Nog steeds gebeten door de marathonmicrobe haalde hij de finish in de Kustmarathon Zeeland. Hij legde de 42,195 kilometer af in 5u 35' 26".
Hier volgt zijn verslag van zijn heldhaftige prestatie:
De kustmarathon, the Day After. Gemengde gevoelens. Vreugde en teleurstelling. Vreugde omwille van het feit dat ik ‘m ‘uitgelopen’ heb. Teleurstelling omwille van het feit dat ik ‘m voor de helft gewandeld heb. Tja, eigenlijk kon ik niet veel beter verwachten na zo een korte voorbereiding maar stiekem had ik gehoopt tot aan km 30 te kunnen blijven lopen en de resterende 12 al stappend af te leggen om zo mijn allereerste kustmarathon Zeeland in zowat 5 uur te kunnen volbrengen. De realiteit was anders. Mijn looptempo veranderde in een wandeltempo al voor halfweg en ik deed er een halfuurtje langer over dan verhoopt. Hoe dan ook: door al dat stappen voel ik me vandaag nog behoorlijk fit. Nauwelijks spierpijn. Trappen lopen gaat me goed af. Prima dus.
Het begon allemaal vrij goed. De omstandigheden waren zoals verwacht. Warm bij de start. 20 graden. Een beetje wind maar langs de kust was die behoorlijk sterk en altijd in het nadeel. Na de twaalfde klokslag van de kerk van Burgh-Haamstede op het middaguur zette de massa van zowat 1800 lopers zich in beweging. Ikzelf overschreed een minuutje later de startlijn. Had me wijselijk niet in een of ander startvak gezet (sub 3u15 of 3u15 – 4u) maar meer achterin bij het gewone voetvolk. Het was de bedoeling om me van in de beginne niet te vergalopperen. Vrij snel zat ik in het goeie ritme. De straatjes van het dorp werden onder ruime publieke belangstelling door het lopersgild veroverd. Zoals bij de tour de France stonden er op verschillende plaatsen seingevers met vlaggetjes die ons nog net op tijd konden waarschuwen voor naderend onheil: paaltjes en vluchtheuvels. Kwestie van niet gelijk over kop te gaan zoals we de renners zo dikwijls zien doen. Een drone boven ons hoofd als een zoemende vogel die alles rustig gadesloeg en filmde. En dan vrij snel het echte werk! Het eerste duinpaadje in op weg naar de kustlijn. Op en af. Zanderig. Eenmaal aan zee zo snel mogelijk het harde zand vlakbij de zee opzoeken. Die was er in den beginne nauwelijks want het was hoogtij. De massa lopers was hier al verworden tot één lange sliert. De eersten waren buiten bereik en blikveld. Na 5 km van het traject de dijk weer op en dan de lange rechte stukken van de afsluiting van de Westerschelde. Vaste grond onder de voeten, dat wel. Ik voelde dat mijn benen de eerste zandstroken goed verwerkt hadden. Na 10 km het bekende landmark Neeltje Jans. Mijn tijd: 1:02:40. Mooi, precies wat mijn streefdoel was. Verder de afsluitdijk op. Ik telde mijn passen per dekplaat tussen twee waterschotten in. De ene keer 23, de andere keer 24 passen, gemiddeld 23,5. Een mooie cadans en een leuk tijdverdrijf. Als kind hield ik al van tellen. Per dekplaat telde ik mijn vingers af. 1, 2, 3, 4, 5, ... Bij 10 weer van voor af aan. Groepjes liepen mij voorbij. Ik liet ze begaan, ik liep mijn ideale ritme mede dankzij dat tellen. Aan km 15, meer dan een derde van de afstand afgelegd, voelde ik dat het lastig ging worden. Een blaar ontwikkelde zich zich op mijn rechter voetzool maar dat was het probleem niet. De benen werden geniepig zwaarder en zwaarder. Mede door de warmte. Gelukkig kwam er wat bewolking opzetten. Maar daar hadden mijn benen geen boodschap meer aan. Het hart, de longen konden alles goed aan. Alleen de benen hebben duidelijk nog trainingsachterstand. Het 20 kilometerpunt. De dijk af, het strand weer op ter hoogte van Vrouwepolder. Geen polder te zien hier, wel enkele vrouwen (maar ook mannnen) die mij in het mulle zand voorbij ploeterden. Ik wandelde in de richting van de zee en het verlossende harde zand. Hier was het water al een ietsje teruggetrokken. Het werd trippelen in boogjes met de rand van de waterlijn mee. 21,1 km. Halfweg: 2 u 17’36”. Dit is de officiële tijd achteraf. Op de klok zag ik nochtans iets van 2 u 24’. Ik begon te rekenen. 6 uur was de limiettijd. Dus had ik nog ruim drie-en-een-half uur over om op tijd binnen te zijn. Alles in 5 uur halen was theoretisch nog mogelijk maar mijn benen beslisten er anders over. Wandelen werd het. Mijn wandelsessies op de loopband – veelal bergop – gaven mij de zekerheid dat ik op tijd binnen zou zijn. Die 21 resterende kilometers aan een gemiddeld tempo van 6 per uur, dat moest kunnen. De rest heb ik puur gewandeld, ben nooit gestopt. Regelmatig werd ik voorbijgestoken door lopers die aan een slakkengangetje liepen. Meer naar het einde toe kon ik die voorbijstekende lopers zelfs nog bijhouden. Bij de vele verversingsposten hielden zij halt terwijl ik al wandelend mij bevoorraadde. Tegen de tijd dat ze mij inhaalden was ik al heel wat gevorderd. Over de rest van het traject kan ik kort zijn: het was mooi maar lastig. Bij Oostkapelle de duinen weer op en dan vele kilometers lang het duinpad volgen. Op en af, op en af. Soms met trapjes. 30 km in 3 u 36’31. Ik had gehoopt dat dit het 35 kilometerpunt was maar niks was minder waar. Nog 7 km te gaan. Nauwelijks een vlak stuk. Domburg. De bocht van Westkapelle. Ik werd door een man voorbij gesloft. Gesloft is het verkeerde woord want de man had geen schoenen aan!!! Zelf was ik even tevoren iemand voorbijgewandeld die Vibram Five Fingers om zijn voeten had maar deze man had helemaal niks aan zijn voeten! En blijkbaar was hij niet aan zijn proefstuk toe, zo las ik van de prestigieuze wedstrijdenlijst op de rugzijde van zijn t-shirt af. Een marathon op blote voeten lopen, je moet het kunnen. En dan nog hier. Waar hij me voorbijstak waren we net aan een stuk duinpad bezig bestaande uit scherpe stukjes schelpzand. Amai mijn voeten, allez, de zijne! Voorbij Westkappele nog een laatste keer het strand op. In de verte het vlagversierde Zoutelande. De aankomst eindelijk in zicht! Tussen de aankomst en hier lag een breed hard strand wijd voor ons open. Het was wel wat onze weg zoeken tussen de dicht tegen elkaar geplaatste strandpalen in. Donkere wolken kwamen aanzetten en de eerste schaarse regendruppels vielen. De laatste klim: de trappen naar de Zoutelandse dijk met daarboven, naar het schijnt steeds op afspraak, de plaatselijke doedelzakvereniging danig aan het doedelen. Met mijn handen op mijn knieën duwde ik doodvermoeid mijn lijf de trap op. Zeggen dat de betere lopers hier enkele uren tevoren diezelfde trap nog met twee treden tegelijk opgelopen hebben! De versterkte dijk hoog boven Zoutelande met beneden de finish. Zwart-wit beelden van die rampzalige 1 februari ‘53, toen hier nauwelijks een dijk was, spookten door mijn hoofd. Ik hoorde van de commentator beneden dat de man op blote voeten binnen was en ook de enige dame die alle twaalf edities uitgelopen had. Om mij te treiteren moest ik nog een halve kilometer over de dijk de finish voorbij om dan pas de dijk af te mogen. Bij de afzink ging mijn wandelen voor een laatste keer nog eens over in lopen. Die enkele honderden meters tot aan de meet moest ik al rennend nog kunnen afleggen, dacht ik, tussen het gejoel van de toeschouwers door. Dan het laatste kunstmatig opgeworpen zandhoopje over daar waar de klok de tijd voor iedereen onverbiddelijk wegtikte. Het vuistje in de lucht. 5 u 35’ 26”. Missie volbracht. Maar met gemengde gevoelens. Een half uur later brak de hel los. Een verschrikkelijk onweer woedde boven Zeeland. Maar op dat moment zat ik al veilig en wel binnen in mijn wagen rijdend in de richting van België.
Zo, dit was mijn verslag en nu ben ik razend benieuwd naar was Lucske Maes er vandaag zondag in de Marathon van Brussel van bakt. Vlak is het daar alleszins ook niet maar in tegenstelling tot mij zal Luc niet met zand in de schoenen moeten terugkeren.
Patrick
Bijsluitend een fotootje van Burg-Haamstede feestelijk bevlagd voor de start
Uitslagen: http://marathonzeeland.nl/marathon/uitslagen/uitslag-marathon-2014.htm startnummer 66
Zie ook: http://www.omroepzeeland.nl/marathonzeeland/binnenkomsten/kustmarathon#.VDD-xhawS3M voor beeldverslag. Kijken bij de finishers van 17 u 30 tot 17u 45
|