Retro-Songteksten: Evergreens, Classics, Old-Time Favourites, Hits Uit Onze Jeugd
Dit blog (met dank aan seniorennet) is enkel voor NIET-commerciële doeleinden. Alle songteksten zijn uitsluitend eigendom van hun respectievelijke copyright eigenaars; dus ga de muziek kopen die je mooi vindt, zo steun je de artiest.
NON-profit, non-commercial blog, to help preserve the songs of our youth; hence for entertainment only. All lyrics are the copyright of their respective owners; you are encouraged to go buy their music.
De Trappers Van Alaska
Composer(s): Charles Humel - Johnny Steggerda
Performer(s): Bobbejaan Schoepen
Alaska maakt zich reisklaar, het jachtseizoen is daar De sleden ingespannen en straks is alles klaar Dan gaan de zwepen knallen en voort gaat het vooruit Naar onbekenden verten op zoek naar rijke buit Men wacht vol ongeduld tot groot geduld 'vertrek' zijn brult
Als het maantje schijnt en de dag verdwijnt Gaan de trappers van Alaska weer op jacht Door het sneeuwlandschap glijden sleden rap Stemmen klinken, honden blaffen in de nacht
Slechts de maan geniet van hun vrolijk trapperslied Pilke hoi pilke hoi he hoijo En de reis gaat voort naar het verre oord Want de trappers van Alaska gaan op jacht
Eens worden sleden zwaarder en moe zijn man en hond Maar hoop schijnt in hun ogen, ze gaan naar huis met bont Ze zijn bepakt met vellen en dat betekent geld Want naast de avonturen is dat wat 't meeste telt En dan viert ieder feest zoals er nooit één is geweest
Jodelei...
Slechts de maan geniet van hun vrolijk trapperslied Pilke hoi pilke hoi he hoijo En de reis gaat voort naar het verre oord Want de trappers van Alaska gaan op jacht
De Straat Waar Jij Woont ((Adapted from: On The Street Where You Live (John Michael King) - 1956)) ((Spanish Version: La Calle Donde Vives (Salvador Quiroz) - 1958)) Composer(s): Alan Jay Lerner - Frederick Loewe - Seth Gaaikema Performer(s): Richard Prince - 1960
Freddy: O wat ben ik vaak hier voorbij gegaan En de huizen hebben aldoor op een rij gestaan Nu is't of de straat zachtjes zweven gaat want ik loop in de straat, waar jij woont
O wat kan een boom vol seringen zijn En wat kunnen vogels vrolijk aan het zingen zijn En de lentegeur gaat van deur tot deur want ik loop in de straat, waar jij woont
En o, dat jij zo dicht bent dat mij dat vandaag wordt gegund Dat jij zo heel dicht bij mij bent en dat jij ieder ogenblik verschijnen kunt!
Mensen kijken om, blijven even staan Maar wat mij betreft, ik kan hier heel mijn leven staan En zelfs nog daarna Ja, als ik maar sta in de straat, in de straat, waar jij woont
Mensen kijken om, blijven even staan Maar wat mij betreft, ik kan hier heel mijn leven staan En zelfs nog daarna Ja, als ik maar sta in de straat, in de straat, waar jij woont
De Stalmeester Composer(s): Wim Sonneveld Performer(s): Wim Sonneveld
Het gewone volk vraagt zich wel eens af Wat doet zon stalmeester eigenlijk de hele dag? En het schijnt dat men daar de meest merkwaardige voorstellingen van heeft
Zo denkt men bijvoorbeeld dat ik de hele dag in de koninklijke stallen rondhang Kijk, dat doe ik natuurlijk niet Daar heb ik de stallenjongens voor in Den Haag Voor de paarden en voor de voertuigen Van de Gouden Koets tot de rode Ferrari en daar ben ik meester over of liever gezegd bovenmeester, want traditie moet er zijn Er is al genoeg waardevols naar de kloten gegaan de laatste tijd Versobering noemt men dat Ja, ammehoela! Het wordt anders maar een kale boel in dit kleine landje hier!
Neem nou bijvoorbeeld die alleraardigste ceremonie van het aanbieden van het eerste kievitsei Dat is iets daar konden wij eind maart, begin april op het hof naar uitkijken ik en de koningin en de prins en allemaal En het kon je zelfs gebeuren dat je in je bureau zat dat er iemand binnenkwam die ineens tegen je zei: is het eitje er al? En als het dan kwam dan was dat voor mij en de koningin en de prins en allemaal een ware opluchting De vinder kwam dan meestal binnen Een of andere gewone boerenpummeljongen Het eitje in een mandje Op zijn zondags Familie erbij Ook opgedoft Burgemeester erbij van het gat waar zon jongen woonde in Friesland Dus meestal een of andere rode rakker! Maar toch, maar toch een zeer schilderachtig gezicht die boerenkinkels in deze ambiance En het gewone volk wil dat eitje
Het gewone volk wil het vertoon van de kroon De franje van Oranje De eis van het paleis zeg ik altijd Dat bewijst dertig april toch altijd maar weer Want dan komen ze allemaal opzetten Op dertig april sta ik opzij van het bordes achter een conifeer Men ziet mij niet maar ik ben er wel En zo hoort het ook Want alles moet gladjes verlopen Met de bloemen op de tree hebben we hoegenaamd geen last Het is meer wat er zo de treden opkomt, wat er aangeboden wordt
Neem nou bijvoorbeeld alleen maar eens even alle kruidenkoeken en krentenmikken uit een of andere achterhoek van dit land Nietwaar! Mijn taak is dan krentenmik aanpakken Tussen de tanden door sissen tegen de geefster knikje maken, achteruit de trap af en wegwezen en daarna de krentenmik achter de rododendrons sodemieteren Wij kunnen van Hare Majesteit de Koningin Wij kunnen van Hare Majesteit de Koningin natuurlijk niet gaan verlangen dat ze alle kruidenkoeken en krentenmikken hoogstpersoonlijk nuttigt Wij krijgen daar veel van mee naar huis Dus dat is bij ons tot laat in de zomer krentenmik eten geblazen
Verder wordt er ook absoluut niets weggegooid Alles wordt bewaard Vanaf het zelf gemaakte, het zelf geborduurde wandkleed tot aan de van luciferdoosjes vervaardigde molens En wat er meer aan goedbedoelde rotzooi de trap op komt! Dat gaat allemaal hup de magazijnen in Kaartje erbij van wie het is en vooral wat het voorstelt Want er wordt wat afgeprutst in dit landje!
Maar de fijnste tijd voor ons blijft toch altijd weer Kerstmis Kijk een jaar is lang Je hebt je moeilijkheden, je teleurstellingen en vooral als ik het even mag aanstippen met het schorremorrie van de pers Maar uiteindelijk wordt het toch altijd weer Kerstmis En dan bedoel ik natuurlijk de viering onder ons op Soesdijk Hare Majesteit de koningin, onze koningin zo heel gewoontjes tussen ons en de gewone mensen doorlopend pratend over koetjes en kalfjes Natuurlijk ook over de os en ezel! Een paar stallenjongens, een paar dienstmeisjes een exemplaar van wat je tegenwoordig noemt de gekleurde medemens erbij Heel ontroerend gezicht! Zo menselijk Zo democratisch Zo gewoon En zo hoort het ook eens per jaar! Wil je wel geloven dat je daar lang van tevoren naar uitkijkt
Ik was deze zomer op vakantie in Corsica Ik kwam vanuit de zee Ik had juist gebaad Ik wou terug, maar wat is dat? Opeens blijf ik stokstijf stilstaan, Middellandse Zee om de kuiten en ik roep ineens tegen mijn vrouw: was het maar vast weer advent! En verdomd als het niet waar is! Ze weet precies wat ik bedoel
En dan bedoel ik natuurlijk het schenken door Hare Majesteit de Koningin van die heerlijke chocolademelk Gemaakt van echte cacaobonen, volgens oud vaderlands recept Een koninklijke drank! En dan mag ik daar graag een vel op zien Een koninklijk vel En ik zal jullie eens wat vertellen Vorig jaar heb ik dat vel stiekem mee naar huis genomen Ik heb het bewaard en ik heb het zelfs laten inlijsten En dat hang nu boven het trumeau in de hal En als ik daar s morgens langs kom op weg naar mijn werk dan zeg ik tegen mijzelf: verdomme jongen! Dit leven is toch nog waard om geleefd te worden
Mijn vrouw zegt wel eens: jij bent de laatste poot onder de troon En verdomd als het niet waar is heb ik het zelf opgestoken Daarom zeg ik altijd: ik zal handhaven Proost!
De Sneeuwkoningin
Composer(s): Boudewijn de Groot - Lennaert Nijgh
Performer(s): Liesbeth List
De wind streelt mijn haren Van nevelsatijn En stuift langs mijn mantel Van sneeuwhermelijn En boven alle bergen Zal ik heersen over dwerg en dal Met adem van sneeuw En met ijzel van eeuwen
Ben ik de kou Ben ik het ijs Ben ik de dood Ah ik ben de liefde
Ik zwaai met mijn mouwen Van weerwolvenbont Een ijsbloemen sluier Daalt neer uit mijn mond Het vuur glanst in de dwergenhut het dooft als ik de bergen schudt In regens verdwenen Van ijs, gruis en stenen
Ben ik de kou Ben ik het ijs Ben ik de dood Ah ik ben de liefde
Mijn minnaar, de zon Keerde terug van zijn reis Hij kust met zijn stralen Mijn lichaam van ijs En 's avonds bloost mijn bergen rood Mijn tranen zijn der dwergen dood Hij zal mij verwarmen Ik smelt in zijn armen
Ben ik de kou Ben ik het ijs Ben ik de dood Ah ik ben de liefde
De Slaap
Composer(s): Boudewijn de Groot - Ruud Engelander
Performer(s): Boudewijn de Groot
De slaap sluipt als een dief, hij steelt je beste uren Hij wacht het donker af en slaat z'n slag Hulpeloos lig je daar, het is nog lang geen dag De slaap glijdt als het maanlicht langs de muren
Hij jaagt, jij bent zijn buit, hij laat je niet ontkomen Hij overweldigt je en ziet je angst Naamloos lig je daar, je bent z'n prooi, z'n vangst Je voelt je krachten langzaam uit je stromen
De slaap heeft alle tijd tot aan het morgenlicht Hij legt je neer en draait je om en doet je ogen dich Jij delft het onderspit, hij heeft je overmand Hij lacht en jij beseft opeens, hij is een afgezant
De Roos
Composer(s): Boudewijn de Groot - Lennaert H. Nijgh
Performer(s): Boudewijn de Groot
Ik heb een lange reis gemaakt En nu ik halverwege ben Moet ik de weg zijn kwijtgeraakt In 't donker woud dat ik niet ken
Daar voor me steken op een muur Gebroken scherven glas omhoog Van flessen, ooit gevuld met wijn 't Is wel een bitter lot zo droog En zo vijandig scherp te zijn
Er is een deur die openstaat Ik ga er in een droom doorheen Een pad door groene tuinen gaat Als in een doolhof nergens heen
Bij vijvers stil en bodemloos In het midden van een scherpe ring Van doorns onmeedogenloos Bloeit in de groene schemering De roos, de rode roos
Nooit was een geur zo zoet En nooit een huid zo zacht En nooit zo rood, de druppels bloed In het groene gras die nacht
Denk dan maar Dat geluk alleen is Voor wie er hevig Naar verlangt
Denk dan maar Dat bittere winters En dikke Lagen sneeuw
Nog nooit Hebben verhinderd Dat de roos Hen overleefd
De Roos
((Adapted from: The Rose (Bette Midler) - 1979))
Composer(s): Amanda McBroom - Johan Verminnen
Performer(s): Ann Christy - 1980
and multiple other artists
Versions In Other Languages:
1980 - Die Rose (Nana Mouskouri)
1980 - Ruusu (Taiska)
1987 - En Rose (Birthe Kjær)
Men zegt van liefde Dat ze zacht is Als een lief En teder woord
Men zegt van liefde Dat ze hard is En zo vaak Het geluk vermoord
Men noemt haar Hunker en verlangen Men noemt haar Redder in nood
Ik zeg dat liefde Als een bloem is Waarop de zon Haar stralen strooit
Ze is het hart Zo bang en breekbaar Zo wankel En zo broos
Ze is de droom Bang voor 't ontwaken Omdat ze dan De waarheid hoort
Ze wacht op wie Haar nu wil plukken Op wie Haar tranen steelt
Zo bang Om vroeg te sterven Voor ze werkelijk Heeft geleefd
En is de nacht Zo koud en eenzaam Duurt het wachten Veel te lang
Denk dan maar Dat geluk alleen is Voor wie er hevig Naar verlangt
Denk dan maar Dat bittere winters En dikke Lagen sneeuw
Nog nooit Hebben verhinderd Dat de roos Hen overleefd
De Reiziger
Composer(s): Boudewijn de Groot - Lennaert H. Nijgh
Performer(s): Boudewijn de Groot
Geef de reiziger een stoel Geef 'm brood en droge kleren Laat 'm zitten bij de haard Hij is overal geweest Hij die alles heeft verloren Hij die nooit iets heeft bewaard Haal flessen uit de kelder En haal muziek in huis Laat iedereen het horen De reiziger is thuis
Geef de reiziger het woord Laat de reiziger vertellen Maar hij schudt zijn hoofd en lacht Hij heeft overal gezocht Hij heeft nergens iets gevonden En hij heeft niets meegebracht Hij zegt "ik ben veranderd Ik ben hier niet meer thuis Maar laat de kinderen komen De kinderen van dit huis"
Laat de kinderen komen Laat de kinderen komen Ik heb aan ze gedacht Ze zullen mij niet kwellen En ze zullen mij niet plagen Ze hebben niets verwacht En niemand zal begrijpen Wat ik doen kom in dit huis Maar de kinderen zullen zeggen "De reiziger is thuis"
Geef de reiziger een stoel Geef 'm brood en droge kleren Laat 'm zitten bij de haard Hij is overal geweest Hij die alles heeft verloren Hij die nooit iets heeft bewaard Haal flessen uit de kelder En haal muziek in huis En laat de kinderen komen De kinderen van dit huis
De Poppenstoet
Composer(s): Armand Preud'homme - Eugeen De Ridder
Performer(s): Louis Neefs
Opzij, opzij, opzij De poppenstoet gaat hier voorbij Ze komen recht uit speelgoedland Daar zijn ze dansend hand in hand En Zwarte Piet marcheert vanvoor Nog zwarter dan een ouwe moor
Een Zeeuwse boer, een eskimo Roodkapje en Pinokkio Een indiaan, een kapitein Een Mexicaan en Harlekijn Een edelvrouw, een nobele heer En Mickey Mouse met Teddybeer
Ohee, ohee, ohee Wie stapt er met die stoet niet mee Trompetten klinken hoog en hel Tesaam met trom en rinkelbel En klein en groot aan dansen gaat Wijl Harlekijn de maten slaat
Een Zeeuwse boer, een eskimo Roodkapje en Pinokkio Een indiaan, een kapitein Een Mexicaan en Harlekijn Een edelvrouw, een nobele heer En Mickey Mouse met Teddybeer
Hoera, hoera, hoera Nu komt de Sint bij ons weldra En ieder wordt door hem bedacht Als hij op tocht gaat door de nacht Daarom ook danst de hele stoet Zo blij de avond tegemoet
Een Zeeuwse boer, een eskimo Roodkapje en Pinokkio Een indiaan, een kapitein Een Mexicaan en Harlekijn Een edelvrouw, een nobele heer En Mickey Mouse met Teddybeer
Weet je nog, ach, weet je nog wel, Annemarie Weet je nog, je weet het vast wel, Annemarie Die tijd is voorbij
't Was een regenachtige dag Ik weet 't nog, ach En de stad was zo grijs Oh wat waren we beiden toch moe Maar wat deed 't ertoe Want die stad was Parijs
In de regen nam ik je mee Ik wist een cafe Een vrolijk terras Er bestond geen tijd en we bleven Kijken naar 't leven Op Montparnasse
Weet je nog, ach, weet je nog wel, Annemarie Weet je nog, je weet het vast wel, Annemarie Die tijd is voorbij
't Is een regenachtige dag Net als toen, en ach Parijs is ver weg Ik vraag me af waar of je nu bent Misschien met een vent En wie weet wat je zegt Je vertelt 'm over een reis Voor 't eerst in Parijs En van een terras Van een vriend, maar je bent vergeten Hoe of ik heette En wie of ik was
Weet je nog, ach, weet je nog wel, Annemarie Weet je nog, je weet het vast wel, Annemarie Die tijd komt nooit meer terug
Annemarie Composer(s): Bob Davidse Performer(s): Bob Davidse
Annemarie, Annemarie De lente maakt weer alles groen En alles wordt weer net als toen De weg ligt klaar, de weg langswaar jij ging Annemarie
Annemarie, Annemarie Daar aan de draai, de lindeboom Waar jij verdween als in een doom Een traan in 't oog, mijn hand omhoog als gloed Annemarie
Herinneringen bleven En hielpen mij in 't leven Maar d' eenzaamheid was groot
Annemarie, Annemarie Ik vroeg je nooit het grote woord Al had ik 't antwoord graag gehoord Dat alles geeft waarvoor men leeft tesaam Annemarie
Annemarie, Annemarie Ik heb gewacht, het hart wat klam Verlangd je brief die nimmer kwam En dan de tijd met bittere spijt geleefd Annemarie
Herinneringen bleven En hielpen mij in 't leven Maar d' eenzaamheid was groot
Annemarie, Annemarie De lente maakt weer alles groen En alles wordt weer net als toen En ik sta klaar en wacht er daar op jou Annemarie, Annemarie, Annemarie, Annemarie, Annemarie
Ik zat naast haar op 't paard in de molen En het was liefde op 't eerste gezicht Ik heb haar vele kusjes ontstolen Maar af en toe leek m'n hals wel ontwricht Want m'n paardje ging steeds op en neer En ik miste haar menige keer
Draai maar, draai maar, paardenmolen Paardenmolen, draai maar rond Draai maar, draai maar, paardenmolen Strooi het geluk de wereld rond
Dankzij de molen werd zij m'n vrouwtje En ieder jaar als de kermis er is Gaan we weer draaien en onverholen Kus ik m'n schat op haar mondje zo fris Onze kleine die kraait van plezier En hij weet van geen ophouden meer
Draai maar, draai maar, paardenmolen Paardenmolen, draai maar rond Draai maar, draai maar, paardenmolen Strooi het geluk de wereld rond
Nu zijn we ouder maar alle jaartjes Vieren we kermis net zoals voorheen Dan zien we hoe de koppeltjes vieren Wij kijken toe maar genieten toch mee In jouw ogen daar kriebelt een traan Tijd gaat snel maar de molen blijft staan
Draai maar, draai maar, paardenmolen Strooi het geluk de wereld rond
Draai maar, draai maar, paardenmolen Strooi het geluk de wereld rond
Annelies Uit Sas Van Gent ((Adapted from: Mary Lou (Has Finally Made It To Broadway) (by Bobby Goldsboro) - 1977)) Composer(s): Bobby Goldsboro - Gerrit den Braber Performer(s): Louis Neefs - 1977
Annelies uit Sas van Gent in Zeeland Haar moeder zei: "Mijn dochter wordt een ster" En iedereen in Sas van Gent in Zeeland zei: "Ja dat Anneliesje brengt het ver" Zij nam dansles elke morgen, 's middags weer naar zangles toe En 's avonds speelde zij nog amateurtoneel
En Annelies zou gauw naar Amsterdam gaan Een nieuw en groot uitzonderlijk talent Carré lag aan haar voeten Zo zou het eigenlijk moeten Voor die lieve kleine meid uit Sas van Gent
Annelies uit Sas van Gent in Zeeland Talentenjacht, de prijs van het publiek Haar hoofdrol bij de amateurtoneelclub kreeg in de krant een prachtige kritiek Op de zang- en de balletschool werd ze ieder jaar weer nummer 1 Een tweede Shirley McLaine of Barbra Streisand
En Annelies zou gauw naar Amsterdam gaan Een nieuw en groot uitzonderlijk talent Carré lag aan haar voeten Zo zou het eigenlijk moeten Voor die lieve kleine meid uit Sas van Gent
Ze was achttien en toen zou het gaan gebeuren Maar iedere auditie werd een flop Ze liep jarenlang met haar talent te leuren En nooit bereikte Annelies de top
Maar ze kan niet terug naar Sas van Gent in Zeeland Als figurante achterin het gelid Haar moeder zegt, in Sas van Gent in Zeeland: "Haar eigen show staat morgen in Madrid En overmorgen Londen of Zuid-Amerika" Dat is niet waar, maar niemand reist haar achterna
Maar 's avonds op haar kamertje in Mokum Verlangt ze zo naar huis, naar Sas van Gent Mama belt: "Ben je mal meid Zo gaat het immers altijd Je komt er best, je hebt zo veel talent"
De Oude Man
Composer(s): Jimmy Frey - Marie-Anne Ex
Performer(s): Jimmy Frey
Een ster in het donker Valt neer in de nacht En niemand die er op hem wacht Hij loopt langs de straten Die oude man Hij voelt zich zo alleen En heel z'n verleden Neemt hij met zich mee Hij kan niets vergeten En drinkt veel te veel Hij loopt door de nacht Te dwalen in het duister Hij weet niet waarheen En er is niemand die hem spreekt En heel z'n verleden Neemt hij met zich mee Hij kan niets vergeten En drinkt veel te veel Waar zijn al z'n vrienden Die hij vroeger had Hij bewaarde hun foto Zorgvuldig in een kast Hij voelt zich zo eenzaam Een vergeten man En bijna niemand Geeft hem nog een hand
Een ster in het donker Valt neer in de nacht En niemand die er op hem wacht En heel z'n verleden Neemt hij met zich mee Hij kan niets vergeten En drinkt veel te veel En heel z'n verleden Neemt hij met zich mee Hij kan niets vergeten En drinkt veel te veel En heel z'n verleden Neemt hij met zich mee
De Nuttelozen Van De Nacht ((Adapted from: Les Paumés Du Petit Matin (Jacques Brel) - 1962)) Composer(s): François Rauber - Jacques Brel - Ernst van Altena Performer(s): Jacques Brel - 1965
Ze ontwaken om een uur om vier Ze ontbijten met een kleintje bier Ze gaan uit omdat er thuis niets wacht De nuttelozen van de nacht Zij gedraagt zich arrogant omdat ze mooie borsten heeft Hij is zeker en charmant omdat Papa hem centen geeft Hun onmacht is hun hoogste macht De nuttelozen van de nacht
Kom dans met mij Vriendin, kom hier, vriendin, kom hier, kom hier; nee, nee blijf! Kom dans met mij, laat ons dansen lijf aan lijf
Ze braken zonder ziek te zijn Ze braken zacht en zonder pijn Ze nemen zich bedroefd de nacht De nuttelozen van de nacht Ze bespreken zonder end De poezie die geen van hen kent De romans die geen van hen schreef De vrouw die bij geen van hen bleef De grap waarom geen van hen om lacht De nuttelozen van de nacht Kom dans met mij Vriendin, kom hier, vriendin, kom hier, kom hier; nee, nee blijf! Kom dans met mij, laat ons dansen lijf aan lijf
In de liefde zijn ze zo berooid 't Was, 't was, ze was zo zacht Ze was, ach, dat begrijp u nooit De nuttelozen van de nacht Ze nemen nog een laatste glas Vertellen nog een laatste grap En met een allerlaatste glas De laatste dans De laatste stap Het laatste verdriet De laatste klacht De nuttelozen van de nacht
Kom, kom, kom huil met mij Vriendin, kom hier, vriendin, kom hier, kom hier, nee blijf Kom, kom huil met mij Laat ons huilen lijf aan lijf De nuttelozen van de nacht
De Nozem En De Non Performer(s): Cornelis Vreeswijk
Niemand ter aarde weet hoe het eigelijk begon Het droevige verhaal van de nozem en de non Van de nozem en de non Vroeg in het voorjaar ontmoeten ze elkaar Hij keek in haar ogen en toen was de liefde daar Ja toen was de liefde daar
Sterk is de liefde tijdelijk althans De non vergat haar plichten zelfs haar rozenkrans Ze vergat haar rozenkrans Met zijn zonnebril en zijn nauwe pantalon Verwekte ons nozem de hartstocht van de non Ja de hartstocht van de non
Het is wel te begrijpen het gebeurt toch elke dag De nozem was verloren toe hij in haar ogen zag Toen hij in haar ogen zag
Ze liepen in het plantsoen in de prille lentezon En kussen bij de vleet kreeg de nozem van de non Kreeg de nozem van de non
Een zekere juffrouw Jansen sloeg hen gaande door de ruit Wist niet wat ze zag en haar ogen puilde uit Ja haar ogen puilde uit
Een zekere Heer Pieterman keek neer van zijn balkon Hij keek stom verbaast naar de reacties van de non De reacties van de non
Leve de liefde zei Pieterman galant Maar juffrouw Jansen die belde naar de krant Ja die belde naar de krant
Maar daar dacht een ieder dat ze het maar verzon Dus ging ze naar de kapelaan en verklikte daar de non en verklikte daar de non
Dat zei de kapelaan is weer des duivelswerk Zo gauw ik er niet bij ben belazert hij de kerk Dan belazert hij de kerk
Dankzij Juffrouw Jansen en de kapelaan Maakte de politie er een einde aan Ja er kwam een einde aan
Want ze liepen namelijk zo maar op het gras En de politie zei dat dat verboden was Dat het gras verboden was
De non en de nozem die gingen op de bon Een schop kreeg de nozem de zenuwen de non Ja de zenuwen de non
Niet om het een of ander maar omdat het niet kon Eindigde de liefde van de nozem en de non Van de nozem en de non
Volgens Aristoteles weegt een zoen niet zwaar Letterlijk uitstekend figuurlijk zelden waar Vraagt de non er maar eens naar
Anne Frank ((Adapted from: Chanson Pour Anna (Daniel Guichard) - 1974)) Composer(s): Daniel Guichard - Michel Delancray - Mya Simille - Alexandre Skowronsky - Benny Neyman Performer(s): Benny Neyman - 1979
n Dagboek schreef ze, Anne Frank n Vulpen in haar kleine hand n Dertienjarig meisje in n achterpand n Tafel en n ledikant
Het achterhuis was stil van Anne Frank De dagen duurden maandenlang De fotos van wat filmsterren op t behang n Traan over haar bleke wang Ze was bang
Lieve Kitty, zeg me waarom wij Waarom zijn de Joden vogelvrij Gaat de oorlog ooit voorbij Gaat de oorlog ooit voorbij
Ze zat er vaak versteend van angst Weer kwamen er soldaten langs t Geluid van zware stappen kregen hardere klank Maar stierf dan ook weer weg, goddank Voor hoelang?
Lieve Kitty ...
Na 25 maanden vol van angst De grüne Polizei ze kwamen langs n Dagboek werd gered van t concentratiekamp n Dagboek van n kind, bedankt Anne Frank
De Noorderzon Scheen
((Adapted from: Ce Lundi-Là (Michel Delpech) - 1975
Composer(s): Michel Delpech - Jean-Michel Rivat - Roland Vincent - Kees van Kooten
Performer(s): Conny Vandenbos - 1976
Toen hij de deur dicht deed met het paspoort in zijn jas had zij totaal geen weet en stond de snelkookpan op 't gas ze zouden zo gaan eten de vier placemats lagen klaar daar stonden oude auto's op maar hij droeg halflang haar ze hadden het zo goed ze hoefden niets te laten staan hij deed iets in computers dus dat was een prima baan plus twee gezonde kinderen en financieel nooit klem hun dochter leek zo leuk op haar het jongetje op hem
Maar hij verdween nergens heen 't was op een maandag toen hij verdween nergens heen de noorderzon scheen
Hij kreeg die drang wel vaker en dan hij ging hij onder het mom van even met de hond uit soms wel negen straatjes om wanneer hij nuchter thuis kwam dan lag zij alvast in bed ze vreeën zich tevreden of hij nam een slaaptablet maar deze maandag hing er iets meeslepends in de lucht het kroop bij hem naar binnen en het joeg hem op de vlucht voor het geluk en voor de zekerheid en voor een oude dag hij wou een ander leven dat niet uitgestippeld lag
Maar hij verdween nergens heen 't was op een maandag toen hij verdween nergens heen de noorderzon scheen
De hele weg naar Schiphol had hij ogen in zijn rug die negen jaren huwelijk hij keek er vreemd op terug hij was al gauw veranderd en die ander zou wel zien of ijsland of in canada hij had een milles of tien hij voelde zich zo'n twintig nu opnieuw alleen van huis de plastic beker koffie smaakte half zo goed als thuis en hij vond een wollen wantje van zijn zoontje in zijn zak toen scheelde het even weinig of hij huilde en hij brak
Maar hij verdween nergens heen 't was op een maandag toen hij verdween nergens heen de noorderzon scheen