen baat go stekken - Op iemand zijn gezicht slaan: op zun bakkes sloagen - Van een persoon die er vuil uitziet zegt men: beroesten - Tegen het maken van een nutteloze reis zegt men: bieénaarsreis - Van of tegen een persoon die graag veel bier lust zegt men: bierlut - Van gezonde kinderen zegt men: 't zin bloekes van kinderen. - Tegen een meisje dat vanalles tegenkomt zegt men: gij trezebees. - Ga jij eens naar de slager: godde gij ies nor den bienaur. - Ik zal je eens goed liggen hebben: ik zal ne keer schrabielen over ou weir peiren. - Ge zou er iets ergs van kunnen krijgen: ge ze ter ne kaan oap van kakken. - Haast je of je komt te laat: affeseer do wa of ge kom nen trèn te loat. - Het is me niet gelukt: kben van nen bjeenaersrès teruggekommen. - Hij bezit niets meer: ei ee gjenen noagel mjeer om in zin gat te kraen. - Op uw zenuwen beginnen werken: ge zut er de ka kurs van krègen. - Het lukt niet: zennen jèring broa nie. - Ik begin te rillen: het doakerrekken rèd over minne rug. - Zwijg ik heb het genoeg ondervonden: ge moet nen aen oap geen smoelen liejren trekken. - Ik heb daarvoor geen geld genoeg: da kan mènen bruinen nie trekken. - Dat wispelturig ventje moet kalm blijven: da buzzekken vloeen moet nie veel bonjoer nie mermoaken. - Dat is niet zo: das allemoal zjiever i pakskes. - Laat alles zoals het is want hij is niet van de slimste: loat de boeren moar dussen, tis gjeenavans want è is tog te lomp om taelpen donderen. - Ze zullen hem lynchen: ze zullen em tvas nog afsloan. - Ik ben het werkelijk beu: kben da so beu as ka pap. - Hij heeft me iets erg aangedaan: hè ee mè ne poater geschilderd. - Diaree hebben: mè den dapperen zitten. - Nooit: in tjoar een as duilen preken. - Goed en veel praten: zen babbielie afspelen. - Zijn kuren krijgen: è eet zen frieten weer gekregen. - Ver weg gaan: noar sjakkamakka goan. Gemeentenamen in Sint-Niklaas (Sinnekloases) dialect Aalst:Olst Belsele:Baëlsieél Elversele: Aëlversieël Haasdonk:Hoasdonk Meerdonk:Mjeirdonk ; Melsele: Maalsen Sinaai:Snoa ; Sint-Pauwels: Sintpals Temse:Temst Waasmunster:Woasmunster Wijknamen Pristragewijk: wallekes Landen - Provincies Belg: Baëls, Bels Vlaanderen: Personen namen in Sint-Niklaas Albert, Robert, Norbert: bair
Oorsprong van de naam "Belsele" Er lag eertijds tussen de huidige gemeente Belseleen Waasmunster een diepe kuil, waarin rovers nestelden, die gans de omtrek onveilig maakten. Omdat geen enkele reiziger hun zou kunnen ontsnappen, hadden ze van de kuil tot de overkant van de weg een zeel gespannen en hieraan een bel vastgehecht. Wanneer iemand over de weg ging, schopte hij tegen het zeel, dat dicht tegen de grond gespannen was en op dat ogenblik rinkelde de bel, waarop de rovers te voorschijn kwamen en hun slachtoffer van kop tot teen uitschudden. 't Volk noemde weldra die onveilige plaats "het Belzeel" of "het Belzele", later dan Belsele. Spot of Scheldnaam van Belsele: Klokkelappers. >Sage: Belsele de verzonken stad (www.figy.be/legenden) >Diverse informatie aangaande gemeente Belsele (blog belgië)
Belseels dialect
Het BelseelsWaaslands is verwant met het dialect vanSint-Niklaas enLokeren . Woorden in Belseels dialect A aardappelen:pattaters, petetten ; aarde: deirde ; arm: eirm ; advocaat: avvekoat ; B beerput; bjeirput ; bedriegen: afluizen ; boekentas: cannaciére ; blootvoets: berrevoevoets ; C D deksel:scheel ; E F G gemaakt: gemokt ; gezegd: gezeed ; H halen: hoolen ; haan: oune ; hoogstwaarschijnleijk: vantiennegen ; hommel: bombie ; I ingieten: inkappen ; inrij akkerland: mennegat ; J K kikkervisje: puipadoeleke ; kuip: bassing ; koorts: kursen ; L luik:blaffetuur ; M meter: pit ; N nergens:nieveranst ; naakt: padderen ; nooit: noeit ; O onderkleed:commuaison ; P Paardenuitwerpsel: paardestront ; Q R raar persoon:wuiten ; riool: kanduit ; rundvlees: rendersvlees ; rolluik: percen ; S schroevendraaier: tournavies ; neusverkoudheid: sneuvering ; speelplaats: koer ; soort snoep: pee lange rek ; slordig: nigliezjent ; snoepje: sjiesjiepken ; T tafel onderlaken:twalseree ; toiletpapier: schijtpapier ; U uier: eur ; V vastgenomen: vastgat ; ventiel: suppap ; verkopen: verkoept ; verkoudheid: valling ; W wat aangedaan: een pee gestooft ; worst: (braadworst): witte worst ; worsten: sosiden ; X Y Z Zeemlap: ziemlap ;
Op zijn Belseels gezegd. (Op zijn Baalsiels gezeed) - De aardappelen staan lang in de aarde:de petetten ston lank in deirde. - Aardappelen schillen met en mesje:petetten schaalde liefst mu nun goeie petetteschaaler. - Mijn arm doet pijn van de beerput leeg te halen:minnen eirm doe zier van den bjeirput leeg t' hoolen. - Het afvoerputje van de riool is nog steeds niet hersteld:da kanduit is nog alt nie gemokt. - De advocaat tracht u te bediegen:den avvekoat probeert o af te luizen. - Ze maakt complimenten en heeft nog nooit met een zeemvel gewerkt:da verkoept chichien da heeft nog noeit ne ziemlap vastgat. - Alle middelen zijn goed als ze maar helpen: al wat rookt is vuur omtrent, zie Uilenspiegel, en hij warmde zijn handen aan een paardestront. - Men heeft je iets of wat onhebbelijks aangedaan: zen mij een pee gestooft. >Belseels dialect (http://www.belsele.be/belseelsdialect.pdf) >Sinnekloases dialect (op deze site) >Lokers dialect (op deze site) >Waasland dialect (op dit dialectblog) >Oost-Vlaams dialect (info op deze site)
Nieuwkerken-Waas ontstond omstreeks 1100. Nieuwkerken bezat volgens oude overleveringen in 1143 een kapel. De plaats was toen een gehucht van Sint-Niklaas. Het werd in 1274van Sint-Niklaas gescheiden om een zelfstandige parochie te worden die afgaande op haar naam één der jongste gemeenten werd van het voormalig Land van Waas. De scheiding gebeurde op bevel van de bisschop van Doornik. De naam Nieuwkerken werd voorzeker gegeven bij de oprichting in 1274. Bron: Archief Nieuwkerken-Waas. Scheld of Spotnaam van Nieuwkerken:Schapenkoppen >Kaart van Nieuwkerken-Waas (www.google.be/maps) >Diverse informatie aangaande gemeente Nieuwkerken-Waas (blog vlaanderen)
De herkomst van de plaatsnaam Sinaai. Sinaai is genoemd naar de berg Sinaï in Egypte, waar God volgens het boek Exodus van het Oude Testament aan Mozes de stenen tafelen met de Tien gebodengaf. Bron: wikipedia.org De herkomst van de plaatsnaam Sinaai volgens de Historiek Sinaai leeft. - “sin” is een vervorming van “swin” (inham) en “aai” is een vervorming van “aa” (waterloop) - de naam gaat terug op het oud-Germaanse werkwoord “sinnan” (ergens heengaan) - de naam is een samenvoeging van het zelfstandig naamwoord “sin” (loop, bedding) en “aa” (waterloop) Bronwww.sinaaileeft.be Scheld of Spotnaam van Sinaai: schinkeleters. >Kaart van Sinaai (www.google.be/maps) >Diverse informatie aangaande gemeente Sinaai (wikipedia.org)
Snôas dialect
De dialect uitspraak voor Sinaai varieert van “Snôa” ,“Snau” tot “Schnau” Het dialect van Sinaai wordt plaatselijk Snôas genoemd. Het SnôasWaasland dialect heeft wel wat gemeen met de buurtgemeenten Stekene en Klein-Sinaai. Woorden in Snôas dialect A B borstel:bostul ; beerput: den beirput ; beerschop voor vloeibaar mest: beirloete ; brandnetel: tingel ; C D E F G gummi speelbal: katschebal ; H hesp, ham:epsu ; houtkrullen: schauvelingen ; I ijskreem: pieleke koad ; J K kikkervisje: puipadoeleke ; klompen: (houten schoenen): houteschuiten ; knikker: lavuur ; kruiwagen: kurrewoagen ; L M N O ook: ukku ; P Q R S schaar: schieijr ; soeplepel voor bediening: pollepel ; stoel:stuul ; T U V vergiet, stramien: stromijn ; W X Y varen: veijren ; venster: vuster ; vensterluiken: blaffeturen ; vlaaienschotel (kom): vlaa-teste ; werk:wiéurk ; Z zwerm: zwolm ;
Diversen - ik zal maar zwijgen: 'k zal mijnen bek maar in mijn pluimen oan. - onhandig persoon: kloefkapper (woord komt van houten klompenmaker) - slag op aangezicht: ne klop op a muile.
Over de oorsprong van de naam Lokeren zijn al heel wat theorieën ontwikkeld, de ene al wat geloofwaardiger dan de andere. Een grote groep auteurs ziet in de plaatsnaam het element 'luken' wat (in)sluiten of toedoen betekent. Lokeren zou verwijzen naar een ingesloten plaats tussen de Durme en een bosgebied met wilde dieren. Volgens een recenter, meer wetenschappelijk verantwoorde interpretatie zou Lokeren in oorsprong een waternaam zijn die later overging op de daar gestichte nederzetting. Lokeren zou dan afgeleid zijn van enerzijds het Indo-Europese grondwoord 'leuk' dat helder of glanzend betekent en anderzijds het prehistorische hydronymische achtervoegsel 'arna' wat water betekent. Probleem is dat er voor 'Leuk-arna', hoewel taalkundig aannemelijk, geen feitelijke, historische bevestiging te vinden is. Spotnamen van Lokeren: rapenbraders, rapenfretters (rapeneters) Bron: www.wikipedia.org >Waaslandkaart > Diverse informatie aangaande stad Lokeren (blog vlaanderen) > Waasland informatie (blog waasland bericht)
Lokers dialect
Inleiding van het Lokers dialect Het Lokers is een dialectuit de Vlaamse stad Lokeren. Het is een grensdialect tussen de westelijke Oost-Vlaamse en de (verbrabantste) Wase dialecten. Kenmerken van het Lokerse dialect op het gebied van fonetiek zijn korte eenklinkers, langgerekte eenklinkers en tweeklanken evolueren in de richting van de doffe sjwa. In de eindcombinaties –len, -men en –nen is de doffe sjwa weggevallen. Ook de stembandklinkers (-h) worden niet uitgesproken. Op het gebied van de woordenschat bracht de verdwenen specifieke Lokerse haarsnijdernijverheid een aantal unieke Lokerse dialectwoorden voort. Lokeraar Marcel Pieters stelde een woordenboek van het Lokers dialect samen. Het woordenboek is ondertussen al een tweede keer uitgegeven naar aanleiding van het 40-jarig bestaan van de Lokerse Culturele Raad. Naar aanleiding van dit woordenboek werd ook het mooiste Lokerse woord verkozen, namelijk een moazart of meikever. Een moazart wordt in Lokeren ook gebruikt in het spreekwoord ‘k Zijk ik geene moazoart zolle!, dat wordt gebruikt wanneer men op de tenen wordt getrapt. Deze zegswijze verwijst naar het feit dat wanneer men met een vingertop op één der poten drukt van een meikever deze zich klaar maakt om weg te vliegen. >Waasland dialect (op deze site) >Stad Lokeren (www.youtube.com) >Stad Lokeren in beeld (www.google.com)
Op zijn Lokers gezegd - Een gelukkig jaar en al wat ik je wensen kan:'n gelukkig joar én aol wa 'k ou wénsen keun. - Als ik het:aseket - Dat zal zo zijn:da sa wal ; dat ge: dagge - Er komt niets van:tis van de kluëten - Krenterig iemand:hij zô tsaalfs zijne ruëk ziften die deur de schou goat - Onverzorgde vrouw:slonse ; - Onrustig iemand: héét muren oan zijn gat - Opschepper :bluffer - Ga weg:tertent 'taf ; - Hoe wreed zeg: oe vriët seg ; - Het gazon maaien:'tgas af rjn - Hij ging naar de wc en kuiste zijn achterse af met een dagblad: hij gin naer't huisken en kuiste zijn gat (ol) af mijën gazette - Het kan mij geen barst schelen: 't kan mij nie bommen - Ik ga het konijn de pels afdoen:kgou 'tkonijn 'tvaal afstruëpen -Iets wat je wilde doen en niet lukte: twas ver den drol - Iemand die niet naar behoren presteert: ne pruts - Iemand die een grote mond opzet: gruët bakkes - Iets arrangeren dat niet zo eerlijk is: foeffelen (iemand die zo iets doet is een: foeffeleire) - Iets niet zo goed maken: knosselen (iemand die dat doet is een: knosseleire) - Ik heb het: kent - Mooie of wat losse vrouw:bieken - Maak dat je weg komt: meikt ou weg - Naar de school fietsen:narde schole terten - Nog een goede dag: sallu - Over het algemeen:deur den baand - We zullen door gaan:we goun deure goune -Tegen een veelvraat die alles door elkaar naar binnen jaagt zegt men: gij moakt van ou lijf 'n spoelkuipe. - Wie vermoed dat een kind aan het liegen is zegt: zwijg maar want ghet 'n gruéd zwart kruis op ou veurheuft ; - Kleine kinderen, kleine zorgen, grote kinderen grote zorgen:as de kinders kleine zijn terten z' op ou tienen as ze gruêt zijn op ou erte. - Als iemand een wind laat:wie hééd hier in zijnen vinger gesneen. - Iemand die zijn eten niet gans op eet: zijn uégen zijn greuter as zijnen buik. - Als men iets zegt en men vraagt om teherhalen: de pastere doe geen twie missen veur tjaalfste gaald. - Als iemand snel zijn behoefte moet doen zegt men:hédde soms slijtpap géten. - Als iemand in een dure zaak binnen gaat zegt men: doar moede nie mier binnengoane, ze schrijven doar mee dobbel kruit. - Als men iets in bruikleen vraagt en het niet krijgt zegt men:dau 't hij oplegt in den azijn. - Van iemand die graag een hoge borst opzet:hij peist dan 't zwiest en 't zwast nog nie. - Als men zit te klagen zegt men:geef de stoefer 'n bruëd, de kloager hé gien nuëd. - Alshet gezinzich in nieuwe kleren steekt:wij hén ons allemoal in spie moeten steken. - Als de fanfare hun geliefde muziek speelt zegt men: heurt ze spelen weer older lijfstuk. - Wie het schoentje past trekt het aan:as ge ne neuze hét, kende rieken. - Men zegt vaneen kind dat goed leert:kijk nou ne kir, hij spreekt al op de lettere. - Als men iemand wil leren kennen zegt men: veur iemand te liëren kennen moed'er eerst ne kir pap mee eten ! - Als iemand te schrokkig gegeten heeft en hij moet een boertje laten zegt men: mijne kaalder valt inne. - Van iemand die uit alles munt wil slaan zegt men: hij zô vliegen vangen mee zijn gat ast hij intijds moest keunen toenijpen! - Tegen iemand die smorgens slecht geluimd is zegt men: hêd ou aaiken nie ghatte ? - Hij wil van geen overeenkomst weten, hij wil niets toegeven, hij houd zich op zijn standpunt: hij wol nie steken of nie snîjn! - Iemand die recht in zijn schoenen staat, rein in gewetenis: wie nie besnot is moet nie snuiten ! - Wie niets heeft kan niets geven:ne kei keude 't vaal nie afstruëpen! - Met die man moet men opletten: pas op dadde tegen den dienen zijn karre nie rijdt! - Wanneer iemand geregeld aan zijn achterste krabt zegt deze: de boter goat afsloagen. - Alsiemand zijnhoofd jeukt zegt deze: mijne kop iekt, dés regenachtig ! - Ik weet wat ik zeg, ik heb het zelf gezien: mijn uëgen zijn geen kattestronten! - Als iemand te laat op zijn werk komt zegt men: heêd ou vrau soms te lank op ou (h)ende gelegen ? - Als ge ergens tevroeg op de afspraak toekomt zegt men: hédde soms in ou bedde gepist? - Bij een scheldpartij zegt de tegenstander: leg ne kir ou hand op ou huéfd en kijk wie datter ondrstoat! - Van een onbeholpen iemand zegt men: hij is nog dommer as 't peird va christus, waaropvolgt, en 't was mondedju nen ezele! - Tegen een nieuwsgierig kind dat blijft zeuren zegt men: dé zijn kreuzeneusen en vroagstroaten. - Als de vrouw denkt dat de zoom van haar kleed onderuit komt vraagt ze: speel ik gene poattere (pater) - Als de vrouw een kleine linnen wasbeurt doet noemd dat: 'n plodderken sloagen. - Van iemand die er maar bleek bijloopt zegt men: hij ziet er maar smiëkes uite. - Vaniemand die niets lost zegt men: hij is nogal steeg van afgoane. - Als men denkt dat het gaat regenen zegt de boer:'t zal nog regene vandoage de veirkens luëpen mee struëd in olde muile! - Als men een gebroken arm heeft zegt men: hedde soms oane vloarink gebroken! - Als men beschuldigt word van iets wat men niet deed zegt men:mij gat zee bakkere! - Een vrouw met moeilijk onhandelbaaren venijnig karakter: 'n tiptoerte. - Een vrouw met haar op haar tanden: een tieke - men zegt dan: zo 'k nie geiren 'n eiken te palen énne zonne ! azuë 'n tieke van 'n wijf. - Men zegt van iemand die graag een grote mond opzet: her ne ker doare, de muilem is weer bezig ! - Wanneer men het echt goed heeft en zich gezellig voelt zegt men: loat de boeren moar dussen ! - Tegen iemand met een ooggezwel (pinkoog)zegt men: hédde soms in ne karreslag gepist ? - Tegen iemand die zenuwaxhtig rondloopt zegt men: moede soms eiren leggen ? - Als iemand zij vroegere levenswijze moet opgeven zegt men: as 'n oer oud wordt pist ze wijwoatre! - Als men door iemands schuld in een benarde situatie geraakt zegt men:nou hédde mij nogal ne poater gescholderd. - Als er koude rillingen over het lichaam lopen zegt men:het duëmanneken leupt over mijnlijf. - Als men niet goed luistert zegt men: of dadde tegen hem spreekt of schijt dés zjuust tsaalfste! - Van een bloedneus zegt men:ne goe bloeneuze is 'n ziekte gespoard! - Van iemand die zeer gelukkig is en dat duidelijk laat blijken zegt men: moest hij (zij) nouin zijn (heur) handen schijten, hij (zij) zou peizen dan 't ne spekkoek is ! - Van iemand met een schorre stem word gezegt: hij (zij) hee precies ne puit in zijn (heur) kele! - Doen of als ge het niet gezien hebt:geboaren van krommen hoaze! - Wat een domerik ben jij:wa veur nen truten zijde gij? - Spijbelen op school:achter d' hage luëpen. - Iemand die uit de hoogte doet en alles beter weet:bajaar. - Vrouw dat medelijden opwekt, onhandig in doen en laten: santeutje. - Lichtzinnige onnadenkende vrouw: tuite. - Moet dat voor het kindzijn neus niet uitdrinken: moedde dé veur dé mannekens zijnen neus uitdrinken, moet hij misschien zijnen was verliezen? - Iemand een ongename verassing bezorgen: ne kir ne pee stoven. - Van iemand die graag een hoge borst opzet zegt men: hij peist dan 't zwietst en 't zwast nog nie. - Van iemand die in het nauw gedreven en bedreigd voeld zegt men: zijn woater wordt neig bliêk. - Van iemand die niet van zijn stuk te brengen is zegt men: hij héét zijnen duim in zijn handen - Als een kind zich moeilijk rustig kan houden en bv. heen en weer op zijn stoel schuiftword gevraagt: ofdét hij muren (mieren) oan zijn gat héét - Als men van iemand iets in bruikleen vraagt zonder gevolg zegt men: dau 't hij oplegt in den azijn. Is deze persoon ook krenterig zegt men:hij zô tjaalfs zijne ruëk ziften die deur de schou goat. - Het spreekwoord "kleine kinderen,kleine zorgen, grote kinderen, grote zorgen", luid inLokeren als volgt: as kinders kleine zijn terten z'op ou tienen, as ze grueët zijn op ou erte. - Wie vermoed dat kinderen aan het liegen zijn zegt: zwijg maar want ghet 'n gruët zwart kruis op ou veurheuft. - Van een vrouw die voordurend heen en weer loopt zegt men: z 'is op heuren drevel. Zij zelf zegt: wa'k van vandaag afgedreveld hén, dés ongeleufelijk! - Een gigantisch klinkend, maar toch vriendschappelijk gezegde: wie veur zijn eigen zirgt, zirgt veur ne goê vriend ! - Voor nutteloze uitgaven zegt men: des op de kosten van 't sterfhuis! - Van iemand die op zijn laatste benen loopt en gaat sterven zegt men: hij leupt mee zijn duêkiste onder zijnen eirme. Als hij dan dood is zegt men: hij heet zijn tiënen uitgestoken. Als hij naar het dodenhuisje word gebracht zegt men: hij ligt op de blau steen. Als hij begraven is zegt men:hij ligt mee gas op zijnen buik. - Als getrouwde kinderen niet meer naar huis op bezoek komen zegt men: ach wie nie komt moe nie kiëren. - Tegen een vrouw die niet goed aan haar fietspedalen kan tijdens het fietsen zegt men: héd al botere madammeken? - van iemand die een slag op zijn kop gekregen heeft zegt men: hij éé nen tets op zijne kop gatte (tets is hier de taats die onder bottines geplaatst word). - Van iemand die hoogmoedig op het gewone volk neerkijkt zegt men: dien blageur is zeker vergeten dat hij uit 'n werkmansbroeke komt? - De tijd heelt alle wonden: dé verbuëm wal - Als een van de huwelijkspartners iets verteld aan buitenstanders over de gemeenschap zegt de andere partner: zwijg moral, mee oanen flau savec, over 't bédde wordt er nie gesproken! - Als iemand snel voorbij loopt zegt men: schiëter moar uite z' hén hem al! - Van iemand die een vlot passend antwoord kan geven zegt men: hij keu rijmen en dichten zonder zijn gat op te lichten. - Als een man wel eens een slipertje durft te maken zegt men: hij zotter zijn klakke nie overleggen! Hij zelf zegt dan: omdak mijn vrou nou geiren zien, moet ik op d'andere toch nie koad zijne! Als een gezinslid iets vraagt dat moeilijk betaalbaar of onverantwoord is zegt men:dé keud onzen bruinen nie trekken. - Tegen of van mensen die veelal tegenslag hebben zegt men: jaja 't leven is ne strijd, wij stoan der veuren en wij moeten der deure, den iënen wort er deurgedregen, den anderen moet er deurkruipen, doar zittend em, dés 't leven. - Van iemand die nog niet geestesrijp is zegt men (vooral kinderen die iets nog niet begrijpen): dé heêt doar nog geen verzaë van. - Van iemand die er warmpjes inzit (vermogend is) en dat laat merken en zijn weelde ten toon spreid zegt men: wie dan 't lank heêd loatend lank hangen! - Als men een duurdere aankoop verantwoord vind omdat deze wellicht langer meegaat zegt men: dé komt allemoal zeu lank as dan 't briëd is. Men zegt ook wel: koeken noar gaald Kwaliteit moet betaald worden. - Als een man te laat komt (b.v. het werk) zegt men wel eens: Heêd ou vrau soms te lank op au (h) ende gelegen? Heeft je vrouw soms te lang op je hemd (pyjama) gelegen? - Als een man te vroeg ergens toekomt (b.v. het werk) zegt men: Hèdde soms in ou bedde gepist? Heb je soms in je bed gewaterd? - Als je denkt dat ze van jou spreken zegt men: Mijn uëren tuiten ! Mijn oren tuiten! - Van iemand die graag een grote mond opzet, roept of tiert zegt men: Heurt ner ker doare, de muilem is weer bezig! Hoor eens daar de grote mond is weer bezig! - Van iemand die een bonvivant leven heeft geleid en het nu kalmer aan moet doen door ziekte enz zegt men: Hij hee zijnen tijd ghatte gelijk de brombezen Hij heeft zijn tijd gehad zoals de braambessen. - Een moeilijke stoelgang hebben, gierig zijn: Steeg van afgoane! - Een vrouw met haar op haar tanden zoals men zegt: Azuë n tieke van n wijf Zo een bazige vrouw. - Als men een rotslechte dag heeft en alles tegenslaat wat men doet, zegt men: Zo der ou nie van beschijten ! Ge zou je er van bevuilen ! Of wel zegt men: Zodde doar millegrijs ou bluët gat nie loaten va zienne! Zou je daar je ontbloot achterste niet van laten zien! - Als men er harder moet tegen aangaan roept men: Allei manneken bozze geven.Bozze = scrotum (teelbalzak). - Van iemand die alle soorten drank lust zegt men: Zijn tote past op alle teuten Zijn mond past op alle fleshalzen, als het maar alcohol is. - Van een gezin dat de ene tegenslag na de andere te verwerken heeft, zegt men: Den duvel (h) oud doar de keisse De duivel houd daar de kaars vast. - Van een dronkaard zegt men: Hij meugt ze nogal of Hij zal ze in zijn schoenen nie gieten. - Als men zijn vermogen wil wegschenken als men nog goed gezond is zegt men: Ge meugt ou nie ontbluêten veuren dadde sloapen goat! Je mag je niet uitkleden voor je slapen gaat, wat wil zeggen, schenk je vermogen niet weg vooraleer je stervende bent. - Het verschil tussen een arme en rijke Lokeraar: Nen eirme moakt ruze opt stroate en een rijke in zijne salon Een arme maakt ruzie op straat en een rijke binnenhuis. - Van iemand die er financieel goed inzit zegt men: Hij hangt lank! Hij heeft nog veel geldreserve! Men bedoeld evenwel niet de echte rijke. - Als iemand iets onverwacht veel geld gekost heeft zegt men: Z hèn hem doar n snee in zijn uëren gegeven! Ze hebben hem daar een snee in zijn oren gegeven! - Als iemand de negatieve karaktertrekken van zijn vader heeft zegt men: t is zjuust zijnen aon (oude)". - Als men de positieve karaktertrekken van de vader waarneemt zegt men: Hij is uit zijn vader gesneën (gesneden). - Als men u bij de bediening van eten al dan niet gewild overslaat zegt men: Nou moede kijken si ! wij hèmme weeral n houten muile! Nu moet je kijken, wij hebben zeker een houten mond! - Als iemand door eigen schuld in moeilijkheden verkeert zegt men: Het zijn zijn eigen luizen die hem bijten! - Van een vrouw die met regelmaat haar kinderen aan hun lot overlaat zegt men: t is n echte kattemore (kattenmoeder)! - Als een echte Lokeraar een plasje moet maken is een van de uitdrukkingen de volgende: t is huëg tijd dè k mij petetten ne kir goan aofgieten! Het is hoog tijd dat ik mijn aardappelen ga afgieten. Als je wat vergeten zijd (b.v. tijdens een boodschap doen) zegt men: As ge aone kop kwijt zijt moede ao biënen gebruiken ! Als je er met je hoofd niet bij zijd, moet je nu maar je benen gebruiken om het vergetende te halen. - Van een bereidwillig persoon zegt men: Dès ne kir ne gouêt kluët si ! doar keude niets aen misvraoagen Bedoeld word dat het een goed manspersoon gaat waar je niets aan kan misvragen (kluët = teelbal). - Van een kruidje-roer-mij-niet, dat tevens een beetje de schijheilige kant opgaat, zegt men: Is mij dé n heilig zaontsen! Het is een heiligprentje. - Als een Lokeraar wil diets maken dat hij u geen uitstaans meer wil hebben zegt hij: Gij éd op mijnen dein (pleintje) gescheten! Je hebt je behoefte (stoelgang) bij mij achtergelaten. - Als men in Lokeren hoort zeggen: Die mens is neig vervet. Joan, gelijk ne reiger op zijn schenen Betekend het dat die persoon fel vermagert is, ook bij een reiger komt er geen spiertje vlees op zijn schenen. - Als men van iemand zegt: Hij droagt uëren gelijk taluëren Hij heeft oren gelijk eetborden, bedoeld men dat zijn vrouw hem bedriegt met andere man(nen). De Lokeraar heeft hier het gebruikelijke hoorndrager omgevormd tot orendrager. - Van iemand die luidruchtig boert (door spijsvertering) zegt men: Zijne kaalder valt inne! zijn kelder stort in. - Als iemand nog weinig interesse voor iets betoond zegt men: Hij voagt er hij tegenwoordig vierkant zijn gat aone! Hij draait er zich met zijn achterste naartoe, het interesseert hem eenvoudig niet meer. - Wanneer men slaap krijgt zegt men: De voakluizen zijn doar al! De slaapluizen zijn er al, men begint dan vooral in de ogen te wrijven. - Van iemand die al te begerige blikken werpt zegt men: Eu wa vrië dingen! keud diene mens lonken, hij droadt hij bots mee zijn uëgen tot in t holleken van zijn gat Wat wreed, kan die mens zijdelinks kijken, hij draait met zijn ogen tot voor de opening van zijn achterste. - Als iemand de deur openlaat vraagt men hem: Of dat hij soms gewuën is is van naor de keirke te gaone? Gewoon is van naar de kerk te gaan. - Als een man helemaal weg (verblind) is van een vrouw zegt men: Dè steekt zijn uëgen uite! Zij steekt hem de ogen uit. - Wanneer iemand het je zodanig op de heupen doet krijgen dat je er bijna je zelfbeheersing bij verliest zegt men: Si diene mens zod oa t schijt duun krijgen! Die mens zou u de afgang doen krijgen! Of Van diene mens krij k de kao korsens ! Van dienen mens krijg ik de koude koorts! - Tegen een deugniet zegt men: Ge zij nen deugniet gij, en doarmee zijde geprezen ! Ge zijt een deugniet en daarmee heb ik je op de volle waarde geschat! - Van iemand die rap buiten adem is bij een normale inspanning zegt men: Nen ezel zweet van t schijten! Een ezel zweet van zijn grote behoefte te doen! - Als men iemand onrechtvaardig behandeld heeft zegt men: Zen die sikkeleire doar verdrom ne kir ne kluët aofgetrokken si! Ze hebben die sukkelaar daar wederom eens liggen gehad ((kluët = teelbal). - Als men vermoeid begint te raken en de benen gaan niet goed meer mee zegt men: Ja, ja bij nen ezel beginnend altijd aan zijn puëten! Ja bij een ezel begint ook de vermoeitijd altijd bij de poten! - Van een vergeetachtig mens zegt men: Hij omtoadt zjuust van t snuuns tot den twoalven! Hij onthoud juist van smiddags tot en met 12 uur! - Als ge ergens een voordeel gehaald hebt zegt men: Dir is wa van de karre gevallen! Er is wat van de kar (wagen) gevallen! - Bij hoog oplopende ruzies zegt men wel meer: Gij meugt nog nie gaan rieken woar dè k ik gescheten hèn! Gij moogt nog niet gaan rieken waar ik mijn grote behoefte gedaan heb! - Tegen een jong meisje dat al eens weent zegt men: Spoard oa troanen moar veur laoters meisken, ge za ze nog genoeg nuëdig hènne Spaar je tranen maar voor later meisje, je zal ze nog genoeg nodig hebben. - Van twee goeie onafscheidbare vrienden zegt men: si die twië plakken aon makoar gelijk stront aon t hènde! Zie die twee plakken aan elkaar gelijk uitwerpsel aan het hemd! - Als men iets komt vertellen dat je al weet zegt men: Das ao vuil! dat is oud vuil! met andere woorden dat is oud al gekend nieuws. - Als men in Lokeren zegt: Als t te wit wordt, tèn worret zwart! Als het te wit wordt, dan wordt het zwart! Dan bedoeld men dat een goede vriendschap plots kan omslagen naar vijandschap. - Als vrouwlief je geen woord gunt, zegt de man: k Hèn beeld maor geene klànk! ik heb beeld maar geen klank! - Als men een nutteloze verplaatsing gemaakt heeft spreekt men van een: Beenhaowersreize Beenhouwersreis (komt van beenhouwer die zonder resultaat op zoek was naar geschikt slachtvlees). - Wanneer men zich veilig en goed geborgen voelt zegt men: We hier huuëg en druuëge We zitten hier hoog en droog. - Als iemand met zichzelf hoog oploopt zegt men: Wie dènt huuëge op heed keu lieëge välen Wie dat het hoog met zichzelf opheeft kan laag vallen. - Van iemand (vrouwmens) die dan ook maar alles ziet zegt men: Dè mèns heed uuëgen op heur gat staone! " Dat mens heeft ogen op haar achterste staan! - Wanneer je voortdurend op je hoede moet zijn zegt men: Ge zod uuëgen op oa gat moeten hène!" Ge zou ogen op je achterste moeten hebben! - Van iemand die veel invloed heeft zegt men: Hij heen ne vrieë langen eirme! Hij heeft een lange arm! - Als iets vanzelfsprekend is en geen verdere uitleg hoeft, zegt men: Dè voag zijn gat zonder papier! die veegt zijn achterste zonder papier! - Als iemand morgens vroeg aan het fluiten is, zegt men: Pas maor op dèn de katten oa nie pakken!" pas maar op dat de katten u niet pakken. Men bedoeld, vroege vogels blijken gevaar te lopen. - Van een langslaper zegt men: Hij zod in zijnen nest blijven liggen tot de zon in zijn gat zit! Hij zou in zijn bed blijven liggen tot de zon in zijn achterste zit! - Als men in Lokeren hoort zeggen: k Zan hèm ne kir van de stoaëse gaon hoalen!" Ik zal hem eens aan het station gaan halen! Wil dit zeggen dat hij hem een pak slaag zal toe dienen. - Als men een bankbriefje (geld) laat wisselen waar en persoon met baard opstaat, zegt men: wij gaome nog ieënen loaten scheiren! We gaan er nog een laten scheren! - Van iemand die in zijn kaarten niet laat kijken wordt gezegd: Den dienen laot ok zijn hènde nie ophèffen! die laat ook zijn hemd niet optillen! - Van iemand die grote voeten heeft zegt men: Diene kadee keut op zijn voeten staon sloapen! Die jonge man kan op zijn voeten staan slapen! - Van haar die met een slecht afbrokkelend gebit geplaagd zit zegt men: t Is zuust nen bak schramoelen as zeuren mond oopenduut! Het is juist een bak sintels als ze haar mond opendoet! - Van iemand die niet langer iets kan verzwijgen zegt men: t Ligt te zweiren op zijn tonge! Het ligt te zweren op zijn tong! - Van iemand die ligt te sterven zegt men: Hij is aon zijn leste schof beezig! Hij is aan zijn laatste uren bezig ! - Van iemand die stekeblind is zegt men: Hij zie zeu goed in den donker as zonder licht! Hij ziet zo goed in het donker als zonder licht! - Als alles al op voorhand geregeld is en men mag zelf niets meer in te brengen, zegt men: t Veirken is al deur den buik gestooken ! Het varken is al geslacht! Alles is zonder ons geregeld bedoeld men hier. - Als een persoon na een al dan niet terecht gekregen opmerking uiting geeft aan zijn ongenoegen, zegt de berisper kortweg: As t oa nie aoënstaot lègter gij oane kop tèn bij!" Als het je niet aanstaat leg er je kop dan naast! - Als een week onderbroken wordt door een vrije dag zegt men: t Is maor n bescheeten weeke! Het is maar een bekakte week! Men bedoeld dat men er door uit zijn gewone doen geraakt. - Van een gierigaard zegt men: Die zo zijnen eigen stront opeeten! Hij zou zijn eigen uitwerpselen opeten! Zo gierig (krenterig) is hij. - Als het s avonds donker wordt zegt men: Ze bloaëzen de gruuëte keis uite! Ze blazen de grote kaars uit! - Van iemand die er stralend bij loopt zegt men: Zij weezen leupt op wielekes! Zijn gezicht loopt op wieltjes! - Van iemand die veel schulden gemaakt heeft en deze niet kan voldoen zegt men: Hij stao mee zijn uuëren aon den blok Hij staat met zijn oren aan de (kap) blok. - Van een vrouw waarvan de sleuf tussen haar borsten zichtbaar is door een diep uitgesneden kleed, zegt men: Ze luuëpt mee heur wijwatervat bluuët Ze loopt met haar wijwatervat bloot. Bron:Tijdschrift - De Souvereinen - Heemkring Lokeren. >Waasland dialect (op deze site) > Waasland informatie (blog waasland bericht) >Oost-Vlaams dialect (info op deze site)
Een Lokeraar zegt van zichzelf Ik ben: Lokeraar (man):Lokereiër ; Lokeraar (vrouw): Lokerasse ;
Weerspreuken in Lokers dialect - In verband met het rijpen van de oogst: Rijp of niet !Op Sinte-Margriet pikken ! - In verband met de windrichting zegt men: Waar hij op Pasen gaat slapen, zal hij op Sinksenopstaan !:woar dét hij op Poasen goasloapen, zadt hij op Sinksen opstoane ! - Dooi zonder regen of wind, is niet waard dat het begint !: dooi zonder regenof wind is nie weird dant begint ! - Als er na lange droogte een zappig regentje valt zegt men:'t regent vijf frankstukken ! - Weerspreuk in verband met de lengte van de dagen: mee Kerstdag stoan ze, mee nievjoar goan ze, mee drijkeuningen zijn ze gelingd zeudat de ruiter op zijn peirde springt. - Sneeuw regen of wind voor nieuwjaar doet niets af van wat nog komen gaat, men zegt dan: veur nievjoar is genen afslag. - Als de zon zich niet laat zien en het weer is overtrokken en regenachtig zegt men: 't is moar ne bruinen. - Kring rond de zonne Woater in de tonne (tonne = watervergaarelement of waterton)
Gezegden van vroeger in Lokers dialect - Daknam hottentot, zeven huizen en een veirkenskot. - Moager en toai, gelijk de bokken van Snaui(Mager en taai gelijk de bokken van sinaai) -Typisch gezegde van een stotteraar: spukt et moar in mijn klakke, 'k zaan ter waluitroapen (spuwt het maar in mijn pet, ik zal het er wel uitrapen) Gemeentenamen uitgesproken in Lokers dialect Antwerpen:Aantwürpen; Dendermonde:Deiremoonde;Eksaarde: Exoarde ; Overmeire: Overmére ; Sint-Niklaas: Sintniekloas ; Waasmunster:Wasmuisteren ; Waasland:Waosland Dialectnamen van vogels in Lokers dialect Blauwe reiger: reigere Zwaan: zwaone Gans:wolde ganze Wilde eend: wolde ienze, volle ienze, piele Lepelbek: slobeend Buizerd: brawier Sperwer: scherpen Patrijs:patrijsse Kwartel: kwakkel Kwartelkoning: bremscherre Fazant: fezante Waterhoen: waterkieken Meerkoet:marol kievit: kieviete Watersnip: sneppe Houtsnip:bossneppe Bokje:deuverken Wulp: fluiter Meeuwachtigen: zeemeeuw Houtduif: bosduive Tortel: tortelduive Steenuil: uileken, uil, bosuileken Ransuil:katuil Zwaluw: zwolmGierzwaluw:kerkzwaluw, kerkzwolm Oeverzwaluw:zandzwolm, zavelzwolm Ijsvogel:ijspauwken Grote bonte specht: steenspecht Boomleeuwerik: kortsteirtje, horliaantje Veldleeuwerik: luwerke Wielewaal:geile wiewaol Zwarte kraai: kraue Bonte kraai: grijze kraue Kauw: kauken Ekster: okstere Klapekster:oksterke bont Gaai:wouter, annewuiten koolmees: dobbel kees meesachtigen:keesken winterkoning: pietje keuning Grote lijster: peirdelijster, witte djaklijster, Kramvogel:djaklijster, blauwe djaklijster, blaukop zanglijster: franse
Gebed van de Lokerse dronkaards Onze vader die in al de herbergen zijt Geheiligd zij de klare en de bittere Laat ons toekomen de genever Geef ons heden onzen dagelijkse druppel En vergeef ons onze schulden Die wij in de herbergen staan hebben Gelijk wij geven aan de bazin Die ons slechten drank verkocht En leidt ons niet in de kroegskens Maar verlos ons altijd van de lege glazen Vat van genever, vol van spiritus Wij zijn met u, gebenedijd is t citroentje En gebenedijd is de vreugd van t fleschken Heilig genevervat, moeder der zatlappen Nu en in de uur als wij aan t zuipen zijn.
Specifiek dialect van het gehucht Lokeren Heiende blote voeten:pletsen beiërvoets ; dwaas:fillefou ; eindelijk: jauft ; invetten, smeren:smaoten ; noorderwind:de wint zit omuëge ; moto:motosiekel ; roddelaar:vuilmulle ; simpel mens:ne wietel ; Varens:bijkammen ; Gezegden en uitspraken hebt u ze alle vijf:zijde gij wa maboel ; Bron:Tijdschrift - De Souvereinen - Heemkring Lokeren.
Eksaardes dialect wordt plaatselijk Gezoaerdes genoemd. Eksaarde is ook voor het dialect verwant aan Lokers, toch zijn er ook belangrijke verschillen waarvan hier een aantal beschreven.
Woorden in Eksaarde dialect boterham:boot ; boterhammen van rozijnenbrood: bezeboten ; geperste kop (hoofdvlees): oofflakke ; grof brood:gruizenbrood ; karbonade, koteletten:kramenaôn ; lokerse vlaaien:lokerse vlaen ; macaronipap:noellekespap ; pistolets: pollen ; reuzel:pillekessmout ; oliebollen:oliedots ; ontbijtkoek: pomkoek ; snoepschuim (schuimpje):nonnescheet ; >Lokers dialect (op dit dialectblog) >Waasland dialect (op deze site) >Oost-Vlaams dialect (op deze site)
De naam Moerbeke komt van enerzijds het Germaanse woord 'mora' wat veenmoeras ( of later turf-ontginningsterrein) betekent en anderzijds het Germaanse 'baki' wat beek betekent. De naam wordt voor het eerst vermeld in 1271 . Reeds in de Romeinse tijd bestond er al een woonkern aan de noordelijke heirbaan. In de periode 1142was de plaatsnaam Morbecca. De officieuze naam "Moerbeke-Waas" wordt soms gebruikt om onderscheid te maken met het andere Moerbeke, deelgemeente van Geraardsbergen.
Moerbeeks dialect Wie helpt bij het Moerbeeks dialect? Contacteer: andreotte@hotmail.com
Dialectwoorden A ajuin: adzun ; ambetante mens: ne beu'en ; appelsoort (Jacques Lebel): sacrabel ; B bang zijn: schau zijn ; biggetje: Sjut, tseutsen ;bloeding: bloeinge ; boekweit; bokéstoppel ; C catechismus: kattekesmus ; D dakgoot: kornisse ; dokter: dookteur ; doodsprentje of heiligenprentje: zantje ; dorsmachine: duskasse ; E eg (landbouwmachine): eegde ; F fuchsia (bloem): belleman ; G H haag: weire ; heilig oliesel (als iemand op sterven lag): berechtinge ; hij heeft het opnieuw: ei eend weere ; I iemand die altijd het juiste weet: bestweetre ; ik ben veranderd van mening: ka mijn kaare gekeerd ; inspuiting: piekure ; J K kleibolletje (klein) om te knikkeren: feute ; knikker (grote): bolleket ; kookpot: kastrol ; koortsblaar: korseblaze ;kwaadaardige vrouw: pekelteve ; L landbouwmachine, cultivator: kuullefoiter ; lompe vrouw: kalle, kloefkapper ; M man: ne vant ; meikever: meulenaire ; missaal die je kreeg bij plechtige communie: kirkeboek ; moerbeeks bietenseizoen: de kampagne ; N O opkoper van vee: bjeestenkjuper ; oogst binnenhalen: oest afdoen ; opslagplaats (groot) voor suiker: suikerbasiliek ; overjas: pardesu ; P paaien: flamakken ; persoon die weinig kan verdragen: seute ; persoon met veel streken: preetainse ; pier: teek ; politie: de sondurmus ; Q R rammeling: dussinge ; rem: fran ; ribbetjes: rabekes ; roddelaarster: comere ; S schoenveters: rekkeurden ; schop (onder je achterste): ne schup in aonen inktpot ; smospot, smossen: djefeleire, djefelen ; T tesamen: tjeupe ; tuin, hof: logting ; U V valsspelen: eurzakken , zeurzakken ; veearts: peirdemeester ; veiligheidsspeld: toespelle ; verfrommelen: verkreukelen, verfroefelen ; verkoper: commersant ; verwelkte bloemen: verslunst ;verwelken: verslinsteren ; vroedvrouw: achterwoarsterigge ; vuilblik met borstel: zwijntje ; W wc: tvertrak ; X Y Z
De naam Waasmunster zou komen van Waes-monasterium, ofwel een nederzetting in het Waasland. De vroegere plaatsnaam was Wasmonasterium 1019. Waasmunster wordt plaatselijk Vasmusteren genoemd. Scheld of Spotnaam van Waasmunster: hespeneters
Waasmunsters dialect
Waasmunsters dialect wordt plaatselijk Vasmusterens genoemd. Woorden in Waasmunsters A aardappelen: petetten ; aardappelenpetetten; appelmoes, appeltrut ; borstenhouder: loezekabaa, loezekabaa; bloeden: bloein ; boodschappen doen: komisses doen ; boom: buum ; bord ; talluur, taloor ; broodpudding: bodding B C charcuterie: toespijs ; chocoladefiguur: choclatte postuur ; D droog: dreug ; E erg: neig ; F G gracht: sljuut ; H haag: weir ; handtas: sjakos ; I ijsje: pillekekaat ; J K koekjes (klein rond):mokken ; kookpot: kastrol ; L lekstok: Stamper ; M N letter-cijfer koekjes: mokskes ; O P pak slaag: rammeling ; pompbak: pomstiejn ; Q R regenworm: pielewuiter ; rolluik: perchen, persjenne ; roomijs: pilleke'kaat ; S Sallamie: Sosis ; schommel: beis ; slaapkleed: tabbord ; sloefen: sletsen ; stok: knuppel ; straks, later: fleus ; T tafel: tauffel U uit gieten: uit paren ; V veel: neig ; vergiet: stramijn ; vork: ferket ; W werkmateriaal: auëllam ; wij:wulder ; X Y Z
De oudste vermelding spreekt over Stekela (1223) en Stekelt (1247) duiden direct op het verband met de versterking Stekelburg (1178), gelegen in het noorden, waar nu nog de mottei te zien is in de Hulsterstraat en Alvinusberg genoemd wordt. De betekenis Stekene – Stekela, past niet bij het huidig uitzicht van de gemeente maar bij dat van voor 1315 . Toen werd de vaart gegraven tussen Gent en Hulst, en onderging de gemeente een gedaanteverwisseling. Bron: wikipedia.org enwww.deuzie.be Scheld of Spotnamen van Stekene: blauwbuiken,messenvechters, baanstropers. >Diverse informatie aangaande gemeente Stekene (blog vlaanderen)
DefusiegemeenteStekene bestaat uit tweedeelgemeenten: Stekene zelf enKemzeke. In1977 werd ook de kern Klein-Sinaaivan de voormalige gemeenteSinaai naar Stekene overgebracht. Hierdoor wordt soms gezegd dat de gemeente drie deelgemeenten heeft hoewel formeel Klein-Sinaai geen deelgemeente is daar het nooit zelfstandig geweest is.
De naam Kemzeke gaat etymologisch terug op Camasiacum, een Gallo-Romeins toponiem dat verwijst naar de bezittingen van een verder onbekende persoon Camasius. Kemzeke heeft ook een vrij uitzonderlijk wapenschild. Als enige Belgische gemeente siert een kameelhet wapenschild van Kemzeke. Misschien heeft de keuze van dit dier te maken met het feit dat Diederick Van den Elzas deelnam aan de kruistocht. De kameel komt namelijk voor in de omgeving van het Heilig Land. >Diverse informatie aangaande gemeente Kemzeke (blog vlaanderen)
Kemzekes dialect
Kemzekes is verwant met hetStekens dialect.Toch zijn er ook belangrijke verschillen zoals o.a. hier vermeld. Kemzekes gezegden - Ons moeder goot een bassin loog over de gazon en de regenwormen kwamen allemaal omhoog: Ons moeder goot nen bassing loog over den bleek en de pillewuiters kreupen mee haufels noar omhoog. - Regenwormen kwamen allemaal omhoog: Kreupen mee haufels noar omhoog. - Rammeling geven: Smeiring geven, aftoepen. Stekese garrel: Opklaring uit het westen ( Stekene ligt ten westen van Kemzeke)
Het Kemzieks woordenboek Een nostalgische verzameling. Het woordenboek is in opbouw. De eerste versie ging online op 14 juni 2022. Aan de tweede versie wordt nu gewerkt. Gelieve de pdf door te sturen naar Kemzekenaren die nog Kemzieks klappen. Commentaar, aanvullingen en correcties zijn van harte welkom en worden verwerkt in de volgende versie. Mail naar:Kemzieks.dialect@gmail.com
Het dialect van Beveren in het Waasland wordt Bevers genoemd. Woorden in Bevers dialect A achteruitrijden: daazen ; aardappelpuree: gestamte petetten ; B bloedzuiger: echel ; bloedworst: beulingen ; bloedworst met stukjes spek: bloedpens; bromvlieg: ronker ; borsten (grote): ne grote vaveur ; bonbons: ballen ; buikloop hebben: den dapperen hebben ; bloembollen: kliesters ; beddegoed: lijnwaad ; boulonge:spie of zwart mé wit ; botsing: ne koekenbak ; braadpan: koekepan ; beroepssoldaat: boefer ; boekentas: karneseiren , canasjeir ; betrappen: traperen ; borstel: nen bussom ; beenhouwer: nen beenaar ; bal:ketsebal ; Beverse maat: Beverse mout ; bluffer:die sprikt overduzenden gelék nen boer over zen klane petetten ; C chicorij: pardaf ; D dikkopje (kikker): oekedoeleken ; divan: ne sjuslong ( komt van het Franse chaise-longue ) ;dikke vrouw: nen Epeda ( matrassenmerk ) ; Dorst:duist ; daanskoord:daanskoerde ; dansen:daansen ; dwarsligger:een bus mé vloe'en (vlooien) ; E eend: piel ; ei: aa ; ergens naartoe gaan en onverrichterzake moeten terugkeren: 't was een beenaars raas (reis) ; F fiets: nen harley trapt hem ; G gerookt vlees: speksehank ; gierig persoon: krebbenbijter ; glas drank helemaal vol:beverse maat ;gescheiden vrouw:levende weef ; grote mond opzetten: een fraunke toot opzette ; H haag: weir ; hand: ne pol ; handje: polleken ;handen: haanden ; hard werken: serieus owen hiekel afdroan ; huishouden: huishaan ; hoofd: ne seuvel ; heel moe zijn: ik ben 't gat af ; hemd: hem ; hoeveelheid: u getes ; het jongste kind: de kakkenest ; I ik ben weg: ik ben wiepes ;ik ben ziek: ik kan nie uit de spieut ; iemand die veelkan eten: nen echten schoofzak ; iemand die geenpijn verdraagt: ne klaanzierigen ; is het niet: awa ;iemand uitvragen: de pieren uit de neus halen, lutsen J jullie: gulder ; K kunstgebid: valse eetkamer ; kersen: kazen ; koffie (een tas) nen theekop koffie ; katholiek persoon: pijpenplakker, pileirenbijter ; kus:toot ; kreupel: malots ; krabben: kraan ; kwajongen: gasrederik ; Kauwgom: tutefruut ; knot garen die moet opgewonden worden : een string goaren ; kalf: ne mutten ; kaalkop:die eet hoar mé karakter, 't valt liever uit as grijs te woaren !! ; kleinigheid, het heeft niets opgebracht: 't is een scheet in een net ; kerkhof:den akker L likstok (snoep): ne gatte kletser ; lui zijn: geen plat stroot verleggen ; lenig iemand:een zwie'ep M mannelijke getuige bij een huwelijk: pruimeleir ; meter en peter:pit en peter; mier: mierezieker ; meikever: meuleneir ; mesthoop: ne messing ; melkkan, melkbus: kiet ; mauwveger: platte petet ; magere vrouw: een panlat - lat mé een hol in ; man die niets te zeggen heeft thuis:die stout warda den bussom stout ; met de bal tegen een muur gooien:ketsen ; N neus (grote): ne grote gevel ; neus peuteren: uw prenten verhangen, de piere ut owe neus hoale ; navel: nougelbuik ; naakt: padder ; niets uitrichten (lui zijn): geen plat stroot verlijgen ; nors iemand:nen os ; O ondertussen: swins ; onozelaar: nen toerten ; oprit voor akkerland, weide of boomgaard: mennegat ; oorveeg: petet op o oren ; onvriendelijke, gierige man: nen urk ; onderzetter: un toffelbarreken ; op je pootjes terecht komen: op o wouter (water) vallen ; op een lepe manier aan de waarheid proberen komen: mé u waarm haand on u kaat gat voelen ; P paard: peird ; pannekoek:koekenbak ; peperkoek:pompkoek,commiezespek ; pandjas of jacquet: nen billen kletser ; pier aard(e)worm: pielewuiter ; paardefilet: peirdenank ; pantoffels: sloefen ; pasgeboren kind: plat kinneken ; plotse opwelling: schietende zinnen ; pruim: paus ; Q R ruziestokend en vals vrouwenpersoon: pieketijn ; ruzie tussen man en vrouw: 't is groen hout ; rundsfilet: ossenank ; rad ter tong zijn: een lank blad ijn ; rugzak voor b.v. soldaten en dokwerkers: kietzak, ne muilezel ; roddelen: portretten trekken ; reis: raas ; rustoord: den baa (gebouw), 't ou pekeshuis ; S schoencréme: pilo ; sukkelaar: nen duts ; snurken: ronken ; strooien hoed: men tits ; stilstaan: stilstoun ; spleet, smalle doorgang: slobbegat ; slordige vrouw, vuile vrouw:mottige plodde ; schaatsen:schetsen ; schaften, eten: schoven ; speeksel: moederkeszalf ; slecht gezint zijn: die ee zijn aken (eitje) niet gat ; schaamhaar jonge meisjes: paasewol ; speeksel: spuchel, rochel ; spuwen: spuchelen, rochelen ; schijfjes: platte konnekes (bv. schijfjes worteltjes = platte konnekes peekes) ; slecht mens: ne schurfterik ; slechte daad: schurfte streek ; stout, ongemanierd kind:gaschreed keend ; T taart: toert ; tanden:taanden ; trouwen: troun ; triestig en bleek uitzien: die ziet er samoe's "uit ; turnen: jumenas ; tikkertje spelen:katsjen aan ; U urineren, wateren: pissen ; uw plan trekken: o strng trekken ; uw uiterste best doen:d' hel uitschuren ; V vleesvlieg: duitse vlieg ; pissebed ; varkensluis ; vensterluiken: blaffeturen ; vork: verket ; vriend (maat): mout ; verkoudheid:sneuvering, snotvalling ; volop: toerlejoer (van hetFrans tout le jour) ; vrouw die niet veel thuis is:nen dwaal ( dweil ; verwend kind: ne suikerdot ; vlug werken: affeseren ; W wagentje met twee wielen om zakgoed te vervoeren: pierewiet ; wc voor mannen: weef cools ; wc voor vrouwen:ward cammens ; WC: 't gemak, 't husken ; waskuip: bassing ; washand: buzeken ; wesp: peisweps ; werken: waarken ; warboel: nen annekesnest ; worst:wuist ; X Y Z zuchten:krochen ; zij: zulder ;zoethout:kallisjenhaat; zwaar beladen: gelo'aan gelék nen ezel ;
Op zijn Bevers gezegd - Als ge denkt dat het onmogelijke toch kan gebeuren......t'zou moeten lukken: als 't lukt kalft den os! - Dat is een waarheid: da klopt gelijk ne zweirende vinger. - Alle hulp hoe klein ook helpt: alle baten helpen, zij de mug, en ze piste in de zee. - Een geschenk krijgen dat ge echt nodig hebt en toch zelf zou kopen: kosten op 't sterfhuis . - Een man die het niet zo nauw neemt met de echtelijke trouw: 't is nen echte koekoek. - Geniepig lachen / glimlachen van leedvermaak: gremelen gelijk een weekluis. - Het hangt mijn voeten uit: het hangt mijn kliesters uit. - Heel slim zijn: vossekloten gegeten hebben. - Heel snel zijn: van nen haas gepoept (geneukt). - Het is normaal dat mannen altijd bezig zijn want luierikken brengen niets binnen !!!: een peird zij taanden en ne vent zijn haanden meugen nooit stilstoun . - Heel fiere persoon: hij zet hem gelijk beckse wuiten (Vlaamse gaai). - Iemand die nogal zot is van vrouwenvolk: in 't lijnwaad doen. - Iemand wiens haar begint uit te vallen:dreven trekken of ver op den hof wonen. - Op zijn tenen getrapt zijn: in zijn keutel gepikt zijn. - Onverwacht bezoek krijgen of als iemand iets ontdekt dat ge liever geheim gehouden had: op uwen nest gepakt worden. - Praten zonder inhoud: klappen zonder vel over uwen buik. - Ten lange laatste een beslissing nemen: op 't sluiten van de mart (markt). - Vuil en slordige mensen:'t is precies 't huishaan (huishouden) van Jan Steen. - Water in de kelder hebben of onder de tram gelegen hebben: een lange broek die té kort is - Proberen steeds je zelf te blijven en er een eigen mening op na te houden: ieder zijn goestng zij de boer, en hij at de kleinen zijn pap uit. - Van een jong meisje dat moet trouwen zegt men: vroeg in de wei is rap vet!!! - Van een meisje dat tamelijk jong trouwd zegt men: schone liekens duren niet lang en schone maskes lopen niet lang !! - Een jongen die op zijn 30e nog niet getrouwd is: hij staat in 't osseweiken (weide). - Iets of wat in de steek laten: gaan lopen gelijk nen hond van zijne stront! - Iemand die zich niks aantrekt van een ander en alleen met zijn eigen bezig is:die is op zijn eigen gelek Meirdonk (Meerdonk = Waasland Gemeente). - Van iemand die met grote voeten rondloopt zegt men: die luupt op strijkijzers. - Een man die aantastelijk is: ne kraar. - Het gezegde dat moeders meegeven aan hun dochters: kraars zijn geen traars! Wat wil zeggen: opgepast als een jongen te vlug handtastelijk wordt is het maar om te profiteren. - De verbondenheid van man en vrouw: waar Janneke is moet Mieke zijn. Vraa en man is één gespan. - Een jong verlieft koppel: een meikoppel. - Een wat simpel naief koppel: arm en buud. - Als iemand klaagt over téveel werk: waarken is zoulig zei de bagijn en ze ging nor 't klooster om der vanaf te zijn. - Iets dat slecht vooruit gaat: 't go veruit gelek 't muziek van Temst, alle dougen u flutsjen bij. - Uw plan trekken met de bedoeling niet té veel te moeten werken: die is ziek on heur kriek en gezoond on heur koont. - Heel vroeg opstaan: hedde in o bedde gepist ? - Iemand die overal profijt uit slaat: die eeft op alle putten vis. - Slim zijn en problemen plossen: o string trekken. - Iemand die altijd klaagt: die kraat putten in d' eirde. - Het kan mij niet geven wat er gebeurt, alles is goed: da God gift, dant wouter is. - Van mening veranderen: o ekken on nen aandere stouk hangen. - Met die persoon wil ik niets te maken hebben: van dien boer geen aren (eieren). - Heel veel verdriet hebben: o een oog uit schrie'en. - Iemand die dingen doet zonder na te denken: die eeft schietende zinnen. - Man van de waterleiding die pannes komt verhelpen: Piet Fiet. - Verstandig mens: ne gelierden bol. - Comediant: die kan lachen mé zijn één en schrie'en mé zijn aander oog. - Iemand die alles moet lenen: had ik stekskes, vroeg mij wa toebak mor 'k heb geen bladsjes. - Dat eet ik niet graag: da's mijne meug nie. - Iets dat je graag eet of drinkt maar 't is nog al duur: trekt dien taand mor uit. - Als een koppel al een paar jaar getrouwd is: de spilleman is van t dak. - Jongen is verliefd op een meisje maar een ander gaat er mee vandoor: hij waa mor rolschetsen moeten oundoen. - Geen geld kunnen houden: o geld over de rooster tellen. - Niet kieskeurig zijn wat eten betreft: u goe vaarken mag alles. - Als ge iets lekker vindt: 't is nie veur de vaarkes gemokt. - Als ge maar een klein stukje van iets krijgt: da got in mijnen ollen taand. - Als ge profijt wil hebben van alles wat ge doet: dan moete siroop on onnen board strijken. - Iemand die ongenood komt: die komt gelék de luizen. - Als ge iets gekregen hebt en de ander wil het terug: gegeven is gegeven en 'tstoksken is nor d' hel gedreven. - Ze is nog jong en goedgelovig: z'is nog nie droe'eg achter eur oe'eren (oren). - Vrouw van rond de 40 jaar: z'is in de fleur van eur leven. - Tegen iemand die altijd hetzelfde zeg: ge meugt al is een aandre plout (lp) oplijgen- Iemand met veel juwelen aan: ie is gekroe'end gelék nen os. - Deelgemeente Haasdonk:'ostonk' uitgesproken door de Bevenaars.
Kindergedichten en liedjes in Bevers dialect Oekedoeleken Oekedoeleken droaat o poeleken Droaat o poelenhandjes veur ne stuiver min of meer droaat er ons ....(bv. Mileentje) nog ne keer ! Bieza-bieza rolleken Bieza-bieza rolleken ons Femke eefde krolleken. Bieza-bieza wat ons Femke eede lank blad ! ( heeft een lange tong) Bieza, bieza, bijzen Lot het zonneke schijnen Lot de regen overgoun Dat ons .... nor 't scholeken kan goun Wie zal der heur (hem) leren ? Onze lieven Heren Wie zal der heur (zijn) commissiekes doen? Pitje mé zijne gelapte schoen!
Ei, ei, ei Wat is mijn hartje blij!In de klas dor leren wij Op de koer dor spelen wij Ei, ei, ei Wat is mijn hartje blij! Ute peirdeken Ute peirdje rij mor oun Peter zijn hekken zal open stoun Stond nie open, rij verbij... Ute peirdeken kom bij mij! Bieza bijze manneken wa zit er in o kanneken zoete melk en koekebrood daorvan wurt ons kinneken groat! Aftellenbij het"katje" = tikkertje spelen 1,2,3, de broekeschijterij 4,5,6, de broekerschijteres 7,8,9, ik kwam den broekeschijter tegen 10,11,12, gij zijt den broekeschijter zelf! Drij dikke boeren... Drij dikke boeren onder éne paraplu... Den eesten mé nen dot, Den tweeden mé een kalot. En den derden mé ne klets - kop! Riekes KiekesRiekes kiekes zat in 't koren. Mé een blommeken in zijn oren. Riekes kiekes zat in 't zand. Mé een blommeken in zijn hand! Een ludiek gedichtje, opgezegd als iemand té nieuwsgierig was! Wa ist? e peird da pist! Had er u kanneken onder goan 't had vol gewist. Hadde't uit gedronken g' had zat gewist! Ludiek gedichtje Edde duist? Go noarJanneke Wuist... Die eet unhoondje... Da pist in omoondsjen. Die eet unkatsje... Dat krabt on ogatsjen!
Sinte Marten Op 11 november wordt in Beveren Sinte Marten gevierd. In elk gehucht (Zillebeek, Thijskenhoek, Krabbenhoek...) stonden de kinderen hem op te wachten want dan was het GRIEL! Sinte Marten gooide snoep en lekkers rond en de vlugsten hadden het meeste "gegrield".Nu nog is het op de Beverse markt grote GRIEL op 11 november. Op de vooravond gingen kinderen van deurtot deur om ons Sinte Martenlied te zingen en zo wat snoep of een cent te bemachtigen.
Een van de verschillende versies van het Sinte Martenlied Vandoug is 't Sinte Marten en maren is 't Sinte Kruk wij kommen met goeien harte wij kommen met 't goeie stuk! En edde'ons niet wa elzenhaat (elzenhout) want ons voetjes zijn zo kaat wij keunen van hier nie goun of wij emmen wa opgedoun! De jonges van de duirpen die stoun hier al bijeen wij zullen ze leren haat roupen turf roupen Op de sinte manieren 't ouvond zullen wij vieren op de Sinte Marten een stuk van zijne mantel En wilde gij da nie geven dan zijde gij een grote beest (gierig) Hier woont een brave vraa (vrouw) die lank leven zal Hoelank zal ze leven Honderd joar en énen dag totda ze geenvlees of brood niemer mag!
Bevers Nieuwjaarslied Met dit lied gingen kinderen van deur tot deur en kregen in ruil een cent of wat snoep. Op enen nievejoarsouvend den sloeg den bakker z'n wijf al mé nen haten kluppel zoedounig op heur lijf... De kluppel die brak de vra die sprak Den bakker liep nor den oven om petetten te stoven petetten méapperdoun ( stokvis ) wilde't nieeten den lot ut stoun Bron: Gisela (http://blog.seniorennet.be/kantklossen)
Geschiedenis van de uitdrukkingen Beverse maat:Beverse mout Volgens de geschiedenis van " Het land van Beveren " is dit de oorsprong van de Beverse mout:
1.De geschiedenis van Beveren Is de geschiedenis van een vrijheidlievend volk, dat nooit werd geknecht. Het Land van Beveren had zelfs eigen maten en gewichten.
2.Markt van Sint-Niklaas Waarom langs een kant van de markt geen cafés te vinden zijn? "De kant van de belangrijke gebouwen was vroeger de grafelijke kant. Eigendom van Margaretha van Constantinopel, gravin van Vlaanderen. De arme gravin schonk de markt in 1248 aan de gemeenschap die toen in Sint-Niklaas woonde. De overkant van de markt was eigendom van de Heer van Beveren. Deze graaf bezat heerlijke rechten. Hij kon zich veroorloven dat in de herbergen pinten werden getapt 'op Beverse maat met een kousenband'! Deze maat was groter dan de Gentse maat, die werd gebruikt aan de kant van gravin Margaretha. Bron: http://www.beveren.be/ > Bevers dialect (www.mijnwoordenboek.nl/dialect/Bevers) >Bevers Dialect (http://nl.netlog.com/sandra2girl/blog) >Waasland dialect (op deze site) >Oost-Vlaams dialect (op deze site)
Doel wordt voor het eerst vermeld in 1267 als "De Doolen". De precieze betekenis is onduidelijk, mogelijk verwijst het naar de "dalen" in de zin van uitgegraven zandhopen. In de middeleeuwen zouden De Doolen nog eilandjes in de Schelde geweest zijn. In de Wase dialecten noemt men het dorp "Den Doel". > Diverse informatie aangaande deelgemeente Doel (blog belgië)
Doels dialect
Het oorspronkelijk dialect is meer dat van Zeeuws-Vlaanderen. Doel was een dorpje op zijn eigen”. Woorden in Doels (gemeente) dialect ekster:annepap ; pier (aard(e)worm:pielewieter ; zwaarlijvige vrouw:en malse ;
Gezegden en uitdrukkingen in Doels dialect weg over den dijk:april ; .(het Woordenboek der Nederlandse Taal vermeldt het woord april, alhoewel het woord in het algemene taalgebruik tegenwoordig is veranderd tot opril. De betekenis is "een hellend oplopende weg, tegen een aarden dijk of wal gelegd, waarlangs mensen, paarden, voertuigen en vuurmonden de kruin of walgang kunnen bereiken". April is de oorspronkelijkere vorm en zou teruggaan op het Franse werkwoord appareiller "klaarmaken, schikken" en bij uitbreiding ook "bouwen, aanleggen". Het afgeleide naamwoord appareil verwees oorspronkelijk naar de aanleg van een dijk, in het bijzonder het aanleggen van de helling, en is dan uiteindelijk gaan verwijzen naar de helling zelf. Appareiller gaat op zijn beurt terug op het Latijnse par "gelijk" en betekende oorspronkelijk iets als "(gelijke of bij elkaar passende delen) samenvoegen, bijeen voegen"). >Bevers dialect (info op dit dialectblog) >Waasland dialect (op deze site)
Kieldrecht is een poldergemeente gelegen aan de grens met Nederland (Nieuw-Namen). Het dorp is gebouwd in de noordwestelijke hoek en is waarschijnlijk ontstaan in de 10e eeuw. De naam komt echter pas voor in 1238. Spotnaam van Kieldrecht: koutermollen. > Diverse informatie aangaande Kieldrecht (wikipedia.org)
In de vroege Middeleeuwen lag op de linkeroever van de Schelde nog een moerasachtig gebied, vol geulen en schorren die geregeld bij vloed onder water liepen. De benaming van de gemeente is hoogstwaarschijnlijk afgeleid van het broek(moerassig land) aan de Verre, een oude waterloop van Zalegem (St. Gillis) tot aan Singelberg (Beveren), waar ze met de burggracht was verbonden. Spotnamen van gemeente Verrebroek: filippen,kerkschijters. > Diverse informatie aangaande deelgemeente Verrebroek (wikipedia.org)
Betekenis van de plaatsnaam Haasdonk: Wellicht plaats waar Hazen populatie aanwezig was. Haas knaagdier, Een donk is een hogergelegen plek in het landschap. Haasdonk wordt door zijn inwoners ook wel eens 'ostong' genoemd, of dit het dialect van ossentong betreft is onduidelijk. Scheld of spotnamen van Haasdonk:rostekoppen, kasseidieven. > Diverse informatie aangaande Haasdonk (wikipedia.org)
Haasdonks dialect
Haasdonks is verwant aan het Bevers dialect, maar bij dat smeuïge Wase Haasdonks dialect. wordt de "k" niet uitgesproken. Woorden in Haasdonks dialect bloedzuiger:bloetzuger ; bijna: bots ; hardwaaien: urten ; libelle:sinksenpeirel ; pier, aard(e)worm, piereworm ; parel: peirel ; >Bevers dialect (info op dit dialectblog) >Waasland dialect (op deze site) Wie helpt bij het Haasdonks dialect? Contacteer:andreotte@hotmail.com
Het Melseels dialect kan men in bepaalde mate Bevers noemen, toch heeft het ook zijn eigen uitspraken. De Melselenaren gebruiken het stopwoord: 'awa'. Woorden in Melseels dialect A B broodpudding:kattegroest ; C D dwars iemand:ne hannewuite ; E F G hommel:bombie ; H I J K koprol:kunstelabarg ; korenbloem: miekepiepke ; klaproos: koolblom ; L lisdodde:dulpoezen ; lieveling van de juf:febbekak ; lolly:gattekletser ; M maïs:sponsetaarie ; mirabellen (kleine rode pruimkes):marabloanen ; N O oprit van akker meestal voorzien van rioolbuizen om de waterdoorgang van de gracht te bestendigen:mennegat ; ongecontroleerde vloek:vlammende miljaarde genoagelde getaarde ; P pier: pillewuiter ; peinzen, denken:paazen (bvb.wa paasde noa wel) ; pepersausice:tiktak ; Q R S samengebonden takjes en sprokkelhout (bundel) bvb.bij het kappen van wilgen of canadabomen, wordt gebruikt voor aansteken van de(Leuvense) stoof, maar ook voor drainages, of het versterken van weggezakte mennegaten:pijnsoard ; seringen: troonkoarspluimen ; T U V valsspeler:oirzak ; vrouwelijk menspersoon:maasen (komt van meisje, bvb :'t is altijd iet éé maasen)varkenskop (broodbeleg):groest ; vrouwspersoon:vramijns ; W X Y Z zuigen, zabberen:loetsen (bvb aan een lolly) Bron: Kamiel Schipperskamiels@yahoo.com >Melseels (www.mijnwoordenboek.nl) >Bevers dialect (info op dit dialectblog)
Het Temses dialect wordt plaatselijk ook wel Temsts of Temsees genoemd. Temse heeft een sappig en kleurrijk dialect, dat zich binnen de Wase context vooral ook onderscheidt door zijn eigenzinnige uitspraak. Al naargelang van de plaats zijn er zelfs binnen de gemeente nog verschillen in uitspraak.
Woorden in het Temses dialect - de uu word meestal uitgesproken als ie - de eu word meestal uitgesproken als ee
A aardappelpuree: gestamte petette ; ajuin:ajén ; appelmoes: appelspijs ; B betasten: foeffelen ; berispen: greiven ; bevangend (weer): doef ; bijna: bakkanst, ost ; bloembol (bloemencloot): kliesters ; botermelk:ziere mallek ; brandnetelbrand op lichaamsdeel: getingeld ;brave man: nen joebe ; C chicorei: pardaf ; confituur: saroop ; D deur:deer ; dikwijls: dikkels ; doorbreken (koord, nestel): afkasten ; drinkgeld: pree ; duvel: bombaard ; E ei:aaj ; eigebak met twee dooiers: peirdenoog ; F fluim:rochel ; foto: petret ; fotograaf: petrettentrekker ; frieten:petetfriet ; H handvol: aufel ; haring: nen eiring : harde dunne koek: papkoek ; I is 't niet: awwa ; J jam:zjelaai ; jou: ou ; K kaars: keis ; kauwgum: tuttifrut ; kerkboek, missaal: karreboek ; klein: klaan ; kleintje: klantsje ; kleinzerige vrouw: ’n seut ; klusjesman, zelfdoener: fottereir ;knikker: marrebol ; koffie: kaffie ; kopmuur aan rioolingang: kanduit ;korf: kerref ; kruiwagen:kerrewoagen ; kurkentrekker: kerrentrekker ; L lies: eekenis ; M meter en peter:pit en petere ; mier; mierezjieker: meikever: bomboart ; mooie man: ne geive ; N navel: nagelbuik ; neef: kozze ( mijn neef: méne kozze) ; netel: 'tingel ; niet alert mens: nen badde ; O onbeleeft mens: ascheranterik ; ongelukkige: ne miezere ;oog dik of opgezet: ’n piepoog ; oorveeg: ’n vloa, ’n mot, ’n peir P pannekoek: koekenbak ; peperkoek: pomkoek ; peuteren: peteren ; pielewuiter: murezeker ; pijpentabak: karramellentoebak ; praatgrage vrouw: babbiel ;put: pit ; Q R raamluik (raamblind): blaffetier ; rabarber: zierstek ; rammeling: ’n smeiring, ’n poefeling ; ronkaart (mens die ronkt): bombie ; S schelde: ’t Schel ; schommel: ’n bijs ; schrik hebben: poepers ; schuifaf (glijbaan voor kinderen): gatritser ; smeren (boterhammen): briën ; soms: ammets ; spuwen: spuchen ;stekelbag: oekedoeleke ; stekelvarken: meirlon ; stoep (voetpad): plassier ; stort: 't shipmes ; schuren: schieren ; schuurborstel: ne schierbestel ; snor: moestes ; T teelballen: kliesters ; treuren: verbomen ; trosbessen: troskesbezen ; U V vaars: vjeis ; vandaag: vandeeg ; varkensluis: tenennijper ; veel schreiend mens: schriëlip ;veel volk:vollembak ; venijnige vrouw: tiek ; vensterluiken: blaffeturen, blaffetieren ; vliegenraam: een schijn ; voetpad: plansier ; vuilophaalwagen: de velkaar ; W wanorde: ne messing ; wilde kastanje noten: gallienoten X Y Z Gezegden in Temses dialect - bang doorgaan: ij goat der vendeur me zijne steirt tusse zen poteconstipatienen. - droevige greindel een slag in het gezicht; een mot op a wezen. - er is onweer op komst: z e zijn een schip aant laje (laden) ga jij godde gaa. - ga weg voor ik je eruit gooi!: Maukt da ge weg zijt of 'k geef au nen trok in a ol gaan wij gomme. - geen sprake van!: d a ziede van ier geweldig pijn hebben tu nijg zeer. - het is drukkend warm: tis douf . - hij sloeg mee ne stok op zijn gezicht: hij sloeg mee ne klipper op zij wezen. - hij zat op het voetpad: hij zat opt plassier. - iemand die hoogmoedig is: die é et oog in zijnen bol. - ik zou eens een klap tegen uw oren geven: kzou ou ies een klets tegen au oere geve. - loop naar de maan!: s pringt in 't Schel! - niet lenig: stijf as en ijzeren hekke. - tegen uw vrak (vest): t egen ou sjiep. - we hebben nogal gelachen: webbe nogal huile gelaten. - zelfs een gek weet dat: a ne zot zat graa. - aardappelen pletten: petette dedderen. - boterham smeren: nen boterham brieje. - diep in zijn neus zitten: ache bove zeit zwiert den eejs. - schop onder je achterse krijgen: ne schip op a kliesters krijge. - klets op uw kaak: een lap op a toot of een pjeir op a bakkes. - het lastig hebben: hij (of zij) krochen nogal. - ik zeg het niet: schet. - ik zie jou graag; Ik zien ou gère. - koffie met melk: kaffie mi mallek. - pannekoeken met bruine suiker: koekenbak mi bréne séker. - iemad een loer draaien: iemand een padde in zijne korf zetten. - ik hou van jou of ik bemin jeofik zie je graag: ik zien ou gère. - iemand die heel vermoeid is: 't schaap is de preut af. Aftelrijmpje van ruim 100 jaar terug Rommel den bommel den bommel den bommel den boer zout op de pispot e wiest nie woar a zijn meeke was zijn meeke was nor den hemel om ne gouwe kemel, om ne gouwe stroont 3 kjiere den hemel roond van ientsje , van tientsje , van schaarep mes drij oonderd en zes, olie in de fles, olie in de loump ( lamp) en de loump die schoot in bround ( brand) en amme bakke emme brood en amme stareve zijmen dooèd Medewerkster van het hier geplaatste Temses dialect Yoltjen yoltjen@hotmail.com
De Romeinen constateerden dat er een kleilaag in de ondergrond aanwezig was. Zij gebruikten die klei voor het vervaardigen van aardewerk, pannen, stenen. Wellicht ontstond zo de plaatsnaam Steendorp. In de volksmond wordt Steendorp meestal "Het Gelaag" genoemd, dit is een plaats waar de klei bewerkt wordt tot stenen. Spotnaam van Steendorp: mosterdpotten.
Woorden in het Steendorps A aangezicht, kus: toot; Appart: apoirt ; is 't niet waar? : awa ; is dat waar?: ala toe ; achterbaks: achterdums ; Antwerpen: koekestad ; afpoeieren: muzzelen ; akkerafgang: mennegat ; aardeworm: piereworm ; aardwormen vangen: pierelutsen ; B belediging: affront ; bijna: bekan ;; bril: fok ; bliksem: hemellicht ; boekentas: kanachère ; broodbakkersvorm: platine ; bolspel: pieren ; brassen: snuisteren ; boezem, borsten:vanveur ; C D dakgoot: kornis ; dakvenster: mannegat ; deeg: neef ; drukte, gewoel: omgetoef ; direct: subiet ; duw: schaar ; direct: bediene ; dikwijls: dikkels ; E ergens: ieverst , ressekes ; er uitmuizen: schampavie,schippes,schip afkuisen ; F flauwe kul: ruttepatut ; eventjes, sarwetutte ; G ginds: gitter ; goedendag: sjeur ; H hevig, driftig, hiftig ; hard: neig ; halt: ouw ; hakken, opkappen, rachting ; haast u: weir-dau ; I ietsje: tietske ; iedereen: alleman ; J jullie: gulder ; K kansspel: bikkelen ; knikkers in een kwadrant: bieske ; best doen: devoere ; klaarspelen ;knoeien, prutsen, flikken: moeëse ; kalm houden: geloodert ; klauteren: klafferen ; kantelen, kraag, nek: schabbernak ; kaartspel: abandance ; koekjes: mokskes ; kruimels: muzzelingen ; kinderspel: nonnen ; kikkerdril: paddergerek ; klein: verneuteld ; L lichtmast (steiger): duc d'Alve ; longontsteking: flurries ; lamphouder: sjocket ; M moeilijk, lastig ;ambetant ; mistig: drom ; muziekconcert: konseir ; N nabestaanden: bestansel ; nergens: nieveranstnie ; nijdnagel: nei-nagel ; nummers: nommeroos ; naargelang: navenant ; niet zo nauw: op de grisse ; nochtans: pertang ; niets aan te doen: tuttuttut ; O oorveeg: mot ; olielamp: kinké ; onvoorzichtig, gehaast:schiersig ; onmiddellijk: staal ; Q P pagekopje (haarsnit): kalotte ; paling vangen: puren ; prutswerk; trutselwerk ; R ronde ijzeren kogel: biel ; reuma: fluresijn ; rommelen: koteren ; ronde doen: marode ; recht omhoog: pillemijn ; rail: petrel ; rammeling: poefling ; S slaan: afrossen, afdussen ; soms: amets ; slecht nazomer: boumes ; slag: gurt ; snee ,wond: gabbe ; straffe kerel: kastaar ; spartelen: klawieteren ; S streepje: biezeke ; straal water: een striets ; straks: fluskes ; suikergoeddoek: fopspeen ; staanlamp: lampadair ; straks: sebiet ; schuin: scheeft,scheef , schots & schiëf ; slag: totter ; T telegrambode: depêchendrager ; tot ziens: salu ; toedekken, verstoppen: piepen ; U uw: ulder ; V verwisselen: mangelen ; vloek: nondedju,potverblomme ; vermaning: replement ; vloek: begot ; vervolgverhaal: filleton ; volledig: gelijk ; vootuit: ju ; verflaag: kouche ; veel eten: schransen, vreten, schoeften ; strohoed: tiets ; verdronken: versmoert ; verwaarlozen: verningelegeren ; vriend en vriendin: kloser en kloter ; W weegschaal: baskule ; warpraat: dester ; weinig: loet, lutter ; waardeloze voorwerpen: prutsen ; weg, weggaan: riebedebie ; X Y Z zaniken, zeuren: greiven ; zeer goed: vandeeg ; zeker, alleszins: vannagest ; haag: wieër ; zwaluwof rook: zwalm
Het gelaags volkslied Steendorp, 0 mijn duurbre grond Steendorp, 0 mijn duurbre grond, Waar weleer mijn wiegje stond. Eindloos, eindloos zijt gij zoet U is mijne blijde groet U is mijne blijde groet 's Morgens met de dageraad Is men op, tot 's avonds laat. Iedereen is fel te been Tot het maken van de steen Tot het maken van de steen. Groot en klein is aan het werk Mannen, vrouwen taai en sterk Ieder zet zijn krachten bij van t Gelaag tot aan de kaai van t Gelaat tot aan de kaai. Fel te water als te land Varen zij langs alle kant Op de Schelde, Maas en Rijn Wil 't Gelaag ook meester zijn Wil 't Gelaag ook meester zijn. Steendorp van ons prilste jeugd Leerde gij ons plicht en deugd. Eeuwig blijven wij getrouw Aan uw leer in vreugd en rouw Aan uw leer in vreugd en rouw. Refrein Als den oven staat in brand Is 't op Steendorp zo plezant Als den oven staat in 't vier Is 't Gelaag in vol plezier Als den oven staat in 't vier Is 't Gelaag in vol plezier
De herkomst van de plaatsnaam Elversele is onduidelijk. Het toponiemsel(e) verwijst naar het Oudgermaanse sala (verwant aan het Nederlands zaal): een gebouw, woning, zaalgebouw, nederzetting of beschutting. Varianten zijn selle, zaal, zele of sale. Archeologische vondsten wijzen op een eerste bewoning tijdens de Gallo-Romeinse periode. Het eerste geschreven document dateert van1221. Scheld of spotnaam van Elversele: Rostekoppen,Blarendrijvers. >Diverse informatie aangaande gemeente Elversele (blog vlaanderen Temse/Elversele)
Elverseels dialect
Woorden in Elverseels A aan het: oant ; als: as ; allemaal: ammel ; altijd: altit ; alzo: azuë ; aantrekken: auntrekken ; andere: dandere ; auto: otto ; B blauw: blaa ;beetje: bitje ; bestormd: bestuurmd ; blazen: bloasen ; busje: busken ; C D daar: doar ; dagen: dogen ; dan: ten, tein ; dan heb ik: danneket ; dat er: datter ; dat we: dammen ; dat ze: dasset ; deze: dees ; dood: duëd ; doodlopend: duudluupend ; doorgaan: deurgoan ; E een ander: ’n ânder ;een keer: nieker ; eerst: iëst ; en dan eerst: en tan iëst ; F G gans: giël ; garen: geiren ; geamuseerd: gammezeerd ; geen: gien ; ge hebt: ‘g’hê ;geheel; geiël ; geëindigd: geindigd ; gegeten: geten ; gelijk: gelék ; gemeend: serjeus ; geraakt: geroukt ;geraken: geroaken ; gewoonlijk: gewoênlijk ; goed: goe ; H haar: heur ; hangde: hong ; hebben: emmen ; heel wat: giel wa ; het was: twas ; horen: huuren ; hun: euder ; I ik: den deezen ; is: es ; ik heb: kem ; ik was er: kwasser ; J jaren: jauren ; juist: juust ; K kan er: keunter ; keren: kiêren ; komen: kommen ; L laarzen: leiëzen ; laatstleden: loadstleden ; legde: lee ; M maar: mor ; meeste: mieste ; N naartoe: noartoe ; niet: nie ; nieuwe: nieve ; niet meer: nemir ; nooit: noëet ; O ook: uk, uuk ; omgeving: omgevink ; opzij: opzaa ; oud, oude: aa ; P plaatselijke: ploatselijke ; Q R reden: reen ; S schoon: schuun, schuëne ; sneller: rapper ; stoer persoon: pezig wezen ; straat: stroad ; straatje: stroatjen ; streepjes: stipkes ; T terug: verdrom ; tevreden: content ; toog: tuug ; traag: troage ; U uiteraard: uiter ard ; V Vandaar: vandoar ; vangen: vongen ; veer: veir ; verplaatsing: verploatsink ; verzamelen: verzoamelen ; voorschoot: vuschut ; voorstel: veurstel ; vrouwen: vraan ; vrouwschoen: vraaschoen ; W waren: woaren ; wandeling: wandelink ; was het: wasset ; we hebben: wemmen ; weten: wetek ; werd: weird ; werk: weirrek ; woonden: weunden ; X Y Z zagen: zoagen ; zal: zul ; zijn: zen ; zijn we: zemmen ; zoals: zuas ; zondags: zondougs ;
De plaatsnaam Tielrode betekent letterlijk "gerooid bos (= rode) waar tegels, dakpannen of bakstenen (= tegels of tichels) gebakken worden" en is een samenstelling van de Oudnederlandse woorden tegulaen rotha. De oudste schrijfwijzen luiden dan ook achtereenvolgens Tigelrodo (866), Tigelrotha (868) en Tithelrode (1036). Pas in 1187 duikt de moderne vorm Tilroda op. Bron: wikipedia.org Scheld of spotnaam van Tielrode: ? >Diverse informatie aangaande gemeente Tielrode (blog vlaanderen Temse/Tielrode)
Tielroods dialect
Tielrode sluit geografisch nauw aan bij Temse het dialect is dan ook min of meer verwant met het Temsees. Woorden in Tielroods goeie dag: jeur ; niets: niks ; omzeggens:amets ; zolder:t'opperste ;
De naam Kruibeke zou verwijzen naar de vele kruiden die rond een van de beken aldaar groeiden, maar als naam van een beek is hij in ieder geval niet bewaard gebleven. De huidige schrijfwijze verscheen op 21 juni1929 in het Belgisch Staatsblad. Vorige plaatsnaam Crubeke 1055. Scheld of Spotnaam van Krruibeke: ? >Diverse informatie aangaande Kruibeke (blog vlaanderen)
Kruibeeks dialect
Woorden in Kruibeeks dialect A aal: beer ; aardappellen:petetten ; aardappelmes:petetkuiser, petatkuiser ; B bitterpeen:pardaf ;boekentas:kazak ; bord:taloor ; bal: ketsebal ; C D E F flauwe grap vertellen, lichtjes regenen:aan t'zieveren ; G gat in een muur om water en dergelijke door te laten vooral in café's:mozzegat ;gazon:bleek ; gelei:zjala ; goeie dag: jour ; gootsteen: pomsteen ; grote mond opzetten: een fraunke toot opzette ; H haag:weir ; handvol: oufel ; hard werken: serieus owen hiekel afdroan ; I J K knikker:marebol ; klein electrische lampje: klein peerke ; kousen:kujsen ; kruiwagen:krawougen ; L landbouw: geboerte ; lisdode:dulpijnen, dulpoezen ; lamp: bolleke ; M magere vrouw: een panlat ; mestvaalt:mespacht ; mond vol:bakkes ; mand:motmand ; N neus peuteren:de piere ut owe neus hoale ;non:kwezel ; O ouderlingentehuis:t hospies, naar de bouw gaan, oud mannekeshuis, oud pekenshuis, 't armenhuis ; P paard: peird, knol ; pannenlap:kwezel ; pantoffels:sloffen ; paardenvlees(gerookt): hank ; perzikken:pauzen; plassen: zeiken ; pruim: paus ; pruimtabak kouwen: chikken ; Q R rozijnenkoek:bezekoek ; rugzak voor bv soldaten en dokwerkers:ne muilezel ; rustoord: 't ou pekeshuis ; S schelde (rivier); scheld ; stootkar:ne pierewiet ; snoepje:bal, muntje ; schommel: bijs ; slee: sledder ; snoep(zuurtje): muilentrekker, smoelen trekker ; speeksel:rochel ;suikerbonen: kinnekesuiker, kinnekeskak ; T Trouwen:troun U V vaat afwassen:gaan schotelwassen ; vaatdoek:schotelvot ; vork:verket ; voetpad: plansier ; vergiet: stramien ; vroedvrouw: achterwoures ; W water; woater ; wisselen: mangelen ; wc:thuske,tgemak ; wortel: peke ; X Y Z zeemvel:zemelap; zwarte sausies:wit en zwart ; zout:zujt ;
Rupelmonde Deelgemeente van Kruibeke in het Waasland
De naam Rupelmonde is van een zodanige Vlaamse oorsprong dat het nauwelijks veranderingen heeft ondergaan in de loop der tijd. De plaatsnaam is gebaseerd op de monding van de Rupel. Soms wordt er naar Rupelmonde verwezen als Mercatorstede. Inwoners van het dorp worden Rupelmondenaars genoemd. In het hedendaagse dialect heet de plaats Repmond. Bron: wikipedia.org Scheld of Spotnaam van Rupelmonde: muggenblussers. >Diverse informatie aangaande gemeente Bazel (blog vlaanderen/kruibeke/Rupelmonde)
Repmonds dialect
Repmonds is ook met het dialect verwant van het Kruibeeks.Toch zijn er belangrijke verschillen. In het hedendaagse dialect noemt de gemeente Repmond. Woorden in het Repmonds dialect A B bejaardenhuis: tos ; G graventoren: barcandeer ; K kleine kikker: oekendoel ; kar: pirewiet: M mercator:de groene ; schelde: S scheelt ;steendorp: gelaag ;sokken: kausen ; stort: V vuilhoop ; straks: flus ; scheepswerf:zaat ; W wortel: pe ; zandklomp: kaluit ;
Algemeen wordt aangenomen dat de oorsprong van de naam Bazel, of meer bepaald de oude benaming Barsela, een samenvoeging is van de Frankische woorden baar = bloot of woest, en sele of sela = woning (onder een dak gelegen of zelfs uit een zaal bestaand). Barsela evolueerde over Baersele en Baersel tot Baesel, Basel en Bazel. Scheld of Spotnaam van Bazel: Een inwoner van Bazel wordt bult of bultenaar genoemd. >Diverse informatie aangaande gemeente Bazel (blog vlaanderen/kruibeke/bazel)
Bazels dialect
Alhoewel Bazel zijn eigen specifiekdialect heeft is het tochverwant met Kruibeeks. Bazelse dialectwoorden A aardappelpuree: gestamte petetten ; B Bloeden: blujje ; broodbeleg: toespijs ; snel: vlus ; werkvestje: zipke ; G gieten: paren ; gooien: zwieren ; H hoe: huj ; O omstoten: omparen ; P paardevlees: aunk ; S salami (vierkante): wit en zwart ;
Woorden in Sint-Gillis dialect A applaudisseren: in o hande plakken ; aardappelmesje: petetmes, petetschaalder ; achteruitrijden, achteruitstappen: achteruitdeizen ; B bed: bed'n ; blikopener: opendoender ; bang zijn: benaud zein ; braambessen: brombezen ; bonen: bueunen ; bonen in tomatensaus: bueunen in tomatsaus ; C chocolade figuurtjes (periode Sinterklaas): poppestuurkes ; D de slager: den bienhour ; dwaze vrouw: lomp kieken ; dakgoot: cornis ; denken: peizen ; E erwten: ertjes ; een: nen ; eten, schaften: schoven ; eten (middag)voor op het werk: kantuit ; eetzak: schoofzak ; eetbord: talleuer ; F fiets: vielo ; fietsenmaker: vielomoaker ; G geldbeugel: portefoellie ; gierig, gierigaard: nijperd, orenijper ; H hoog: eueg ; handen: hande ; hard regenen: strontregen'n ; haag: wjeir ; I J K koffie: kaffie ; koffiebabbel: kaffieklets ; knikker: merrebol ; kauwgom: tuutefruut ; kers: kaaus, kaauzebees ; kruisbessen: stikkelbezen ; kermis: kermes ; klont boter: ne kluit boter ; kippevel: kiekevlees ; L lampekap: lamppadeire ; lekke (platte) firtsband: platten tuup : M mank lopen: pikkelen ; N
O omelet (eierkoek): eirenkoek ; oorworm: tenenknijper ; ouderlingentehuis: oumannekeshuis ; P prei: parei ; pier: pieleweuter ; pad: padde ; pureeaardappelen: gestamte petetten ; perzik: pisj ; peer: pjeir ; programma: program ; pleister: plakker ; Q R S spiegelei: pieirdeneueg ; slagen krijgen: een petet op o uoren krégen ; schroevendraaier: toernavies ; sidecar: sietekeir ; staart in het haar: kodde ; spinazie: spinuazie ; straks: sebiet ; spin met lange poten: hooiwagen ; spinaziepuree: spinuaziepetetten ; T tas koffie: theekop kaffie ; tomatensoep: tomatsoep ; U V ventiel (aan fietsband): soepappe ; vervelend persoon: beddezieeker ; veegborstel: voager ; vergiet: verzeip ; W werktas: bazas ; wafel met slagroom: ne woffel mé crim frisj ; wortelen: pekes ; waspoeder: waspoeur ; X Y Z zeemvel: zemelap ; zacht gekookt eitje: nis gekokt eiken ; zolder: 'toppersten ;
Gezegden en uitspraken in Sint-Gillis dialect - Dat zal zeker gebeuren: da zal nie mankeren ; - Imand van Sint-Nilkaas: ne petetschoeur ; - Te klein persoon: di is mor een scheet eeug ; Gemeentenamen in Sint-Gillis dialect De Klinge: de kling ; Sint-Niklaas: sinnekloaas ; Sint-Pauwels:sinpals ; Kemzeke:kemziek ; Meerdonk: mjeirdonk ; >Waasland dialect (op deze site) >Oost-Vlaams dialect (op deze site)
De oorsprong van de deelgemeente Sint-Pauwels is slecht gedocumenteerd. Sint-Pauwels moet de gotische kerk zijn geweest. De typische driehoekige vorm van „de dries‟ in de gemeente zou op een Frankische oorsprong kunnen wijzen (6e eeuw of 7e eeuw). Gelegen op de Romeinse heirbaan, is een vroege bewoning hier niet uitgesloten. In 1117 behoorde de wijk, zogenaamd "Clapdorp", tot Kemzeke, waarvan het zich in 1234 afscheidt tot afzonderlijke parochie met patroonheilige Sint-Paulus. Scheld of spotnaam van Sint-Pauwels: ? >Diverse informatie aangaande gemeente Sint-Pauwels/Sint-Gillis-Waas (blog vlaanderen)
Er gaan verschillende legendes rond over waar de naam Meetjesland zou vandaan komen. Eén ervan spreekt over een doorreis van keizer Karel V. Uit angst voor de seksuele appetijt van de keizer verborgen de inwoners hun dochters. De keizer zag alleen oude vrouwen (meetjes) die zaten te spinnen voor hun deur. Dit zou de keizer de uitspraak ontlokt hebben dat dit het land was van de meetjes. Een andere verklaring is dat de naam wijst op de lange smalle reepjes grond (meetjes) die typisch voor de streek zijn. Ze werden systematisch afgegraven voor het winnen van turf. > Algemene informatie aangaande het Meetjesland (blog vlaanderen)
Meetjeslands dialect
Het Meetjesland is een echt Vlaamsche landstreek. De tongval die door de Meetjeslanders wordt gesproken, helt in sommige opzichten eenigszins naar het Westvlaamsch over. De ui en de ij klinken er tamelijk wel als in 't geijkte nederlandsch en hellen er althans veel minder dan in andere streken van Oost-Vlaanderen, naar oi en ai over. De klank ou klinkt te Eeklo dikwijls als ei; b. v. eit, smeit, zeit, hout, smout, zout. t Shuunste woord van 't Meetjesland! Verdesteleweren: betekenis er van is ‘kapot maken’ >Het mooiste dialectwoord van ‘t Meetjesland! (http://comeet.be/ schuunste-woord)
Gezegden en uitdrukkingen in Meetjeslands - De gebraden kiekens zullen niet in uw mond komen gevlogen: Daar bedoeld men mee, je moet er iets voor doen, je moet uw geld verdienen door ervoor te werken. - Stront wie heeft er me gescheten: Daar bedoelen ze de dikke nekken mee, iemand die neerkijkt op 'n ander. - Persoon die makkelijk klaagt, kleinzerig mens: Een krièpkère, kriepker. - We hebben er lang op moeten wachten, maar was het waard: N'emre lange moet'n op wacht'n maar 't was 't wacht'n weird. - Het ziet er echt wel heel goed uit: Ee ziet er echt vree goed uit. - Zouden ze dat daar niet kennen misschien?: Zoen ze da daor nie kenn'n meschien? - Hoe is dat mogelijk: Oe is da toch god's meu'elijk? - Ze hebben dan nog een liedje gezongen: Z'en tan nog een lietse gezon'n. - Het was het zien waard!: 't Was echt 't zien weird! - Wij zijn ook heel tevreden: Ge zijme ook hool kontent. - Op gezicht slaan: op toote sloan. - Het is hier beter!: hièr èst 't beedre! > Dialect in het Meetjesland (www.facebook.com) >Oost-Vlaams dialect (op deze site) > Meetjesland (www.youtube)
Naar gelang de bron zijn er meerdere betekenissen wat de herkomst van de plaatsnaam Zelzate betreft. 1 - Zelzate, Oost Vlaanderen, 1161 Selsaten, is een zate of nederzetting in een sali: zaal. In de periode 1275 zou de plaatsnaam Selzaete geweest zijn. 2 - Zelzate is samengesteld van het Middelnederlandse 'zel'. Dat kent etymologisch hetzelfde woord uit het Frans: Sel of 'zout'. Het grondwoord zate is een afleiding van het werkwoord zitten en betekent 'plaats waar iets zich bevindt'. Letterlijk betekent Zelzate wellicht: 'plaats waar zout in het veen zit' of 'plaats waar zout uit veen wordt gewonnen'. Zelzate behoort tot het Meetjesland. Sommige bronnen vinden van niet? Scheld of Spotnaam van Zelzate: beseboten, polkaheertjes. >Diverse informatie aangaande gemeente Zelzate (blog vlaanderen)
De naam Aalter dook, door de schenking van een deel van de Villa Haleftra (het landgoed Haleft(e)ra) door graaf Diederik van West-Friesland aan de Sint-Pietersabdij van Gent, voor het eerst op in het jaar 974. Deze naam is mogelijk afgeleid van het Germaansehalahdrja, wat jeneverbessenstruik betekent. Villa Haleftra zou zich op de huidige markt hebben bevonden, vlak naast de huidige kerk. Het landgoed werd omringd door velden (campis), akkers (agris), meersen (pratis), weiden en bossen. In 840 en in 1112 komt de naam Haltra voor. Haeltere (1634) Andere schrijfwijzen: Altera, Aeltre. Spot of scheldnaam van Aalter: gekkers (= spotters) >Diverse informatie aangaande gemeente Aalter (blog vlaanderen)
De naam kan gesplitst worden in twee delen: eke en lo. Het eerste deel verwijst naar de eik, terwijl lo een bosje dat op zandgrond gelegen is aanduidt. De naam Eeklo verwijst dus naar een op zandgrond gelegen eikenbos, of dat gekenmerkt werd door een opvallende eik. Gelegen langs de weg boven op de zandrug die de streek doorkruist van west naar oost, vormde dit een duidelijk herkenningspunt voor de reizigers. Zo werd de benaming eke-lo een plaatsaanduiding. Vorige plaatsnaam Eclo/Eeclo 1219. Scheld of spotnaam van Eeklo: dobbelgebakkenen of herbakkers, greppeschijters. >De legende van de Bakker van Eeklo (wikipedia.org). >Algemene informatie aangaande stad Eeklo (blog vlaanderen)
Eekloos dialect
Het gesproken Eekloos dialect heeft een iets meer specifieke tongval dan het algemeen Meetjeslands. De gelijkenis van den verlorenen zoon in den tongval van de stad Eeklo. 'K goa ik ik weere noar mij voadere en 'k zal ik ik em zeggen: voadere! 'k en misdoan veur ê in veur God! 'K en ben nie wèèrd da' 'k ewwen zeune genoem worde; pak mij veur ieënen van ê diensboo'n! In ij stond op in ij giink noar zij voaders. In as-t-ij er nog al en ende va' was, zag zij voader em, in ij krieëg zijne moe vul, in ij vloog em an den als, in ij kustege 'm. In de zeune zei: voader! 'k en misdoan veur ê in veur God; 'k en ben ik ik nie wèèrd da' 'k ewwen zeune genoem worde! In toens zei zij voadere tegen zijn diensboo'n: briingt ier al gewwe zijn beste diingen, in doege 't em an, in stek em 'ne riink an zijne viingere, in schoens a' zij voeten. In briingt 't vet kalf in sloage 't, in loat ons eten in leute moaken! Wan mijne zeune was duet, in ij is weere in 't leven gekomen; ij was verloren in ij is weerom gevonden. In ze begoesten ulder al te verzetten. Moar binst was zijnen ewste zeune in den akkere, in os den dienen weere kieërdege in an uis kwamp, in uerdege ziingen in laweit ewwen, riept ij 'ne knecht in ij vroeg wa' dat er omme giink. In den dienen zei em: ê broere is t' uis gekommen in ê voadere eet 't vet kalf geslegen, omdat ij em frisch in gezond weere gekregen eet. In den ewsten zeune nam da' kwoalijk in ij wildeg' in uis nie goan, zoet ij wel? Moar zij voadere kwam buite in sprak em schuene om binne te kommen. Moar de zeune zei: bè', 'k en doe! 'k en goane nie binnen, o! zoe 'k wel? 'k diene ik ik ê nê zue lange in g'en ê me nog va' z' leven gee' geetje gege'en om mij me' mij vrienden 'ne kieër wel te doen in e lijf te moaken. Moar as doar den dienen 't uis gekommen is die ê goed mee slech vrewwevolk opgemoakt eet, ei je veur em 't vet kalf geslegen. In zij voader zei: toet, toet, mij kind! g'ê gij altijd bij mij geweest, in al da' ik ik ê, is 't ewwe! Ge moest liever blije zijn, wan ê broere was duet en ij is weere in 't leven gekommen, in ij was verloren in ij is weerom gevonden. Bron: http://www.dbnl.org/ >Eeklo – Eekloos dialect (www.mijnwoordenboek.nl) >Meetjeslands dialect (op deze site) >Oost-Vlaams dialect (op deze site)
Luister naar het gezongen Meetjeslands/Eekloos dialect.
In 1220 wordt Sleidinge voor de eerste keer genoemd in het archief van St.-Veerlekaptittel als Scleidingha. Later zijn nog andere varianten terug te vinden: Scleidingka, Sleydinghen of zelfs Sleyne zoals het nu nog in het lokale dialect heet. De naam komt van het Germaanse slaeido, wat 'glibberige plaats' betekent. Sleidinge is ontstaan uit een aanvankelijk bebost en woest gedeelte van Evergem, waarmee het nog tot omstreeks het midden van de13e eeuwwas verbonden. Sleidinge was overigens een uitgesproken lage en moerassige streek. Sleidinge word in het dialect Sleyne, Slenne of Sleine uitgesproken. De naam komt van het Germaanse slaeido wat glibberige plaats betekent. >Kaart van Sleidinge (www.google.be) > Diverse informatie aangaande gemeente Sleidinge (wikipedia.org)
De oorsprong van de benaming "Ursel" is minder duidelijk, wellicht is het afkomstig van "oeros-bos", een bos op hoge zandgronden, waar oerossen leven, ofwel van "oud kasteel" of een oude verblijfplaats. De plaatsnamen van Ursel waren voorheen Ursele1147, Orsele1190. Scheld of spotnaam van Ursel: ? >Diverse informatie aangaande gemeente Ursel (Wikipedia.org)
Uitspraak van de gemeentenaam Lovendegem: loo·ven·də·gem. Het eerste deel van de naam (lovende) is een verbastering van de familienaam 'Lubantos', die zich later 'Luvand' ging noemen. Het tweede deel (gem) betekent heem of woning. Lovendegem betekent dus vestiging of vaste verblijfplaats van een zekere Luvand. De naam kwam in de 12e eeuwal voor in de vorm van Lovendeghem. Scheld of spotnaam van Lovendegem: ? > Kaart van gemeente Lovendegem (www.google.be) > Diverse informatie aangaande gemeente Lovendegem (wikipedia.org)
De oudste geschreven vermelding van Nevele luidt Niviala (eind 9e eeuwin een kopie van 941). In deze naam schuilt naar alle waarschijnlijkheid het Keltischenevia-ialo wat "nieuwland", of "nieuw ontgonnen land" betekent. De inwoner van Nevele wordt Nevelaar genoemd. Spotnaam van Nevele: moordenaars. OokKnesselareenVelzeke hebben deze spotnaam, de naam is ontstaan door de talrijke bloedige vechtpartijen in het verre verleden. >Diverse informatie aangaande gemeente Nevele (wikipedia.org)
Voor de naamsverklaring gaat men uit van de vorm Hamsebeke (1237) met de betekenis de beek naar of bij Hamme. Hamme is een wijk in het noorden van de gemeente, palend aan de Brugse Vaarten ham betekent landtong uitspringend in een overstromingsgebied van rivieren. In 1995 vierde Hansbeke zijn 850e verjaardag, want de naam Ansbeke werd voor het eerst vernoemd in een oorkonde die dateert van 1145. > Dorp Hansbeke (wikipedia.org)
De oorspronkelijke naam van Assenede was in 1199'Hasnetha'. Etymologisch bestaat over de herkomst van de naam "Assenede" geen consensus. Bepaalde bronnen opperen dat de naam "essen aan de Ede" betekent. (de es is een kleine en waterminnende boomsoort) - De Ede zou een toenmalige middelgrote beek zijn geweest die er nu niet meer voorkomt onder die naam. Assenede wordt als "Asnee" uitgesproken. Spotnaam van Assenede:kasseibijters, saluuts (= vissoort). > Kaart van gemeente Assenede (www.google.be/maps) >Diverse informatie aangaande Assenede (wikipedia.org)
Assenees dialect
Het dialect van Assenede wordt gekenmerkt door karakteristieke verschillen met zelfs meest nabije buurgemeenten en is zelfs voor provinciegenoten soms moeilijk verstaanbaar.
Woorden in Assenees dialect ben je, bent u: zijde bessen: bezekes boodschappentas: kaba gaan: goan halen, ophalen: oallen het zien zitten: zie je he zitten meenemen: mee melken,( b.v. koe melken): molken moeder: moedere neen: niem smorgens: snuchtings tractor: trekteur samen: teupe, tegoarre van jullie: ulderen
De gemeentenaam Waarschoot vindt zijn oorsprong in het Frankische ward (wacht, hoede) en het Germaanse skauto (spits toelopend stuk grond, meestal bebost, opduikend uit moerassig gebied) wat verwijst naar een Merovingische of Karolingische nederzetting. Waarschoot werd voor het eerst vermeld in een oorkonde van 1244 waarin de bisschop van Doornik de parochie "Warscot" opricht.In 1307 was de plaatsbenaming Waerschoet. Scheld of spotnaam van Waarschoot: brouweters (koeksoort), geitenpoepers. >Diverse informatie aangaande gemeente Waarschoot (blog vlaanderen)
De naam Sumaringahem betekent "woonplaats van Sumar en de zijnen". Waarschijnlijk kreeg een zekere Sumar rond 500 het grondgebied van zijn vorst in bruikleen voor bewezen diensten. Andere verklaringen menen dat Zomergem niets anders betekende dan "zomerverblijf" of brengen het eerste deel van de naam terug op een Keltisch woord voor "vergaderen" zodat Zomergem een vergaderplaats zou geweest zijn. Het woord Sumaringahem 815 evolueerde later tot Sumeringhem, Somerengem en Somerghem. tot in de jaren 1900 werden nog de namen Somerghem, Zomerghem, Somergem dooreen gebruikt. Scheld of spotnaam van Zomergem:? >Diverse informatie aangaande gemeente Zomergem (wikipedia.org) > Kaart van gemeente Zomergem (www.google.be/maps)
Op zijn West-Vlaams - Up zien Westvlaems Wie kent er niet die tale van onze Gezwelle Guido. Een tale nog door zovelen gesproken. Maak u die westvlaamsche tale uzelve. Wastoaterier? 1. Kontraksies 2. Utdrukkingn 3. Vervoegingn 4. Verdubblinge 5. Woardnschat
Int Westvlams kujje dikkenst gjeelle zinn vervangn deur 1 woord , zo een bitje glik int duts moa ton nog ekstremer. 'k Goa ne kjeeh een simpel vwoarbeeltje geevn omt e bitje duddelikker te moakn. Oej int ABN wil zeggn "Ik kan U verzekeren dat ik de door U zopas aangehaalde acties niet ondernomen heb", ton kundje gjeel die zinne in ene kjeeh int Westvlams zegn: "Jammojakkundoe". Zo simpel ez dadde dus, ge ziedet, Westvlams is zo simpel lik dat tgroot is, en lik of damme getoagd ihn: wulder zeggn olles korter, dus tes nie dammet stif groot doen!
Nog een paar voorbeelden - Nog un poar vwoarbeeldn Hoatgoanjoat: Gelieve in de actuele omstandigheden van kalm te blijven Geziegiezekerzot:U vergist zich schromelijk Belangelanstnnie:Ik kan U met aandrang verzekeren dat hetgeen U beweert geheel en al uit de lucht gegrepen is.
Tes ni omdatter int ABN zuknen hoop skoane utdrukkingn bestaon, damme widder moetn achterbluvn. Mjeer nog: kgoa dirrekt nekjeeh toagn damme widder superieure utdrukkingn en, vele shoander, welspreeknder en brjeedsproakiger dan ol dreste. Kiek moa nekjeeh noa wukdatter ier onder stoat. Voe de poar sukkeloars die nog gjeen Westvlams verstoaneek er ton moa de vertoalinge bie gezwiereld. Ge ziedet: me zin widder noch de slichtste ni!
- De kiekens zittn deur den droad: dat meisje daar draagt geen beha - Ge zid dran glik mette skitte: welke truuks je ook uit je mouw schudt gedurende het verdere spelverloop, ik ga winnen. - De shoane smitn ze weg, mo de kut houdn ze: pas op dat je niets weg werpt dat je nog nodig zou kunnen hebben. - 'Da meen dje nie': dat meen je nu toch niet? - Giv moa pulle: zorg er maar voor dat het snel vordert. - Tis ol gin oar snien: het is niet allemaal even triviaal. - Kuust mo joen shuppof: maak maar dat je weg komt. - 'k goa daddier nekjeeh rap goan doen: ik zorg er wel voor dat het zo snel mogelijk in orde komt. - Te dom voer ooi teetn: zo dom als t achterste van een koe. - 't Finste es wok zen oar: hij is niet erg slim, doet nogal vreemde dingen. - De lucht dwoad doen: het licht uitdoen. - 't Rint mollejoengn: het regent echt heel hard. - Een viez meubel: een onaangenaam vrouwelijk persoon. - 't Woajd lik de vroede bjeestn: het waait heel erg. - Een stoet ransel: vrouw die niet op haar mond gevallen is. - Jeehd een twien binn buk gedoan: hij heeft iemand beetgenomen. - Giv moa sjette/pulle//goaze/: begin er maar snel aan. - 't Rint dat zikt: ,'t rint mollejoengn: het regent heel hard. - Ge kundem deur 't ghootegat trekkn: hij is graatmager. - tsjakuut tsjakin: in alle richtingen, chaotisch. - Ol da pwootn en oorn eeht: iedereen. - Een besheetn commissie: iets wat je niet graag doet maar waarvoor men je in t gat gestoken heeft. - De mwoard steekn: sterven. - Mullepat: zeer dronken zijn. - Brokkelaire: sukkel, nietsnut. Waarom een West-Vlaming heel wat tijd bespaard tijdens vergaderingen - dit behoort tot de mogelijkheden: dakan. - hieromtrent kunnen wij u geen enkele zekerheid bieden: ge wit noois. - Zou u dat eens willen herhalen a.u.b.: wuk? - iets degelijks ben ik nu niet van plan: ‘k peinze vannie. - ligt dan in de lijn der verwachtingen?: zoe tadde? - dit vindt ik bijzonder jammer: tes spietig. - het geen u mij nu voorstelt verbaast mij ten zeerste: tis voe omverre te voln. - deze informatie is totaal nieuw voor mij: wuk daj nu zegt. - ligt dat binnen het kader van uw bevoegdheden?: meugje da? - ik heb hier een enigszins afwijkende mening over: da nie ee.
Bij het kaarten - Bie 't koarten Oej med oes wil koarten moej wel weetn oe daj de vier soartn troef moed utspreekn int Westvlams: Ertns, Piekns, Koekns en Kloavers.
Der zin ne gjeelleboel persoann, zowel in 't inkelvoud glik int mjeervoud, mo ge moe nie peizn dan ze doar int ABN een twuk mee doen. Dat moe nekjeeh gedoan zin, en wuk ister nu beter dant Westvlams voe doa een eindan te moakn! Me goan der direkt ne kjeeh invliegn med een poar klassiekers:
Ja - 1e persoon enkelvoud: Joak - 2e persoon enkelvoud: Joaj/Joag - 3e persoon enkelvoud: Joaj (mannelijk), Joas (vrouwelijk) en Joat (onzijdig) - 1e persoon meervoud: Jom/Jow - 2e persoon meervoud: Joag/Joaj - 3e persoon meervoud: Joahns
Nee - 1e persoon enkelvoud: Nink / Njennek - 2e persoon enkelvoud: Njeig/Neije - 3e persoon enkelvoud: Njeinnie / Nein (mannelijk), Nins (vrouwelijk) en Nint (onzijdig) - 1e persoon meervoud: Njiem / Nimm - 2e persoon meervoud: Njeig/Neije - 3e persoon meervoud: Nihns
Gihtadde overre overolstnt, oej een tale begunt te klappn, moej de vervoeginge van 'zin' en 'eehn' ljirn. Int Westvlams es da wok ezoa. Mo bie oes es dadde nog een bitjen anders; meehn wulder nog de dubble vormn:
Eehn - 1e persoon enkelvoud: keeh nik - 2e persoon enkelvoud: geih(t) gie - 3e persoon enkelvoud: jeehd em (mannelijk) zeeh sie(vrouwelijk) theet tet (onzijdig) - 1e persoon meervoud: weehn wiedder - 2e persoon meervoud: geih giedder - 3e persoon meervoud: zeehn ziedder
Zin - 1e persoon enkelvoud: kzin nik - 2e persoon enkelvoud: ge zih gie - 3e persoon enkelvoud: jis em (mannelijk) zis sie (vrouwelijk) tis tet (onzijdig) - 1e persoon meervoud: me zin wiedder - 2e persoon meervoud: ge zih giedder - 3e persoon meervoud: ze zin ziedder
Veel gebruikte West-Vlaamse dialectwoorden De klapnasje bie oes, lik Damme t wider zeggen .. Ne formidoabele woardnschat Oster 1 toale vor olles en nogentwa goeklinknde woordn eeht, est ollik wel 't Westvlams zekers! Of wuk peisdjiervan: A aangangwagen: de remor, een remorke ; aangetekende zending : ne rekmandee ; allemaal samen : oltegare, oltope ; alles : hjeel de ruttemetut, hjeel de santeboetiek, hjeel den battaklang, hjeel den annekesnest; ajuin:andjoen ; alles ligt overhoop: t ligt ool onvrende ; aambeien: t speen ; aardappelmesje: skelmes, skeldersmes ; apetrots : preus lik veertig ; asbak: sandriejee ; autonummerplaat: t plak ; averechts : konterkjere aafs ; B babbelzieke vrouw : babette ;bang, skuw ; bange figuur: nen broekskitter ; batterij : n pille ; batterijtje:pielle ;bazige man of vrouw : n,e gendarm ; boze vrouw : dullekonte ; beerkar:oalkartjeel ; behoorlijk : sebwoort ; bewegen:wikkeln, Roern ; bewustzijn verliezen: van zinnen orgel droaien, van zinnen sies voaln ; bezig baasje: nen doendigoard ;bier van minderwaardige kwaliteit: fluutjesbier ; bij benadering : ip of nante ; bijna : abie, biekans, tewege ; bij jullie thuis : tuut tulders ; bij ons thuis : tuut toezens ; bij uitzondering: ne kjeer ip en weg ;binnensmonds praten, mompelen : konkelfoezn ; blijven praten om gelijk te halen : klappen tuut dat ne frang effen is ; bloedworst: bloelink ;stuttn ; boodschappen doen: commissies doen ; boodshappentas: buzze, kaba ; bolvormig (soep) kommetje: spoelkom ; bontjas: velne frak ; bonen opgegroeid langs een stok: persebonen ; boterhammen:boete: een proces ; boterhammenbedelaar:stuteshooijer ;boodschbord: talloare ; borstel op lange steel waarmee men spinnenwebben verwijdert: ne kobbejoaegre ; boterhamdoos: stuuttedoze ; boterhammen: stuutn, stuutjes ; bovenste deel van fietskader:de buuzze ; braderie, koopjesdagen: de batjes ; bumper:den barsjok ; C clown: ne pooijas ; cuttermes:keunesniederke ; D dakgoot:cornisje ;dat houdt risico in: t is riskierlik ; dat staat als een paal boven water: t gapt gelik nen oven ; damesschoenen met hoge hakken: talloengs ;dat zet allemaal niks op: t is oal gin avanse ; de appel valt niet ver van de boom: jn eit van de meur nie geskreept ; deksel:ulle ;deken:sarze, soaze ;de mogelijkheid hebben om : d okkoazje ein van een twadde ; deugniet: pietje stek ; deur:door, deure ;de vaat doen:sk(e)uttels was'n, de shuttels doen ; diarree: de vliegende spetter, de schitte, den ofagank, den afloop ;dolverliefd: puutonnozle ; de volksmond, de praat van mensen: klapnansje, koetnansje ; dik: moozevet ; dikkenek:geistekakker ; dienster: de moarte ; direct:tefeite ;doen alsof zijn neus bloedt: van pikkens geboaren ; doe niet flauw: goa je dunne doen? ; domme figuur: ne potuul ; dooier van een ei: de dorre van t ei ; door het hevig aandringen : deur t eeuwig pramen ; doorregend: smuuk ; doos schoensmeer: blinkdoze ; dorpel: zulle ; drankhandelaar: den biermesjang ;drinkbus: nen bidong , n pulle ; drogegrappenmaker:pallullewuppre ; drukkend warm: is laaf ; drukknop: presjoeng ; dwars:van tweistn ; E echt waar : biechte woarheid ; een maat voor niets : een skete ip ne stok ;
elleboog: elletuutje ; er werkt iets niet: dr is nen défoo an ; elegant man: ne lompe kloef ; emmer:seule, keetle ; ergens geen handeling van hebben : t is d antoave die niet deugt ; ergens op een afgelegen plek : n twoarten in t ol van fluutool ; er is iets begonnen : 't is gangk, t spel zit ip de karre ; evenzeer : vanselikke ; F fietsstuur: giedoeng ; fietsvoorvork: foerse ; flemen:frottn ;fluiten, ook vogelzang:shufln ; fluitje: skuflette ; fluisteraar: vezelaar ; fluitketel: moor ; Franse typische pet, vaak door oudere mannen gedragen: alpingske ; G ga eens uit de weg: gerte ne kjeer ; ga maar door: teure moar deure ; ga niet met iedereen om: olle hout een is geen temmerhout ; gatlekker : boaznpoeper ; gat, kier:gerre, bv. de deure stoat up e gerre ; gas geven:buzze geevn, lutte geevn ; gebakken aardappeltjes: gebruneerde patatjes ; gebrekkig mens:fikke ; geef de moet niet op: houd j an t ges ; geen geluk hebben : ot pap regent zit ie met zn tallore in t droge ; geen ellebogen hebben, niets aanvoelen : t finste is zn oar ; geestrijke drank: nen dreupel ; gehakt: gekapt ; gediend als een hond met vlooien : gediend gelik nen here ; geduld:passensje ;geleidelijk aan : pioanewis ; geniepig vertrekken: joen puste sheurn ;gevaarlijk, geweldig (let op het verschil in betekenis):shuw ; geveinsde ziekte: t is ool begoaringe ;gezond achterwerk : n kachtelgat ; goederen van bedenkelijke kwaliteit: smeerlaprie ;goed doorwerken: zjere ; goed gas geven : ip zinne steirt duwen ; goedkoop en duurkoop: kamelot ; gootsteen: watersteen ; gor: jaloezie ; gouden zaak doen: batje doen ; grafdelver : de putmoaker ; grijs herfstig weer: adrilligenwere ; groenten: groensels ; grote kom: bassing ; H half om half : tussen olf en eblik ;halve gare : ne wieten ; handvol: n poote ; hartelijk lachen: lachen gelik n paptoarte ; heel erg vermoeid: tenden olle stroaten ; heel dat zaakske:geel die santeboetik ; heel groot: t is indliks groot ; heel erg dom: zo dom of t achterste van een koe ; heel erg vermoeid: tenden olle stroaten ; heel hard: koppekei hard ; heel hard regenen: t rint dat zikt - t spuugt kattejoengn, t rint mollejoegn ; heel slappe koffie: nunnekaffie : slappe koffie, deuregeute ; heel vettige voeding: t is slekke vet ; helder, open weer: t is fel geluchte ; helemaal uit elkaar vallen: brokkeverskjeen ; herberg stamnee ; herhaalde malen: tefrente kjeeren ; affeseren ; het is een mislukking : t is een flutse ; het is besmettelijk: t Is betraaplik ; hij is er van door: jis skampavie ; het is lekker: t is van lekmelippe ; het is niet lekker: t is zwinneteetn ; hij is stilletjes binnengekomen : jis ip zijn slissen ; het is helemaal beschadigd: t is heel gakmandeerd, t is heel gabimeerd ; heupwiegend, preuts stappen: stikt nen bustelstil in eur gat en geel t stroate is gevoagd ; hinken: petjikkeln ;hij die fel studeert: blokzwijn ; hij die fluistert: vezelaar ; hij die onnauwkeurig werkt: ne klutser ; hij die vuile praat vertelt: n vullemulle ; hij die zijn voeten sleept: slifsavatte ; hij heeft me iets misdaan: j eit in min roapen gesketen ; hij heeft een zware fout gemaakt: j eit den ippergoai afgeskootn ; hij heeft last van jicht: j eit overkomste ; hij heeft niets te zeggen: jeit nie te piepn ; hij is vertrokken:jis t gat in ;hij hield de lippen stijf op elkaar: jeit den top van zn toenge ofgebeetn ; hij is dronken: jis enen hoed, jis canard, peiredelam droenke, jeit een vlére ip ; hij is niet goed wijs: jeit ne slag van de meulne get ; hij is stilletjes binnengekomen: jis ip zijn slissen ;hij is totaal gek: jis kloar zot ; hij is traag: jis nie van nen hoaze gepoept ; hij heeft last van jicht: j eit overkomste ; hij kan zeer veel eten: ie kan eten gelik nen dikkedelver ; hij kijkt boos : ie trekt n vieze gespe ; hij loopt nerveus rond:ie loopt rond gelik n inne die moet legn ;hij is er van door: jis skampavie ; hij is niet goed wijs: Jis ip zinne kop gestekt en bluuvn bokn ; hij kan zeer goed praten: j et een toenge lintjes ; hij kent er niets van: ile kent t er even ville van of n zwin van koesn stoppen ; hij ligt in ruzie: ie ligt in t skeis ; hij plast om de haverklap: j eit een keunebloaze ; hij verveelt zich, weet niet wat doen: ie weet nie woar me zn ende gevoaren ; het is ieder voor zich: t is elk voor zijn skelle ; het spijt me: t deirt mie ; hij heeft serieus kennis:Ie vrijt dat zijn imde wikkelt ;hij werd heel erg bedrogen: jis bedrogen dat den doom uut zin oren komt ; hoeveelheid, bv: mayonnaise of boter: ne klak ; hooghartige man: ne prethere ; hoogstwaarschijnlijk : van tiene neegne ; huid is verbrand: vel is verskoeperd ; huis: doeninge ; huls van remkabel: gaine ;
Vervolg van:> West-Vlaams dialect deel 1 en deel 2A I iedereen is vrij om te doen wat hij wil: elk is libber van zn kalibber ; ieder doet wat hij wil: elk zn meuge zei de zeuge en zat stront ; iemand die op cafe blijft hangen:pekker ;iemand die weent voor een kleinigheid:trunte ;iemand uithoren: t ei ut zin gat vroagen, den oorm ut zn neuze kootrn ; iets in het schild voeren : een t wadde bekokstoven ; iets ontwijken maar nog iets ergers tegenkomen: ne puut ontvluchten voor een padde tegemoet te komen ; ijskoud is het: t is issebitte koud ; ijzig koud: bjeeste koud ; in een kolerieke bui: in een vroete lokeire ; ik ben doodop: min bobinne is of, min pille is of ; ik ben duizelig: k draoie gelik nen top ; ik ben niet goed te been: k ben slicht te poote ; ik gloei heel erg: k gloeie gelik n kolevier ; ik voel me niet goed: k benne lik oardig ; ik voel me niet goed, slapjes: k ben gin en kluute weird ; ik ga mijn best doen:k goa minne crayong skerpen ;ik heb veel werk: k ben verloan ; ik moet eens naar het toilet: k moete ne kjeer noar bachten, k : moete ne kjeer noar de koer, k moete ne kjeer noar t vertrek ;iemand die aardig bloost: nen bleuzoard ; iemand die alles aandurft en ongeoorloofde risicos neemt: nen baron riskon toe ; iemand die doorzet, hoe moeilijk het ook is: nen deural ; iemand die grappig uit de hoek kan komen: soepkieken ; iemand die heel erg op de zenuwen werkt: nen hertefretter ; iemand die hoogmoedig is: n pretentiestik ; iemand die onnauwkeurig schildert: klakpottre ; iemand die veel werkt, ook arme persoon: tjoolder ; iemand die zn hoedje naar de wind zet: nen tootetrekker ;iemand met grote oren: jeit oren gelik talloren ; iemand met veel zwier en zwaai: een fakke wind ; iemand met uitzonderlijke grote handen: jeit anden gelik koolscheppen ; iemand waarop men het niet echt begrepen heeft: klunten, klunten oliebrood ; iets opdringen : een twadde ipsulfern ; iets waarop men apetrots is: ne preusslag ; ik ben benieuwd:kwetzoender, wihstje ; in de gang: ip den allee ; in de massa : In de foele van t volk ; in het voorjaar: in volle vaart: in vulle galloo ; een t wadde in t gotgat gieten ; ten uutkomn ;injectie: pikuure ; integendeel, tegendraads:kontroarie ;iets mooier maken dan het in werkelijkheid is: ne stront ne strek andoen ; iets opdringen:n t wadde ipsulfern ; J jas: frak ; je ziet er vermoeid uit: ge kunt het sop uut uw ogen scheppen ; jazeker:Jattetoet ;je boos maken: van je tap moaken ; je moet geen lessen willen geven aan ouderen: ge goat nen uoden aap gin tootn leern trekn ; jicht: de kozientjes ; K kaarsrecht: pilleboutrechte ; kinesist: masseur ; klap in t gezicht (muilpeer):mullepeehre, mot ;karnemelk: keiremelk ; karnemelkstampers: tetjespap ; kauwgom: sjieklitte ; kippenhok: t innebluuk ; klaaspaarden (zachte broodjes): mantepeirden ; kleingeld:kluttergelt, klutters ;klein mannetje: ne kleine wup ;knikker:bollekette ;knikkers, met knikkers spelen:marbels, marbeln ; kom eens terug:kjere kjeer were ; kop koffie: n zjatte kaffie ; kreunen van pijn: kriepen ; kroontjeswipper, flesopener:ullewuppre ;kruiwagen:kortwoagn, puppegoale, bakwoagn ; L lange figuur: nen talloreterter : lelijke vrouw: lelijk skermik, skermienkel ; lerares: n skoolieffrouwe ; leeg draaierig gevoel hebben: Iele van oofde ; lijkt er op als twee druppels water: t is em gesketen en gespogen ; lompe, weinig, traag sprekende man: dreiteloare ; luister eens: hort ne kjeer ier ; M mals: smoutzochte ; materiaal:stoffoasje ; mager figuur, man met groot gestalte: ne lange zwierel ; ne mageren harink ; man met veel zwier en zwaai:een woaie ;mauwveger:n zjeemtote ; melktand, melktanden: ne kaktand, de kaktanden ; met lange tanden eten: teeweln ; mesthoop:messink ;met een stevige tred: stapnolf ; meisjes: meisjoengs ; middagmaal: gekooksel, noeneteetn ; mistig: t smoort ; misser:flutse ; mooi meisje: n snelle mokke ; mooie vrouw, wat opgetut: prente ;moestuin:lochtink ;mooie (grote) wagen: sjieke slee, sjieke feteure ; morsen:sturtn ;motregen (motregenen):Smuk (Smukk'n), slekkenat ;mug:meezje ;muggenzifter: ne pezewevre ;muts: toupetje ; N naar binnen toe: ne weuglienk, een weggetje innewoarts ; najaarsmoeheid: t voaln van t blad ; nauwlijks vooruitgaan: affeseren lik ardunzoagen ; nerveus rondlopen: rondloopn gelik n kieken zonder kop ; neusvocht: snottekeise ; nietsnut met grote mond:kalisheklutser ;nijdig ventje: ne neetebuk ; nieuwjaarswafeltjes: lukken ;nochtans:pertanks ; nonnetje: masseurke ; noeste, harde werker: nen vroete werker ; nutteloos werk verrichten: lege zakken rechte zetten ; O onbeduidend, klein mannetje: pernikkel ; ogenblikkelijk: in nen oai en nen droai ; ongedurig: onpessentig ; ongehuwde vrouw: n ouderschejoenge dochtre, n kweene ; ongewenst zwanger: gepakt van de vliegend sigare ; onmiddellijk: sebiets ; onmiddellijk vertrekken zonder op- ofonnauwkeurig, slordig werken: moosten en brielen ;onaangename taak : bescheten commissie ; ondertussen : binstdien ; onderwijzer: ne skoolmjeestre ; ongedierte (bij insecten):furnin ; ongeveer zo: ip on nante ; onhandig mens:kluntn ; onhandige inhoudloze man: ne kalessieklutser ; onnozelaar:wietn ; onsympathieke dame: n vies keun ; onsympathieke heer: ne vieze perluit ; onsympathieke, sluwe vrouw: eksevel ;om de twee dagen: overanderedag ; om de twee jaar: overanderejoar ; om de twee maanden: veranderemoand ; omslag van een herenbroek: de parmang ;omkijken: anzetten gelik nen hond van zijne stront ; oog om oog, tand om tand: ketje mie, ketje were ; om iets te bekomen moet je inspanningen doen: de gebroadte kiekens vliegen nie in je mond ; ontsmettingsmiddel: tenterdjot ; ontstoken endeldarm: n appandesiet ; onveilig rijden: rein en rotsen ; open hoofdwonde: gabbe ; op de werf: ip den travoo ; opeens ; oolmetekeer ;op goed geluk: Ip t goe riskier ; op overschot: ten iptelle ; op stap gaan: drillen, ip den dril zijn ; op pad met de fiets of de auto: onderboane met de veloo of met de feteure ; oud worden brengt wel wat ongemakken met zich me: de joaren komen, nie olene ;oud vehikel:kariot ; oud voertuig: n oud karjot ; overal: salopette ; over heel de lijn: van ensentens ; P pannenkoek:pallulle ;pantoffels: slissen, savatten ; peperkoek:zoetekoeke, peintepies ;persoon die veel mag eten zonder te verdikken: nen deurejager ; persoon met rond, dik gezicht: paptote, paptoarte ; pet: klakke ; postbode: t bootje ; prei: pret ; preisoep: pretsoepe ; pudding: pootienk ;
Vervolg van:> West-Vlaams dialect deel 1, 2A en 2B Q R rap voortdoen, verderdoen:sjette geevn, goaze geevn ;rare kerel:ne menten ;recht in zijn gezicht:flak in zn wezen ; regenvlaag op komst: t goat n bizze doen ; regenworm:tettink ;rolluiken:lattestoors ; reflectoren: katogen ; remmen: freings ; rits: tieritte ;roddelaarster:ommeere ;roekeloos persoon:shurdug, shurdegoard ; rolluik: persjeene, lattestorze ; rolluiken: lattestorzen ; rommel: fiekfak, fietjefak ; rook je?:smoordje gie? ;roos-wit zacht snoepgoed: nunnebillen ; rot:plokke vort ; reuze honger hebben: oenger gelik n peird ; rubberen schoeisel, gebruikt bij schoonmaak: galoschen ; ruzie maken: in kwestie zin ; S schoensmeer: skoeblienk ;schorseneren: sesneeln ; schommel:renne ; schotelvod: scheuteldoek ; schoorsteen: kave ;seut: n subbedutte ;slappe pop, ook slecht geklede vrouw:slunsepuppe ;slaapkleed: taboart ; sjaal voor een vrouw: ne foelaar ; slappe figuur:veie ;slecht aardappel: glazen patatten ; slechthorend: pottedoof ; slijmbal:zjeemtette ;slok: een zeupe ;sloor,arme vrouw:sloare ;smaakloos: fleeuw ; smakelijk eten: moefeln ; snel vooruitgaan:affeceern,goaze geevn ;snoepen: sneukeln ; snoep met muntsmaak: een mente ; snoeper: sneukeloar, sneukelgat ; spatbord: gardeboe ;spatadres: varizn ; spatel: schuimspa ; spek: vers geregeld ;sportief wagentype: sportkarre, sportfeteure ; sommige zaken kunnen toch, al lijken ze onmogelijk:ge wit nooit hoe da een koe nen oaze vangt ;soms: ottemets ;staande lamp: lampedair ; stam bonen: huttebonen ; stande pede:te vierklauwe ;stapelgek:zo zot of een achterdeure ;steeds; olsan ; sterke, stoere man, macho:nen busbing ;sterven: zn skippe afkuusn - zn pupe uutklopn ; stikster, naaister:naaistringe ;stotteraar:nen akkeloare ;stofjas: schabbe, ne saroo, na kiel ; stoppen:utskjein ;storm in een glas water: een skete in nen netzak ;stoutmoedige man:ne geassreerden bing;stoutmoedige vrouw:franke bette ; struikelen: tjaffeln ; T teil:teehle ; treuzelaar: trunte ;terwijl: te binst ; te ver gaan: over de skreve goan ; tevredenheid:contentement ; thermoskan: kaffiepulle ; tierlantijntjes:Fietjefatjerie ; t is nog een groentje: de skulpe hangt nog an zn gat ; t is ongeveer middag: oolverre noene ;t is wisselvallig, op en afgaan: t goat an en of ;tot de volgende keer: tuut noaste kjeer ; trots, enorm trots zijn:preus, preus lik tveertih ; trui: baai ;tuin: logtingk ;t zijn erge dingen:t zin toeren met de boeren die met de pollepel oale voeren ; U
uitlaat auto: de sjar szebuze ; uitschreeuwen van de pijn: kaieten ; uitvliegen : ut zn kramme skietn ; V vallen: een tumbleite moaken, een tumemperte moaken, n peire skeln ; van een mug een olifant maken: van n skeete nen dunderslag moaken ; vangtros:flosj ; van zn melk zijn : de kluts kwijt zijn ; veel bidden : lezen da je lippn beevn ; veel eten: eten buik stao bie ; ventiel: sepappe ; veters: riekoorden ;vettigaard:kissak ; venster:rutte ;vleugel:vlerke, vleire ;vertrekken:voartgoan, de puuste skeirn; vervangmiddel van mindere kwaliteit:ersatz ; verzworen, ontstoken: t is verkwoad ; vierkant brood: een bakske ;vieruurtje: eten voor viere ;vieze kust-min-kloten, norse man: nen dubble joengne, puber ; vliesje dat zich vormt op warme melk (melkroom): t stoan zoane ip de melk ; voddenhandelaar, iemand die slordig gekleed gaat: ne slunsevint ; vogel, ook figuurlijk, vandaar het werkwoord:veugl, veugln ;vroeg:antidns, tielik ;vod,vrouw met lichte zeden:slunse ; vod: slunse ;vrouw:vrouwmins ; voorjaarsmoeheid: t skietn van t blad ; vork: fersjette ; vreemd, onbetrouwbaar figuur: nen oardigoard ;vroeg: tiellik ; vroeg in de morgen: tiellik op zn stikken ; vroeg tijdig: antiddens ; vrouw die gek doet: zottekonte ; vrouwspersoon dat meestal in de struiken gevonden wordt:gês-oere ;vrouw die uit dommigheid iets verkeerd deed: dommekonte, slimmekonte ; vrouw met de intelligentie van de gesoere maar met minder succes bij de mannen: gês-geete ; vrouw met volle boezem: goe voorzien van pootn en oorn ; vuil iemand: luuszak, luzzigoard ; W warempel: mezienke ! ; waarschijnlijk: verzekers ;wagenvering: amortiseurs, ophanging ; warme maaltijd: poteten ; wasmachine: waskeirne ; we amuseren ons: we geneirn oes ier ; we hebben eens : menne ne kjeer ; weinig:lettre ; wol: sjette ; weinig elegante man : ne kloefkapper ;we kijken er naar uit: we verkneukkeln d r oes ip ; wentelteefjes: klakoards ; werk doen dat traag vooruit gaat: water puttn met n peirdemande ; we zien er tegen op: w ontzient oes ; we zijn weg: me zin ribbebedie ;wie meest durft bekomt meest: de stoutste wezels zuipen de schoonste eiers ; wijd staande haardos: ne kobbejoagre ;wijkagent, politieagent : de garde ; windstil: t een is gin spiere wind ; wijd staande haardos: ne kobbejoagre ; witloof: sjiekoengs ; wordt gezegd tegen iemand die heel vuil is: zo zwart of moorkens gat ; X Y Z zachtdraaiende motor: den moteur droait zoete ; zagevent:Zeemtette,slijmbal, pispater ;zaklamp :ne pillelucht ; zeef: versip ; zeer gekend : gekend gelik slicht geld ; ze is in verwachting: z is in positie, z is an t spoaren ; ze heeft o-benen: ze loopt met n kot ; ze laat zich goed gelden: zeit nogoal wel kak an eur gat ; ze spelen allemaal onder één hoedje : ze skittn ool in dezelfste zak ;ze valt wel mee: zis nie controarie ; zetpil: lavement, ne suppositoir ; zeurkous:ertefretter ;zeveren:miern zjihkn ;zich amuseren:jeunn ; zinloos gepalaber :klap tegen de voak ; zich heel slecht voelen: Peirdeslicht ; zijn hoofd slaat op hol: jeit t zot in de kop ; zijn partner, zijn vriendin:z n koeketiene ; zlder: t ipperste ; zoete geestrijke drank, meestal door vrouwen gedronken: een zoetje ; zolder:t upperste ;zoethout: kallissiestok ;zolder boven stallen (dient om hooi, stro te stockeren):dilte ; zondebok: den buf van t spel ; zon die schijnt voor het gaat regenen: nen blek voor ne lek ; zonwering: zunnestorze ; zuurpruim: zurkeltrutte ; zure snoepjes: smoeletrekkers ; zwaar geladen: gepakt en gezakt ;zwaar stram, stijf gevoel: stokkestif ;zwaar vallen: pakt nogoal ne post ; zwaarlijvige persoon: ie smeirt ze zelve ; zware, droge hoest: spoahoeste ; >Typisch West-Vlaams dialect (wikipedia.org) > Vergadering op zijn West-Vlaams (tekstafbeelding)
West-Vlaamse liedjes, gedichten, grappen en belevenissen
Kerstwensen in West-Vlaams Och menschen van vlees en bloed een scheve splette een verfrommelde gazette stovers met frieten een krampe in je kieten een zatte kaffie met een koekstje den open hèèrd en een boekstje La Esterella die ziengt een lampe die spriengt een vat ütgegoten een stik in je kloten spügen in een zakstje 't kleur van een kakstje een belastiengsbrief een gewillig lief noois de pille vergeten j'n eigen name nog weten een büle in j'n otto zesse jüste met de lotto zeven dagen ip zeven een indeliks geweun moar gelukkig leven.
Nieuwjaarswenschen ip zen westvlams 't Is were zoverre de deure van (jaar......) stoat ip a gerre een hèèl nieuw joar voor te leven met malkoar liefde in 't ménage tussen de vint en de vrouwe en is ter ol è keer miserie of boel smiet olleszins met gèn meubels moar zet j'ip ne stoel en laat het moar overwaaien da rottig gevoel want oe da je 't ook kèèrt of oe da je 't ook droait 't is dedju stille woar dat 't nooit een kèr woait. Zie je momenteel nog nie van de straote gèn paniek, t' is ip da vlak noois nie te loate want wa zeggen ol die tupperware demonstranten oen ze geconfronteerd worden met under klanten ' een dikke, een kromme, een schele of een dulle ip ieder potje past er een ulle'. Moar 'k wille ook nog teen en 't ander wenschen : 'k wensche julder wat da 'k zelve betrachte, bij dage een bitje werk, en ruste by nachte. Als g' honger hebt, een bete brood; als dorst u kwelt, geen watersnood; geen schulden tenzij deze dat ge efnan kunt betalen met gepaste munt. En heel 't joar , lik of dat goat en stoat, geen pijn noch smerte aan je tanden of an 't herte. Godje Here zij dank, voe teetn en den drank Kortom, 'k wensche joen 't beste voar noaste jare En 'k goa daarbie laten voor vandjare.
Het West-Vlaams wordt verdeeld in het Kust-West-Vlaams in het noorden en het westen van de provincie (de Polders, het Houtland en de streek van Veurne-Ieper-Poperinge) en het Continentale West-Vlaams in het zuidoosten van de provincie (Kortrijk, Roeselare, Tielt). Sprekers van het West-Vlaams kunnen gemakkelijk Vlaemsch of Zeeuws verstaan. Het in Frans-Vlaanderen gesproken Vlaemsch, een andere variëteit van het West-Vlaams, wordt echter met uitsterven bedreigd; slechts enkele duizenden ouderen op het platteland spreken het nog. Deze dialecten gebruiken allemaal voor het overgrote deel dezelfde grammatica, maar verschillen in het gebruik van (leen)woorden, waar in het Zeeuws meer woorden uit het Standaardnederlandsworden verdialectiseerd of overgenomen, terwijl Frans-Vlaams dit met Franse woorden doet. Bron: wikipedia.org > West-Vlaams dialect (op deze site) > Westhoek dialect (op deze site) > Haven en Scheepvaartjargon (op deze site) > De Zee in West-Vlaams (powerpoint)
Oostendse dialectliedjes gezongen door Lucy Loes We zitten weer in d'ambiance / Onk' s' avonds noar me bedje goan De tsjoeke-tsjoeke-tring / 'k zoen willen een tot hên M'n eerste lief / Je moe kunnen vergeven Lucy van de staminee / Kom, zet je bie! 'n Visscherslief / In de goeien oeden tied De Vlaamse hukkelbuk / De bierbuuk De majoretjes / Ikke en m’n zeune 't Is gedaan met de dikke madam! M'n zeekapiting Naar San José
De naam Koksijde komt vanaf 1150 in geschreven documenten voor als ‘Coxhyde’. Voor deze naam zijn er een aantal etymologische verklaringen. De meest gangbare theorie is dat ‘Cox’ verwijst naar dekokkel of hartmossel en ‘Yde’ staat voor ankerplaats of kreek. Pastoor Geerebaert vermeldt in zijn publicatie ‘Geschiedenis van Koksijde’ nog 2 andere theorieën waarbij ‘Kok’ zou verwijzen naar een persoonsnaam ofwel naar een barbaarse volksstam, de Chauci. Spotnaam of scheldnaam van Koksijde: Brassers = doorbrenger, vreetzak, zuiplap. >Diverse informatie aangaande gemeente Koksijde (blog vlaanderen)
Isera Portus, de eerste naam voor Nieuwpoort dook in 1150 in geschriften op. Later sprak men van Neo Portus en Novum Oppidum. Novus Portus (Nieuwpoort) is de benaming die het ten slotte haalde. Spotnaam van Nieuwpoort: schrobben (=vissoort). >Diverse informatie aangaande stad Nieuwpoort (blog vlaanderen)
De vroegste vermeldingen van de plaatsnaam Affligem zijn Afnegen (1096), Haffligeniensis (1100), Haflengeint (1105) en Affligiensis (1112)). De naam Affligem in haar huidige vorm komt voor het eerst voor in 1130. Hij komt voort uit het Germaanse *Abulingahaim, dat op zijn beurt is opgebouwd uit de persoonsnaam Abulo- (of Avilo-), het verzamelsuffix -inga en het het woord haim-az "huis, nederzetting". De naam van de gemeente betekent dus letterlijk "woonplaats van de mensen/stam van Abulo/Avilo". Scheld of spotnaam van Avelgem: Ruggenaars. De spotnaam zou iets te maken kunnen hebben met een gehucht van dat dorp dat Ruggenoemt. >Kaart van gemeente Avelgem (www.google.be/maps) >Diverse informatie aangaande gemeente Avelgem (wikipedia.org)
Avelgems dialect
Avelgem behoort tot Zuid-West-Vlaanderen. Het dialect is de streektaal tussen de Leie en Schelde in het zuid-oostelijk gedeelte van West Vlaanderen waar Avelgem toe behoort, een gebied dicht bij de Franse taalgrens en Oost-Vlaanderen, het dialect is dan ook doorspekt met Franse en Oost-Vlaamse dialectwoorden. >Avelgems (www.mijnwoordenboek) >West-Vlaams dialect (op dit dialectblog)
Harelbeke is ontstaan op de droge, zandige oever van de rivier de Leie, ter hoogte van de uitmonding van de Arendsbeek in deze rivier. Harelbeke had vroeger de naam Harlebeke, dat omstreeks het jaar 1027. Spotnaam van Harelbeke: scheepstrekkers, ratten. >Diverse informatie aangaande stad Harelbeke (blog vlaanderen)
Kortrijks (West-Vlaams: Kortryks) is de variant van het Nederlands zoals dat gesproken wordt in de stad en regio van de Belgische stad Kortrijk. Het is een vorm van het West-Vlaamsedialectdat gesproken wordt in de grote regio rond de stad. Daarnaast bestaat er ook het centraal-Kortrijks, een stadsdialect dat gesproken wordt in de stad Kortrijk zelf. Door zijn ligging dicht bij de Franse grens bevat het Kortrijks veel Franse invloeden. Het oude stadsdialect van Kortrijk is erg typisch en waarschijnlijk afkomstig van de Franstalige burgerij uit de 19e en 20ste eeuw. Binnen de stad zelf kan ook een licht onderscheid gemaakt worden met het 'Overleis', een typisch stadsdialect dat zich door de eeuwen heen ontwikkeld heeft op de wijk Overleie, dat oorspronkelijk niet tot de omwalde stad behoorde. Een van de meest opvallende kenmerken van het Kortrijk is het meer pedante uitspreken van de klanken. >Lees meer op www.wikipedia.org
Menen wordt al in 867 vermeld als Maininium of Maininion (Gysseling 1960). Tot dusver zijn echter geen archeologisch vondsten of sporen uit deze oudste periode gekend. Over de betekenis van de plaatsnaam is er absoluut geen consensus. De oorsprong van de stad Menen ligt in een dorpsheerlijkheid, die als de ‘Bruel’ bekend stond. Er zijn voldoende aanwijzingen dat een Motte met neerhof, waarop ook de kerk gesitueerd is, is hiervan de veruitwendiging was. Bron: https://inventaris.onroerenderfgoed.be/ en wikipedia.org Scheld of spotnaam van Menen: Wagenwielvangers. >Sage: De oorsprong van de Wieltjesfeesten >Diverse informatie aangaande stad Menen (blog vlaanderen)
De eerste historische vermelding van het dorp Lauwe kan gedateerd worden vanaf het jaar804. De betekenis van de benaming Lauwe kan in verband gebracht worden met water, "lova" is het Keltische woord voor "waterloop". Volgens andere bronnen afkomstig van "lavo", de naam van een voormalig meer gevormd door de afvloeiende waters van de heuvels in de buurt. Scheld of spotnaam van gemeente Lauwe:? > Kaart van gemeente Lauwe (www.google.be)
Oorspronkelijk luidde het Wibilinga-heim, wat betekent: de woonplaats van de nakomelingen van het clanhoofd Wibil. De oudste teruggevonden vermelding van Gullegem 'Godelinchehem' staat in een schenkingsakte uit 1066 van Graaf Boudewijn V van Vlaanderen aan het kapittel van Rijsel. In 1105 schenkt de bisschop van Doornik het altaar van 'Gudelengien' aan de Sint Maartensabdij aldaar. De oud-germaanse vorm 'godelinga-heim' betekent: de woning van de lieden van Godilo. In een periode vanaf 1197 had Wevelgem de plaatsnaam Weflegem. Bron: http://www.wevelgem.be/en https://www.wikipedia.org/ Scheld of spotnaam van Wevelgem: Lopers. >Diverse informatie aangaande gemeente Wevelgem (blog vlaanderen)
De naam Roeselare heeft in de loop der tijden talrijke spellingvarianten gekend. Vooral het eerste deel van de naam is veelvuldig gewijzigd. Tot het einde van de 11e eeuw vindt men haast altijd "Ros". Daarna wordt de "o" gaandeweg en tenslotte definitief vervangen door de "oe"-klank. Aanvankelijk en korte tijd nog als "u" geschreven maar daarna "oe" tot omstreeks het einde van de 15e eeuw. Onder invloed van het Frans (Roulers) wordt de oe-klank vanaf dan als "ou" geschreven. Pas sinds 1937, toen de moderne plaatsnamenspelling werd aangenomen, greep men terug naar de "oe" en werd Roeselare de officiële naam. In tegenstelling tot wat veelal gedacht wordt is de schrijfwijze Roeselare (teruggevonden in documenten van de periode 1302-1520) dus veel ouder dan bijvoorbeeld Roussellaere (16e eeuw en later). De betekenis van de naam is in de loop der eeuwen felomstreden. De nieuwste linguïstische bevindingen geven volgende uitleg: "roes" betekent "riet" en zou terug te leiden zijn op de Gotischewortel "raus" (riet). Afgaande op de oudste vormen die van "laar" bekend zijn, gaat dit woord terug op het Germaanse"hlaeris", waarmee een open plaats in het bos wordt aangeduid. Deze taalkundige bevindingen worden bevestigd door de ligging van Roeselare. In de vroegste tijden lag Roeselare helemaal in het Vlaamse Woud – tientallen bostoponiemen herinneren daar nog aan. Een daarin liggend laar, dus een open plaats, was de beginkern van het huidige Roeselare. Gelet op het feit dat een tiental waterlopen in het Roeselaarse "laar" samenvloeien, vermoedt men dat dit een drassig en moerasachtig gebied geweest is. Vandaar komt het element Roes, wat dus riet betekent, een plant die op vochtige plaatsen gedijt. Samengevat kan men Roeselare dus definiëren als Roes + laar, een drassige, met riet begroeide open plaats in een bos. Bron: wikipedia.org Scheld of spotnaam van Roeselare: sulferdoppersof sulferdoppers, vechters. >Sage: De Reus Rolarius (www.figy.be/legenden/Roeselare) >Diverse informatie aangaande stad Roeselare (blog vlaanderen)
Roeselaars dialect
In Roeselare hebt je een groot aantal mensen die de klank 'sk' uitspreken, maar de anderen gebruiken de 'sh'. Dat vooral door steden rondom Roeselare (bv richting Ardooie, Staden en Lichtervelde) die gemeenten geven hun invloed af, wellicht door migratie is de klank beginnen mengelen. Cijfers en getallen in Roeselaars Een: Ièèn Twee: twièè Drie: drieë Vier: viere Vijf: vuuvve Zes: zesse Zeven: zeevne Acht: achte Negen: neegne Tien: tiene Elf: elve Twaalf: twoolve Dertien: dertiene Veertien: vièèrtiene Vijftien: viftiene/vichtiene Zestien: zestiene Zeventien: zeev'ntiene Achtien: achttiene Negentien: neeg'ntiene Twintig: twientig Dertig: dertig Veertig: vièèrtig Vijftig: viftig/vichtig Zestig: Tjestig Zeventig: Tjeev'ntig Tachtig: Tach'ntig Negentig: Tneeg'ntig Honderd: Oenderd Duizend: Duust >Roeselare - Roeselaars dialect (www.mijnwoordenboek.nl) >West-Vlaams dialect (info op dit dialectblog)
Cursus West-Vlaams van "Bachten de Kuppe" 1: Kontraksies / (wok: twoapetrekkingn of tegoaretrekkingn) Int Westvlams kujje dikkenst gjeelle zinn vervangn deur 1 woord, zo een bitje glik int duts moa ton nog ekstremer. 'k goa ne kjeeh een simpel vwoarbeeltje geevn omt eh bitje duddelikker te moakn. Oej int ABN wil zeggn: "Ik kan U verzekeren dat ik de door U zopas aangehaalde acties niet ondernomen heb", ton kundje gjeel die zinne in ene kjeeh int Westvlams zegn: "Jammojakkundoe". Zo simpel ez dadde dus, ge ziedet, Westvlams is zo simpel lik dat tgroot is, en lik of damme getoagd ihn: wulder zeggn olles korter, dus tes nie dammet stif groot doen! Nog un poar vwoarbeeldn: - Gelieve in de actuele omstandigheden van enige kalmte blijk te geven:hoatgoanjoat - U vergist zich schromelijk:geziegiezekerzot - Ik kan U met aandrang verzekeren dat hetgeen U beweert geheel en al uit de lucht gegrepen is:belangelanstnnie
2. Utdrukkingn Tes ni omdatter int ABN zuknen hoop skoane utdrukkingn bestaon, damme widder moetn achterbluvn. utdrukkingn en, vele skoander, welspreeknder en brjeedsproakiger dan ol dreste. Kiek moa nekjeeh noa wukdatter ier onder stoat. Voe de poar sukkeloars die nog gjeen Westvlams verstoan (Uls! Kiekns!) ihk er ton moa de vertoalinge bie gezwiereld. Ge ziedet: me zin widder noch deslichtste ni! - als er zich problemen voordoen, kun je maar beter op zoek gaan naar de oorzaken die eraan ten gronde liggen:oet de melk smakt noa stront, is de koe ongezond - draag zorg voor je flesje bier op plaatsen waar je door omstandigheden vaak een onverwachtse en ongewilde duw te beurt valt:beter een blinne up joen dumme, dan een floske zonder gat - dat meisje daar draagt geen beha:de kiekens zittn deur den droad - welke truuks je ook uit je mouw schudt gedurende het verdere spelverloop, ik ga winnen:ge zid dran glik mette skitte - Pas op dat je niets weg werpt dat je nog nodig zou kunnen hebben:de skoane smitn ze weg, mo de kut houdn ze - zorg er maar voor dat het snel vordert:giv moa pulle - het is niet allemaal even triviaal:tis ol gin oar snien - maak maar dat je weg komt:kuust mo joen skippof - ik zorg er wel voor dat het zo snel mogelijk in orde komt (let op het typische meermaals gebruiken van het werkwoord 'goan'.]:'k goa daddier nekjeeh rap goan doen goan - die vrouw is zwanger:da vrommins zit vul / zis vul gestookn - zo dom als t achterste van een koe:te dom voer ooi teetn - zo'n miserie hebben dat..:Joenen hond in zinne zak bitn dat t'oar aje mulle plakt....: - hij is niet erg slim, doet nogal vreemde dingen:'t Finste es wok zen oar - het licht uitdoen:de lucht dwoad doen - het regent echt heel hard:'t rin mollejoengn - een onaangenaam vrouwelijk persoon:een viez meubel - het waait heel erg:'t Woajd lik de vroede bjeestn - vrouw die niet op haar mond gevallen is:een stoet ransel - hij heeft iemand beetgenomen:jeehd een twien binn buk gedoan - begin er maar snel aan:giv moa sjette / pulle/gette/goaze / spunse/petrolle - de regen valt met bakken uit de lucht:'t rint dat zikt / 't rint mollejoengn - hij is graatmager:ge kundem deur de ghoote / t ghootegat trekkn - in alle richtingen, chaotisch:tsjakut tsjakin - iedereen:ol da pwootn en oorn eeht - iets wat je niet graag doet maar waarvoor men je in t gat gestoken heeft:een beskeetn commissie - doodop zijn: de preut' of zin - recuteren ofte:coïteren - verzetten:versteekn / transponeern- - koeschede:koeieklinke - boel:mullepaté - oen, sukkel, nietsnut:brokkelaire - klankverbastering als synoniem voor de godendrank (lees:tgjeen dat de auteur van dezen cursus drinkt . . vandaar diene god):psalm Bij het kaartspel - Oej med oes wil koarten moej wel weetn oe daj de vier swoartn troef moed utspreekn int Westvlams: Ertns, Piekens, Koekns en Kloavers.
3. Vervoegingn van onvervoegbaore dingn Der zin ne gjeelleboel persoann, zowel in 't inkelvoud glik int mjeervoud, mo ge moe nie peizn dan ze doar int ABN een twuk mee doen. Dat moe nekjeeh gedoan zin, en wuk ister nu beter dant Westvlams voe doa een eindan te moakn! Me goan der direkt ne kjeeh invliegn med een poar klassiekers:
JA -1e persoon enkelvoud: Joak -2e persoon enkelvoud: Joaj/Joag -3e persoon enkelvoud: Joaj (mannelijk), Joas (vrouwelijk) en Joat onzijdig)
4. Verdubblinge in oeze toale Gihtadde overre overolstnt, oej een tale begunt te klappn, moej de vervoeginge van zin e eehn ljirn. Int Westvlams es da wok ezoa. Mo bie oes es dadde nog een bitjen anders; meehn wulder nog de dubble vormn:
ZIN -1e persoon enkelvoud: kben kik -2e persoon enkelvoud: ge zih gie -3e persoon enkelvoud: jis em (mannelijk) /zis sie (vrouwelijk) / tis tet (onzijdig)
-1e persoon meervoud: me zin wiedder -2e persoon meervoud: ge zih giedder -3e persoon meervoud: ze zin ziedder
5. Ne formidoabele woardnschat Oster 1 toale vor olles en nogentwa goeklinknde woordn eeht, est ollik wel Westvlams zekers! Of wuk peisdjiervan:
De naam Eernegem is van Frankische oorsprong. Algemeen wordt aangenomen dat de betekenis ervan is woonplaats ('gem' verwijst naar 'heem') van de nakomelingen (inga) van Arnjo. Deze Arnjozou dan de man geweest zijn die hier een eerste nederzetting heeft gebouwd. Later werd er bij zijn hoeve een kerk gebouwd. Eernegem heeft een reputatie opgedaan als het dorp van dekasseileggers. Bron: wikipedia.org Scheld of spotnaam van hoofdgemeente Ichtegem: ‘t kakkernest gordijnkiekers (gordijnkijkers). >Kaart van Ichtegem/Eernegem (www.google.be/maps) >Diverse informatie aangaande gemeente Eernegem (wikipedia.org)
De oudste tastbare bron waarop voor het eerst de naam van de stad wordt gebruikt, zijn enkele munten van voor 875. Ze vermelden Bruggia en Bruccia. Waar de naam Brugge juist vandaan komt, is niet exact bekend. Mogelijk is het een verbastering van de Keltischenaam voor de ondertussen gekanaliseerde rivier de Reie, die door Brugge stroomde en in de Noordzeeuitmondde. Scheld of spotnaam van Brugge: Brugse zotten, hanze. >Diverse algemene informatie aangaande stad Brugge (blog vlaanderen)
Wij houden ontzettend veel van onze prachtige Westhoek, maar evenzeer van onze streektaal met haar typische kustgermaanse (Ingveoonse talen) kenmerken. De Westhoek en bij uitbreiding West-Vlaanderen staat, bij taalkundigen en dialectologen bekend om haar verbeten vasthoudendheid voor wat betreft taalgebruik. Bron: http://www.dialectbachtendekupe.be/index-nl.aspxen https://nl.wikipedia.org/
De West-Vlamingen en hun taal De taal van de West-Vlamingen is een oud Neêrduitsch (Nederduits) dialect dat in de middeleeuwen, wanneer het Graafschap van Vlaanderen in zijn luister stond, tot grondslag en regel diende aan de algemene Neêrduitse schrijftaal, zoals blijkt uit de overgebleven schriften van dien tijd, waar o.a. de spelling geheel de weêrspiegel is van de hedendaagse West-Vlaamse spraak. Men herkent de West-Vlaming bij ’t eerste woord dat van zijn lippen vloeit. De West-Vlaamse klanken zijn licht, delicaat, lijzig en helder, gelijk in het Frans, helemaal verschillend van de Oost-Vlaamse taal die breed, zwaar en manhaftigeris zoals het Hoogduits. Bron: http://www.dekroniekenvandewesthoek.be/?tag=dialecten https://nl.wikipedia.org/ >West-Vlaams dialect (info op dit dialectblog)
De gemeente wordt voor het eerst in 1036 vermeld als 'Merck', wat duidt op een Frankische oorsprong en zoveel betekend als 'afgebakend gebied binnen onbebouwde gronden'. Een hele mondvol weliswaar, waaruit we kunnen afleiden dat 'Merck' indertijd een bescheiden, afgebakende nederzetting was gelegen op de grens van het overstromingsgebied van de Handzamevaart en de bossen van Houthulst. Scheld of spotnaam van Kortemark: ? > Diverse informatie aangaande gemeente Kortemark (blog vlaanderen)
Reeds in de Romeinse tijdbevond er zich een nederzetting. De naam Marckheim vindt men al terug in de middeleeuwen in 869. De naam van het dorp verwijst ook naar deze grensfunctie. Merk of Mark betekent "grens" en hem staat voor "nederzetting". In 1107 was de plaatsnaam Merkhem.
In 1971 fusioneerde Langemark met Bikschoteen in 1977 met Poelkapelle, en na veel protest van de Poelkapellenaren werd de nieuwe gemeente uiteindelijk Langemark-Poelkapelle genoemd. Langemark staat bekend als Baeckelandt-dorp. Elke drie jaar vierde men hier de Baeckelandtfeesten. Historisch was Ludovicus Bakelandt tijdens de Franse Bezetting de leider van een beruchte roversbende, die later geromantiseerd werd. Hij werd onthoofd op de markt van Brugge. Spotnaam van Langemark: ? > Diverse informatie aangaande gemeente Langemark (wikipedia.org)
Iepers is iets wat moeilijk te verstaan is als je het niet kent, en soms als je het hoort denk je van : waar hebben ze dat verzonnen ofzo. Meestal laten ze ook de E weg is de meeste woorden bv.= drinken word drienkn , de e valt weg. - Straat over heel haar lengte opgebroken: Van ens tens over heel het einde, heel de afstand: “De stroate ligt van ens tens oop’n” - Loop vlug naar huis, je moeder is vis aan het bakken: Lop zère nar uus, je moeder bakt visjes - Kijk eens aan, hoe mooi ze uitgedost is: Up e tuutte matooit opgetooid, sierlijk gekleed zijn: “Je moed é kè kyk’n, z’is nogol up e tuutte matooit e nè” >Ieper Iepers (www.mijnwoordenboek) > Iedereen West-Vlaams in Ieper (www.focus-wtv.be) >Westhoek dialect (op dit dialectblog) >West-Vlaams dialect (info op dit dialectblog)
Het toponiem"Antwerpen" verwijst naar de hoofdplaats van deze provincie, de stad Antwerpen. De naam is etymologisch en archeologischte verklaren uit de naam die gegeven werd aan de plaats van de eerste nederzetting bij de ‘anda verpa’, wat eigenlijk Germaans is voor ‘aangeworpen gronden’ (in een bocht van de rivier). Sedert november 2014 is de naam van de provincie Antwerpen onderwerp van discussie binnen de Vlaamse deelregering. De drie partijen die de Vlaamse regeringscoalitie vormen, opteren voor naamswijziging naar de naam Midden-Brabant. Deze wijziging zou moeten samenhangen met de losmaking van de stad Antwerpen uit haar gelijknamige provincie. Bron: https://www.wikipedia.org/ >Diverse algemene informatie aangaande Provincie Antwerpen
Globaal genomen worden de dialecten uit de provincie ingedeeld onder hetBrabants. Verder vallen de dialecten onder te verdelen als Kempen-Brabants vervolgens Zuider-Kempensen meer bepaald de subgroep van de "heirbaan-dialecten" (de dialecten die ontstonden langs de heirbaan richting Dordrecht). Het echteAntwerps enMechels zijn typische stadsdialecten, die duidelijk te onderscheiden zijn van de dialecten uit de omliggende gebieden. Bron: www.wikitravel.org
Het toponiem "Antwerpen" wordt etymologisch en archeologisch wel verklaard uit de naam die gegeven werd aan de plaats van de eerste nederzetting bij de 'anda verpa', wat Germaans is voor 'aangeworpen gronden', in een bocht van de rivier. Een werf is dan hetzelfde als het Friese woord terp. Volgens de classicus Alfred Michiels is Antwerpen oorspronkelijk een Keltische naam. In de Vita Eligii uit de 7de eeuw staat Andouerpis als oudste naam voor de wijde regio rond de huidige stad. De naam Antwerpen zou Zij die aan beide oevers wonen betekenen. Scheld of spotnaam van Antwerpen:sinjoren. >Diverse informatie aangaande stad Antwerpen (blog vlaanderen)
Antwerps/Antwaarps staddialect (deel 1)
Antwerps is de variant van het Nederlands, zoals dat in Antwerpen gesproken wordt. Het is een vorm van het Brabants maar het echte Antwerps is een typisch stadsdialect, dat duidelijk te onderscheiden is van de dialecten van het omliggende gebied. Het Antwerps is als taal niet te onderscheiden van het Nederlands (een Wikipedia in het Antwerps zou wellicht weinig zin hebben). Wel is de Antwerpse uitspraak gekenmerkt door een systematische klankverschuiving ten opzichte van het algemeen Nederlands. Pogingen om het Antwerps een min of meer fonetische schrijfwijze of minstens een aparte spellingte geven, zijn tot nu toe niet echt geslaagd. Een woord als Waterloo klinkt in het Antwerps ongeveer als in het Engels, maar dat is - evenmin als voor het Engels - een voldoende reden om "Waoterloê" of iets dergelijks te gaan schrijven. >Lees meer op www.wikipedia.org De Antwerpenaren beweren dat hun dialect de kortste taal is Enkele voorbeelden: - dit behoort tot de mogelijkheden: da kan - hieromtrent kunnen wij u geen enkele zekerheid bieden: ge wet noeit nie. - zou u dat eens willen herhalen?: Watte ? - zulks ben ik niet van plan: denket nie. - ligt dat in de lijn der verwachtingen?: zou da ? - dit wordt door mij als bijzonder spijtig ervaren: das sunde. - hetgeen u mij vertelt, verbaast mij ten zeerste: wa zeidde na ? >Zin herleid tot 1 woord in het Antwerps dialect (tekstafbeelding) Spelalfabet van de Sinjoor - alstublieft, a.u.b: astemblief - volle laag: bakkesvol - rare kwast: charelewieter - dat is zeker, bevestigen: daszeker - eens nadenken: efkesdenke - formidabel: formidastisch - jij wel: gijwelgij - is er iets: heddewa - ik niet: ikkeni - mens toch: joengejoengejoenge - amaai: kustnamnoor - laat maar: lotmor - met iedereen: meallechineze - nergens: niveraans - ocharm toch: ochgodochgod - nochtans: pertang - larie, onwaar: quatch - vlug zijn: rapzen - champagne: sjampan - namelijk: tistezegge - nu is het aan jou om te praten: umeugtgijzegge - natuurlijk, vanzelfsprekend, zo is dat: Vanneigens - weet je wat: wettewa - ik zou het niet weten: xouetniwete - dus: ygenlijkfeitelijk - grappenmaker: zwaanzer - penis: charel Woorden in Antwaarps dialect A aansteker: nen allumeur ; als ik dronken ben: azek zat zen ;aub: astemblief ; als het zo is, is het in orde: ast zoe zit ist in orde ; als hij er aan denk moet het gebeuren: da komt oep als kaawe kak;arme sloor, meisje met streken en/of kattekwaad, vagina: masjoefel ; amaai:Jaawadde ; apparaat om soepgroeten / aardappelen tot puree te pletten: ne passevite ; B bij het nekvel nemen:bè oewe schabbernak pakke ;borsten en billen: beursten en bille ; blijf op het voetpad: blefdoep de lantoer ;boterhammen: bokes ; bangerik: broekscheiter ;bangerik: nen broekschijter ; benzine: naft ; binnenplaats of het toilet: de koer ;boodschappen doen: komisjes gon doeng ;bocht:ne koerp ;doen alsof:konsjuus ;beperkte hoeveelheid kleding wassen met dehand:Handwaske ; bangerik: scheitbroek ; babbelen: sjààwele ; babbeltje slaan: sjààweltje doen ; C centrale zekering:de plon general ; D de Haven, de dok : den basseng ; hij zegt het ook: a zeiget oemmes oek ; E een overjas: nen anorak ; erwtjes en worteltjes: artches en peekes ;een slabbetje: een bavet ;dikke nek: bloaskoak ;door kruiperijen in gunst van de werkgever trachten te komen: nen boazepoepper ; de bloemetjes buiten zetten, pintelieren:oep de lappe gôan ;dik deken:peirdeseuzze ; das:ne plastron ;deksel: e scheel ;deurlijst :sjambrangs ; deugniet:spitsvil ; diepe borden:diepe talloere ; een "air" hebben:Sannestreken ; echtgenote (partner):die vanongs ; electriciteit: ellentrik ; enkels:knoessels ; flauwe praat: kul in pakskes ; F flauwe kul: ziever in pakskes ; G gevangenis: de barrebitjes ; gordijn(en): (een) draperie(s) ;geruit hemd: e karowen'em ; geheugen:memaure ;glijbaan:ne rijzaf ;gemeenschap hebben:rààmpetààmpen ;goede dag, tot ziens: shallommekes ; gemotoriseerde politie: de zwontjes ; H havenarbeider dokwerker: a werekt on den basseng ; hij moet grote boodschap doen: a mut kakka gon doeng ; hij laat niets terzijde: a schaard alles mee ; diamantbewerker: a warekt ont'stientje ; hij was dronken: a was werral goe petrol ; hij deugd voor niets: da blet, daschet,da fret en da zekt ; het is niet waar hé: das ni woareij ; het is allemaal niet waar: daz ammel flawekul ; het zal niet waar zijn: da ziede vanier ; het Schipperskwartier: daz ier den oerekottee ; hesp:heps ;hand aan uzelf zetten:mè mieke veust vraaie ; hark:raaif ;hij is dronken:poeppe me ne slappe ;hoe kan dat nu:oe kan da na ;hoe sta jedaar nu te kijken:oe stodder na te gape ; hulp-agent: ne smurf ; het is mislukt: tis noar de koffe ; hutsepot met boulie: stoemppot met draad ; hoge hoed: een stoofbuis ; homofiel persoon: strongtsopper ; I is zenuwachtig:a sto zoe zot gelàk een achterdeur ; ik heb honger: menen beer grolt ; iemand die het strand/vuilbakken af zoekt; kwajongen: bitskoemer ; iemand die iets verdoezelt: ne foefelèr ; ik ben goed geluimt:kzenner geire baai ;ik ben met pensioen: kzen oep pensioeng ;ik ben het moe: kzent zoe muug as kaa pap ; Ijsroomwagentje:krijmeglaskarreke ; J jas: frak ; jeuk : Joeksel ; jullie beurt: tis on olle ; K kaars: bougie ; kuiten: bruien ; kermis: de (singse) foer ; knikker:ne màrrebol / ne ket ;kruis of munt:kop of let ;kroost: de keuteljacht ;klein hondje:kuttelakkerke ; kinderwagen:een pousette ;klein kind: ne petotter,ne pagadder ; koffieservies: jatten en talloere ; kauwgom:tutterfrut ; kabinet v/d burgemeester: 'tschoên verdiep ; kalende man: Iene mé een vliesklak ; kopjes en borden: zjatten en talloere ; L leugenaar:beuzelèr ; laat zijn vrouw met rust: bleft van za waif ; lijkwagen:ne colbejààr (kolbiljar) ; liesstreek : Iekenisse ; lekke band: platten tuub ; Luierik: lood in't schoentje? ; M mislukkeling: nen eecheck ; met mes en vork eten: et a pataate me oe mes en verket ; mosselen: foefkes oât de zee ; moto:motocyclette ;masker:moembakkes ;mooie vrouw:gêve trut ;motorkap of condoom:ne kapoot ;morsen (vloeistoffen):klassen ;mensen naar de mond praten:kazakkendrôajer ;met iedereen maar niet met mij:(me alle chineze mor) ni me den deze ;mij niet voor de gekhouden:na ni zwaanzeneej ; morsen met eten: smossen ; moeial: nen tantefer ; N nacht of toiletstoel:ne kakkedoren ; niet met mij:ni me majee ;mij niet gezien:noegabolle ;nochthans:pertang ; niet om te eten (slecht): tis ni oem te freite ; O overloop: den allee ; opwinding: van altereuze ; onnozelaar: flauwe plezaante ; onderjurk:ne kommenisôan ;opscheppen:hoeg van den tore bloaze ; op café gaan:nortstammeneegon ;overjas:ne palto, ne pardessuu ;onnozelaar:onnoezel manneke ; onmiddellijk: oep nen ik en ne gij ; P pakje frieten: e pakske frut ; prutsen, aan iets frunikken: moojsen ; pyjama:ne pisjema ;peingnoir:noakefrak ;prei: parrei ; plastieken tafelkleed: nen twalseree ; politie: de sosse ; paljas/niksnut: Janmenklooten ; Q R rolluiken:blaffetuur of blôakes ; raak me niet aan: bleft van ma laaif ;rare kerel:nen apsjaar ;rare gast :kwistenbiebel ; ruzak (met eten): schoofzak ; ruitjeshemd: eukarowenem ; S snoepjes: bollekes ; slecht uitziend persoon: nen buiteslôaper ; slag op uw gezicht: mot oep a gezicht ; speels vechten: fikfakken ; speeksel:moederkeszalf ;politieagent:ne klabbak ;schaduw:loemmerte ;staande lamp:ne lààmpadeir ;snel afhandelen:mokt er keutte mette mee ;stoofvlees:(stoof)karmenijen ;straatstenen:kinderkoppen, kasseien ; schommel:nen touwter ;slipjas:ne pittelèr ;stopcontact:pries ;stuk, kapot:nor de zjenoe ;stekker (vr):e peirdenolleke ;slijk:platte meutte ; station: de stôase ; stoofvlees: stôafkarmenaajen ; schroevendraaier: een turnavies ; slurpen: zjoeberen ; stukmaken: verennewere ; T treuzelaar:destergat ; tussenverdieping: entresolleke ; 't is alles voor niets:ne scheet in een fles ;televisie:de piepkas ;'t is alles voor niets:scheet in een fles ;treuzelen:semmelen ; trambestuurder: ne watman ; terwijl: swengst ; tapijtenverkoper: Tjoek-Tjoek ; U uw moeder - verwijzing naar een oude, zagenkunnende, vrouw: aa moeder ; urinoir:pissijn ;uitpluizer:pezewever ; V vagina:jenoffel ;veel geluk hebben:hoeresjoanse ;vrouw met kuren:loetewaaf ;vrouw metdikke boezem:ne kommisveur ; voddenkar:ne neurzel ;vensterbank:de raaichel ;vader:ongzen aawe ; ventieltje:soepap ;verwarming:de sjofààsj ; vergiet: trizee ; vies ventje: voale pitoe ; verkreukt: verfroemeld ; verwijfd persoon: straandzjannet ; W wat zegt hij nu weer: a zei weris wa ; wassen, opfrissen:kgon men aaige wasse ; wat is dat nu voor iets:oep wa trektana ; X Y Z Zageman: Wasdanawer voer ne lullemathijs ("lullematoas") zekering:ne plon ; zoals: in de zjaar van; zwijg:oud a bakkes, oud awe smoel toe ; Gemeenten op zijn Antwaarps - Berchem: Baarechoem
Wijk, straat, plaats & pleinnamen - Astridplein: Tastritplaain - De Groenplaats:de Greungpleuts - "De" Limburg:Limbabwe - Gerechtshof van Antwerpen: Den oemgekiejrden biljààr - Het Schipperskwartier:den oerekottee - Lange Stuivenbergstraat: tschoolplak - Rooseveltplaats:Geuzenhofkes - Sint Jansplein: t Chingchangsplein - Verbindingsbrug tussen Merksem en Deurne:brug van den azijn - Vrijdag-markt:de fraaidagsmart - Wijk aan het Kiel: de zwontjes - Wijk Leugenberg (Ekeren:De Leugenbàààreg Vakantiebestemmingen voor Antwerpenaren - Wijnegem: Peuchemies - Turnhout: Bois de Gymnastik - Nergens: Nieveraans - Sint Anna-strand: De Plage - Noordkasteel: Castella del Norte
Vloeken in het Antwaarps - Godjumenas - Godverdoemme - Miljaardené - Verdoemmené
Vogels en dieren - Vlaamse gaai:ne rotzàk - ekster: stokintgat
Hoe leer ik gemakkelijk'antwaarps'? De truc in deze'wereldtaal' is eigenlijk gewoon om een hele zin te herleiden tot 1woord: - Het is nu jullie beurt - Tizonnolle - Ik heb je er nog voor gewaarschuwd - Kemmetoenogzoegezei - Hij kon er niets aan doen - Akosterniondoeng - Ze heeft het niet goed verwerkt - Zissernichoefan - Hij zei het immers ook - Azeigetoemmesoek - Dat had je niet gedacht he? - Dadoddenichedochtei - Ze hebben u in de maling genomen - Zemmenoeligge - Ze was het moe - Zewieretbeu - Hij neemt alles mee - Aschaardallesmej - Het is er echt aan te zien - Geziegeterbegoton - Hij praat nonsens - Azeiwerriswa - Hij kon er niet opkomen - Akwammerniejoep - Dat is zeer goedkoop - Dasbekanstverniet - Hij heeft het in de gaten - Ajeigeteur - Een klaploper - Nenapsjaar - Je moest eens weten - Gemoestetbegotisweete - Heti s haar dagje niet - Zeigetnogalissitte - Een ruitjeshemd - Eukarowem - Kan ik u ergens mee van dienst zijn? - Kannekoewellepe ? - Heb je het door? - Eddetindemot? - Wat had je zoal graag gehad ? - Wamoetémme? - Wat heeft hij gezegd ? - Wasseitem ? - Wat doet hij nu weer? - Watoetemnawer? - Wat sta je daar nu te kijken? - Oestodderna ?
Op zijn Antwaarps gezegd - Als ge dan niet geloofd, maakt hij U wel iets anders wijs: en ache da nie geloefd, moake wij oe wel iet anders wijs - Alles is in orde:tis in de zjakos - Als reactie op dat kan ik niet: Dan loatet kanneke stoan en paktet liereke ! - Als antwoord op iemand die altijd "als" zegt: As ons kat een koej was, koste we ze mèlleke neffest de stoof Als er geen eten in huis is en de vraag wordt gesteld: "Wa gôan w'ete ?" Is het antwoord : "Nen boterham mé keuste. - Antwoord op een hypothetische vraag: Assongs kat een koei was, dan konne we ze melken achter de stoof. - Ben je wel zeker: gij ze ni goe zeker - Bemoei er U niet mee: moei doe ni - Borden: talloere - BH : tettejaar - Bakfiets:nentriporteur - Ben jegek ?:zedde gaai naielemôal oep aawe kop gevalle - Ben je d'er nu mee aan 't "zwanzen" : zwàànsde gij nà een pak - Dat had je niet gedacht hé: daddode ni chedocht ei - Dat kan niet hé: da kana niee - Dat kan toch niet: da kanna ni mier hee - Dat kan ik aan u niet vertellen: da kannekikôana ni segge - Dat moest er van komen: da moest eris van kome - Dat moet juist gij zeggen: da mutte ga zjust zegge - Dat is bijna gratis: das bekaanst verniet - Daar zal over gesproken worden: das spek veur den bek - Die blijft maar babbelen: die kan nogal is tôaterre zenne - Die heeft zichzelf niet gemaakt: diejenee senaajge nie gemokt - Die heeft succes bij de mannen:die hé a floere gotje - Dat je het weet: achetmorwet - Dat is juist: inderdoud joenge - Dat verdraag ik niet: kzou der iet van kroage - Dat ziet ge van hier: ge meud is komme - Dat had je niet gedacht he?: dadoddenichedochtei - Dat is zeer goedkoop: dasbekaanstverniet - De ruzie begint:tis zoevar - Doen alsof men niets weet:van krummenaas gebaren - Dat is heel triestig: Das veur een oeg oat te bleite - Een rare vogel:ge ze ne koerskemel, ge ze nen abzjaar, ge ze nen bietekwiet - Een echte drinker:en echte zoapschoat - En gij gelooft dat:en gij geloefta - Een klaploper: nenapsjaar - En dat moet ik geloven ?: Da sal dik vringe joenge - Ge moest het eens weten:ge moestet begot is weete - Ga weg:goddis oep enaander - Ge hebt het of ge hebt het niet:geddet of geddet ni - Geeft iedereen een pint:nen toerneez jeneral - Ge ziet niet goed: Gij et pelle op aa oege zeker ? - Gezegde na degustatie van een goed wijntje of pint bier: Das beter dan een pets in oe bakkes - Gezegdes rond het overlijden: Ajee zennenoutefrak aangetrokke, Ajee zennekeesgelate - Hij is naar het toilet:aais gôan kakke - Heeft er niet veel verstand van:achoekis moet nadenke gaget oeknie - Hij heeft het door:ajeeget teur - Hij doet weer moeilijk:ajeeget nogal is zitte zenne - Hij zoekt een lief:ajis ôant staawe - Hij kon er niets aan doen:akosterniondoeng - Het een of het ander:aajren of joeng - Hij is dronken:ajee eun stuk inzen kloeite - Hij heeft het stuk gemaakt:ajeeget kapotgeneukt - Heeft de verplichting iets te doen:ajeeget zeel ààn - Hij heeft een ziekte (verkoudheid) opgedaan:ajee wadoepgeschaard - Hij is aardsdom:ajis zoe loemp as tachetrend vane vareke - Hij kon er niet op komen:a kwammer iele mol nie oep - Hij weet niet wat hij doet: kiekezonderkop - Hé gij daar: ela lakkere - Het is nu jullie beurt: tizsonnolle - Hij kon er niets aan doen: akosterniondoeng - Hij zei het immers ook: azeigetoemmesoek - Hij neemt alles mee: aschaardallesmej - Het is er echt aan te zien: geziegeterbegoton - Hij praat nonsens: azeiwerriswa - Hij kon er niet opkomen: akwammerniejoep - Hij heeft het in de gaten: ajeigeteur - Het is haar dagje niet: zeigetnogalissitte - Heb je het door?: eddetindemot? - Hij/Zij is goede maatjes met de chef:Ziedet se, k'em altij gezee dat nen boazepoeper is! - Het is weer fout gelopen: tettereir tis wer nor de verdoemenis hééj - Het is toch waar zeker: tis tog woareij - Het is zo ver: tis zoevar - Het zijn weer dezelfde: tzen weral dezelefde - Hij is gestorven: zemmen em achter de goemmer gedroage - Hij weet niet meer hoe het te zeggen: zenne frut weurd zuur - Hij wordt niet meer voor serieus genomen: zennen heiring bakt ni - Hij is beet genomen: zemmen em ligge - Heeft geen uitweg (in woorden) meer: zenne frut is zuur - Het zal wel zijn: tzal wel zen - Hij heeft zichzelf niet gemaakt !:Ze bakke oek veur iederien brood - Hij is zeer dom: Stekt dieje zen verstaand inne vogeltje ent vliegdachterôat - Hij maakte flink van zijn oren: A mokte fameus van zen parmesàànte - Hij is 30 (40,50,.....) jaar: A zit oep tram 3 (4,5,....) - Hij heeft een stinkende adem: Het trekt eut zennen bak - Heel druk, rommelig: Hier vindt zelfs een kat eur joeng nimmier trug! - Hij zit in de gevangenis: Oep congé in Hotel Rue de Begain - Ik heb het U nog gezegd: kemmet oe nog gezee - In de stationsbuurt: int staasekwartier - Ik trek het me allemaal niet meer aan: kust na is allemôal maan eurgel - Ik wil er niets van weten: maai ni gezien zenne - Ik ga naar het toilet: kgon is nor achter, kgon is nor de koer - Ik hoop dat ge het kunt gebruiken: koâp dageriet mè kundoanvange - Ik heb je er nog voor gewaarschuwd: kemmetoenogzoegezei - Ik ga slapen !: 'Kruip in mennen tram ! - Iemand die veel koffie drinkt: koffezjoo - Iemand met o-benen: der stekt nog e stuk in - Iemand die graag naar borsten kijkt: tettezot - Iemand die door redelijk veel te spreken iemand in de luren legt: ne voale jood - Iemand die zotte praat verkoopt: zieverer - Je raaskalt: ge zedont lulle - Je bent gek: ge ze ne maf gast - Je ziet het er aan: ge zieget er begot on - Je zou voor minder: ge zou ver minder - Je zou ook zo worden: ge zou zoe weurre - je moest eens weten: gemoestetbegotisweete - Kan het niet helpen: kanner ni oândoeng - Kan die tateren: is madda eu viswijf - Kan ik u ergens mee van dienst zijn?: kannekoewellepe ? - klein hondje dat vaak op schoot gehouden wordt: truttelakker - kleine boodschap doen: 't zotteke uithangen - Komen jullie: komdegolle - Komt eens hier als ge durft: komisaf as ge daarft - Kom ermee te voorschijn: komterdanôatee - komt ge nog ?: wôar blefdena - koortsblaasje hebben: Edde wer on een voal koem ghange? - Laat u maar eens goed gaan: doe mor is choe zot of Lot de môaze mor schôave - Leg een deken extra: legter eens een seuzzebij - Mag ik met u de liefde bedrijven: mak aawe gaank is witte - Mag ik deze dans van U ?: Mak aa lijf is door den bak sleuren - Met de vrouwen niets dan last: me de waaive niks dan last - Mensen van den buiten: die zen van bachtendekuppe zeker - Moet ik u eens een paar klappen geven?: Moekààjiseenkoekoepààbakkesgeve ? - Nogal een "air" hebben: Jannestreken - Nu gaan we iets/wat zien: na gommetsing - Nu weet ik het ook: na weeteket oek - Niet van u woord zijn: Gij zè van oe woord gelak een hoer van heur gat ! - Onnozel ventje: ne voezen'appel - Onnozele, vervelende vrouw: truttemezuster - Opgepast de politie is daar !: Loepe, loepe, poepe, de Gardevil is dôar ! - Ongestelde vrouw: De rooi vlag hangt buite - Op goed geluk af: Oep de wilden boef - Retorisch gezegde over iemand die veel pretentie heeft: Stront wie eedoe geschete ? - Staat steeds aan de kant van de sterksten: Gattelakker - Slechte smaak in de mond: K'em precies een doei vogelke gebeft - Stijve tepels: Der hange konijne aan den draad - Struize, fors gebouwde vrouw: Doar kunde gendaarmen uit kweke ! - Stop met me te sarren/plagen: Zit naïs ni altaet op maain kap - Stopt ermee !: Schie'ter na me oât ! - 't is nu wel genoeg: zalt goan jaa - Tot volgende week: tot tenneuste week - Terugkrabbelen: zenne kàk intrekke - Tegenslag: schijt in den hoet - U is niet goed bij het hoofd: ga mankeerd iet zeker - U rookt ook stevig door: ga smoert er nineffe - U bent niet om aan te kijken: ga zietereut - Veel geluk : ajee ne peirdelul ; - Vooruit gaan, vorderen: affeseren - Vrouw met kleine borsten:zé soldateknoppe, tiekes - Vrouw met grote borsten:Die hee veel volk in de statie - Vrouw met ferm schab en dunne benen: Ting pond tette ennenalf pond bientjes - Vrouw die veel en lang babbelt: tetterwaaf - Vrouw met alles erop en eraan: Zis goe veurzing van oojre en poojte - Vechten of wat !: Komter oât è gast ! - Wat kan ik voor U doen: kannek oewelpe - Wat had je zoal graag gehad ?wamoetemme ? - Wat heeft hij gezegd ?: wasseitem ? - Wat doet hij nu weer?: watoetemnawer ? - Wat sta je daar nu te kijken?:oestodderna ? - Wordt gezegd wanneer iemand doet of hij je niet begrijpt: verstodde soems gin vloms? - Weet je nog iets anders: wette nog wa - Wat doe jij nu: wadoede ganaa - Wat is dat nu: wafferiet is danna - Wat ruik ik hier: wa riekekkik ier - Wat heb je daar nu aan: wadedde dor naon - Wat doe je er aan: wadoederon - Wat zijn dat nu voor streken: wafferentoere zen dana - Wat ga je doen: wa godde doeng - Wat doet hij nu weer: wa toetem na wer - Was het maar zo: wast mor wôar - Water van Maria de pachteres: zeik van boeremie - Wat is nu waar: wadis woar - Wie zijn gat verbrandt moet op de blaren zitten: Agge de koengt vant vogelke kust dan krijde e vere smoeleke - Ziet ge het: eddet in de mot - Ze heeft het niet goed verwerkt: zissernichoefan - Ze hebben u in de maling genomen: zemmenoegoeligge - Ze was het moe: zewieretbeu - Zetpil inbrengen: supooke opsteke - Zeg dat ik het gezegd heb: zegt da kiket gezeid'em - Ze is weer niet aanspreekbaar: zeiget nogalissitte - Ze heeft het weer nodig (vrijpartij): zeiget wer noedig Zenne - Zij is weg: zis reepesneije - Ze is er niet goed van: zis er ni choefan - Ze werd het beu: ze wieret beu - Zet je muts op: zet a potske (n)oep - Ze wordt krikkel: ze kreiget oepeur seskes - Zij is weg: zis ribedebie - Ze is van over 't water (linkeroever-kant van de Schelde): zis van auver twoater - Zoek je last / ambras: zukt ambras of wa - Ze heeft dikke benen: Die hee nogal poëte onder eure zeikbak staan ! - Zij heeft mooie benen: Die hee schoën poëte onder heure pisbak ! - Ze is zo lelijk als wat: Diejeeget sexappeal vanne zwangeren boterham - Zij heeft pretentie: Zeget hoeg in heuren bol - Ze is in verwachting: Zé'n beestje in heur oor - Ziet er ondanks haar leeftijd nog goed uit: Zee veul binnegestoan
Antwaarps toaltje Een vrouw uit het Antwerpse staat aan het vuur worst in de pan te bakken.. Zij snijdt de twee uiteinden eraf. Hare man vraagt... "Schatteke,woroemsnaade gaa dei tsjoepkes er altaa af?"De vrouw antwoordt..."Ik weitnie, damoette gaa is aon maan moeder vraoge dei doet da oek altaa..." En ze gaan naar haar moeder. "Mama," vraagt ze "Woroem snaade gaa van dei socieceweust altaa de tsjoepkes der af?""Wel schat," zegt haar moeder "Da moetewe is aon de Bomma vraoge die deed da oek altaa." De dag daarop, iedereen naar de Bomma... "Bomma?" vragen ze "Woroem snaadegaa altaa dei tsjoepkes van de socieceweust as gaa stoat te bakke?" "Oooh, jao...dei tsjoepkes..."zegt de Bomma...'Ik weit het nie mieje, maor ons Mémé deed da oek altaa,damoete we heur toch is vraoge..." "Ons Mémé? Dei is al honderdentwieje jaorauwd! " roept iemand."We willenet toch weite!" Iedereen naar het rusthuis... Bij de Mémé in het rusthuis aangekomen, vragen ze onmiddellijk... "Mémé,woroem snaade gaa dei tsjoepkes altaa van de weust?" Méme is een beetje doof... "Wablief?"roept ze. "MÉMÉ, WAA SNAADE DEI TSJOEPKES VAN DE WEUST, WOROEMDOEN WAA DA?..." "WATTE?"roept Mémé...."BAKTE GOLLE NOG ALTAA INDA KLAAN PANNEKKE?" Antwaarps verholtje Frans tegen JEF:"Seg moette gaai main vraa ni emme?" Jef:"Neeje joeng ,da kannek nie doeng". Frans:"Mor allee joeng 'k zallekik doar ni kwoad veur zaain zene,'k hem zelf oek iet nief en joenk oep 't oog". Jef:"Neeje Fraans,'k pak oe vraa nie over!!!" Frans:"Is da soems giee schoe waaif of wa?" Jef:"Joawel,moar 'k hem van zjeleve is nen broemer van aa gekocht,en doar emmek ook mieer neffe geloope dan da'k er em oep gezeete De populairste Antwerpse melodieën
Antwaarpe De lichtjes oep de Schelde, den beiaard van den tore Mengse oep en bank En ong livrouwe en de Vloikesgangk. De stroat wor'k vruger katteke spelde ..... Antwaarpe ga zé ga veur mai Toch de stad wor asek zen gebore. De Grungpleuts de Meir de Kaaizerlaai. Dor hebbe kik main hart verlore. Antwaarpe wordakik oek ben, ik kan nievrans mainen droai ni vinde'k Weet het 't is fla mor ik beken, be aa zen'k toais En onder vrinde. Een zeemanskroeg on de dokke, de vogelemarkt oep zondagmorge't Chingchangsplein Brabo En Brabo zie van z'n fontein Ne joenge floate nor e mokke ..... Antwaarpe ga zé ga veur mai Toch de stad wor asek zen gebore, De grungpleuts de Meir de Kaaizerlaai, Dor hebbe kik main hart verlore, Antwaarpe wordakik oek ben, ik kan nievrans mainen droai ni vinde 'k Weet het 't is fla mor ik beken, be aa zen'k toais, en onder vrinde.
Antwaarps dokwerkersjargon - Antwerps voor het engelse "Packages Sheets",zijnde al dan niet verpakte bundels staal:pakke scheten ; - balen rubber:danseressen ; - bloem in fijne katoenen zakken:faain hemme; - dubbelgeplooid betonijzer:haarspelden ; - gegoten blokken koper,in de vorm van een peperkoek:peperkoeken: - goederen die men aanpikt in de kraan,in de vorm van een sigaar.Andersom krijgen we een "treintje":sigaren ; - korte,dikke staven,meestal van koper,ook eventueel van staal:japstokken ; - rollen plaatstaal verpakt in de vorm van een hoededoos of rond in de vorm van de roomijsbak van het "karreke":koekedozen,hoededozen, kreimglassen ; - zakken suiker van 100 kg:vette varkens; Antwaarpse Computertaal - Tab: vaar verrojt - Backspace: goddis trug - Cut: smet da doar oât - Delete: oâtvege - Windows 98: gin klaain vitrin - Print: zet et is oep e papirreke - Help: komdis - Home: norroas - Macro: goejekoejp - Undo: wagge just gedoân et telt ni - Replace all: oat de weg - Shut down: a bakkes toe - Insert: smet da doar tusse - Harddisk: darte schaaif - Floppy disk: slap schefke - Save: stekt da goe weg - Break: ting uur, koffe - Device driver: toenevies - Print preview: lot is sing - Repeat: oepternief - Toolbar: geriëdschapsbaar - Zoom: keurterbei - Database: das iet gelak een jaarbeis - Paragraph: pungt ander laain - Worksheet: warekmansscheet - Get external data: got da boâten aele - Run: geft em beuzze - Fullscreen: cinema - Page setup: zetem'oep - Find file: godden fil zuke - Window hide: stekt die vengster weg - Network: proâper warek > Antweps dialect (www.mijnwoordenboek.nl/dialect/Antwerps) >Antwerpen bezongenpowerpoint in Antwaarps
Zwijndrecht is een gemeente in het Waasland geannexeerd door de Provincie Antwerpen. Zwijndrecht bestaat uit twee woorddelen, namelijk zwijn en -drecht. Drecht, een woorddeel dat vaak in plaatsnamen wordt aangetroffen, is een woord van West-Nederfrankische herkomst en heeft de betekenis stroming, drift (der rivier). Zwijn verwijst niet zoals men zou vermoeden naar varken, maar is vermoedelijk een verbuiging van het eveneens West-Nederfrankische woord Swin met de betekenis geulof kreek. Zwijndrecht kan dan ook verklaard worden als een stromingsgeul. Scheld of spotnaam van Zwijndrecht: machuten. >Diverse informatie aangaande gemeente Zwijndrecht (blog vlaanderen)
Zwijndrechts dialect (deel 1)
Zwijndrechts dialect wordt plaatselijk Zwindrechts genoemd. Zwijndrechts is een mengeling van hetOost-Vlaams, Waaslands en hetBrabants dialect.
Beschouwingen over ons Zwindrechts dialect Ons Zwindrechts dialect heeft steeds de neiging om alle klanken uit te rekken en de woorden samen te trekken. De moderne woorden en het algemeen Nederlands dringen met zekerheid in ons dialect binnen. Onze kinderen nemen vele nieuwe woorden (Nederlandse en vreemde) over van de televisie, het telenet en uit de boeken en tijdschriften (er wordt gelukkig meer gelezen!). Aangezien Zwijndrecht eeuwen aan de oostgrens van het Waasland en ook aan de vroegere grens van het Graafschap Vlaanderen en het Hertogdom Brabant lag en de Zwijndrechtenaren daar-enboven voor school, handel en werk steeds gericht waren op de Sinjorenstad , werd ons dialect ook fel beïnvloed door de Brabantse streektaal. Vele nieuwe bewoners van Zwijndrecht komen nu van heinde en ver ; huwelijken worden gesloten met een uitheemse man of vrouw, huizen en appartementen worden gekocht of gehuurd door niet-Zwijndrechtenaren. Vroeger was onze gemeente grotendeels agrarisch en waren er ook vele honkvaste hande-laars. Hun afstammelingen bleven steevast op de gemeente, huwden meestal met een inwoner of inwoonster en onderhielden samen het Zwindrechtse dialect . De weinige inwijkelingen moesten reeds bij voorbaat zich inwerken in de plaatselijke streektaal! Die gunstige situaties voor het dialect zijn nu onherroepelijk veranderd Zal dat het einde zijn van de dialecten? Daarom is het goed dat wij de nog bestaande dialecten op een degelijke manier, zoals deze, kunnen bundelen . Uitspraak in Zwindrechts Heldere klanken worden soms dof uitgesproken:muziek meziek De h en eind-n worden nooit uitgesproken: uis, spoare Verkleinwoorden eindigen altijd opke : kinneke, schopke Behalve bij woorden die eindigen opt of d:teint-sje, taand-sje Awordt praktisch normaal uitgesproken, alhoewel ze vóór de s klinkt als een halflange klank tussen de algemeen Nederlandse a- en aa-klank Vb.:kas, as Vóór een r wordt de kortea-klank uitgerekt (voorgesteld als â , zoals in het Franse gâteau) Vb.:kar =kâr Aawordt meestalei , oa , ou , oe : peir , proate , wouter , toert Vóór eenrwordt de langea-klank meestalei Vb.:varen = veiren ; paard = peird ; gaarne = geire Vóór een kverandert de langea-klank inoa Vb.:maak = moak ; kaak = koak ; raken = roake Vóór eens wordt de langea-klank meestalou: Vb.:baas = bous ; kaas = kous Ewordt meestal normaal dof( het)of helder (pet) uitgesproken; Enkele uitzonderingen:bes = bees ; serre = seir ; ster = stâr ; ver = vâr Ee wordt meestalei, i :wereld = weireld ; zeven = zifte Vóór eenrwordt de langee-klank eenei Vb.:peer = peir ; keren (borstelen):keiren De korte en langei-klanken worden praktisch normaal uitgesproken. Dat telt ook zo voor de korte en langeu-klank en deeu-klank. De korteo-klank wordt vóór eenreen ui Vb.:dorp = duirp ; dorpel = duirpel Vóór eenl en nwordt de korteo-klank eenoo Vb.:polder = poolder ; ronde =roonde Soms wordt de lange o-klank veranderd in eeneu of oeë Vb.: voor = veur; bomen = boeëme :roken = roeëke Ei-klank wordt vóór een n ensverwrongen tot eenâi klank: Vb.:klein = klâin ; plein = plâin ; reis = râis ; zeis = zâis - maar :een ei = een â ; eieren =âren Voor deij-klank bestaat er geen gepast teken om de Zwindrechtse ij aan te duiden! Deze klank klinkt wat meer uitgerekt dan de algemene Nederlandseij, juist zoals de klank in de Franse woorden:gêne (last),chêne(beuk)engaine( elastisch buikcorset). Vb.:wijn =wên ofwain ;prijs =prês ofprais ;ijs =ês of ais ( steeds met de Franse klank in het oor!). Bij deau enou merken wij geen verschil in klankuitspraak ( au en ou =aa): Rauw = raa ; rouw =raa ; saus =saas ; kous =kaas De uitspraak vaneeu , oei enooiis zoals bij het algemeen Nederlands. Bijieu valt vaak deuweg of ze wordt lang:nieuw =nief ; nuuf Deui wordt soms eenuu: Vb.:duivel = duuvel ; juist =juust Woorden in Zwindrechts A aasvlieg: ronker ; aalbes: roobees ; aalput: beirput ; aalschepper: beirluut ; aardappel: petet ; aardappelen: petette ; aardappelmesje: petettescheller; aardappelpuree: platte petetten, gestamte petette ; aardbei: eirbees ; aardbol: weireldbol ; aasvlieg: roonker ; achtermiddag: achternuun ; achteruitrijden: dâi-ze ; accordeon: trekzak ; afsluiting (hout, beton): gelijnt ; alarm: siereine ; alarmlicht: zwoalicht ; alchohol: alkool ; alfabet: aabeecee ; alstublieft: astemblieft ; amusant: plezaant ; angina: aansjien ; anjer: genoffel ; armband: brasselet ; apart: appaart ; avond: ouved ; s avonds: souves ; akkoord: takkoord ; aardworm:pierewurm ; B bakvis (jong meisje): mokske; bal(letje): ketse-bal(leke) ; balpen: stielo, biek ; bangerik: ne scheiter ; bang zijn: benaat zijn, t benaat ein ; bedevaart: beeweg, begaankenis ;n beetje: een bitsje ; beer: beir ; begraafplaats: kârekkof ; benen: biëene ; benzine: naft ; biefstuk: bufstik ; bij(en): bie(jen), bie(kes); bijna: ost, bekanst ; bles(je): froefroe(ke) ; blikopener: opendoener, aftrekker ; bliksem: weerlicht, eemellicht ; bloedworst: bulling ; bloem(en): blom(me) ; blootvoets: barrevoets ; boekentas: kazak ; boezem: tet-ta-geire, schap; bonenstaak: kodde ; boodschap: kommissie ; boodschappentas: kabas ; boom: boeëm ; boveneinde van boomstam: herpen ; borst: buist ; borstel: buistel, vaager ; boterham: botteram ; braambes: brombees ; braken: spoage, kotse, overgeve ; broodbeleg: toespijs ; broodje: piestollee ; wij begonnen: wij begoste ; bakfiets: trieporteur ; bepleisteren: beploastere ; boomgaard: boogoard ; C cake-walk: kakkewallek ; catalogus: kattaloog ; catechismus: kattekismuus ; champagne: sjampieter ; chirurg: operateur ; chocolade: sjoklat ; chronometer: kronnoomeeter ; cirkel: roonde ; cliënt: klant ; clown: kloon ; cola: kokkakoola ; concert: konseir ; condoom: kapoot ; confituur: sjelâ ; conservatief: aa-wets ; consumptie: vertier ; contactdoos: pries ; controle: kontrol ; coöperatief: kopprattief ; cow-boy: koobouj ; crème: kreim ; cross-fiets: krosvieloo ; crooner: kreuner ; D dagblad: gazet ; dakgoot: kornis ; das: foelâr ; deksel: scheel ; dertig: dârteg ; deugniet: nietdeug, nieweirt, bietskoemer ; diesel: mazoet ; dikkopje: oekedoeleke; diploma: dieplom ; directeur: bestuurder; dommerik: mutte, annewuite ; doofstomme: stomme doove ; doopmeter: pit; dooppeter: peetere ; dopen(in vloeistof): doppe, oonderdoompele ; dorp: duirp ; dorpel: duirpel ; draagtas: netzak ; drassig: zoompig ; driewieler: trieporteur; drop: zwarte sjap ; dropje: jiejiepeke, jappeke; durven : dârven ; dokter: doktoor; doopsuiker: kinnekessuiker, suikerboeëne ; dotje: toefke ; douanier: doewaan ; draaiing: slaptietuut ; dwaas: dweis ; dweil: dwâl ; daar: doar, der ; dat is alles : das al ; deken: soaizie ; dikke vlieg: dol ; druk: pres ; drukken: presse ; drukking: pressing ; E een: ne (m.), een (v.), e (o.) ; eenden: pille; eetbord: talloeër ; eetzak: schoofzak ; ei: â ; eieren: â-re ; elektriciteit: ellentriek ; emmer: ieëmer ; enkel (voet): knoesel ; erwt(en): artje(s) ; erwten peulen: puren ; echt: echtig ; echtgenoten: alvetraaboeken ; eerst: eest ; engel: ingel ; erfenis: ârfenis ; erna: erachter ; ernaast: erneffes ; ernstig: serieus ; eronderdoor: eroonderdeur ; evenaar: eveneir ; evenaren: eveneiren ; evenzo: a-zoo ; examen: ekzaam ; echo:weergallem F fiets: vieloo ; fietsstuur: giedon ; fluwelen broek: floere broek ; foefelaar: foefeleir ; fopspeen:tuuter ; fornuis: fenage: cuisinière ;foto: portet ; fotograaf:fottegraf, portrettetrekker ;fotograferen:portrette trekke ;fototoestel:kodak;frieten:petetfruut ; G garnaal: geirnout ; gebreide puntsjaal: neusdoek ; geel: geil ; gehakt: gekapt ; gerookt vlees: peirdennank , ossennank ; gevangenis:t prezon ; goochelaar: schammateur ; geweest: gewist ; glad: gladdig ; glijden: sluiveren ; goedzak: ne (goeie) loebas, goesak ; gootsteen: pombak ; gerief: grief ; graag: geire ; grimassen: tootentrekke ; grote mond: groeëte noove ; goud: gaat ; grond: groond ; geschrokken: verschoote ; gebrekkig: gebrekkelek ; geletterd: wijs ; gemengd: oonderiëen ; geregelementeerd: geriglemeinteerd ; geronk: geroonk ; gerst: gjeist ; gesnurk: geroonk ; gezondheid: gezoonteit, saantee ; gips: ploaster ; goedemorgen: goeiemorge ; goedenavond: goeienavend ; golf: gollef ; H haag: weir ; haast: ost ; haastig: ostig, hitsig ; haken: krosteere ; ham,hesp: eps ; hamer: oumer ; handen: aande ; handje: polleke ; handschoen(en): waant(e) ; handtas: sjakos ; hard: neig ; haren: oar ; haring: eiring ; hinderlijk: ambetaant ; hobbelig veld: petetteveld ; hoge hoed: buis ; hommel: bombie ; homofiel: jeannet, mietje, ne verkeerde ; hooghartige: schitkoont ; horloge: loozie ; huid: vel ; huis: uis ; handvol: aaffel ; hakkelaar: doddeleir ; hakkelen: doddele ; haar: eur ; herhalen: rippeteere ; herhaling(en): rippetiesie(s) ; Hebben = ein: ik heb = ik ein , kein: jij hebt = gij et, get: hij heeft = ij ee, wij hebben = w ein: jullie hebben = gulder et: zij hebben = z ein. I ijsroom: krimglas ; ijscokar: krimglaskâr ; ijscoman: krimglasveint ; ijskast: friegoo ; ijskegel: ijspeegel ; injectie: sputsje ; inkom: aantree ; J jas: frak ; jasmijn: juuzemien ; jeuk: joeksel ; jeuken: joeke ; juffrouw: juufraa ; juist: juust ; jullie: gulder ; jutenzak: baal ; jongste kind: t kakkeneistje ; K kaars: keis, boegie ; kaas: kous ; kalender: almanak ; kalf: mutte ; karakter: karakteir ; katapult: musseschieter ; kauwgom: tuutefruut ; kers: kaas ; kersen: kaa-ze ; kikker: puit ; kikkerdril: paddegerek ; kind: keend ; kinderwagen: vwattuur ; kinderstoel: kakstuul; kip: kieke ; kippenvel: kiekevlees ; klaar: kleir ; kleine jongen: pagadder, snotneus ; klets: veig, mossel, peir ; kleuterschool: papschool ; klompen: blokke ; kniebroek: poefbroek ; knikkeren: marbolle ; knikker(s): marbol(le) ; knutselen: foetere ; koe: koei ; krijt: kruit ; koekje: koekske ; kokkin: kook-as ; koning: keunink ; koningin: keuningin ; koprol: kunstlabaareg ; kotelet: kortelet ; koud: kaat ; kousenophouder: sjartel ; kruimels: krummels ; kruisbes: stekelbees ; kruiwagen: kruwwaage ; krul: krol ; kuip: bassing ; kus: bees ; kortademig: deimpig ; kraaien: kroan ; kraan: kroun ; kracht: fors ; kruisje: kruske ; kunnen: keune ; kwaad worden: bluspoeier zin ; L laarzen: botte ; lamp: laamp ; lampekap(je): laampadeir(ke); lantaarn: laanteire ; lavabo: wasbak ; leggen: leige ; leugenaar: leugeneir ; lichaam: lijf ; lichte koffie: kattepies, kattezieëk ; liedje: lieke, eirke ; lijst: lieest ; lisdodde: dulpoes ; lolly: lekstok ; lomperik: pummel; loon: pree ; luchter: luuster; lucifers: stekskes ; luid: neig ; luier: piesdoek ; luik: blaffetuur : de laatste: de leiste ; de lente:den uitkom ; leuk: leutig ; M maand: moond ; maan: moun ; Machutus: Machuit ; magere: panlat, boeënstoak ; mantel: frak ; margarine: margrien ; masker: mombakkes ; markt: mart ; meikever: meuleneir, mulder ; meisje: maske, pieskaas ; merel: meirlon ; mesthoop: messing ; mier: muureziëeker ; mille-feuille: tompoes ; mirabel: marbeloun ; mispel: mupsel ; modder: moor ; molen: meule ; molenaar: meurelaar ; mooiprater: blageur ; mosterd: mostoart ; mouw: maa ; muts(je): pots(ke) ; morgen: mârren ; s morgens: smârres ; maîtresse: matras ; mens: meins, mâsse ; meester: miëester ; motor: motteur, motto ; N naarstige: neirstigaord ; nachtkleed: japon ; navel: naogelebuik ; neef: kozijn, kozze ; nergens: nieveraanst ; netel: tingel ; neuken: poepe ; neusverkoudheid: sneuvering, snotvalling ; niets: niekske ; nietsnut: flierefluiter, nieweird ; nieuw: nief, nuuf ; nijdige vrouw: pieketijn, tang , jeandârm; nochtans: pertang ; notenboom: nooteleir ; nu: nou ; O ommelet: ârekoek ; ondertussen: swinst,binst ; ophef maken: servietuuten ein ; oud: aat ; ouderwets: aa-wets ; overgeven: spoage ; oom: noonkel ; op tijd: in tits ; ontkurken: aftrekke ; opa: bompaa, vokke :oma: bommaa, meemee, moeke, mitteke ; opening: gat, ol ; omtrek: kontoer ; onderwijl: in passaant ; oren: oeëre ; P pagekopje: kalot ; paard: peird ; paardenbloem: piesbloem ; pandjesjas of jacquet: gatte-kletser, pieteleir ; pannenkoek: koekebak ; pantoffel(s): sloef(e), slets(e) ; papieren geld: briefke ; parfum: riekede reuk, oodeklonje ; pastoor: paaster ; paternoster: pottenoster ; peer: peir ; pek: târ ; penseel: vârrefbuistel ; perenboom: peireleir ; perzik: paas ; perzikboom: paazeleir ; pet: klak ; pink: peenk ; peterselie: pieterselie ; peuter: baazeke, kadeeke ; pietepeuter: pietje juust ; pijn: ziëer ; pissebed: vârkesluis ; plakleertje: vaantoezeke ; plankenvloer: plaansjee ; pletten: deddere ; postzegel: tijmber ; praten, babbelen: tettere, lameere, klappe ; prei: parraa ; prentje: beeleke; pruimenboom: pruimeleir ; premie: priem ; paars: violet, mouf ; pauw: paa ; pauze: poos ; petroleum: petrol ; pessimist: zwartkijker ; pistool: revolver ; pizza: piezaa ; politie: polies ; politicus: poletieker ; punaise: pienijs ; pureren: staampe ; purgeermiddel: poepsnoepje ; pudding: podding ; pastij: pattee ; permanent: parmenaant ;pier, aard(e)worm: piereworm ; R rabarber: roobarber ; ragebol: kopjouger ; rap: neig ; rauw: raa ; reine-claude: reigelloot ; reklame: reklam ; regenbui: vloug ; rem: frein ; remmen: freine ; ring: reenk ; rijden: rijn ; rijmpje: rimke ; rijstpap: rispap ; rolluik: persjen ; roodharige: roste, ne koopere ; rouw: raa; rusthuis: aa-mannekes-uis ; rapport: buulletijn ; resultaat: uitslag ; raadsel: rotsel ; raden: roan ; rechter: sjuuge ; ruzie: ambras ; S sabbelen: zabberen ; staander(tje): pieedestal(leke); staart: steirt ; schaap: schoup ; schaapje: schopke ; schaar: scheir ; schaduw: lommer(te) ; schoensmeer: bleenk ; schommel: bijs, touter ; schort: vurschoot ; schouw: schaa ; schrift: kajee ; scouts: schouten ; snijden: snijn ; schroevendraaier: toernavies ; sering: juuzemien ; slabbertje: bavetteke ; snel: neig, rap ; snor: moestasj ; soldaat: piejot ; soms: ammets; spaarder: potter ; sparen: potte ; speelplaats: koer ; spiegelei: peirdenoog ; spuwen: spuchele ; station: stasie ; stempelaar: dopper ; stoel: stuul ; stoep: trotwoar, plansier ; straffe gast: ne kastaar ; straks: suubiet, seffens ; strikje: neuke, non-de-djuuke, strekske ; strohoed: tiets ; sukkelaar: sukkeleir, ârme duts ; scheiding (in haren): schiee ; schilderen: vârreve ; sinterklaas: sintekloas ; schenken: scheenke ; schrikken: verschiete ; sleutel: sleuter ; stopverf: stokvârref ; stropdas: plastron ; Schelde: t Scheild, de Scheilde ; T taart(tje): toert(sje); taartje: pateeke ; tabak: toebak ; tafel: toffel ; tafelkleed(linnen): toffellouke ; tafelkleed(zeildoek): twaalseree ; tandarts: taantiest ; tanden: taande ;teenslippers: pillepoten; telegram: tellegram ; telefoon: tellefon ; televisie: tellevies ; terwijl: swinst ; toilet (w.c.): tuske, gemak ; toiletstoel: kakkedoo ; trage (treuzelaar): laanterfaanter, treuzeleir, zeemeleir ; trapzaal(overloop): allee ; treuzelen: zeemele ; tuil: boekee ; tuil bloemen: blommekee ; tweede: twiets ; tante: taante(ke) ; toonbank: toog(t) ; traan: troun ; trein: trân ; trouwen: traan ; U u: ou ; uw: ou, ulder ; ui: arjuin ; uitademen: uitaaseme ; uitdijen: kreenkele ; uitsteeksel: teut ; uitvaart: begraafnis ; urineren: piessen ; urinoir: piessijn ; uzelf: ouzelve ; V vaas: fous ; vaars: vjeis ; vader: vouder ; vakantie: vakanse, kongee ; varken: vârke ; vaat: afwas ; veearts: vietrieneir, peirdepiet ; veiligheidsspeld: toespel ; venster: vuster ; ventiel: soepap ; ver: vâr ; verdrinken: versmoeëre ; vergaderen: vergoare ; vergadering: vergoaring ; vergiet: triezee, strommijn ; verkoper: marsjang ; verkoudheid: valling, snotvalling, sneuvering ; verlegen meisje: truut ; verlof: permissie, kongee ; vervelend personage: beddezieeker, zieeker ; vest: gielee ; vlaamse taal: vlomse toal ; vleessbrood: friekandon ; vlechten (in het haar): keperingen; vluggerd: rappe, ne neige ; voetpad: plansier, trotwaar ; volgende week: noste week ; vooraan: van veur ; vorig jaar: veurig joar ; vork: verket ; vraatzuchtig: frette, schoefele ; vraatzuchtige: fretter, schoefeleir ; vrachtwagen: kabion ; vreten: schoefele ; vriend: mout ; vuilniszak: vulzak ; verzekering: assuraansie ; vinnig: kittig ; vink: veenk ; vleugel: zwing ; W wat: wa ; watten: wat ; wat zeg je?: wa zegde (gij)? ; wafel: woffel ; wagentje (2 wielen): pierewiet ; wang: koak ; warm: wârem ; warmte: wâremte, heette ; waspoeder: waspoeier ; water: woater ; waterketel: moor ; welnu: awwel ; weduwe: weef ; weduwnaar: weveneir ; web : spinnenet ; weegschaal: baskuul ; weigeren: revezeeren ; wenen: bleite, uile ; wereld: weireld ; werk: wârek ; wesp: weps ; wind: scheet ; wind laten: scheet loate, eene loate vliege ; windje: schitsje ; wimpers: peenkers ; worden: wierre ; wordt gij : wierde gij ; woede: kolleire ; worst: wuist ; wortel (van n plant): wuirtel , pees ; wortelen: peekes ; waarlijk: effenaf ; weeral: wirral ; X
A-zoo gezeet in t Zwijndrechts/Zwindrechts - Een ijsroom met wat slagroom, a.u.b: Ne krim-glas mee e toefke kreim-fris, astemblieft. - Daarvoor moet je de toelating hebben , hoor: Doar moette gij permissie veur ein , zenne. - Zij heeft nog een mooi gebit: Heur eetkoamer is nog helegaans in orde. - Hij was heel verbaasd: Diej scheet ne floere-naap seg. - Ik ga eerst nog eens naar het toilet: k Moet gaa nog ieest een ( klâine of grooëte ) kommissie doen. - Ze heeft veel schrik. Ze is erg bang: Die eeget neig benaat.) ( Z is neig benaat ) - Hij is helemaal van gedacht veranderd: Das effenaf nen kazakkendraar. - Hij weet niks en hij kan niets: Et is ne stroontroaper achter den ellentrieke tram. - Laat maar komen wat moet: Dagget doet wagget wil. - Dat is de waarheid: Klopt gelijk een buus. - Zijn haar begint uit te vallen: Zijn verstaand groeit te neig. - Amaai, mijn oren!: Amai, mijn talloeëren! - Het brengt toch niets op: t Es gieen avaanse. - Hij heeft altijd hard gewerkt: Dien ee alsjeleven neig gewârekt. - Wij hebben een hond en een kanarie: Wein ne noond en ne kanannevoogel. - 't Is gedaan!,zeg ik: Amen en uit!, zeigek. - Is het waar?: Ist echt, keend ( jong )?) Nota: keend gebruikt t.o. een vrouw, jong t.o. man. - Och, mens toch!: Ui , mâsse toch!) ( Ochgottekes, keend ( jong ) toch!)Nota: mâsse = meisje. - Die mensen hebben al veel meegemaakt met hun kind: Die meinsen ein uldere peere al gezien mee ulder keend. - Straks krijg je een draai om je oren: Subiet krijgde gij nen abbabbel op ou bakkes. - De zon begint te schijnen: ( Looraa komt te veurschijn .) ( Looraa loat eur zien.) ( Looraa is der.) - Tien jaar ouder worden: Der komt wirral e kruske bei. Nota: X is de Romeinse 10 Bron:Etienne Van Laer >Waasland dialect (op dit dialectblog) >Provincie Antwerpen dialect (op dit dialectblog)
Burcht Deelgemeente van Zwijndrecht Geannexeerd met de Provincie Antwerpen.
Burcht en Zwijndrecht liggen op zandruggen aan de rand van een krekengebied. De naamgeving verwijst hiernaar. Zowel Zwijndrecht als Burcht zijn beide afgeleid van Germaanse woorden: swina drifti en burgipja. Burgipja betekent eenvoudigweg berk. Dit verwijst vermoedelijk naar de vegetatie die op de droge zandgrond groeide. Swini en drifti zijn synoniemen en betekenen beide kreek. > Diverse informatie aangaande gemeente Burcht (wikipedia.org)
Burchts dialect
Burcht sluit geografisch nauw aan bij Zwijndrecht het dialect is dan ook verwant aan elkaar.
Woorden in Burchts boveneinde van de boomstam: herpen ; erwten peulen: puren ; gaanpad: tro-twaar ; glijden op het ijs: sluiveren ; mieren:meresiekers ;molenaar: meurelaar ; mug:fliefluter ;
Mechels dialect(deel 1) De stadnaam Mechelen word plaatselijk Mechele uitgesproken.
In Mechelen zegt men al eens: Het Mechels is dé beschaafde omgangstaal van Vlaanderen en Nederland en voor de dié di (diegenen die) dat niet kennen is het Algemeen Nederlands ootgevonne (uitgevonden)!
Gemeentenamen in Mechels dialect Hofstade: Ofstôôje Muizen (Dorp): Mooze (Deurrep) Rijmenam: Raomenam Straatnamen in Mechels dialect Leuvensesteenweg: Luifese Stieweg Mechelse uitdrukkingen - In Mechelen staat het water in de straten van aan het Station tot aan het Seminarie...: In Mechele staaget waater in de straate van aan de Staase tot aan 't Summenaare... - Een oude Mechelse Uitdrukking die men gebruikte tegen een Eeuwige Zagevent: Fret oe Kas oep, scheit Kalotte en ga oe Parruk in Paoraos verkoepe... - Niets doen...: 't Plafon van de Groete Mèt schildere... - Hoe zegt een Mechelaar bijvoorbeeld dat iemand arm is?: èrmoei is troof... ; a zit in de krot... ; 't is krot en kompanee... ; a-j-ij gien broek nemie an ze gat... ; a-j-ij giene nagel nemie oem ze gat te krabbe... - Wat is dat voor gezever?: Wadisda veu truut? - Die persoon heeft bij mij afgedaan: Die hee in men raape geschete - Braken: Over aa toeng kakken - Serieuze schrik hebben...: Met de Poeppers zitten - Hard werken...: Aove nikkel afdraoien - Je had het mogen houden...: Gadet meugen auve - Zwaar verliezen (Voetbal / Kaartspel)...: Serieus oep ao kas krijgen... - Op een winderige plaats staan (Met een snotvalling tot gevolg...): In den trok/trek staon... - Hij verbeeldt een ziekte: Ha is ziek aon zen kriek... - Stilaan ziek worden: Iets aon broeien... - Vandaag verlaat ik mijn woning niet meer...: Komme kot ni mier ôôt... - Dat gaat niet samen...: Da akkordeert ni... - Dat kan ik niet betalen...: Da kan maone brôône ni trekke... - Hebben ze je beetgenomen?: Emme ze een pad in ao keurref gezet? - Wat ben je bereid hiervoor te betalen?: Wa schuift da? - Ik zal dat ding eens scheef / recht trekken: Kzal er is ne vroeng aon geve - In een flits: Oep nen ikke enne goa - Hij is loom / Hij geraakt niet opgestart: Ao zit mè doe joeng - Het water spuit hier alle richtingen uit: Tis hie aont dressen - Ik heb U met 3-0 verslagen: Kem ao mè 3-0 afgedroegd - Ik krijg daar het heen-en-weer van: Kraog er de weubbes van - Dat wordt een hele aanpassing om...: Da zal e gatteke varen... - Hij heeft het (te pakken)...: Ajeichet... - Die zwijgt voor niemand...: Daddis ien mè een frank blad... Hollands / Mechels dialect - Een chroot zakkie Patat met feel Meeyo...: Een groet pak Frut mè veul Majoneis... - Jus dOrange: Frôôtsap - Hup!: Veurôôt / Achterôôt!
Mechels Feestlied (Fata Morgana E stappeke na vui, e stappeke oepzao Oe poep is late drôôie van a ien twie drao Die ermkes in de loecht, me zwôôie oemter 't miest en me roope tegelaok "Mechele Fiest!" 't Is fiest in 't Stad, 't is fiest in 't Stad Geft er ons nog ientje, stekt nog ma e vat 't Is fiest in 't Stad, 't is fiest in 't Stad Me geive van katoon, me geive van ons gat...
"As gau da paust..." (Tekst en muziek: De Laatste Showband en Mark Uytterhoeven) Refrein As gau paust dat de paus oep au paust Paust dan ma gau eet anders As gau paust dat de paus oep au paust Paust dan ma gau eet anders Drau wauven in Paraus Patraus in raunwaunsaus Schoen schonen en nen ood En den adel ei blau blood Drauj auren oep een rau Menier, zen dee van au? Of zen ze kaud en rau, dan zen et dee van mau. Een pjeid dad ei ne sjeit Dat iet ne pjeiresjeit Sta water in de straat Van de Staasse tot de Vaat Ge wet dat dee van ons Kan zoupen lek een spons De Daule is nie daule, nee de Deel is dons Refrein De stoemstraukauzerprausvraag kredde niet oepgelost As ge gien bewaus et wa nen deepziedouker kost As gau paust dat de paus oep au paust Paust dan ma gau eet anders (Rik) De Saedeleer is groet Dat is ne stadsgenoet En dat is de moraal: Mechels is een wereldtaal Da hoerde good oep raus Ik paus dat as de paus paust em in t Mechels paust Refrein De paus is weg aan t kwijnen a is t al groetendiels t Vaticaan wordt Mechels dankzij kardinaal Danniels Refrein Recept voor Bruine Saus (Tekst: Jos Nys) Ajôôn faon snaoje (ni te vuil) Klaon bètche bouter of oule in kasrol Laten bruneire Lavenierblad tooveuge Vaof krôôdnagels Peiper, zaot en krôônot Water Een klaon bètche gebrande karramel van ba den drogist E kleuntche sôôker Azaon Cintroon (e scheifke in veer gesneije) E klaon bètche majizeina vè te binne. >Provincie Antwerpen dialect (bericht op dit dialectblog)
Onze-Lieve-Vrouw-Waver Deelgemeente van Sint-Katelijne-Waver.
De naam Waver wordt voor het eerst vermeld in een akte van 1008, waarin de Duitse koning Hendrik II afstand doet van zijn jachtrechten in het Waverwoud dat zich situeerde tussen de Neteen de Dijle. In de 11de eeuw behoorde het woud tot het hertogdomBrabant en het bisdom Kamerijk. De eerste bekende vermelding van de parochie Onze-Lieve-Vrouw-Waver, “sanctam Mariam in Wavera” dateert uit 1266. Het dorp was bezit van de familie Berthout en maakte deel uit van het Land van Mechelen. >Onze-Lieve-Vrouw-Waver (wikipedia.org)
Het toponiem Niel zou mogelijks afkomstig zijn van het middeleeuwsewoord niel met de betekenis "voorover geworpen in de diepte". Dit woord zou volgens de etymologie op haar beurt afkomstig zijn van het Germaanse woord nihwulia of niwaialho (betekenis: "voorover, naar omlaag"). Daarnaast wijst een studie van dorpen met de naam Niel uit dat het steeds plaatsen betreft die zich in een terreinverlaging bevinden. De plaatsnaam Niel kan dan ook verklaard worden als "laaggelegen plaats". Spotnaam van gemeente Niel: ? >Diverse informatie aangaande gemeente Niel (blog vlaanderen)
Het Vlaamse Kempenland neemt het grootste deel van de provincie Antwerpen en het noorden en midden van Belgisch Limburg in, en, niet te vergeten, het uiterste noorden van Vlaams-Brabant. Als begrenzing van de Kempen in het Vlaams Gewest kan men beschouwen: in het westen de Scheldevallei en de Scheldepolders, en de lijn Wijnegem-oostrand van Lier-Boortmeerbeek ; in het oosten de Maasvallei ; in het zuiden grenzen de Kempen aan de lijn Rupel -Dijle, door het noorden van Vlaams-Brabant, aan de Demer, en aan een lijn over Hasselt van Munsterbilzen tot Lanaken. > Algemene informatie aangaande de Kempen (blog vlaanderen) > Kempenstreek (www.wikipedia.org) > Kempen (www.youtube.com) > Kempen in beeld (www.google.com)
Kempisch dialect
Kempens dialect bestaat niet. In de Kempen klinkt in elke straat een andere taal. De consensus is een soort van Algemeen Kempens. De Kempense taal zit gevangen tussen het Limburgs (een beetje het zangerige) en het Antwerps (het harde). Het straalt een bepaalde relativering uit, m.a.w. het klinkt sympathieker dan het Antwerps, wat een echte Sinjoorniet graag zal willen toegeven. Blijkbaar is het moeilijker om de Kempense tongval eigen te maken t.o.v. de Westvlaamse. (Stefan Laenen van Huirtuit, journalist voor de Gazet van Antwerpen).
Het 'Liers' is een dialect dat afwijkt van hetAntwerps (antwaarps). Het 'Liers' is evenwel ook iets verschrikkelijks. Men kan het taaltje het beste herkennen als een straalbezopen schooier die Congolees spreekt. Enkele voorbeelden: - In het Liers wordt de letter 'H' niet uitgesproken. - Als er na een 'S' een 'P' komt (bv.:Lisp) dan worden deze twee letters bij de uitspraak verwisseld; 'Lisp' wordt dus uitgesproken als 'Lips'. Voor een gemiddelde, zatte Lierenaar is dat veel te vermoeiend. Een Lierenaar kan men best geen "h" aanleren, want dan wordt deze gewelddadig door het te hoge percentage alcohol in zijn bloed. Liers is een taalvariant van het Congolees, niet van het Nederlands. Zo heeft men hieronder enkele uitspraken die dat benadrukken: (let op: "ou" spreekt men uit als "oe")
- Hij doet weer wat: Adouwéwa - Wat is dat nou?: Waïsdanaa? - Hoe kan dat nou?: Oukandanaa? - Ik maak je tot friet! = Ik maak gehakt van je!: In frut vanien - Godverdomme!: Kak van Maria! - Kleine penis: Ondelulleke - Kutzooi!: Schijtkouk! - Had je nu...: Addegenaa... Woorden in Liers dialect A aardbei: jèerbees ; abrikozen: appelkokken ; B C D E een voorn: ne reuts: F G garnaal: gernot ; gehaktbrood; arcékoek ; H halve waarheden verkondigen: semmelen ; I in stukken van een: in frut vanien ; J K L lookworst: ondelulleke ; M N P paardenvlees salami: wit en zwet ; peperkoek: schijtkoek ; Q R rare snuiter: nen bitskoemer ; redelijk onbetrouwbaar persoon: nen appchaer ; rolluiken: blaveturen ; S schorseneren: protstokke/scheusseneere ; soort kotelet: stuk van de maenèst ; T V W wesp: pèweps ; witvis (riviervis): een machel X Y Z zagen (in het spreken, niet een plank zagen hé): memmen zoethout: kalissenhaat ;
De naam Duffel is afgeleid van de verouderde vormDuffla. Deze werd voor het eerst vermeld in het jaar 1059. Later veranderde de naam naar Duffle (voor 1350) en Duffele (na 1350). Vanaf 1684 dragen alle documenten de huidige naam.
Het toponiem Duffel is vermoedelijk een tweeledige naam (Duff en le). Duff zou volgens deskundigen afgeleid zijn van hetKeltischewoord dubro (water). le zou een verwijzing zijn naar lo dat op haar beurt afgeleid zou zijn van het Latijnselocus (plaats). Duffel betekent dan plaats bij het water. Deze stelling schijnt te kloppen aangezien er verschillende bewijzen van Keltische bewoning zijn gevonden. (cfr. de vondst van een bladvormige bronzen lanspunten een ijzeren haardketting). Andere bronnen beweren echter dat het eerste lid van de naam (Duff) zou verwijzen naar de Frankische uitdrukking ten (h)uffel, wat ten heuvel zou hebben betekent. Ook dit is een mogelijkheid aangezien de gemeente ontstond uit twee op heuvels gelegenverhevenheden. (cfr. de Kwakkelenberg te Duffel-Oost en de Rooienberg te Duffel-West). Bron: wikipedia.org >Kaart van gemeente Duffel (www.google.be/maps) > Diverse informatie aangaande Duffel (wikipedia-org) Spotnaam van de Duffelaars: Strontboeren.
Duffels dialect
Duffel omvat eigenlijk drie entiteiten : Duffel-West, Duffel-Oost en Duffel-Mijlstraat. Duffel-West en -Oost liggen aan weerszijden van de Nete die de gemeente in tweeën deelt. Duffel-Mijlstraat vormt de overgang tussen Duffel-Oost en Koningshooikt. Het dialect van Duffel-Mijlstraat verschilt dan ook licht van dit van de beide andere entiteiten. > Duffels (www.mijnwoordenboek.nl/dialect/Duffels) >Provincie Antwerpen dialect (op dit dialectblog)
De naam "Geel" is van Germaanse oorsprong en vermoedelijk ontstaan uit een samenvoeging van "gelba" (geel) en "lo" (bosje op hogere grond). Een periode vanaf 1155 was de plaatsnaam Ghela.
De naam van het dorp werd voor de eerste maal vermeld in 1173als Banele, wat de bestanddelen banne (rechtsgebied) en lo (bos) bevat. De gemeentenaam Balen wordt plaatselijk Boal uitgesproken. De bijnaam van de Balenaars is: Kruiers. De reden kan zijn dat de patroonheilige van de kerk, de Heilige Andreas, ook patroon van de kruiers is. Het volksverhaal rept ervan dat de bewoners de kerk een aantal malen wilden verplaatsen, en daartoe een kruiwagen geschikt achtten. In 1987werd een beeldje van de kruier geplaatst. Spotnaam of Scheldnaam van Balen: Messevichters en Kerkenkruiers. > Diverse informatie aangaande gemeente Balen (wikipedia.org) >Kaart van gemeente Balen (www.google.be/maps)
Arendonks dialect Arendonks wordt plaatselijk Aorendoenks uitgesproken.
Het is algemeen bekend dat het Arendonks een speciaal dialect is. Vele niet Arendonkenaars breken zich de tong wanneer ze trachten toch een paar woorden in ons dialect te zeggen. Hoe het speciaal dialect is gegroeid, is niet met zekerheid te zeggen. Doordat Arendonk altijd afgelegen is van de omliggende dorpen, door zijn heide en moerassen, zou het een eigen dialectontwikkeling gekend hebben, die niet beïnvloed werd door de taal van de andere dorpen. Arendonk zou ooit geteisterd zijn door een ziekte die een groot gedeelte van de bevolking uitroeide. er moeten toen vreemde inwijkelingen gekomen zijn. Door de mengeling van het bestaande taaltje, gesproken door de overlevenden, en het dialect van de nieuwe inwoners zou het speciale Arendonks ontstaan zijn. Feit is dat het Arendonks een zeer sterke overeenkomst heeft met het dialect van Lommel. Het Lommels is alleen een beetje zangeriger. Voer voor taalkundigen schept het Arendonks in ieder geval genoeg. > Arendonks (www.mijnwoordenboek.nl/dialect/Arendonks) >Arendonk TV dialect (www.arendonk.be) >Dialect Noorderkempen (op dit dialectblog) >Provincie Antwerpen dialect (op dit dialectblog)
Gemeente Brecht wordt plaatselijk Bracht uitgesproken. De eerste vermelding van de naam Brecht werd teruggevonden in een akte afkomstig van de abdij van Postel uit het jaar 1173. In deze akte komt de naam ‘Berta de Brecte’ voor. Ze handelt over het feit dat als zij in het klooster van Eeuwen wilde binnentreden, haar goederen in Bladel schonk aan den prelaat van Tongerloo. Vanaf deze datum komt in verschillende documenten zowel de vermelding ‘Brechte’ als ‘Brecht’ voor. Over de betekenis van de naam is er nog geen eenduidigheid. Misschien zou Brecht afkomstig zijn van ‘brec’, ‘braec’ of ‘brakti’, dat braakland of omgehakt bos betekent. Maar ‘brakti’ kan ook ‘breken’ betekenen, wat kan duiden op een breking van het reliëf, met andere woorden bijvoorbeeld een heuvel of hoogte. Naast deze twee mogelijkheden kan ‘Brecht’ ook van een persoonsnaam afkomstig zijn en ‘machtig man’ betekenen. Bron: wikipedia.org Bijnaam, spotnaam of scheldnaam van de Brechtenaars: Mastentoppen, Struiven, Kleipikkers, Leempikkers. > Diverse informatie aangaande gemeente Brecht (blog vlaanderen)
Gemeente Sint Lenaarts wordt plaatselijk Sintelènnes uitgesproken. De plaats groeide rond een middeleeuwse kapel gewijd aan Leonardus, aanvankelijk als gehucht vanBrecht.Spotnaam van Sint-Lenaarts: kleipikkers. > Sint-Lenaarts (wikipedia.org)
Sinds het ontstaan van Hoogstraten omstreeks1210tot diep in de 18e eeuw waren er verschillende spelwijzen in gebruik voor het toponiem. Zo werd de plaatsnaam gedurende deze periode afwisselend als Hoochstratum, Hochstraten, Hoestraten, Hoochstraten, Hoistraten, Hoighstraten, Hoichstraten, Hoeghstraten, Hoechstraten en Hoegstraten geschreven. Van de 18e eeuwtot 1930was de officiële spelling Hoogstraeten.
Het toponiem Turnhout bestaat uit twee woorddelen namelijk Turn- en hout. Turn- zou mogelijk afgeleid zijn van het Germaansewoord durnum, dat doorn betekent. Het achtervoegsel -hout komt van het Germaanse woord “hulta” en betekent bos. De naam kan dan ook verklaard worden als doornbos. Het toponiem duikt voor het eerst op als Turnolt in 1186 in een document van de Abdij van Tongerlo. Een jaar later (1187) noemt een document uit de Archives nationales te Parijs de plek Turneholt. In 1212duikt voor eerst de huidige naam van Turnhout op in een document uit diezelfde archieven. Een alternatieve verklaring, zoals verteld bij de rondleiding in het kasteel van de hertogen van Brabantin Turnhout, is dat Turn- afkomstig is van het oude woord voor toren. Turnhout zou dan afgeleid zijn van toren in het bos. De theorie is, dat toen het kasteel werd gebouwd, de nederzetting Turnhout zelf nog niet bestond. Er zou daarom eerst sprake zijn geweest van een toren in de bossen nabij wat nu Oud-Turnhoutis. Bron: wikipedia.org De Stadnaam Turnhout word plaatselijk Turnout uitgesproken. De Stad wordt ook wel Kaartenstad genoemd. Spotnaam van Stad Turnhout: binken,muggenblussers. >Diverse informatie aangaande Stad Turnhout
Diepgravend onderzoek door professoren en taalpuristen heeft uitgewezen dat het meest gebruikte woord in het Limburgs dialect, van Sint-Truiden tot Peer, van Halen tot Kinrooi kloéte is!
Enige voorbeelden:
- ik heb er genoeg van: "dà hink mich men kloéten aat" - hoor die eens veel lawaai maken: "huurt dee es van zijn kloéte moake" - 't is niet te eten: "da's ni in our kloéte te krijge" - ik heb er genoeg van: "det se mich m'n kloéte kusse" - wat je daar zegt verbaast me: "wol kust mich na toch men kloéte" - hij vloog buiten: "e vloog bij zen kloéten op stroat" - ze hebben hem een loer gedraaid: "ze hebbe tem ne ferme kloét aafgetrokke" - daar versta ik niks van: "doa verstoin ich gein kloéte van" - de dronken bestuurder negeerde het rode stoplicht: "de chauffeur ree met z'n zate kloéte door 't roed" - de bouwvakker is door het dak gevallen: "de metser is met z'n kloéte doer 't daak gegoen" - dat kan me niet deren: "dè kan mich gien kloéte schillen" - ik heb goed gegeten: "ich hub men kloéte goe volgespeeld" - ik heb slaag gekregen: "ich hem ferm op mien kloéte gekriege" - die jongen hebben ze erg geplaagd: "dieje gast hubbe ze dik bij zijn kloéte gespeild" - hij is dronken: "dé heit e ferm stuk in zijn kloéte" - ik ben gevallen: "ich bin mit men kloéte tiege de grond gegoen" - 't is een verloren zaak: "'t es no de kloéte" - hij is platzak: "de ei gene frang op zijn kloéte" - ik vertel zo maar wat: "ich houw zoe mèr wa out mijn kloéte" - hij is een luierik: "dee es te lui ver zijn kloéten op te lichte" - deze scheidsrechter kent de spelregels niet: "dein arbieter kenter gein kloéte van" - da's niks waard: "da's van den hond zen kloéte" - hij is toch een goed mens: "'t is toch ne goeie kloét" - mijn auto is stuk: "miene auto is no de kloéte"
Kerstwensen in Limburgs dialect Og minse va vleejs en blood een sheef plooat een verfroemelde gezet frit me stoofvleejs krampen in oer keite medecamente beursaccedenten een sjat kaffee met ee keekske de'n oope hééd en ee beekske la estrella dei zingt een vat ootgesjet en e sték in ur kloete kotse in e zekske de kleer van e kakske een belastingbrief e gewilig lieef nog noeit de pil vergeete oere éége noam nog wééte een bléts in oere ooto zes juste op de lotto zeve doag op zeve en in de wéék mer gelekig leeve
Het Herkse dialect is een typisch Oostgetelands dialect met overwegend Limburgse kenmerken. Opvallend is het verschil tussen het 'Herkers' en het 'Skielens', het dialect van deelgemeente Schulen, dat meer aansluit met het Hasselts. Een kenmerk van het Herkers is de lange 'ui' klank. Verder kan men in het Herkers van oudere sprekers kenmerken terugvinden die erg aansluiten met kenmerken van het Oud-Nederlands, een stadium waaraan andere dialecten reeds lang voorbij zijn. Voorbeelden hiervan zijn de negatie met en/'n, en de verbuiging van het zelfstandig naamwoord na een voorzetsel. > Herks dialect (www.mijnwoordenboek.nl/dialect/Herks) > Limburgs dialect (op deze site)
Diepenbeek werd in 1092 voor het eerst vermeld als Tidebachen, de beek van Teudo. In de vorige eeuw veranderde het centrum van Diepenbeek stukje bij beetje. In ijltempo verliest Diepenbeek zijn verleden en transformeert het naar een modern maar karakterloos dorp. Gelukkig zijn er nog enkele historische gebouwen die nostalgisch refereren naar de tijd van toen. Scheld of spotnaam van Diepenbeek: schoverik, aanjagers. > Kaart van gemeente Diepenbeek (www.google.be/maps) > Diverse informatie aangaande gemeente Diepenbeek (wikipedia.org)
Diepenbeeks volkslied Jaskaante van den Deëmer: Weerskanten van de Demer. ’n Plak boe iech van haag : Een plek waar ik van hou. De catsbeek en de Stiemer : De Caetsbeek en de Stiemer ( zijnwaterlopen) En blumkens lengs de graach : En bloemen langs de gracht. Kui graoz’n in het malse graos : Koeien grazen in het malse gras. En Fump sjiet wir ’n dükke haos : En Fump schiet weer ne dikke haas. Dooë in dei sjunste streek : Daar in die schoonste streek. Dooë likt oos Diepenbeek :Daar ligt ons Diepenbeek. De maïs wiegt zütsjes inne weind : De maïs wiegt zachtjes in de wind. De terref réëpt geel van kleur : De tarwe rijpt geel van kleur. En op het Réëtsje ziengt : En op het Reitje zingt. (Reitje is een gehucht van Diepenbeek) E keind’ch : een kind. Ben blei da iech da heur : Ben blij dat ik dat hoor. Tonéilgrup geëve dek petrol : Toneelgroep geeft dik gas. De zaole zitt’n altêëd vol : De zaal zit altijd vol. Weë hüit van de natuur : Wie houd van de natuur. De louch is hëë nog puur. : De lucht is hier nog zuiver. De a’en Toon van het kestiel : De oude Toon van het kasteel. Kot bé ’t Deëmerstrand : Kort bij het Demerstrand. Op ’t Kéttelveld hült het kerdiel : Op het Kéttelveld ( Manege) houd het koord. De pjedsjes inne haand : De paardjes in de hand. De kérrektoon kikt op oos daol : De kerktoren kijkt op ons neer. En heit zjeë cente in oer maol : En heb je centen in uwe zak. Dan drènkt zjeë tobbe bier : Dan drink je potten bier. En maoke veë plezier.: En maakt veel plezier. Zjeë koeint hëë leëre vör dektoer : Gij kunt hier leren voor dokter. An d’universetëët : Aan de universiteit. Hëë kent zjëë nog urre geboer : Hier ken je nog uwe gebuur. En hëit zjeë allen tëëd : En heb je nog alle tijd. Zjeë koeint hëë villow jaoge : Je kan hier fiets rijden. De allersjunste streek. : De aller-schoonste streek. Da is m’n Diepenbeek. : Dat is mijn Diepenbeek.
De plaatsnaam Tongeren is terug te voeren op het LatijnseAtuatuca Tungrorumen zou zoveel betekenen als "vesting van de Tungri". ca. 15 v. Chr. De stadnaam Tongeren wordt plaatselijk Tóengere of Tungers uitgesproken. Spotnamen of scheldnamen van Tongeren: Mussen, Trullen (= ovaalvormige tarwekoekjes), Trullebakkers, Vlaaieters, Vlaaischijters. Sjoepsjaiters. > Diverse algemene informatie aangaande Stad Tongeren (blog vlaanderen)
Tongers dialect Wordt plaatselijk Tóengeres of Tungers uitgesproken.
Het Tongers is zowat een mengeling van oud-duits en frans- vroeger sprak 80% van de inwoners de franse taal en de oudere generatie maakt nog altijd gebruik van franse woorden-(bvb.geluk = chance en dat is goed gedaan jongen = ala-bonne-heur fiston..;enz...handtas= sacoche. De hedendaagse jeugd spreekt goed Nederlands maar de Tongerse tongval is er zeer moeilijk uit te krijgen. >Tongers dialect (www.mijnwoordenboek.nl) > Limburgs dialect
Scheld of spotnaam van gemeente Riemst: éénwinters (= éénjarig kalf), koeien, lepkens, loerjagers, grottenlopers.
Riemsts dialect
Dialecten zijn levende talen en ondergaan dus ook veranderingen. Die kunnen van verschillende aard zijn: woordenschat, woordbetekenis, klank, grammatica… Veranderen behoort tot de normale evolutie van een taal omdat die veranderingen voortvloeien uit veranderingen in onze maatschappij. De Zuidoost-Limburgse dialecten vertonen vaak veel overeenkomsten, toch heeft elk dialect zijn identiteit. Die eigenheid van elk dialect dreigt weliswaar stilaan onder invloed van het Nederlands en/of van andere dialecten sterk achteruit te gaan. Het deels verscheiden dialect van gemeente Riemst en deelgemeenten is daar geen uitzondering op. > Riemsts (www.mijnwoordenboek.nl/dialect/Riemsts) >Limburgs dialect (op deze site)
- Scheld of spotnaam van Vlijtingen: Witte kamezollen .
Vlijtingens dialect
In het lokale dialect wordt het dorp Vlètegge genoemd. Flétange is de Franse benaming en Flétindje de Waalse. Vlijtingen ligt in het Nederlands taalgebied. Het lokale dialectbehoort tot het Limburgs, een van de Nederlandse streektalen. De taalkundige afstand van de Nederlandse dialecten tot het Algemeen Nederlands is het grootst in het zuidoosten van Belgisch Limburg en in het zuiden van Nederlands Limburgs. Aldus de resultaten van het onderzoek op basis van de featurefrequentiemethode uitgewerkt en toegepast door de dialectologen Hoppenbrouwers.
Sintruins, Sinttruins of Truilands dialect genoemd
In Sint-Truiden wordt het plat Sintruins gesproken als stadsdialect. Dit dialect kwam in 2011 vaak in de pers naar aanleiding van het uitbrengen van de internationaal gelauwerde film Rundskop. Hoofdrolspeler Matthias Schoenaerts kreeg voor deze rol de hulp van een Truiense dialectcoach, Roger Vanbrabant. Rundskop werd de Belgische inzending bij de Oscars. De film werd genomineerd voor beste niet-Engelstalige film en behoorde zo tot de beste vijf films van 2011. De verzamelnaam voor alle dialecten die worden gesproken in de wijde omgeving van Sint-Truiden, wordt het Truierlandsgenoemd. > Sinttruins (www.mijnwoordenboek.nl/dialect/Sinttruins) > Truiens dialect (www.facebook.com/truiensdialect)
Brustem Deelgemeente van Sint-Truiden.
Brustem werd voor het eerst schriftelijk vermeld in 1114 als Brustemia, van het Germaanse brust (kleine verhevenheid) en haima (woning). > Brustem (wikipedia.org)
De gemeentenaam word plaatselijk Bejêvel uitgesproken. De naam Beverlo werd voor het eerst vermeld in 1186. De naam betekent: "Op zandgrond gelegen bos met (veel) bevers". > Lees meer op wikipedia.org
De oudste vermelding van Koersel stamt uit1166als Corcela. Wellicht is de naam afkomstig van het Gallo-Romeinse woord: Curticella, een samenvoeging van curtis (hofstede) en cella (woning). >Lees meer op wikipedia.org
Koersels dialect
Het dialect van Koersel (en van het gehucht Stal) is een West-Limburgs dialect dat tot de onderverdeling Demerkempens behoort. Jongeren spreken steeds minder Koersels maar meer een tussentaal die nog maar weinig Limburgse kenmerken heeft. Net zoals de meeste dialecten in de regio is het Koersels bedreigt in haar voortbestaan. >Koersel – Koersels dialect (heemkundekoersel/dialect) >Koersel – Koersels dialect (www.mijnwoordenboek.nl)
De naam Peer werd voor het eerst vermeld in het Liber Aureus, waarin mogelijk een document uit 725 is overgeschreven, waarin de Heilige Willibrord zijn testament opmaakt. Peer komt daarin voor als Pedero. Latere schrijfwijzen zijn Pirgus (1135) en Pyra (1178). Dit is afkomstig van pirgus (betekent verharde weg). Andere bronnen geven dan weer aan dat de naam afkomstig zou zijn van Perre of Parre, wat "omheinde plaats" betekent. Andere vermeldingen Pire 1107, ecclesie de Pirges (1108), Pexhe (1253). Bron: wikipedia.org Spotnaam van Peer: muggenblussers. > Kaart van Stad Peer (www.google.be/maps) > Diverse informatie aangaande Stad Peer (blog vlaanderen
Houthalen: De uitleg voor het voorvoegsel 'hout' moeten we niet ver gaan zoeken : het duidt op de aanwezigheid van bossen en bomen - meer bepaald eiken- en berkenbomen - in deze streek. 'Halen' of 'Hallu' betekent 'bochtig hoogland'. Wie met de fiets van de Groenstraat langs de Grote Baan, de Hoogstraat of de Diepestraat naar het centrum rijdt, heeft vast al gemerkt dat dat hoog gelegen is. Houthalen wil dus zeggen : bochtig hoogland in de bossen.
Helchteren: Deze naam is afgeleid van de Germaanse term voor jeneverbesstruik : Halahdrja. De jeneverbes is een naaldboom die je nog vaak tegenkomt op de heide. De vruchten ervan worden gebruikt om de met graan gestookte jenever extra smaak te geven. Helchteren wil dus zeggen : plaats met veel jeneverbesstruiken.
Dialect word het plat genoemd. De gemeentenaam Houthalen-Helchteren wordt in het Limburgs dialect Hooteles-Helchterres of Hôteles-Helchterres uitgesproken.
Woorden gepraat: gekalt ; hij: dein ; ik denk: ig dink ; maar: mer ; meester: miester ; niet meer: ne mie ; nooit: moeit ; terug: trug ; spijtig: speetig ; tijd: teed ; voorbij: verbee ; zo schoon: zoe schoen ;
Bree werd voor het eerst vermeld in1007, als Britte. De verklaring van de naam is niet geheel duidelijk. Het zou kunnen gaan om een niet afgeperkte akker. Andere verklaringen zijn, dat de naam afkomstig is van bred wat houten nederzetting zou betekenen. Ook zou de naam een verbastering kunnen zijn van broek, wat moeras betekent.
Bijnaam, scheldnaam of spotnaam van de Breeënaar: kwaartjeslimmers, langoren, stoepluipers. Breeënaars hebben twee bijnamen waarvan de eerste te maken heeft met een belangrijke voetbalwedstrijd die ze leverden tegen de buren uit Meeuwen. Die vonden er niet beter op dan het inkomgeld met kwartjes (25 centiemen van de Belgische frank) te betalen. Een stoepluipers is iemand die graag door de straten paradeert.
De Kempensegemeente Leopoldsburg wordt in de omgeving ook wel 't Kamp genoemd vanwege de militaire kazerne op het grondgebied.
Leopoldsburgs dialect Ook wel 't Kamps' genoemd
Wat de streektaal betreft is Leopoldsburg een geval apart. De bevolking is immers afkomstig uit het hele land, want (beroeps-)militairen werden door het leger naar "het kamp" gestuurd. De onderlinge voertaal was dan bijna vanzelfsprekend het algemeen Nederlands. Toch hebben de inwoners die geen militair zijn hun eigen kampse dialect. Ooit sprak men in Leopoldsburg een Limburgs dialect, namelijk Beverloos. Het laatste Limburgs in Leopoldsburg verdween ergens tussen 1907 (het verschijnen van de studie van J. Schrijnen over het verloop van de Uerdingerlijn) en de jaren '50 van vorige eeuw (het optekenen van de R.N.D. enquête). Toen de studie van J. Schrijnen in 1907 verscheen was de autochtone bevolking zeker al een minderheid (dus ook zij die het oorspronkelijk dialect spraken). Wat nu doorgaat voor dialect van Leopoldsburg rekent men tot de Noorderkempense dialectgroep van het Brabants (Antwerpse dialecten behoren ook tot het Brabants).
De eerste chriftelijke vermelding van Achel is uit 1139, toen de naam als Achile werd geschreven. Aghel en Aeghelen zijn recentere benamingen. De naam is samengesteld uit de woorden aha en lo. Aha betekent water, verwijzend naar de Warmbeek. Een lo is een bos op zanderige grond en meestal vlak bij een nederzetting lag. Achel betekent dus "Het op zandgrond gelegen bosje bij het water". >Hamond-Achel (blog vlaanderen)
Hamont-Achel dialect
De Nederlandse uitspraak is Ha: mont axel. In het Limburgs dialect zegt men Häemet-Achel. Hamont-Achel dialect bestaat niet, wel het Hamonter en Achels, het dialect van beide deelgemeenten zijn in belangrijke mate afwijkend van elkaar. Het dialect in Hamont-Achel wordt vaak gesproken met een onderscheidend Limburgs accent, die niet moet worden verward met de Limburgse taal. >Hamont-Achel dialect (https://translate.google.be/ https://en.wiki2.org) >Limburgs dialect (op deze site)
Hamont Hamonter dialect
Hamont word in het Limburgs Häemet uitgesproken. Het dialect van Hamont behoort tot de West-Limburgse dialecten.
De gemeentenaam Overpelt word plaatselijk Pelt uitgesproken. Overpelt werd voor het eerst genoemd in 815 als Palethe, later als Pelthe en Peelt geschreven. Dit komt van het Latijn: "palus'", wat moeras betekent. Het huidige dorp Overpelt is ontstaan uit de herdgang Dorp-Hasselt. Hierin is Hasselt een afgeleide van hazelaar. Spotnaam van gemeente Overpelt: blazers. > Gemeente Overpelt (wikipedia.org)
De gemeente had door de eeuwen heen diverse plaatsnamen zoals: Paleth 815, Pelto (1107). In Neerpelt zijn sporen van prehistorische beschaving teruggevonden. Samen met het hoger gelegen Overpelt werd Neerpelt vanaf de vroege Middeleeuwen dichter bevolkt. Het kreeg toen de naam Paleth(e) (poel, moerassig gebied). Pas in 1218 kwam het voorvoegsel "neer-". Inwoners worden 'Neerpeltenaren' genoemd. Bron: wikipedia.org Bijnaam of spotnaam van Neerpelt: wolvenschieters. > Kaart van gemeente Neerpelt (www.google.be/maps) > Diverse informatie aangaande gemeente Neerpelt (wikipedia.org)
Zonhoven wordt voor het eerst vermeld als Sonuwe in 1280. Hoogstwaarschijnlijk betekent de naam: waterrijk, laag gelegen land dicht bij de waterloop de Son (de oude naam voor de Roosterbeek die dwars door het centrum loopt – in de buurgemeente nog steeds Zonderikbeek geheten). Pas in het midden van de 16e eeuw komt de naam Zonhoven voor het eerst voor. Een andere mogelijke oplossing voor de naam van Zonhoven is: de hoeve van de familie Zon. Naar welke hoeve dit verwijst is onbekend, maar volgens geleerden kan dit gerust ook een betekenis zijn.
Zonhoven word in dialect Zeuneve of Zoneve uitgesproken.
Zonhovens Gezegden - Alles kan behalve ene die naakt is in zijn zak plassen: Alles kaan behalleve nen naaksen in zen maal zeike. - Als u in een mand aardappelen valt, zijn ze geschild: As dei in een maan patatten vujlt, zen ze geschild. - Alles gaat zelfs een kip en die haar knieen staan vanachter: Alles giet zelfs un hin en dei hei En dei heur kneie stoan vanachter. - Al schrobben (met schrobborstel poetsen) ze met goede boter, dan moet ge nog zwijgen: Al schrobbe ze me goei boter, da moe der nog zwège. - Als je dat op hebt zult ge gene leem niet meer kakken: As der da op hit zul der giene liem nie mie kakke. - Als je een oogontsteking op u oog hebt dan heb je door het sleutelgat gekeken: As ge een wegescheet op oer oeg hed dan hedder door het sleutelgoat geloerd. - Als u mij gisteren gehuurd had, dan was ik vandaag uwe knecht geweest: As ge mich gistere gehuurd haad dan woas ich vandoag oere knecht geweest. - Ben je met mijn kloten aan het spelen? ( iemand voor de gek houden): Zet der be men kloeten aon het spelen? - Ben je van Zonhoven dan ben je mijn neef, ben je van Hasselt dan krijgt je slaag: Zedder va zooneve dan zedder m'n neejef, zedder van hasselt dan krè der sleejeg. - Bemoei je met je eigen zaken: Keert veur oer ege deur. - Beter een oude dood dan een jonge gebroken: Beter nen aa kapot dan ne jonge gecreveerd. - Beter een oude gekraakte dan een jonge met een kruk: Beter nen aaen gekrokte dan ne junge gestokte. - Bij lui zweet oogst je geen bieten: Be leu zwiet oegst der genne biet. - Braaf zijn, of de veldwachter komt u halen: Vuugt och, of de booi koemt och hale. - Daar is niet dat spoed, (als het vooruit moet gaan): Doas niks da juugt. - Daar komen de kinderen gelijk wij kakken: Doa kome de jung wij kak. - Dat weten mijn klompen ook, en die zijn geen advocaten: Da wie te men klonke ooch en da zen gien avokaete. - De braafste Zonhovenaar heeft nog een koord gepikt…en daar hing nog een koe aan!: De braafste zoneveneer hed nog een koord gepikt...en doa hing nog een kouw aan! - De mieren hebben mij gestoken: De waëmzeken hebbe mig gestoke. - Die heeft een gat gelijk een Wanmolen (Een wanmolen is een molen, waarmee graankorrels, kaf en onkruidzaden van elkaar gescheiden worden): Dij hit een kont wij een Wanmeule. - Die heeft een slag van de wanmolen gehad: Dien hit ne slaag van ne wanmeulen gehad. - Die heeft geen achterste, maar een container! Dei hit gien kont , mer ne kontainer! - Die heeft zoveel verstand als een koe van saffraan eten: Dien hit zoviel verstand as een kouw van saffraan eten. - Die heeft handen gelijk een Bakkersschop (waar ze vroeger het brood mee in de oven schoven), of gelijk een kolenschop: Dien hit haan wij een hovezwoo of wei koleschuppe ! - Die is ook van een neet een luis geworden: Diën es ooh van 'n niejt 'n laus geworen.- Die kleine staat op zijn boek (trouwboek) maar komt niet uit zijn broek: Dieje klinne stiet op zenne boek mer kumt nie uit zen broek. - Die kunnen ze wijs maken dat de vlinders hooi eten…: Diejen konnen ze wijsmake da piepels hoei eten... - Die vrouw is zo verlegen, die krijg je nog niet weg uit een koele kamer: Da vromes is zo schoo,deij jaogt der nog nie vort aut een koel plak! - De waterketel is nog niet warm: De moer es nog nie werm. - Een hoopjespisser en een plaskens kakker: Nen hupkespisser en ne pleskeskakker. - Een niet zo snuggere vrouw: Da es een echte garepaep. - Een vuist op u neus: Nen dof op oer snoat… - Eet wat de pot schaft: e goe verke vrit alles. - Er met muil en poten opvliegen: Met moul en poette opvliege. - Geen kritiek op iets wat je gratis krijgt: E gegevje pjard moogd der nie inne moul kieke! - Geef mij uw zakdoek eens: Gefgt mig oer maoslap es. - Goed materiaal hangt onder een afdak: Goe getuig hingt onner een afdak! - Goesting is koop, al is het ene hond met een hoed aan: Goesting is koep, al ist nen hond be nen houed aon. - Goesting is koop, al is het een manneke van siroop: Goesting is koep al is het een menneke van stroep. - Goesting is kopen, al valt het op ne mesthoop: Goesting es koep al vult t op ne musthoep - Heb je dorst, ga dan naar de hoek, daar staat een hondje, dat pist in u mondje!: Hedder dort, goat naor den hort, dauwe stiet een hunte, dat pist och in oer munte! - Heb ge een Waal gekust?: Hedder ne Woaal gepoend? - Heb je in een karrespoor gewaterd?: Hedder int vaarspoor gezeikt? - Het is naar de vaantjes: 't is noa de kloeten. - Het is niet mogelijk zei de geit en ze knaagde op een keisteen: Tis nie mummulijk zé de géit en ze knabbelde op ne kèi. - “ Het is me wat” zei de boer, en hij bond zijne schoen met een pier (aardworm): "Tis mè ne wiet" zee den boer, en hé bont zunne schoen mè ne pierink. - Het is wreed zei de uil en het bezag haar jong….En hij had er maar een en het was scheef en krom: Tis wried zé den uil en hé bezoag ze jonk ... En hé ha er mer ien en twoar e schéif en e kromp. - Het zit hier zo vol als een pensketel (dit is een ketel waar ze pensen inmaakte als een varken geslacht werd, dus veel pensen samen): Het zit hè zoe vol as ne pensketel. - Het regent en de zon schijnt: Tes kurmes enne hel. - Hij gaapte gelijk een karper, en hij ging van zijn zelven: Heje gaapde gelèk een kerp. en heje gonk van zène klot. - Hij is er vandoor: Hieje es riepe snije. - Hij is nog geen trap tegen zijn achterste waard: Hej is nog gene stamp tege zen kloete weird. - Hij kent er niets van: Hej kent ter gien kloeten van. - Hij kreeg een slag en ging gelijk omver: Hieje kreeg doa ne slaog en gonk daol wij een hoat. - Hij valt in slaap: Zen blaffeture vaalen tou. - In de avond grote Jan, in de morgen kleine man: Soaves groete jan, smurges kleene man. - Ik ben zo zat als een kokkernel (dop): Ich zen zoe zaot as ne kokkernel... -’t Is allemaal geen haar snijden …op een kale kop: 't Is allemoal gie hoar snije...op ne kletskop. - Je zou hem een cent geven: De zott em e knepke gie've. - Juist uitgesneden zijn pa: Just zenne pa, outgeschete! - Lomp is ook een vis, maar de kop deugt niet: Loomp es oo vès, mèrre kop dooch nie. - Luie zweet is snel gereed: Leu zwiet is rap geriet. - Met het achterste van de maan, heb je het licht voor niets: Met de kont van de maan, dan hedde 't licht voor niks. - Op een oude fiets moet je leren rijden: Op een aaè vulo modder liere rije. - Paardje beslaan, wie heeft dat gedaan, de smid zijn knecht die kan het zo slecht, kietel, kietel, kietel. ( kietelen deden ze vroeger onder de kindjes hun voeten): Pjarreke besloan wiejen heget gedoan de smeet zenne knecht diej kan het zoe slecht kielle kielle kielle. - Pas maar op straks ligt je daar terug met jouw gezicht op de grond: Past mer op of zefes ligder doéw wier bé oewere smikkel op p grond. - Slaaptijd: Tis laken kermis. - Tegen zijn gezicht: Tege zé bakkes? - Tussen twaalf en een zijn alle slechte mensen op de baan: Tussen twalf en ien is alle gespuis obbe bien. - Van links naar rechts.( werd vroeger ook bij de paarden gebruikt, waarschijnlijk nu nog): Van huut noa hèr. - Van menen is thuis de hond dood gegaan, ik meende dat ik hem gevoederd had: Van menen is thowes den hond kapot gegoan, ich meende dat ich m gevoeierd ha. - Voor iemand die niet snel genoeg reageert : Dië es oo nie van nen hoas gepoept! - Wat een leeghoofd: Wat es mich da veur nen ijlen teemes. - Wat heb je nu weer aangevangen!?: Wa hedder noa wier aongevange!? - Wat is dat hier voor een warboel? (een geklungel van iets dat niet deugt): Wat es da hei veur ne kloetenest? - Wat is me dat voor een leeghoofd: Was mich da veur ben ijlen theemes! - Wie het in het breed (veel) heeft, laat het breed hangen: Weë n t briet heit , loat t briet hange... - Werkt maar hard dan krijg je later mooie kindjes: Wurkt mer haard dan krijg der later schoen kienekes. - Wie zoekt die vindt!: Dië zukt dië veind! - Ze gelijkt als een tang (lelijk) op een varken: Ze gelijk as een tang op eun verken. - Ze zijn er vandoor: Ze zen riepe snijen. - Zet u neer , die stoel staat er toch maar: Zet och daal, dieje stoel stiet er eel mer.. - Zet u maar neer met u gat in het gras (Een Zonhovenaar die op de letter probeert te praten): Zet u maar daal met u poop in de groos (nen a zoneveneer dien obbe letter probeert te kalle). - Zijn u schoenen goed geknoopt (om hard te kunnen lopen): Zen oer schoën gerege. - Ziet wat je doet manneke, want ’Van schoon alleen kunt ge niet eten’: Ziet wadder doewet he menneke, want 'Van schoen allien kon der nie ejete'. - Zo een magere kerel…maar hij zal de kaas niet van zijn brood laten eten ( iemand die nooit genoeg heeft): Zoe ne magere hejel...maar diejen kan ejeten gelek nen heemejer. - Zo krom als een zeis: (zeis is gereedschap waar vroeger koren mee gemaaid werd: Zoe kroomp as een zichel. - Zo lomp als het achterste van een varken: Zoe lomp as d'echterste va e verke. - Zo mooi is ze, daar lust je alles van: Doa eet der e strunte van op.
Zonhoven dialect dat alleen Zonhovenaren begrijpen
*DA'S NEN ECHTE FONTONTENMAOKER! Fontonten zijn flauwe complimenten...een aansteller!
*VAN EEN KAOL KURMES TOUWESKOMEN Dat deed men als er niet veel kramen op de kermis stonden. Hoge verwachtingen vallen soms in het water!
*DAT ES EEN ECHTE PLAKSPAON! De plakspaan is een troffel die pleisteraars gebruikten! iemand die graag blijft plakken is dus een plakspaan!
*PAKT OEREN HIELE SENTEPETIK MER EN! Een boetiek of kraam met heiligenbeeldjes (latijn Sanctus!) Pak heel uwe rommel maar in!
*ICH HUM NE FERME WEND! Ik ben heel erg verkouden!
*DOA HUB ICH OP GESJIEKT! Daar heb ik moeite mee gehad!
*HEJE ZAT ZIJN K.....TEGENE KRUB! Hij verzette zich! (normaal staat een dier met de kop naar de voederbak, maar een weigeraar draait zich om!)
*ZE ROEIDE WEI EEN PONDROEWES! Ze had een mooi rood kleurtje op de wangen!
*WA STOAT DER DOA TE GRINSEN? Waarom sta je daar te wenen?
Zonhovens volkslied Haar gelijk een egel: Hoar wei nen iegel. Oren gelijk een tas: Oere wei een zjat. Neus gelijk een tomaat: Snout wei een tommat. Ogen gelijk een kalf: Oege wei e kalf. Mond gelijk een oven: Moul wei nen oven. Nek gelijk een staak: Nak wei een gjart. Buik gelijk een koe: Pens wei een kou. Benen gelijk een zweep: .Binkes wei een wis. Tenen gelijk ne riek: Tiene wei ne rik.
De naam Genk wordt voor het eerst vermeld in een schenkingsakte van 13 december1108, als "Geneche". De oorsprong van deze naam is onduidelijk. Men vermoedt dat het een samentrekking is van de Germaanse persoonsnaam "Ghan" en het Latijnse achtervoegsel "-acum" "(woonplaats), ofwel het Germaanse "-eck" (eik). > Lees meer op blog vlaanderen
Op zich bestaat het Heusden-Zolder dialect niet. Het gesproken dialect is Heusdens of Zolders of een mengeling er van. Het gesproken dialect dreigt teloor te gaan, alsmaar minder mensen, en zeker jongeren spreken niet of nauwelijks dialect, of een mengvorm er van. Het oorspronkelijk dialect omvat het Heusdens en Zolders, in woordkeuze, toon en uitspraak zijn er tussen beide deelgemeenten verschillen. > Welk is hét dialectwoord van Heusden-Zolder? (www.heusden-zolder.eu)
Belgisch-Limburg telt zo'n tweehonderd dialecten. Ze maken allemaal onderdeel uit van de Nederfrankische dialectengroep die zich kenmerkt door het veelvuldige gebruik van Hoogduits. Er bestaat een indeling tussen West-Limburgse en Oost-Limburgse dialecten. Het Maaslands vormt één van de variëteiten binnen het Oost-Limburgs dat geen 'verbrabantsing' heeft ondergaan. Het Maaslands vormt een unieke taal binnen de provincie Limburg: er bestaat geen onderscheid in woordvorm tussen enkelvoud en meervoud. De woordenschat, uitdrukkingen en spreekwoorden maken een belangrijk onderdeel uit van de Maaslandse culturele entiteit. De regio waar het Maaslands wordt gesproken beperkt zich niet alleen tot het Maasland zelf. In bepaalde streken dichtbij het Maasland spreekt men een overgangsdialect dat heel sterk op het Maaslands lijkt. Specifiek voor het Maaslands is dat zowel de Belgische als de Nederlandse bewoners van het Maaslandgebied elkaar perfect verstaan, nog beter dan Nederlanders en Belgen elders uit Limburg. De natuurlijke grens heeft geen enkele invloed gehad op de verspreiding van de taal. Bron:www.houbenlore.woelmuis.nl >De dialecten van het Maasland voorgesteld (www.tvl.nl) >Limburgs dialect (info op dit dialectblog) > Limburgs Maasland dialect (www.youtube.com)
Rekem werd voor het eerst vermeld in 1140 als Radekeim, en in 1143 als Radenchen. Vermoedelijk is het een samentrekking van de Germaanse persoonsnaam Rado en ing of heim (woonplaats).
Uikhoven Deelgemeente van Maasmechelen Uikhoven (Maaslands dialect: Ukeve) is een dorp aan de Maasin Belgiëen een deelgemeente van de gemeente Maasmechelen. Uikhoven werd voor het eerst schriftelijk vermeld in 1298, en wel als Udenchoven, waarbij hove betrekking heeft op een boerderij, welke in verbinding wordt gebracht met de persoonsnaam Udo. Het noordelijk deel van het langgerekte dijkdorp staat bekend als Daaluikhoven. > Diverse informatie aangaande Uikhoven (wikipedia.org)
Voerens dialect Ook wel Voerense of Veurs dialect genoemd
Spreken ze eigenlijk wel Nederlands in Voeren? Hoe vaak lees je niet in een artikel over dit omstreden stukje Belgisch grondgebied, dat de taal er noch Nederlands, noch Duits of Frans is, maar een lokaal 'platduutsj' dat je hooguit met het Letzenburgs kunt vergelijken. Meestal gaat dat soort bedenkingen uit van mensen die willen aantonen dat Voeren absoluut niks met Vlaanderen en het Nederlandse taalgebied te maken heeft.
In tegenstelling tot de vier westelijke dorpen van Voeren wordt het Oost-Voerense dialect van Remersdaal en van Teuven, net als dat van de buurdorpen Aubel en Homburg in het Land van Herve, onder het Platdiets geschaard. Remersdaal is de enige deelgemeente van Voeren waar het Frans als kerktaal geldt. Het dorp is van kerktaal veranderd (van het Nederlands naar het Frans) in de tijd van de overheveling naar Limburg. De pastoor van het dorp was toentertijd een Nederlander, die de wens van een meerderheid van de dorpelingen volgde om de kerktaal te veranderen.
Leuven wordt voor het eerst teruggevonden in de Annales Vedastini bij het jaar 884als Luuanium (Luvanium). Volgens de negentiende-eeuwse opvatting van Edward Van Even kwam Leuven daarentegen van twee Germaanse woorden: lo (bos) en ven (veen). Zo zou Leuven 'moeras in het bos' betekenen, wat meteen de plaats waar de stad gevestigd werd omschrijft. De gemeentenaam Leuven word plaatselijk Leive uitgesproken. Bijnamen van Leuven: Bierstad, Bierhoofdstad, Studentenstad.
Het Leuvens (Leives) is het dialect dat men in de Vlaams-Brabantse stad Leuvenspreekt. Het behoort tot de Brabantse dialecten, meer bepaald tot het Zuid-Brabants. Het Leuvens is van groot historisch belang: Leuven was een van de belangrijkste cultuurcentra van het middeleeuwse Brabant en heeft klaarblijkelijk tot in de wijde omtrek (m.n. in het huidige Limburg en het noorden van Brabant) elementen van zijn taal geëxporteerd (zogenaamde Brabantse expansie). Om deze reden is het van grote betekenis geweest voor de vorming van de standaardtaal: we hebben er waarschijnlijk onder meer de tweeklanken ij en ui aan te danken. >Lees meer op www.wikipedia.org
Wilsele-Putkapel bestond voornamelijk uit een aantal boerderijen waarvan er nu nog maar enkele bestaan. Boerderij "de Vier Huizen", waarnaar een straat in Wilsele-Putkapel genoemd is (ironisch genoeg niet de straat waarin de boerderij zelf staat), is één van deze. Terwijl in Wilsele-Putkapel boerderijen stonden, stonden in Wilsele-Dorp meer de huizen van handelslieden. Geleidelijk aan verschoof de dorpskern dan ook van Wilsele-Dorp naar Wilsele-Putkapel, waar nu het oude gemeentehuis staat en de aanwezigheid van de Centrumstraat nog van de centrumfunctie getuigt. De naam Putkapel komt naar alle waarschijnlijkheid voort van een waterput en kapel gewijd aan de heilige Agathadie zich naast de Vuntbevond. Op een Ferrariskaart uit 1775 noemt men de kapel 'die capelle van put' vandaar de naam 'putkapel'. De kapel verdween enkele jaren nadat er enkele kilometers noordelijker een neogotische kerk door Pieter Langerockgebouwd was. > Diverse informatie aangaande Wilsele (wikipedia.org)
Volgens een legendezou het toponiemAarschot komen van Arendschot. Het verhaal gaat dat Aurelianus een arend neerschoot, en op de plek waar die vogel neergekomen is, zou Aarschot, of Arendschot, gesticht zijn. De plaats waar de bek van de vogel neergekomen zou zijn heet nu Bekaf. Een andere verklaring vertrekt van de eerste schriftelijke vermelding van Aarschot in 1107 als Arescod. Deze naam is afgeleid van de Germaanse woorden "arnu" (= arend, dit kan eventueel ook verwijzen naar een persoonsnaam) en "skauta" (= bebost stuk hoger gelegen land, uitspringend in een moerassig terrein). Deze verklaring past ook perfect in de Aarschotse topografie. Een derde verklaring ten slotte stelt dat de naam afkomstig is van de woorden Arend en schot, een afgebakende ruimte. Aarschot was dan aanvankelijk "een schuilplaats voor vee, waar tevens een arend werd gezien". De Stadsnaam Aarschot word plaatselijk ook wel Osschot uitgesproken. Spotnaam van Stad Aarschot:kasseistampers. >Algemene informatie over stad Aarschot en deelgemeenten (blog vlaanderen)
Aarschots dialect Ook wel Osschots genoemd.
Het Vlaams, niet erkent als een "taal", dan wel als dialect is opgenomen in boekvormen. Zo is bekend dat alle Vlaamse dialecten ontstaan zijn uit invloeden van buitenaf. Daarmee wordt bedoeld dat de meeste dialecten ontstaan zijn door samenvoegingen van de streek daar rondom. Er is slechts één uitzondering en dat zou het Aarschots dialect zijn, wat een heel eigen dialect voorstelt zonder enige invloed van buitenaf. >Bron: Natuurlijke taal (www.wikipedia.org) >Aarschot – Aarschots dialect (www.mijnwoordenboek.nl) > Vlaams-Brabant dialect (info op deze site)
Kortenaken is een plaats en gemeente in het Hageland(arrondissement Leuven, Vlaams-Brabant, België). De landelijke gemeente bestaat uit 5 deelgemeenten en één gehucht. In totaal zijn er 7 dorpskernen, omdat de deelgemeente Kersbeek-Miskom uit twee kerkdorpen bestaat. In het brede valleigebied van de Velpevormen de boomgaarden een vertrouwd beeld. Daarnaast is de gemeente ook een agrarisch lappendeken: uitgestrekte akkers en weilanden komen veelvuldig voor. Kortenaken leeft van veeteelt, land- en tuinbouw. Als derde grootste perengemeente van België is de fruitproductie van cruciaal belang. Spotnaam van gemeente Kortenaken: Kinderen, het is raden waarom deze bijnaam gegeven werd? >Diverse informatie aangaande Kortenaken (wikipedia.org) > Kaart van Kortenaken (www.google.be/maps) >Kortenaken in beeld (www.google.com)
Spotnaam van Waanrode: Torendraaiers De oorsprong van de spotnaam "Torendraaier" is niet bekend; evenmin is geweten sedert wanneer de Waanrodenaren zo genoemd worden. Vermoedelijk wordt er gezinspeeld op de bouwwijze van de opeenvolgende kerkgebouwen, waarbij de toren telkens van plaats verwisselde. Het huidige kerkgebouw (1902) heeft inderdaad geen echte westertoren, maar een zuidwestertoren.
Tot in de 16e eeuw heette de stad eenvoudigweg Leeuw. De oudst overgeleverde vorm uit 980 luidt leuua. Hij komt uit het Germaans hlaiwa, een accusatief meervoud. Hlaiwa of Leeuw betekent "bij de grafheuvels". De tot heden oudst gevonden vorm met "zout" dateert van 1533. In dit jaar werd Guilelmus van Ottenborch van Soutleu ingeschreven aan de universiteit te Leuven. Zoutleeuw was een havenstad, waar zout werd ingevoerd. Zoutleeuw ligt aan de rivier de Kleine Gete. De Stad bevind zich op de grens tussen Haspengouwen het Hageland. De inwoners van Zoutleeuw worden Leeuwenaars genoemd. Verschillende spotnamen gelden voor de deelgemeenten van Zoutleeuw: “trapliggers” voor de inwoners van Zoutleeuw centrum, vermits deze in het zomerseizoen steeds buiten op de trap zaten. “koper klinken” voor de inwoners van Halle-Booienhoven, omdat al het koperwerk aan deuren en poorten gepoetst werd zodat de buitenstaander steeds een goede indruk zou krijgen. “de heren van Budingen” voor de inwoners van Budingen, omdat de inwoners voornaam willen overkomen. “ de uilen van Bos” voor de inwoners van Helen-Bos, naar analogie van het begrip “bos” noemt men de inwoners uilen. >Kaart van Zoutleeuw (www.google.be/maps) >Algemene informatie aangaande Zoutleeuw (wikipedia.org)
Oude vormen van de gemeentenaam: Nath (1112, 1268), Le Natte (1253, 1268in het Picardisch, schrijftaal te Nijvel), Ternath (1435). De toponiem vertelt wel iets over de ontstaansgeschiedenis: een bewoningskern op vochtige bodem of "ter natte". De naam Ternat wordt vaak geassocieerd met de betekenis nat of vochtig, maar dit is wel wat eenvoudig. Een andere betekenisverklaring zou kunnen zijn : naad of grens van een wereldlijk of geestelijk domein in de Brabantgouw. Maar eerder moet men ernstig rekening houden met een oorsprong in het Romaans, het Keltisch of een verdwenen prehistorische taal. Scheld of Spotnaam van Ternat: kalen, zomerheren, Stom Loummek, zot Wammek, kaal Ternat, 3 parochies van den hond zijn gat. >Kaart van gemeente Ternat (www.google.be/maps) > Diverse informatie aangaande gemeente Ternat (wikipedia.org)
De leukste zegswijzen - Dei eeje man es mui ne pauipeplèkker (Haar man is voor niets goed) - A es't er mee opgezètj as nen ond mee zèn vloeën (Hij is al met een kleinigheid tevreden) - Dei klaun es vrieet andgedieëreg (Dat kind kan nergens afblijven) - Daune kost nogal lampettn ! (Die kan ferm zuipen) - K ben er nie skeeteg op oem ’t elpen (Ik ben er niet op gesteld om hem te helpen) - Da mensj begost dee te terrn (Die vrouw begint te dementeren) - A es dui mee zè gat in de beutter gevalln (Hij is daar goed terecht gekomen) - Da skuip kan ooit en fles uiver eetn ( De sukkel is graatmager) - Nen eezel zwitj va skauitn (Lui zweet is rap gereed) - Verniet gonj de konauinn nui de raur (Ik doe niets gratis)
De vroegste vermeldingen van de plaatsnaam Affligem zijn Afnegen (1096), Haffligeniensis (1100), Haflengeint (1105) en Affligiensis (1112)). De naam Affligem in haar huidige vorm komt voor het eerst voor in 1130. Hij komt voort uit het Germaanse *Abulingahaim, dat op zijn beurt is opgebouwd uit de persoonsnaam Abulo- (of Avilo-), het verzamelsuffix -inga en het het woord haim-az "huis, nederzetting". De naam van de gemeente betekent dus letterlijk "woonplaats van de mensen/stam van Abulo/Avilo". De gemeente wordt afhankelijk van de bron gerekend tot de streek Brabantse Koutersof het Pajottenland. Bijnaam van gemeente Affligem: De zotten. Daar zijn meerdere verklaringen voor. Volgens sommigen staat zot voor leuk en plezant.. Het feit dat er vroeger vanop de preekstoel gepreekt werd om a.u.b. uw velo eens te pakken en een lief te gaan zoeken in een andere parochie kan misschien ook een uitleg zijn. >Kaart van gemeente Affligem (www.google.be/maps) >Algemene informatie aangaande Affligem (wikipedia.org)
Het toponiemHalle is afkomstig van het Germaansewoord halha met de betekenis bocht in het hoogland. De oudst geschreven bron over het dorp dateert uit 1152 en vermeldt de naam Hallensis. In het Fransheet het stadje Hal, in vroegere tijden waren de toponiemen Halen, Hau en Hault (op het retabel van Jehan Mone in de Sint-Martinusbasiliek) in gebruik. In het boek van de Spaanse schrijver Alonso VásquezLos sucesos de Flandes y Francia, del tiempo de Alejandro Farnese uit 1614werd de stad Halla en Hao genoemd. In het Italiaans ten slotte heette Halle Hala. De inwoners van het Halle van vóór de fusie worden: "Vaantjesboeren" genoemd "boer" wordt hier gebruikt in de betekenis van "verkoper" of "venter", zoals bij "melkboer" of "patattenboer"; "vaantje" verwijst naar vlaggetjes waarop de zwarte madonna al dan niet met kanonballen staat afgebeeld. Zo'n vlaggetje werd tijdens processies of als bewijs van het afleggen van een bedevaart naar Halle verkocht. Vermelde bijnaam is niet van toepassing op de inwoners van het Halse gehucht Essenbeek die "Zavelkoppen" genoemd worden. >Diverse informatie aangaande stad Halle (blog vlaanderen)
Meise ontstond rond het kasteel Ter Meysse dat na de Tweede Wereldoorlog werd afgebroken. Het toenmalig dorp was in de perioden 1132Meyse en 1170Menza.
De plaatsnaam komt voor het eerst voor in de stichtingsakte van de abdij van Dieleghemin 1086 als Vulvrethem. Volgens sommigen gaat de benaming terug tot in de 4e of 5de eeuw na Christus, toen ook de plaats is ontstaan. Het deel Wolvert is afgeleid van de Germaanse persoonsnaam Wolfarten het deeltje em is afgeleid van heem, een veelvoorkomend toponiem dat "woonst van" betekent. Wolvertem betekent dus "woonst van (de familie van) Wolfart". Een andere, mythische, verklaring voor de naam is de verklaring dat Wolvertem betekent plaats waar de wolven woonden. Deze verklaring maakt deel uit van de Wolvertemse folklore. >Diverse informatie aangaande deelgemeente Wolvertem (wikipedia.org)
Vilvoorde ontstond op de plaats waar de Romeinse heirbaan van Assenaar Elewijt de Zenne kruiste. Hiervoor bestond er waarschijnlijk ook al een Nervische nederzetting op deze plaats, waar de Zenne gemakkelijk doorwaadbaarwas. De plaats, villa aan de voorde, wat als "villa aan de doorwaadplaats" begrepen kan worden, gaf stad Vilvoorde haar naam. De stad wordt gerekend tot de streek Brabantse Kouters. Bron: website stad Vilvoorde en wikipedia.org Bijnaam of spotnaam: Vilvoordenaars noemt men pjeierefretters. (paardenvreters) omdat paardenbiefstuk een Vilvoordse specialiteit is. >Diverse informatie aangaande stad Vilvoorde (blog vlaanderen)
Wisselwerking tussen r en l in verschillende Zuid-Brabantse dialecten - In woorden met –tel op het einde van een lettergreep en –r(s) op het einde van de voorgaande lettergreep verdwijnt de r. B.v. wortel -> weuttel, spartelen -> spettele, borstel -> beustel, worstelen -> weustele. - Indien er tussen de –r en de –el een p of een v staat (of soms ook met nog een andere medeklinker) is er plaatsverandering van r en l. B.v. dorpel -> deulper, kervel -> kelver. Soms: orgel -> eulger. Plaatsverwisseling van letters in een woord kan ook tussen andere letters dan tussen r en l. B.v. praline -> pernil (r gewisseld met klinker en l gewisseld met n). - Op het einde van een woord wordt –el omgevormd tot –er indien er nog een l voorafgaat. B.v. sleutel -> sluiter, lepel -> leiper, vlegel -> vleger, vleugel -> vluiger. In een zeldzaam geval moet er zelfs geen l voorafgaan. B.v. bengel -> binger. - Het omgekeerde kan zich ook voordoen. De eind-r wordt soms vervangen door een l. B.v. schorseneer -> schorseneil, jenever -> jenèvel. - In de deelgemeente Bertem wordt de begin-l van “liberaal” vervangen door een r: “riberool”. Dit lijkt wel een unicum. Vervanging van een dubbele d door een dubbele r Opvallend in de deelgemeente Bertem is het vervangen van dd door rr. B.v. schudden -> schurre, wedden -> weurre. Of in twee stappen: heb je -> édde -> érre, doe je -> dudde -> durre, ben je -> zèdde -> zèrre, ga je -> goëdde -> goërre, sta je -> steudde -> steurre. Maar Bertem staat hier niet alleen. In het Pajottenlands is het verschijnsel nog veel meer uitgesproken. B.v. schudden -> schirren, kudde -> kirre, middel -> mirrel, midden -> mirren. Of in twee stappen: bed -> bedde -> berre, pad -> padde -> parre, klod -> klodde -> klorre, vod -> vodde -> vorre, wat -> wadde -> warre, dat -> dadde -> darre. Bron: >http://korbeek-dijle.blogspot.be/ brabantse-dialecten >Vlaams-Brabant dialect (info op deze site)
Leefdaal Deelgemeente van Bertem. Uitspraak van Leefdaal: Leidel.
Wapenschild van gemeente Leefdaal.
De naam 'Leefdaal' is te herleiden tot twee Keltischedeelwoorden. Het eerste deel, 'Leef' komt van de oude naam van de rivier deVoer, de Laban. Daal is dan weer te herleiden tot vallei. De naam kan dus verklaard worden als vallei van de Voer. > Leefdaal (https://nl.wikipedia.org/wiki/Leefdaal)
De naam zou van Gallisch-Keltischeoorsprong zijn, met name van Ho-lar wat hoog gelegen open plaats in het bos betekent. De oude spelling is "Hoeylaert". Hoeilaart noemt men ook wel eens ‘het glazen dorp’ vanwege de grootschalige teelt van druiven die er tot in de tweede helft van de twintigste eeuw in verwarmde serres gedaan werd. Inwoners van de gemeente worden Hoeilanders genoemd. Scheld of spotnaam van Hoeilaart: doenders, kolenbrander, eieruiper, spekdief, stoefers. > Kaart van gemeente Hoeilaart (www.google.be/maps) > Diverse informatie aangaande gemeente Hoeilaart (wikipedia.org)
Het is de naam voor het Brabantsedialectdat men vanouds in Brussel spreekt. Sedert de late achttiende eeuw werd het geleidelijk aan vervangen door het Frans, en na de Tweede Wereldoorlog in geringere mate ook door het Algemeen Nederlands, waardoor nu nog slechts een klein deel der Brusselse bevolking deze taal spreekt. Thans staat de "platte" volkstaal van weleer echter in hoog aanzien en maakt het een revival door.
De term Brussels slaat in correct gebruik eigenlijk alleen op de taal van Brussel-Centrum, maar vaak wordt ermee verwezen naar alle dialecten uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Men geve zich er rekenschap van dat in de voorsteden van Brussel (inclusief Laken,Neder-Over-Heembeeken Haren, die deel uitmaken van de gemeente Brussel) andere dialecten worden gesproken, die soms zeer duidelijk van het Stad-Brussels afwijken. Hieronder zal op die verschillen worden ingegaan; wanneer er van Brussels sprake is wordt steeds het dialect van de binnenstad bedoeld. >Lees meer op www.wikipedia.org Taaleigen Onaangekondigde overgang van de ene taal in de andere Ei kreig va zainen adversaire ne coup d'tête in zain moegt.(Hij kreeg van zijn tegenstander een kopstoot in zijn maag.) Ei aa gienen débouchonneur.(Hij had geen ontstopper.) Il est kroemmeneil zat.(Hij is stomdronken). K'em a carrément de woeraait gezeit.(Ik heb je vierkant de waarheid gezegd.) De quinze ei gedérailleid on den aiguillage van den Avenue Louise.(De vijftien is ontspoord aan de wissel van de Louizalaan.) Cest une onnuzel treis. ('t Is een dwaze trien.) Ge zai nen imbécile.(Je bent een dwaas.) Il sort manger avec sa mokke.(Hij gaat uit eten met zijn liefje.) Tu deviens peike, tu sais, kameroet.(Je wordt een oud ventje, hoor maat!) Tu es un dikken broebeleir.(Je bent een grote blaaskaak.)
Specifieke woordenschat(vooral scheldwoorden) ne pei, e peike:een (oudere) man en mei, e meike:een (oudere) vrouw ne pottepei:iemand die graag een biertje lust (niet zo erg als drankorgel) ne labbekak:iemand die eerder flauw, vreesachtig van aard is caliche:zoethout calichezap: eig. sap van zoethout, d.i. een minderwaardige drank (vb. koffie) die niet lekker smaakt zievere:schertsen (het niet ernstig menen) > Da's giene ziever!(Dit is geen lachertje.) e mokke:een liefje (mokkel), vandaar een aardig meisje datere (> nen datereir):knoeien of treuzelen ne fafoel:iemand die houdt van snoeven, hovaardige kaoebere(> ne kaoebereir):in vuilnisbakken scharrelen
Rijke variatie aan scheldwoorden skieve lavabo, skieve archetec (onbekwaam architect), amelaiken dojker (heimelijke duiker, gluiperd), tallurelekker van t gasthois(bordenlikker van het ziekenhuis).
Franse stam + Vlaams suffix of omgekeerd fils-ke:jongen débouchonn-eiren:ontstoppen (vb. Ei aa gienen débouchonneur vi da fleske te débouchonneire) ne zwanz-eur:een lolbroek
Letterlijke vertaling van een Nederlandse uitdrukking naar het Frans (zelden omgekeerd), waardoor groteske fouten ontstaan: Jespère que ça va pas continuer à rester durer.(Ik hoop dat het niet gaat blijven duren.) Je fais faire mes grosses courses, hein motje. Tas rien besoin?(Ik ga mijn wekelijkse inkopen doen, hoor meisje. Heb je niets nodig?) Il a une pièce dans ses bottes.(Hij heeft een stuk in zijn laarzen). d.i. Hij is stomdronken) Arrive une fois, filske!(Kom 'ns, jongen!)
Op basis van dit laatste worden bij wijze van grap wel eens fictieve zinnen bedacht, zoals: Nous sommes chemin.(We zijn weg)
Het Zeeuws is een samenvattende benaming voor een samenhangende groep dialecten in het zuidwesten van Nederland, met name in de provincie Zeeland. De naam Zeeuws is al oud: het woord stamt uit de Middeleeuwen en is zélf een zuidwestelijk dialectwoord. In de talige betekenis treft men het ook al vroeg aan. Een door promotors van het Zeeuws vaak aangehaald citaat van Jacob van Maerlant(uit zijn heiligenleven van Sint-Franciscus) luidt: Men moet om de rime te souken Misselike tonghe [verscheidene talen] in bouken: Duuts, Diets, Brabants, Vlaemsch, Zeeus; Walsch, Latijn, Griex ende Hebreeus
Ze schounk een lytje bier in d'oude ronde komme In de plekke van melk om zedder te kun bakken Miek er twee op e keer voor nuuze gulzig monden En se kunde ze draeien ze was daerom nie dom!
Mee bruune potsuiker m'aet toen vele te vele Die suiker kwaam assan van djuuste over de schreve Beter en gekopper in velo op de dreve Zon'er kommyzekotche geen rysche of nie vele.
Op vasten Dyssendag en 'n dag van Lichtemesse 't Was 't eten van 's navers mee kaffie of mee bier Karnaval overtyd was een groote feeste hier In Duunkerke en Belle nog assan kerremesse!
Latijn, eenItalische taal, is oorspronkelijk de taal van deLatijnen, een volk dat vanaf het eerste millennium voor Christus in de streek Latium (het huidige Lazio, Italië) woonde. Het was de stad Rome die na 500 voor Christus in dit gebied haar politieke en militaire invloed vergrootte en zo haar taalbuiten de stadsgrenzen verspreidde. Rome werd de hoofdstad van het Romeinse Rijk, dat bleef groeien tot het in de tweede eeuw na Christus haar grootste omvang bereikte. Het Latijn werd de voertaal in het westelijke deel van dit rijk (terwijl Koinè-Grieks dat in het oostelijke deel was en bleef). >Lees meer op www.wikipedia.org
- 2023 Graaiflatie > wiktionary.org/wiki/graaiflatie - 2022 Klimaatklever >(wiktionary.org/wiki/klimaatklever)" - 2021: Knaldrang > Woord v/h jaar 2021 (wikipedia.org) - 2020: Knuffelcontact Naar aanleiding van de Covid-virus pandemie > Woord van het jaar 2020 - 2019: Winkelhieren Bij lokale bedrijven en winkels kopen. - 2018: Moordstrookje Definitie van moordstrookje: fietspad dat vlak langs een weg ligt en daardoor zeer gevaarlijk is. - 2017: Koesterkoffer Een koffer met tastbare herinneringen om een jong gezin te ondersteunen na het verlies van een kind: dat is de definitie van een "koesterkoffer" - 2016: Treitervlogger Een treitervlogger is iemand die filmpjes maakt van zijn vrienden terwijl ze ongein uithalen en waarbij de vlogger ze zelfs stimuleert. - 2016: Samsonseks Seks terwijl de kinderen naar de televisie kijken (genoemd naar het kinderprogramma 'Samson en Gert'). - 2015: Kraamkost Is een verse maaltijd, die kersverse mama's cadeau krijgen van visite, zodat ze zelf niet hoeven te koken. Zo kunnen de pas bevallen mama's (en de rest van het gezin) weer op krachten komen, zonder dat ze meteen weer in de harde realiteit van het huishouden gekatapulteerd worden. - 2014: Flitsmarathon Politieactie waarbij de hele dag intensief geflitst wordt. - 2013: Selfie Een selfie is een gefotografeerdzelfportret, doorgaans gemaakt met een smartphone of webcam.> Selfie woord van het jaar 2013 (www.wikipedia.org) - 2012: Frietchinees NaarChineseuitbaters vanfrietkotten(wikipedia.org) - 2011: Stoeproken Het roken buiten op straat op de stoep door het rookverbod. - 2010: Tentsletje Meisje dat bijvoorbeeld op een festivalweide met verschillende mannen seksuele betrekkingen heeft om zo een slaapplaats (meestal een tent) te hebben. - 2009: Ontvrienden Ook internetvriendschappen kunnen weer eindigen, en zo is ook 'ontvrienden' een mogelijkheid. Ontvrienden is het verwijderen van eerder toegevoegde vrienden van iemands contactenlijst op sociale netwerksites. > wikipedia.org/wiki/Internetvriendschap - 2008: Swaffelen Is het aantikken met depenis, vaak met herhaalde bewegingen, van andermans lichaam of een voorwerp. Swaffelen gebeurt veelal in een plagende, zwart-humoristischeof vernederende context, maar ook wel alsseksuele handeling. Bij de op eenpersoon gerichte variant wordt vaak dewangaangetikt. De penis is daarbij gewoonlijk slap of niet vollediggeërecteerd. > wikipedia.org/wiki/Swaffelen 2007: Bokitoproof bestand tegen (de gevolgen van) vernielzuchtig gedrag (van dieren) en vandalisme (van mensen).
Nederland
- 2023 Graaiflatie >wiktionary.org/wiki/graaiflatie - 2022 > Energiemoede (https://nl.wikipedia.org/wiki)" - 2021: Prikspijt> Woord v/h jaar 2021 (www.vandale.nl - 2020: AnderhalvemetersamenlevingWoord van het jaar (wikipedia.org)naar aanleiding van de Covid-virus pandemie - 2019: Boomer Persoon met gevorderde leeftijd. - 2018: Blokkeerfries Elk van de personen die in Friesland een wegblokkade hebben opgezet om anderen te verhinderen te demonstreren tegen een aspect van de sinterklaastraditie, door sommigen beschouwd als verdediger daarvan. - 2017: Appongeluk Van Dale omschrijft 'appongeluk' als "een ongeval waarbij een verkeersdeelnemer betrokken is die tijdens het ongeval aan het appen was". - 2016: Treitervlogger Een treitervlogger is iemand die filmpjes maakt van zijn vrienden terwijl ze ongein uithalen en waarbij de vlogger ze zelfs stimuleert. - 2015: Sjoemelsoftware Met het woord "sjoemelsoftware" wordt software aangeduid die bedoeld is om een auto bij emissietesten betere testresultaten te laten bereiken. Een auto getest (met aangepaste "sjoemel"software) voldeed wel aan de milieunormen, terwijl dezelfde auto bij dagelijks gebruik (zonder de gebruikte software) niet voldeed aan de gestelde eisen. >wikipedia.org/wiki/Sjoemelsoftware - 2014: Dagobertducktaks Het woord 'dagobertducktaks' werd in oktober 2014 voor het eerst gebruikt door de Nederlandse vakbond FNV, die er een voorstel mee aanduidde voor een verhoging van de belasting van spaargeld boven de honderdduizend euro. > wikipedia.org/wiki/Dagobert_Duck - 2013: Selfie Een selfie is een gefotografeerd zelfportret, doorgaans gemaakt met een smartphoneof webcam.> wikipedia.org/wiki/selfie - 2012: Project X-feest Project X Haren (ook wel bekend als het Facebookfeest) was een gebeurtenis op 21 september 2012 in het Groningse dorp Haren. Het begon met een uitnodiging voor een verjaardagsfeest van een meisje op de sociale media, maar mondde uit in een bijeenkomst van duizenden jongeren en rellen.> wikipedia.org/wiki/Project_X_Haren - 2011: Tuigdorp Tuigdorpverwijst naar een plek waarveelplegersgeïsoleerd van de samenleving kunnen wonen, bijvoorbeeld in wooncontainers. > wikipedia.org/wiki/Tuigdorp - 2010: Gedoogregering Minderheidsregering die voor besluitvorming op bepaalde beleidsterreinen gesteund wordt door een gedoogpartij, dat wil zeggen een partij die niet tot de regering behoort, maar een gedoogakkoord met de coalitiepartijen heeft gesloten. 2009: Twitteren Korte berichtjes van maximaal 140 tekens sturen naar je vrienden op een online sociaal netwerk.
Onderstaande tekst is geen dialect, wel een tekst waar de woordletters door elkaar gehaald zijn met uitzondering van de eerste en laatste letter.
Je kan ongetwijfeld de tekst lezen? Alle silme msenen knunen dit lzeen. Ik kon het neit glevoen teon ik het zag. Het fnemoeanl pwoer van je hrenesen deot alels op de jiutse vlogodre. Vloegns een sutide van de Unvireisadde van Cmabrigde, het maakt neit uit de vlogodre van de ltretes in een wrood, je meot aeleln zrgoen dat je de ereste en de latsate lteter op jisute pelk zet. De rset mag je een zoojte van mkaen. Dat kmot odmat je hrenesen neit lteetr per leettr, maar wel de gorep lteters bij eaklar. Luek he? Als je dit kan lzeen suutr door naar je virednen.
Blijf kijken en na enkele momenten kun je onderstaande tekst lezen! D323 M3D3D3L1NG L44T J3 213N T0T W3LK3 GR0T3 PR35T4T135 0N23 H3R53N5N 1N 5T44T 21JN. 1N H3T 83G1N W45 H3T 23K3R N0G M031L1JK D323 T3K5T T3 L323N, M44R NU K4N J3 H3T W44R5CH1JNL1JK 4L W4T 5N3LL3R L323N 20ND3R J3 3CHT 1N T3 5P4NN3N. D4T K0MT D00R H3T 3N0RM3 L33RV3RM0G3N V4N 0N23 H3R53N5. KN4P H3? D323 M3D3D3L1NG M4G J3 K0P13R3N 3N V3RD3R V3R5PR31D3N.
Neem ongeveer 10 seconden voor deze test, niet meer want dat is niet de bedoeling. Kijk daarna hieronder voor het antwoord: Hoeveel keer zie je de letter 'F' in het volgende stukje tekst :
FINISHED FILES ARE THE RE- SULT OF YEARS OF SCIENTIF- IC STUDY COMBINED WITH THE EXPERIENCE OF YEARS
Dat is het..
Nog niet naar beneden scrollen als je nog niet klaar bent met tellen hoor!
OK? Hoeveel? Drie? Fout, er staan er zes Het is geen grapje ! Lees het nog maar een keer en tel nog eens en kijk daarna hier onder. Hier komt de uitleg: De hersenen kunnen het woord 'OF' niet bevatten. Ongelooflijk he? Degene die de zes F's wel telt is een genie, vier of vijf is zeldzaam, en 3 is normaal. Minder dan 3? Dan heb je een nieuwe bril nodig!
Je moet dit even proberen! Het is een oefening van een orthopedische chirurg........... het zal je verstand doen schrikken en je wilt het keer op keer weer over doen om je voet niet de verkeerde richting op te laten gaan, maar.... het gaat niet. Het is voorgeprogrammeerd in je hersenen. Hier komt de oefening: 1. terwijl je nu achter je computer zit: til je de rechter voet van de vloer en maak kloksgewijs cirkels (dus rechtsom). 2. En nu, terwijl je voet nog bezig is teken je met je rechter hand het cijfer 6. En zie daar, je voet zal van richting veranderen.........
Gemeente spotnamen en hun ontstaan (deel 1) Spotnamen, spotverhalen, domme gezegden en geestigheden hebben altijd bij de mensen in een hoge gunst gestaan. De mens heeft steeds heel gaarne met zijn nabuur gespot! Zulks was reeds het geval in de oudheid. Tijdens de middeleeuwen en later ging het er al even erg aan toe. De naijver en afgunst die onze gemeenten bezielden was misschien wel de hoofdoorzaak van de gegeven spotnamen. Een tweede reden waaraan het ontstaan van spotnamen te wijten is, was de afzondering van de verschillende plattelandsdorpen. Er was gebrek aan gemeenschapswegen en er waren ook geen verkeersmiddelen. Onze voorouders bleven steeds binnen de perken van hun eigen gemeente en ze kwamen zelden of nooit in contact met de bewoners van andere dorpen, zodat ze mekaar voor vreemdelingen aanzagen. Dit alles gaf aanleiding tot wederzijds wantrouwen en onderlinge vijandschap. Om met de bewoners van de nabij gelegen dorpen te schimpen, nam men alles te baat. De kleinste gebeurtenis, het minste feit, werd verdraaid, vergroot en rondgebazuind. Deze feiten lagen dan meestal aan de basis van de spotnaam. Onze voorouders waren beslist niet kieskeurig met het kiezen van hun namen. Sommige schimpnamen waren wel wat plat en realistisch. Eens de spotnaam in voege, werd deze dan overgeleverd van geslacht tot geslacht.
De bijnaam van de Bruggelingen is Brugse zotten. Deze bijnaam danken ze aan volgende legende: nadat ze Maximiliaan I van Oostenrijk voor een tijd gevangen hadden genomen, verbood deze het houden van een jaarmarkt en andere festiviteiten. In een poging om hem te sussen, hield Brugge voor hem een groot feest en vroeg daarna voor de toelating opnieuw een jaarmarkt te houden, belastingen te mogen innen én ... het bouwen van een nieuw zothuis. Hij antwoordde: Sluit alle poorten van Brugge en je hebt een zothuis!. Tussen haakjes aanduiding van de provincie. Onder de link schuilt het ontstaan van de spotnaam.
♦West-Vlaamse dilect moppen Juul, 85 joar, ligt ip zin bedde in 't oedemannus. En ommetekè begunt ie do te roepen:
KOKSIEDE!! ..... OSTÈNDE!! ..... OOSTDUUNKERKE!!! ..... BREININGE!!! ..... DEN OANE!! ..... MIDDELKERKE!! .... en da goad azo mo deure toet da de verpleegstre komt aangestormd in zinne koamre. Lap, Juul ad ol héil zin bedde ondergescheetn... De verpleegster van: Moa Juul toch, aj nu achter de panne geroopn... en Juul: godver, kkost er nie ipkomn! ************************************************************************************** Tetten int westvlaamsch Zoon: "Moedre, oe skrievje tetten?" Moeder: "Emoa jongne, wuk nen parlee; Woa voarn ejje gie da noadig?" Zoon: "Voar in mien ipstel van 't schole, kwille skrievn: Voadre e nen nieuwn trekteur gekocht en tetten nog niemand gezien". ************************************************************************************** ♦Vlaams-Brabantse dialect moppen Twee Brabanders Zegt de een tegen de ander: Zeg, lette gij ?gelijk wel us op oewn cholesterol? Zegt de ander: Zekers wel, agg ik op de plee zit. Aggij op de plee zit? Joa, dan zit ik op de plee, k?k een bietje umme heen, zie k gin pleepapier en dan denk k, goh... leste rol ... ************************************************************************************** >>> Je kent een goede mop in het Vlaamse dialect laat het ons weten: andreotte@hotmail.com
Deze tekstkleur, buttons en afbeeldingen zijn aanklikbaar!
Op zijn Lokers gezegt - Pootjes worden bomen! Opgepast, je kan die niet blijven tergen als hij volwassen wordt slaat hij terug! - Wie de boom plant, velt hem niet! logisch de gemiddelde boom word 100 jaar. - Wie wil vind gemakkelijk een stok! Wie iemand wil kwetsen, zelfs ten gronde richten, heeft snel een reden gevonden. - Wie verder springt dan zijn stok lang is, valt in de gracht! Je mogelijkheden niet te buiten gaan. - Leun niet op een gebroken stok! Reken daar niet te veel op, je zal daar geen steun vinden! - Stokken in de wielen steken ! Dwarsbomen in een of ander plan. - Op mijn staak draait de meulen ! Ik heb het zwaarste te torsen, ik ben verantwoordelijk! - Ze zitten op onze staak ! Wanneer de eerste in rij van neven of nichten overleden is. - Bomen komen elkaar niet tegen, maar mensen wel! m. a. w.: wij zullen elkaar wel vinden, want wij hebben nog ee eitje te pellen. - Hoge klemmers diepe zwemmers sterven niet op hun bed! Hier bedoeld men het gevaar waaraan roekelozen zich blootstellen. - Een oude boom mag men niet verplanten! Een bejaarde die men uit zijn vertrouwde omgeving losrukt en een nieuwe levenswijze opdringt, kan dit niet aan! - Ge moet de boom buigen wanneer hij jong is! De vormgeving van de mens begint reeds op prille leeftijd! - Een man lijkt een boom! m. a. w. rijzig, breed geschouderd! - Hoge bomen vangen veel wind! zij die dagelijks in de kijker staan, een hoge plaatsbekleden in de maatschappij, ondervinden veel kritiek! Bron:Tijdschrift - De Souvereinen - Heemkring Lokeren. >Lokeren Waas dialect
Op zijn West-Vlaams op het toilet Osje no tvertrek goat, moeje op tvolgende letten: Ist voere kart of voere neure, Doet oltied de grendel op de deure,... Broek omleeghe, of je rok omooghe Azo bluft de bril oltied droge Ist voer e pisje of voe te kakken, Tis in de pot dat tmoet zakken En ejje nie vele gin tied, Ziet daje tpapier der nie neffens smiet, En pakjet tlatste blatje, Peinst ook op een ander zen gatje, Hier moeje nie lezen of de tied rekken Mor osghe vors goat an de sjas trekken, En otter e bitje an de pot bluft plakken Mag je grust de bustel pakken Zieje kleiren in orde en perfekt Osje ut thuzetje vertrekt, Vodaje vors goat, gepist of gescheten, Je nanden waschen nie vergeten, Oje gieder dus peist op ol die wenschen, Zieje gieder ook propere menschen!
Boetes in West-Vloanderen
Komme kik gistern ut het "Krutvat" in Ieper en stoat er do ne fliekk e boete te schrieven. ’k Zeggen tegen em: awel ist ol daje te doen et? Sukkels pakken die stille stoan in platse van die die te rap rien ? Woarop dat ie een nieuw brieftje pakt en were begint te schrieven. Smaad aan de politie zeker ? En ne stikt da brieftje tuschen de rutewaschers. ’k zeggen tegen em: gaon we dadde azo spelen, kleingjeestig vintje??? Wie peizje gie wel dajje zied???? Woarop dat ie were een brieftje pakt en begint te schrieven en were tussen de rutewascher stikt. 'k Zegge tegen em: 't is niet om dajje e blow uniformtje draagt dajje moe peizen daj gie olles meugt doen é, scheve lavabo, strandjanette, onderkruper... En were pakt ie een brieftje en begint te schrieven en were stikt ie dat tussen de rutenwascher. Pffffffffffffffff , kzin mien karre gedroaid , ie mochte schrieven zo vele dat ie wilde, 't was toch mien oto niet ......'k wosse kik met de velo.
Ostens toiletgedicht Voer ut t' ang in 't kleinste kam er tje. Ist voor e kart of voor e neure, doe de grendel op de deure Broek om leige, rok om oge, azo bluf j' overal droge Iste pisje of zient drollen, 't is int potje dan ze m oetn rollen Ook al i je gin tied, zorg da je 't papier ni der neffens sm iet Trek je a 't latste bladje, peist ook op de volge nden ze gatje Ier m oe je den tied nie rekken, m oa osje vord goatan de chasse trekken En ost achter 't chassen nog bluuf pla k k n, m eug je gerust de burstel pakken Zie je kléren wel perfect voa da je were vertrekt Voa da je vors goad nie vergeten ja nanden in te ziepen Dus o je peist op al die menschen, zie junder propere m enschen. >Oostends dialect
Tetten int westvlaamsch Zoon: "Moedre, oe skrievje tetten?" Moeder: "Emoa jongne, wuk nen parlee; Woa voarn ejje gie da noadig?" Zoon: "Voar in mien ipstel van 't schole, kwille skrievn: Voadre e nen nieuwn trekteur gekocht en tetten nog niemand gezien".
Westvlaams Och menschen van vlees en bloed een scheve splette een verfrommelde gazette stovers met frieten een krampe in je kieten een zatte kaffie met een koekstje den open hèèrd en een boekstje La Esterella die ziengt een lampe die spriengt een vat ütgegoten een stik in je kloten spügen in een zakstje 't kleur van een kakstje een belastiengsbrief een gewillig lief noois de pille vergeten j'n eigen name nog weten een büle in j'n otto zesse jüste met de lotto zeven dagen ip zeven een indeliks geweun moar gelukkig leven. > West Vlaams dialect
Nieuwjaarswenschen ip zen westvlams 't Is were zoverre de deure van (jaar…..) stoat ip a gerre een hèèl nieuw joar voor te leven met malkoar liefde in 't ménage tussen de vint en de vrouwe en is ter ol è keer miserie of boel smiet olleszins met gèn meubels moar zet j'ip ne stoel en laat het moar overwaaien da rottig gevoel want oe da je 't ook kèèrt of oe da je 't ook droait, 't is dedju stille woar dat 't nooit een kèr woait. Zie julder momenteel nog nie van de straote gèn paniek, t' is ip da vlak noois nie te loate want wa zeggen ol die tupperware demonstranten oen ze geconfronteerd worden met under klanten 'een dikke, een kromme, een schele of een dulle ip ieder potje past er een ulle'. Moar 'k wille ook nog teen en 't ander wenschen : 'k wensche julder wat da 'k zelve betrachte, bij dage een bitje werk, en ruste bie nachte. Als g' honger hebt, een bètje brood; als g’durst é, geen watersnood; geen schulden tenzij deze dat ge efnan kunt betalen met gepaste munt. En heel 't joar, lik of dat goat en stoat, geen pijne noch smerte aan je tanden of an 't herte. Kortom, 'k wensche julder 't beste voar noaste jare En 'k goa daarbie laten voor vandjare >West Vlaams dialect
Brugse dakwerkers
Twee Brugse dakdekkers tijdens de schafttijd : " Hebde gij da ook da uwen thermos lekt als ie in uwe kaba zit..? De kaffie zit weer tussen mijn boterhammen, verdoeme..!" "Ik heb daar entwad’op gevonden - kijk wat da ‘k ik over m'n kaffiepulle trekke...!!" (Hij toont een thermos met een condoom erover ) "Waar haalde gij da, zo ne kajoetsjoe...?" vraagt de andere. "Gewoon bij den apotheker.." "Aja.., dadde... Prakties hé, ik moe da ook hebben.." Na het werk gaat hij vlug naar de apotheker en zegt :"Madam, ik zoek een kajoetsjoe voor over mijn pulle.." De apothekeres zegt : "Ik vermoed dat ik begrijp wat u bedoelt. En hoe groot moet dat ongeveer zijn..?" De dakdekker toont met zijn handen hoe groot zijn thermos is en zegt : "Dertig centimeter lengte, tien centimeter diameter.." "Amai.., da's groot..!!" zegt de apothekeres verwonderd. "Ja, madammeke..," zegt de man," je moe weten, als wij gaan dekken, dan is da voor ne helen dag héé...!!"
Boetes in West-Vloanderen Komme kik gistern ut het "Kruutvat" in Ieper en stoat er do ne fliekk e boete te schrieven. ’k Zeggen tegen em: awel ist ol daje te doen et? Sukkels pakken die stille stoan in platse van die die te rap rien ? Woarop dat ie een nieuw brieftje pakt en were begint te schrieven. Smaad aan de politie zeker ? En ne stikt da brieftje tuschen de rutewaschers. ’k zeggen tegen em: gaon we dadde azo spelen, kleingjeestig vintje??? Wie peizje gie wel dajje zied???? Woarop dat ie were een brieftje pakt en begint te schrieven en were tussen de rutewascher stikt. 'k Zegge tegen em: 't is niet om dajje e blow uniformtje draagt dajje moe peizen daj gie olles meugt doen é, scheve lavabo, strandjanette, onderkruper... En were pakt ie een brieftje en begint te schrieven en were stikt ie dat tussen de rutenwascher. Pffffffffffffffff , kzin mien karre gedroaid , ie mochte schrieven zo vele dat ie wilde, 't was toch mien oto niet ......'k wosse kik met de velo
Pastoors Vier pastoors zitten samen een pint te drinken: een Brusseleir, een West-Vlaming, een Limburger en een Sinjoor. Ze klagen over het weinig volk dat nog naar de kerk komt. Zegt de Ket : wij hebben iets gevonden. In Jette zeggen we de Mis af en toe in het Brussels dialect en dan zit de kerk bomvol. Zegt de West-Vlaming : da doe me widder olle doage, mo ’t elpt nie. Zingt de Limburger : daaar kuuunen we niiiet aan deeenkne, waant daan duurt de miiis te laaang. Tenslotte den Antwerpeneir : spaaiteg da waai gien dialect emme.
Twee Brabanders Zegt de een tegen de ander: Zeg, lette gij ?gelijk wel us op oewn cholesterol? Zegt de ander: Zekers wel, agg ik op de plee zit. Aggij op de plee zit? Joa, dan zit ik op de plee, k?k een bietje umme heen, zie k gin pleepapier en dan denk k, goh... leste rol ... >Brabants dialect
Op zijn Gents Nen Gensche coiffeur es vrie fier op zijne poppegoi en zet hem in de zomer op nen statief voor zijn zoake. Moar iedere kier ois Jeanine, een schuun meiske van 20 joar, veurbij komt, roept diene poppegoi: "Doar zie, een hoere!"... Achter een tijtse begint ze da moe te worden en goa z'eur beklag goan doen bij diene coiffeur. Hij begrijpt de situose en beslist zijne poppegoi te straffen deur hem ghielegans zwart te schilderen. "Vwala" zegt hij, "neu zieder uit gelijk een lieleke kroije, en da blijft ezuu, zulange dadde nie broave zijt.". Ois Jeanine de volgende dag passeert, zwijgt diene poppegoi in alle toalen! Natuurlijk es ze verwonderd over die verandereinge, en ze zegt tegen diene poppegoi: "Awel moatje, neu edde wel veel minder proat hé ?" En de poppegoi replikeert: "Ois’ek mijne smoking aan hen, tons klap ik nie tegen hoeren"!..
Gents dialect
Main Kate 'k é veur de mainse , al tien en tander gedoin moir achteraf, zien ze eu nie mier stoin ik probeer ze in te schate moir ké mier vriendschap van maain kate ik ben giene rechter, en 't és uuk giene wains want tenslotte, ben ik zailve moir ne mains moir 'k é ma gister weest bezate in 't gezailschap van maain kate soms ben 'k triestig, en toens kaaikt ze noir ma mee die grute oranje ugen in toens spin ze der nog ba gelaak veur te zegge "moir boiske toch, ge't ma toch nog" z'é ma nog nuunt of nuunt of nuunt bedroge in ge begraaipt wel, z' é ma nog nuunt beloge dus ik leg eur in de wate ik leg eur in de wate soms slope'k ba eur op de mate ik in main kate Bron: Gus Roan - www.euro-support.be/langbel/gent3.htm >Gents dialect
Antwerps bejaard koppel
Een hoogbejaard koppel Antwerpenaren komt binnen bij de plaatselijke apotheker in de wijk Seefhoek. De stokoude dame, “Goeiendag menier den apotheiker, verkoepte ga hier Viagra?” “Ja natuurlijk mevrouw” “En hedde gaaj incontinentiemateriaal voor volwassen vraauwen” “Uiteraard mevrouw” “En voer venten?” “Tuurlijk da!” “Medicamenten tegen jicht” “Ja” “Tegen reuma”!?” “Ja!!” “Pillekkes tegen aderverkalking?” “Ja!!!” “Medikamentjes tegen cholesterol, aawerdoemsdiabetes, cataract, slechten bloedsomloop, oerapparaten…!?” “JA,JA,JA,JA EN NOG EENS JA!! Mevrouw, vanwaar deze vragen allemaal!?” “Tja menier; Welle verbleiven in ’touwemannekeshuis, hier aan ‘tStuivenberg, gon binnen een maand mé mekaander traawen, en vroegen ons af of wij eventueel onze huwelijkslijst hier meuge leggen..?”
Vlamsch over de schreve 't Is schoone, Vlamsch te klappen! Vlamsch klappen of horen klappen is lyk een oud spelding Uut ekomt van een doze in ’n kelder of in 'n zolder 'T is een lytje oude mode maer oek een lytje schonder Nie diere ni gekoop de tale van 'n Vlaming. 'N maendag op mets e keer 'k gaen te voete op mart 'T is beter in 'n zomer 't is schoon were om te klappen Me drinken een teugsje kaffie eten brood nieuw ebakt Mee oude kennissen in d'herberge me lachen. Me klappen van 'n ouden tyd van 'n prys van de groenselen An me kwaam in velo van Steenvoorde of Kassel Alleman in dien tyd kunste in ’n Vlamsch zeggen: "A't je blieft Meneer een kilo schoone wettels!". Docteurs en notaeris pasters en cholekosters Klapste dikkers goe Fransch maer kunde Vlamsch verstaen Ze waeren van 'n Westhoek en kwaam were in 'n zomer Vare van groote scholen nulder Latin verloren! Bron: www.sip.be/dialect/scholen/ >West Vlaams dialect
Zeeuws dialect
Verjaerdag De doôze mee gebak stae al een uure op een koele plekke in de schuure klam te worren deu ’t wachten op de gasten ’t is keurig gesorteerd zonder mokka en zonder schuum vuuftien stuks da’s lekker ruum de mist trekt in dunne slierten over ’t pas gespitte ’of kael is ’t wachten op de gasten mae lank za ’t nie meer dure vor een feêstje tussen moorkop, romoorn en appelpunt: de muzen bin d’r eerder as de buren Bron: Arie de Viet - http://people.zeelandnet.nl/evenhuis/noe8.htm >Zeeuws dialect
Dialect versje
Charelken Vereecken Ik ben Charelken Vereecken, en ik kan goed speken. Dat komt ik ben gezond met mijn sjieksken in mijne mond. Laatst geleden kwam ik langs een dam, k'had moeie benen en ik nam de tram. Pas gezeten op een houten banket, las ik op een houten planchet,"Défense de cracher sur le plancher". En daar ik nog wat frans verstond dacht ik ,wat ik hier niet speken mogen en ik spikte op de grond , juist toen de conducteur kwam rond Hela, riep die bleke, t'is hier verboden te speken! 'k zal a pakken zelle kapoen, en k 'spikte op zijne schoen. Kerel, dat zal ik u beletten, en ik spikte op zijn trambiljetten. 'T is e schandaal riep een maske, en ik spikte in haar kabasken. Smijt hem buiten riep een cherie en ik spikte in hare misenplie. Toen kwam de gardevil, en 'kspikte op zijnen bril maar dan vloog ik natuurlijk naar buiten, maar in de gauwte spikte ik nog ne keer goed op de ruiten. In het bureau gekomen had ik het lol, 'kspikte gans den directeur zijnen inktpot vol, maar toen deze kwam en zei: Kerel doe dat nog eens voor mij! Pardon mijnheer ken hem geen sjiksken of geen speeksel ni meer.
Beste bezoeker als je weet uit welke streek Stad of Gemeente het dialect van dit versje komt wil je dan zo goed zijn een mailtje te sturen naar: andreotte@hotmail.com
Beverse gezegdes - Als iemand geweldig aan het bluffen is over b.v. zijn inkomsten of eigendom! Geef de stoefer eeb brood, de klager heeft geen nood! - Ge moet niet altijd geloven wat men u probeert wijs te maken! Ver van de deur liegt schoon! - Een werkje van lange duur! Het gaat vooruit gelijk bonen knopen! - Als men een aardsluiaard beschrijft. Hij draagt een revolver.... om diegene dood te schietn die nog luier is! - Iemand voorbij lopen zonder te spreken! Die loopt mij voorbij zoals de Schelde door Antwerpen - Ge moet niet klagen als je gelukkig bent! Ge moet ons Heer niet slaan tewijl hij zalft. - Liever ne mutten dan nen ezel want da blijfde mor één joar !!! Bron:Gisela - seniorennet.be/kantklossen/ >Beveren Waas dialect
Limburgs og minse va vleejs en blood een sheef plooat een verfroemelde gezet frit me stoofvleejs krampen in oer keite medecamente beursaccedenten een sjat kaffee met ee keekske de'n oope hééd en ee beekske la estrella dei zingt een vat ootgesjet en e sték in ur kloete kotse in e zekske de kleer van e kakske een belastingbrief e gewilig lieef nog noeit de pil vergeete oere éége noam nog wééte een bléts in oere ooto zes juste op de lotto zeve doag op zeve en in de wéék mer gelekig leeve >Limburgs dialect