|
Maar ja; ik ben gelukkig
en blij om kleine dingen.
Ik kom tot rust, zo ’s avonds laat
bij een biertje en wat kaas.
‘k Geniet van ’t vrouwtje dat naast me zit;
samen vechtend tegen de slaap.
Ik hou echt veel; heel veel van haar
en heb een boon voor al haar kids,
de kleintjes en de groten,
zoals ik hou van die van mij,
de oudsten en de nieuwsten.
Wat heb ik dan te klagen?
Waarom ben ik dan zo moe?
Is geluk dan zwaar om dragen?
Of eist het verleden gewoon z’n tol?
|