Retro-Songteksten: Evergreens, Classics, Old-Time Favourites, Hits Uit Onze Jeugd
Dit blog (met dank aan seniorennet) is enkel voor NIET-commerciële doeleinden. Alle songteksten zijn uitsluitend eigendom van hun respectievelijke copyright eigenaars; dus ga de muziek kopen die je mooi vindt, zo steun je de artiest.
NON-profit, non-commercial blog, to help preserve the songs of our youth; hence for entertainment only. All lyrics are the copyright of their respective owners; you are encouraged to go buy their music.
Ik Ben Alleen Vannacht Composer(s): Johnny Blenco; N. Lambre Performer(s): Johnny Blenco
Ik ben alleen vannacht Zo heel alleen vannacht Dit had ik niet verwacht Had ik nooit gedacht
'k Wou met jou samen zijn Een nacht lang samen zijn Ik heb vergeefs gewacht Ben eenzaam vannacht
Vannacht zal ik weer van je dromen, zie ik jou weer bij mij komen maar als ik dan zal ontwaken zul je toch niet bij me zijn Zo zal ik mezelf bedriegen, ja ik zou mezelf beliegen Want m'n hart verdraagt 't niet dat je mij voorgoed verliet
Ik ben alleen vannacht Zo heel alleen vannacht Ik heb vergeefs gewacht Ben eenzaam vannacht
Vannacht zal ik weer van je dromen, zie ik jou weer bij mij komen maar als ik dan zal ontwaken zul je toch niet bij me zijn Zo zal ik mezelf bedriegen, zou mezelf beliegen Want m'n hart verdraagt 't niet dat je mij voorgoed verliet
Ik ben alleen vannacht Zo heel alleen vannacht Ik heb vergeefs gewacht Ben eenzaam vannacht
Ik Kreeg Toen De Schuld Van Jou Composer(s): P. Kartner Performer(s): Corry Konings
Ik kreeg toen de schuld van jou Maar jij was mij ook niet trouw Toch liet jij mij hier alleen Waar moet ik nou heen Jij hebt mij geluk gebracht Nooit had ik er aan gedacht Dat het ooit nog stuk zou gaan Kijk mij eenmaal aan
Wanneer komt de tijd dat jij me weer trug wil zien Of heb je voorgoed een ander na mij misschien Is het nu tussen ons dan voorgoed voorbij Eens heb jij mij toch gezegd, jij bent altijd van mij
Waarom ging die droom voorbij Want jij houd niet meer van mij Niets was mooier op deez aard Niets was toch meer waard
Ik kreeg toen de schuld van jou Maar jij was mij ook niet trouw Toch liet jij mij hier alleen Waar moet ik nou heen
Wanneer komt de tijd dat jij me weer trug wil zien Of heb je voorgoed een ander na mij misschien Is het nu tussen ons dan voorgoed voorbij Eens heb jij mij toch gezegd, jij bent altijd van mij
Ik kreeg toen de schuld van jou Maar jij was mij ook niet trouw Toch liet jij mij hier alleen Waar moet ik nou heen Waar moet ik nou heen
Mensen Van Achttien Performer(s): Wim De Craene & Della Bossiers
Wat doet een jongen van achttien na schooltijd nog op straat Is er geen bus meer om dit uur die de richting van zijn huis uitgaat Zoekt hij een vriend op in de stad Omdat hij soms zijn sleutel vergat Moeder staat beslist op wacht Dat hij maar thuis komt deze nacht
Wat doet een meisje van achttien wanneer ze praten wil met jou Ze vraagt zich af of het wel kan dat je naar haar niet even luisteren zou Maar je bent altijd in de weer Dus nu niet maar een andere keer Wie heeft haar het laatst gezien Ze nam de trein van kwart voor tien
Waar gaan zo'n mensen dan naartoe Misschien zijn zij dit leven zo moe Morgen gaan ze vast alleen Kiezen de weg en gaan dan heen
Wat doet een jongen van achttien op de snelweg 's avonds laat Komt er geen auto rond dit uur die de richting van zijn plan uitgaat Met een rugzak en een handig boek Gaat hij naar iets anders op zoek Iemand zei iets van verbond Hij is op weg naar Franse grond
Wat doet een meisje van achttien op een avond in de bruine kroeg Ze is op doorreis in de stad en trekt weer verder morgenvroeg Iemand biedt haar een bed voor de nacht Zo'n jongen waar je uren op wacht Sluiten ze een nieuw verbond En gaan op weg naar Franse grond
Waar gaan zo'n mensen dan naartoe Misschien zijn zij dit leven zo moe Morgen gaan ze vast alleen Kiezen de weg en gaan dan heen
't Is veel minder dan zoveel bedoeld Veel gewoner dan gewoon t Overkomt je ook wel eens een keer Maar t verdwijnt ook weer gewoon Zag je wat je toen kon zien Aan zo n mensen van achttien
Lalalalala, zegt de zon in zijn body als hij dicht naast haar ontwaakt Als hij even met zijn vinger aan haar kleine borstjes raakt Hij kruipt heel even dicht bij haar Ze vrijen zich weer diep in elkaar Niemand heeft dit ooit gezien Zo'n schoonheid van achttien
Waar gaan zo'n mensen dan naartoe Misschien zijn zij dit leven zo moe Morgen gaan ze vast alleen Kiezen de weg en gaan dan heen
Mensen Om Me Heen Composer(s): Lennaert Nijgh; Boudewijn de Groot Performer(s): Boudewijn de Groot
Wanneer de zon een cirkel is Een cirkel in een cirkel is van vuur Op dat uur, heb ik mensen om me heen Nee, ik ben niet alleen, nee, niet alleen Oranjerode vlammen van de rozen, rozen, rozen, rozen, rozen, rozen, rozen Oranje boven, oranje boven Lag uit het bos, zo groen als mos Ik heb m'n vrienden om me heen gekozen Om de liefda-a-a-ah kan je geloven in iets anders Want samen zijn en 1 te zijn, alleen zijn met elkaar Pa pa pa pa pa pa pa pa pa pa pa pa pa We zuchten, schemer, duister Mensen om me heen Gezang en zacht gefluister Mensen om me heen Muziek en lege vazen Mensen om me heen Het dansen van de dwazen Mensen om me heen En bootje roeien, stoeien en de boterbloemen bloeien Een zonnebloem, een bereklauw, de hemel ligt grijs helderblauw Pa pa pa pa pa pa pa pa pa pa pa pa pa Wanneer er witte sterren zijn Maan en planeten ver en zij en zacht, lag een nacht Dan heb ik mensen om me heen Nee ik ben niet alleen, nee, niet alleen Oh nacht omdat ik jou zocht in de zomer Zomer, zomer, zomer, zomer, zomer, zomer, zomer, zomer Verbande vijver in het woud En overal de warme geur van honing In de winda-a-a-a kon ik geloven in iets anders Daar altijd zijn en eeuwig zijn, voorgoed en overal Pa pa pa pa pa pa pa pa pa pa pa pa pa Met kinderen en dieren Mensen om me heen Midzomernachtmis vieren Mensen om me heen En liggen bij het vuur Mensen om me heen Om vijfentwintig uur Mensen om me heen De liefde zonder kleren en steeds iets anders leren En dansen met de harteband, een lied dat niemand anders kent Tsja la la la la la la la do dom La la la la la la la la la Wanneer de ijzel pijzel De wolkenstamp tot sneeuw verdampt En engelenhaar Dan heb ik mensen om me heen Nee ik ben niet alleen, nee, niet alleen Een groep van vrienden in het rond te rollen, rollen, rollen, rollen Dat gaat naar Den Bosch toe zoete lieve Gerritje Kon ik me warmen aan hun vuur Maar een uur van kristallijnen schubben Zal ons scheiden, ha-a-a-a-ad ik maar een hamer in de morgen Die breken zou de glazen kou van stilte om me heen Pa pa pa pa pa pa pa pa pa pa pa pa pa Mensen om me heen Mensen om me heen Nooit alleen, nooit alleen Mensen om me heen Mensen om me heen Mensen om me heen Mensen om me heen
Maanlicht English & French Titles: Memory; Nos Souvenirs Composer(s): Andrew Lloyd Webber; Trevor Nunn Performer(s): Ann De Winne (Originally performed by: Elaine Paige)
Maanlicht, wend je blik naar het maanlicht Volg de stem van je dromen Wees bereid, laat je gaan Vind je eenmaal de zin van wat geluk ook weer is Een nieuw leven breekt dan aan
Maanlicht, heel alleen in het maanlicht Droom ik hoe het voorbij vloog Oh, hoe mooi was ik toen Nooit vergeet ik de tijd dat ik geluk nog begreep Ach, die tijd weer overdoen
As en walm van avondrook De ochtendnevel huivert Er dooft een lamp Alweer een nacht ten einde Alweer een nieuwe morgen
Daglicht, op de zon moet ik wachten Aan een nieuw leven denken Ik moet sterk zijn, vol kracht Als het licht wordt zal deze nacht herinnering zijn En begint een nieuwe dag
As en walm van avondrook De ochtendnevel huivert Er dooft een lamp Alweer een nacht ten einde Alweer een nieuwe morgen
Streel me Laat me niet meer alleen zijn Met wat ik me herinner van mijn tijd in de zon Raak me aan en dan weet je wat geluk ook weer is Kijk, een nieuwe dag begon
Heimwee Titles In Other Languages: Minderne Er Skabt Af Dig; Memories Are Made Of This; Les Souvenirs Sont Faits De Ça; Heimweh (aka Brennend Heißer Wüstensand) Composer(s): Terry Gilkyson; Richard Dehr; Frank Miller; Johan Verminnen Performer(s): Bart Kaëll (Originally performed by: Mindy Carson)
Zo mooi, mooi was die tijd Zo mooi, mooi was die tijd
'k Zit te dromen op een strand Ver, zo ver mijn vaderland Geen kus, geen groet Geen hart, geen moed De zee die is zo wijd, zo wijd 'k Wil bij mijn vrienden zijn En proeven van de wijn Rozen die bloeien in de tuin Het gras is altijd groen Waar is die eerste zoen Elk beeld vervaagt met de tijd
Harde jaren, weinig loon Alles wordt zo heel gewoon Geen kus, geen groet Geen hart, geen moed De zee die is zo wijd, zo wijd 'k Wil bij mijn vrienden zijn En proeven van de wijn Rozen die bloeien in de tuin Het gras is altijd groen Waar is die eerste zoen
Aan de hemel staat een ster En die wenkt van ver, heel ver 'k Verwijt met spijt De pijn, de tijd De zee die is zo wijd, zo wijd 'k Wil bij mijn vrienden zijn En proeven van de wijn Rozen die bloeien in de tuin Het gras is altijd groen Waar is die eerste zoen Elk beeld vervaagt met de tijd...
Zelfs Al Kwam Je Terug French & Italian Titles: Même Si Tu Revenais; Non È Casa Mia Composer(s): Vline Buggy; Bernard Kesslair; Jacques Chaumelle; Ingrid Mank Performer(s): Isabelle A (Originally performed by: Claude François)
Een verlaten weg in een lege stad een gesloten hek een vergeten pad aan het eind daarvan een verloren droom het is ons huis zo leeg en onbewoond achter elke boom een herinnering aan de tijd waarin alles vanzelf ging en in onze tuin waar zoveel tijd inkroop staat een bord met 'huis te koop'
Maar zelfs, zelfs al kwam je terug t'is te laat je bent te ver gevlucht en mijn hart is eindelijk weer van mij ik zet geen stap meer terug ik ga niet meer opzij Want zelfs, zelfs al kwam je terug t'is te laat je bent te ver gevlucht en mijn hart is eindelijk weer van mij zelfs al kwam je terug je hoort er niet meer bij
Het heeft lang geduurt voor het over was voor ik alle wanhoop weer te boven was nu ik niet meer smachtend op je liefde wacht is het zoveel mooier dan ik dacht en mijn huis is klein en mijn bed is leeg elke ochtend maak ik thee voor mij alleen ik heb geen paleis in een koninkrijk maar heb mijn vrijheid terug dus ben ik rijk
Maar zelfs, zelfs al kwam je terug t'is te laat je bent te ver gevlucht en mijn hart is eindelijk weer van mij ik zet geen stap meer terug ik ga niet meer opzij Want zelfs, zelfs al kwam je terug t'is te laat je bent te ver gevlucht en mijn hart is eindelijk weer van mij zelfs al kwam je terug je hoort er niet meer bij
Maar zelfs, zelfs al kwam je terug t'is te laat je bent te ver gevlucht en mijn hart is eindelijk weer van mij ik zet geen stap meer terug ik ga niet meer opzij Want zelfs, zelfs al kwam je terug t'is te laat je bent te ver gevlucht en mijn hart is eindelijk weer van mij zelfs al kwam je terug je hoort er niet meer bij
Zelfs al bied je mij je excuses aan ja zelfs al zou je smekend op je knie?n gaan ik geef niet meer toe aan verloren tijd t'is voorgoed gedaan je bent me kwijt
(maar zelfs) Maar zelfs, zelfs al kwam je terug t'is te laat je bent te ver gevlucht en mijn hart is eindelijk weer van mij ik zet geen stap meer terug ik ga niet meer opzij Want zelfs, zelfs al kwam je terug t'is te laat je bent te ver gevlucht en mijn hart is eindelijk weer van mij zelfs al kwam je terug je hoort er niet meer bij
1948
((Adapted from: Alone Again (Naturally) (by Gilbert O'Sullivan) - 1972))
Composer(s): Gilbert O'Sullivan - Kees Van Kooten - Wim De Bie
Performer(s): Gerard Cox - 1972
Buiten huilt de wind om 't huis
Maar de kachel staat te snorren op vier
Er hangt een lapje voor de brievenbus
En in de tochtigste kieren zit papier
Wij waren heel erg arm en niemand hield van ons
Maar we hadden thee en nog geen tv
Maar wel radio en lange vingers
We gingen nog in bad, haartjes nat
Nog even op, totdat vader zei: "Vooruit, naar bed"
Dan kregen we een kruik mee
Gezichten op 't behang
Maar niet echt van binnen bang
Toen was geluk heel gewoon
Buiten huilt de wind om 't huis
Maar moeder breit een warme sjaal
En het ganzebord op tafel
stond er de volgende moregen nog helemaal
Ook gingen wij naar 't bos
Daar zijn we toen verdwaald
Van de wag geraakt, carriere gemaakt
Heel die pannekoekensmaak vergeten
En Nederland herrees onder Drees
Fanny Blankers Koen die won vier maal goud in Londen
Als je jokte was dat zonde
De legpuzzle kwam klaar
In het derde vredesjaar
Toen was geluk heel gewoon
Die schooltas bleek het eerste teken
Dat de zaak wal was bekeken
Voor zover je zonder plechtsbesef
Je leven leed, je leven leed
Buiten huilt de wind om 't huis
Maar binnen stond de kolenkit paraat
En de stoep waarop geknikkerd werd
Was het belangrijste stukje van de straat
En Nederland was groot en niemand ging nog dood
En gezelligheid kende nauw'lijks tijd
Bij waxinelichtjes van Verkade
We gingen nog in bad, haartjes nat
Nog even op, totdat vader zei: "Vooruit, naar bed"
Dan kregen we een kruik mee
Gezichten op 't behang
Maar niet echt van binnen bang
Toen was geluk heel gewoon
Melk En Honing Composer(s): Rob Chrispijn; Henk Temming Performer(s): Herman Van Veen
Op de dag van jouw ontstaan Had je moeder juist haar C & A'tje aan En je vader droeg een grijze suede jasje Samen zijn ze op die zondag Artis in gegaan Verbaasd dat 't zo zacht was voor de tijd van 't jaar Ze keken naar de dieren in de kooi en naar elkaar Verlegen schoof je moeder dichterbij Waar zij geen naam voor kon bedenken, dat werd jij Je vader was die dag de prins, je moeder een prinses Gezegend door een zonnekoning Werd jij de bekroning op per ongeluk-expres
Op de dag van jouw ontstaan waren alle bomen net begonnen Zich op te maken voor een nieuwe lente Die al weken in de lucht hing, maar toen van start kon gaan Je vader was een zwijger maar hij praatte honderduit Je moeder, in de schaduw, genoot van zijn geluid En 't vreemd geluksgevoel daarbij Waar zij geen naam voor kon bedenken, dat werd jij
Jouw vader was die dag de prins, je moeder een prinses In een land van melk en honing werd jij De beloning, per ongeluk-expres
En al hebben ze dan later, volgens jou Elke fout gemaakt die mensen ook maar maken Die eerste keer schreeuwden mussen 't van de daken En was de hemel van 't allerDelftste blauw
Op de dag van jouw ontstaan Stonden ze, als bij afspraak, op En in een omgebouwde zolderkamer Die 't daglicht nog verdragen kon Heeft ze haar jurk toen uitgedaan De hartstocht en de aandacht waar 't later aan ontbrak Gaf hen vleugels, en ze vlogen hoog boven het dak Getekend voor 't leven, allebei 't Beste dat ze konden geven dat werd jij
Jouw vader was die dag een prins, je moeder de prinses Aanbeden op een bovenwoning Jij werd de bekroning op per ongeluk-expres
Jouw vader was die dag een prins, je moeder de prinses Aanbeden op een bovenwoning Jij werd de bekroning op per ongeluk-expres
Hebben van die wapperende voeten Lopen altijd overal tegenop Weten helemaal niet wat ze moeten Kauwen dus de hele dag maar drop Moeten oude jurken van hun grote zusjes aan Die hun moeders hen nu juist zo enig vinden staan Houden niet van zomerkampen moeten daar toch heen En zijn daar met z'n honderden verschrikkelijk alleen
Meisjes van dertien, niet zo gelukkig Meisjes van dertien, en net tussenin Te groot voor de poppen, te groot voor de merels Te klein voor de liefde, te klein voor de kerels Met een glimmende neus En met knokige knietjes En in hun dagboek Staan de kleine verdrietjes Meisjes van dertien, vlak voor 't begin Meisjes van dertien, er net tussenin
Hebben van die dromerige koppies Hebben van dat dunne steile haar Willen niet meer samen met de jongens Willen nou alleen nog met elkaar Giechelen bij de naam van 't onbereikbare idool Giechelen om hun vader en de leraren op school Giechelen van ongemak en giechelen van spijt Giechelen zich een weggetje naar een betere tijd
Meisjes van dertien, niet zo gelukkig Meisjes van dertien, en net tussenin Te groot voor de poppen, te groot voor de merels Te klein voor de liefde, te klein voor de kerels Nog nergens een vrouw, ja van boven voorzichtig Maar verder nog nergens, nog te dun en te spichtig Meisjes van derien, droom er maar van Meisjes van dertien, giechel maar an
Hebben van die rusteloze voeten Lopen daardoor overal tegenop En 't is ook wel verwarrend wat ze moeten Een baan, een man, een kind en hogerop Rennen van hun werk, via de creche naar 't cafe En moet 't kind dan eerst naar bed, of nemen we 't mee En als je nog geen kind hebt: kan dat wachten of moet dat nu En eten we weer sousjies, of toch aardappels met jus
Meisjes van dertig, niet ongelukkig Meisjes van dertig, er net tussenin Te oud voor 't zomaar wat vlind'rende leven Te jong om een toekomst uit handen te geven Ze hebben succes en een heleboel plannen Maar krijgen daardoor vaak problemen met mannen Meisjes van dertig, vlak na 't begin Meisjes van dertig, d'r weer tussenin
Hebben iets van heimwee in hun ogen Hebben van dat doorgewaaide haar Willen best wat delen met de jongens Maar willen ook nog heel graag met elkaar Giechelen, net als vroeger, bij een drankje en muziek Giechelend langs de rekken van een lekkere boetiek Giechelen om niet te huilen, om de wereld en de tijd Maar een giechelende meid is niet op morgen voorbereid
Meisjes van dertig, niet ongelukkig Meisjes van dertig, er net tussenin Te oud voor: we zien wel, 't komt allemaal later Te jong nog voor wijn die vermengd is met water Voor altijd een vrouw; in gedachten soms even Dat meisje van dertien, dat wacht op 't leven Meisjes van dertig, maak d'r wat van Want 't leuke van dertig, dat alles nog kan
Ik weet waaraan je denkt, Marjolijne Aan die man met dat nobele gezicht Zijn lei is schoner dan de mijne Allicht, allicht
Maar denk eens aan al die wichtjes die je bij hem krijgen zou Al die nobele gezichtjes, niks voor jou, niks voor jou
Doe je wollen sokjes aan, Marjolijne Kom langs de zoldertrap zo zachtjes als je kan Waarom denk je dat die maan daar staat te schijnen Marjolijne, ik word er zo weemoedig van Hier beneden ligt een perkje te geuren Het decor voor het begin van een roman Waarom blijf je nou nog boven zitten zeuren Marjolijne, Marjolijne, Marjolijne, doe je wollen sokjes aan
Ik weet waaran je denkt, Marjolijne Aan die schlemiel met dat parelgrijze vest Zijn banksaldo is hoger dan het mijne Weet ik best, weet ik best
Maar denk eens aan al die visite die je bij hem krijgen zou Allemaal vesten in de suite, niks voor jou, niks voor jou
Doe je wollen sokjes aan, Marjolijne Kom langs de zoldertrap zo zachtjes als je kan Waarom denk je dat die maan daar staat te schijnen Marjolijne, ik word er zo weemoedig van Hier beneden ligt een perkje te geuren Het decor voor het begin van een roman Waarom blijf je nou nog boven zitten zeuren Marjolijne, Marjolijne, Marjolijne, doe je wollen sokjes aan
Ik weet waaraan je denkt, Marjolijne Aan die vent met dat ravenzwarte haar Zijn haar is dikker dan het mijne 't Is waar, 't is waar
Maar denk eens aan al die knulletjes die je bij mij krijgen zou Allemaal donkerblonde krulletjes, die van jou, die van jou
Doe je wollen sokjes aan, Marjolijne Kom langs de zoldertrap zo zachtjes als je kan Waarom denk je dat die maan daar staat te schijnen Marjolijne, ik word er zo weemoedig van Hier beneden ligt een perkje te geuren Het decor voor het begin van een roman Waarom blijf je nou nog boven zitten zeuren Marjolijne, Marjolijne, Marjolijne, doe je wollen sokjes aan
Marina Composer(s): Rocco Granata Performer(s): De Strangers (Originally performed by: Rocco Granata)
Marina, o yo te quiero
In Spanje in het zonnige Sevilla Daar woont een lieve schat, ze heet Marina Ze danst in het café la cucaracha t Is daarom 's avonds altijd even vol Je vindt er praktisch iedere torero Die zwaaien dan geestdriftig hun sombrero En roepen luid: Marina, yo te quiero Zo brengt ze iedereen het hoofd op hol
Marina, Marina, Marina Kom dans nog een keertje voor mij Marina, Marina, Marina Dan maak je mijn hart weer zo blij Als ik jou zie draaien Met je rokken zwaaien Sta ik in lichterlaaie Dat noemt men temperament En wil jij mij trouwen Laat ik een villa bouwen Ja het zal je nooit berouwen Wanneer je bij me bent (x2)
wanneer je bij me bent ik geef je al mijn geld wanneer je bij me bent, olé
Ik zat aan het ontbijt een beschuitje te soppen Toen zag ik opeens een klein autootje stoppen Het was een Peugeootje, zo groot, nee, iets groter Het stond naast mijn theekopje, vlak bij de boter En ja hoor, daar ging het portiertje al open En kwam een klein vrouwtje naar buiten gekropen Heel blond in bikini, een beeldig figuurtje Ze stond op m'n bord en ze vroeg om een vuurtje Ze zei: "Ik heet Margootje" En ik zei: "Hallo" Ze zei: "Nou daar ben ik dan, he" En ik zei: "Oh" Ik vroeg haar, uit wat voor een plaatsje ze kwam Ze zei: "Nou, wat dacht je, uit Madurodam"
Margootje, Margootje, ze klom op mijn broodje Ze trok aan mijn haar, ze zat op mijn mouw M'n kleine vriendinnetje, zo'n neussie, zo'n kinnetje Ze riep in m;n oor, o ik hou zo van jou Margootje, Margootje, in zo'n klein Peugeootje Margootje, Margootje uit Madurodam
Ze was wel erg lief, maar ze werd te aanhalig Ze wou mee in bad en dat vond ik schandalig Toen heb ik haar weggebracht in haar Peugeootje Naar Madurodam en ik zei: "Dag Margootje" Ik zette haar neer bij het AVRO-gebouwtje Ik zei: "Nou naar huis en wees een zoet vrouwtje" Maar 's avonds deed ik de broodtrommel open Daar zat ze weer achter de koek weggekropen O, had ik haar toen maar de deur uitgezet Ze wou in m'n bad en ze wou in m'n bed Zij werd erg ondeugend en ik schreeuwde kwaad "Jij Christine Keeler in pocketformaat"
Margootje, Margootje, in een klein pettycoatje Ze zwom in m'n bad en ze zat op de Vim Ze kroop in een laatje met zo'n klein behaatje Ze kroop in m'n binnenzak en fluisterde "Wim" Margootje, Margootje, kleine idiootje Margootje, Margootje uit Madurodam
Ik zei dat ik zoiets beslist niet meer wilde Ze beet in m'n teen en krijste en gilde En toen is ze weggegaan, boos en beledigd En daarmede was de affaire erledigt Maar het laatste nieuws dat ik van haar vernam Ze zit nu in de Begijnhof van Madurodam Ze draagt een zedig wit kapje, zo'n kleintje Ze is nu een kuis en een deugdzaam begijntje Maar soms kijk ik nog wel eens achter een vaas Ik kijk in het trommeltje met speculaas Ik kijk of ze soms in m'n zeepbakje is Omdat ik haar toch wel een klein beetje mis
Margootje, Margootje, ik riep je, ik floot je Ik zoek onder 't kussen, ik kijk in m'n hoed Ik zoek in de laatjes, in hoekjes en gaatjes Nou ben je verdwenen voor altijd, voorgoed Margootje, Margootje begijntje, Bardootje Margootje, Margootje Uit Madurodam
Margherita Composer(s): Riccardo Cocciante; Marco Luberti; L. Driessen; H. Kooreneef Performer(s): Marco Borsato (Originally performed by: Riccardo Cocciante)
In de verte spreekt een stem Die ik herken van onze ruzies Over kleine misverstanden Over grote desillusies En ik hoor de kille klanken Van jouw ingehouden woede Maar wat kan ik meer dan janken Als ik dit niet kon vermoeden In een waas hoor ik je zeggen Dat je alles op wilt geven Dat je alles met je meeneemt Wat me lief is in dit leven En ik luister hoe jouw woorden Langzaam opgaan in de zinnen Die me treffen als een bliksem Met vernietigende kracht
Deze kilte maakt me gek En dit gevoel is angstaanjagend Maar je woorden malen verder En m`n ogen kijken vragend Waarom zei je mij niet eerder Dat je zo van me vervreemd was Waarom sprak je over liefde Als je nooit van mij gehouden hebt Ik verlies het van de wanhoop En ik voel m`n tranen branden En ik zou niets liever willen Dan m`n hoofd weer in jouw handen Maar wat tot een uur geleden Nog zo veilig heeft geleken Is `n hele grote leugen En `n kaartenhuis gebleken
Het is net of iemand anders In jouw lichaam is gekropen En ik heb niet eens gemerkt Dat ie naar binnen is geslopen Om jouw liefde uit te wissen En m`n wereld te vernielen Wil er niemand me vertellen Dat ik alles heb gedroomd
Ik zoek naar een dorp vol oude huisjes Met langs de weg die houten kruisjes En een kapel onder de linde Je kan het bijna niet meer vinden
Ik zie zo'n dorp vaak in mijn dromen Daar geurt het hooi onder de bomen Ik zoek naar een weg om er te komen Maar dat is lang voorbij
Waar het gras nog groeit en een bloem nog bloeit Zat men hand in hand aan de waterkant Er was toen nog geen rijkdom, geen weelde maar wel mensen die elkaars lief en leed deelde
waar is zo'n dorp nu toch gebleven waar de natuur niet is verdreven Ik zou het zo graag nog eens beleven Maar dat is lang voorbij
Er was toen nog geen rijkdom, geen weelde maar wel mensen die elkaars lief en leed deelde
waar is zo'n dorp nu toch gebleven waar de natuur niet is verdreven Ik zou het zo graag nog eens beleven Maar dat is lang voorbij
Mama, Mag Mijn Popje Naar De Hemel Composer(s): Cy Coben; Bobbejaan Schoepen; Louis Verbeeck Performer(s): Bobbejaan Schoepen
Marleentje was een jaar of drie Zij ging vaak spelen met haar popje op de straat En toen een wagen kwam die plotseling vergeefs nog had geremd Hield zij haar pop krampachtig vast geklemd
M'n lij haar toen in een wit bed Daar lag ze bleekjes met haar popje in haar arm Zij kon niet horen wat de dokter tot haar moeder zachtjes zei En smeken en vol pijn fluisterde zij
Mammie, mag m'n popje naar de hemel met me mee Mammie, mag m'n popje naar de hemel met me mee Zijn de engeltjes soms boos Kijk het slaapt gelijk een roos Mammie, mag m'n popje naar de hemel met me mee
Nu slaapt ze stil, maar voor altijd Haar kleine pop naast haar zoals ze had gevraagd En in de nacht zit er een moeder eenzaam naast een lege bed Zij hoort een kinderstem die zachtjes klaagt
Oh, mammie, mag m'n popje naar de hemel met me mee Mammie, mag m'n popje naar de hemel met me mee Zijn de engeltjes soms boos Kijk het slaapt gelijk een roos Mammie, mag m'n popje naar de hemel met me mee
Zijn de engeltjes soms boos Kijk het slaapt gelijk een roos Mammie, mag m'n popje naar de hemel met me mee