Sommige leden van de Belgische koninklijke familie
blijken/bleken nogal warmbloedig van aard te zijn,
al maakte de heilige Boudewijn daar een uitzondering op.
Na Albert en Paola krijgt nu wijlen Leopold III het na zijn dood te verduren.
Tussendoor zou hij nood gehad hebben aan een maitresse
die luistert naar de naam
Jacqueline Lefèvre
Die donkere(?) periode is te situeren in de jaren zestig.
De papa van Boudewijn en Albert was zo verliefd op vermelde Jacqueline
dat hij halsoverkop naar Spanje reed. Maar zijn wagen werd onderschept.
Vrouwlief Liliane stak een stokje in de wielen en riep onder meer de
premier en de kardinaal samen voor een spoedberaad.
Men maakte Jacqueline verdacht van communistische spionne.
Ze wil nu postuum een boek uitgeven over die relatie van eertijds.
Veel leesgenot voor wie het wil lezen!
|