Ik ben anja mooij, en gebruik soms ook wel de schuilnaam ellianne.
Ik ben een vrouw en woon in (zuidholland) en mijn beroep is Thuiszorg.
Ik ben geboren op 16/02/1954 en ben nu dus 71 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: alles over wicca,s en runen/gedichten en verhalen schrijven.
ik ben getrouwd met jan(niceman)
Ik zie de zon schijnen overdag, met een vriendelijke lach, ik zie de maan in de nacht, het licht glanst op iedere dierenvacht, overdag is het mooi weer, maar soms iets te zeer. Dan komt de nacht, die heeft het weer overgebracht, Nu is het koud buiten, toch blijven de vogels fluiten, later is het stil, het is buiten koud en kil, iedereen zit te gapen, en zitten later te slapen. Soms zie ik in de nacht sterren, maar dan wel van verren,, nu ga ik zachtjes dromen, hopen dat ik bij de sterren kan komen.
Jij bent de regen van mijn woestijn, De zon van mijn donkere nachten. De wind die waait tussen de stille bomen, En de werkelijkheid van mijn dromen. Jij bent de traan van mijn ogen, De lach van mijn mond. Het kloppen van mijn hart, Dat jij beheerst sinds de dag dat ik je zag. Hoe kan ik het zeggen: Dat ik zielsveel van jou hou
Breng je adem tot rust, en volg zij ademtocht. Laat je gaan op zijn stroom, zoals het blaadje dat op het water van een fris beekje wegdrijft. Je geest, verheugd over deze ervaring, komt ook tot rust, en kan zich aansluiten bij het zingen van het water en versmelten met het blauw van het licht, dat nu alles omhult.
De zon, de hemel,het blauw boven de bergen en de heerlijke rozengouden wolken. Het bos.Het ruisen van het bos. Een zacht windje doet de droge bladeren van enkele bomen ritselen. In de lucht het gezoem van ontelbare insecten. Het gezang en getjilp van de vogels Een buizerd in duikvlucht. De geur van krijden en natte aarde. Vlakbij ruist een beekje. Dat is het universum, dat ben jij dat zijn wij samen.
U heeft me het wonder van de tijd geschonken, zodat ik leren kan, de tijd te weven in zilveren draden en door de herinnering leren kan te vergeten en met een glimlach de vleugels te laten gaan die reeds op reis zijn naar de verre verte.
En je zult met blote voeten over het frisse groene gras lopen,dat nog nat is van de morgendauw en teer als zijden draden door de lichte beroering van een briesje heen en weer gaat alsof het huivert, vlak voordat de zon opkomt, op wiens kus het wacht.
Je streelt ze voorzichtig met vuur in je ogen je hoofd duidelijk in de wolken bespeel je ze vol passie je haalt het beste uit haar boven het mooiste liefdeslied vloeit voort uit jullie samenspel en ik kijk toe bewonderd en toch met enige jaloezie
Uit de stilte van je hart, dat lang onbewegelijk en in gedachten bleef, zullen kleuren voortkomen, en daaruit weer klanken, die dansend in het universum zullen worden verstrooid. En jij zult midden in die muziek zijn, jouw sprookje zal beginnen als je wilt. Je hoeft niets anders en niets heerlijkers te doen dan te leven.
Ik bood je het vuur van mijn zonsondergangen en de door de wind bewogen boomtoppen. Ik bood je de gouden stilte van mijn woestijnen en de magische schatten, die zich uitstrekken in het maanlicht. Ik bood je de dans van de wolken aan de hemel en het schuim van de voorsnellende golven van de zee. Ik bood je het lachen van de regen en het diepe gezang van de donder, het ruisen van een waterval, de vrede van het meer. En je hebt mijn geschenk aangenomen, en op je gezicht verscheen de mooiste meest stralende glimlach.
Wat ben je mooi. Wat komen jouw klanken uit verre werelden. Waarschijnlijk heeft jouw hart het licht van de sterren in bewaring en houdt het de herinnering in zich besloten. je hebt mijn dromen gewiegd tot aan vandaag. Nu roept mij jouw stem, nu ben ik bereid ze te zoeken.
Als je hart eens heel ver kon horen. Als de geur van de roos die ik voor je geplukt heb eens zo dicht bij je kon komen, dat die je omarmen kan. En als je ogen eens door haar schittering konden worden aangestoken. Kan ik met woorden haar schoonheid beschrijven en jou die brengen om het je te geven?
O lieflijk wezen, ik zoek je op duizend wegen, die met illusies zijn geplaveid. Ik roep je in de wirwar van gedachten, die op zoek zijn naar rust, naar een verlichting gevende pauze verlangen. IK hoor je stem als ik naar mijn hart ga, als ik de enige weg ga,die naar jou leidt. Als ik in jouw tempel kom en de stille vrede betreedt, als ik het leven accepteer, dat overal de echo van jouw naam laat horen.
En je zult met blote voeten over het frisse groene gras lopen, dat nog nat is van de morgendauw en teer als zijden draden door lichte beroering van een briesje heen en weer gaat alsof het huivert, vlak voordat de zon opkomt, op wiens kus het wacht.
Niets herhaalt zich. Dat wat je gisteren achterliet heeft een draadje aan je toekomst gebonden. Pak dit draadje op,dat zich in spiralen in de toekomst vlecht. En leef in de volheid die jou draagt. Wat je ziet als het onvermijdelijke en meedogenloze van de tijd is een trap, die begint bij de eerste tree, hier vlak voor je voeten.
Zij laten uitbundig de vele klanken getooid in de mooiste verenpracht vol trillingen van muziek en zang meevoeren tot diep in de nacht
In opperste vervoering gebracht door wervelingen van hoge en diepe klanken voeren gedachten naar de tijd van toen vol harmonieus leven tot de blanken
Na intense dromen deze natuur volkeren soms ook in strijd met hun soortgenoten ontwaak je weer langzaam uit dit vertier waarvan jij ontroerd muzikaal heb genoten
Two Hearts As One
Two hearts, Finally together. After a very long wait, Seeing their love for each other.
Their lives were so empty, And lacking of fun. Though now together, Together as one.
Finally finding, Their one true love. After many nights praying, To the almighty above.
Now their prayers are filled, With joy and praise. As they ask for help, In their lives they raise.
Rising together, Just the two. The two hearts as one, Whom found their love, so true
BESIDE THE WATER
Forever, when I walk beside the water, I will see there, your reflection. I will hear your laughter in the wind. I will feel you warmth in the rays of the sun. and as the Blue Jay cries out, that he has seen you, I will know that still, I breathe the air you breathe. I walk beneath the same sky, I sleep beneath the same moon, And that my love for you will never die, Until I walk no more, the Earth you walk